Stichting Urwald - Collectief Walden

Theater
Aangevraagd: € 124.000
Toegekend: € 65.000

Inleiding

Collectief Walden is een groep kunstenaars en denkers die de urgentie voelt van de ecologische crisis. Het collectief bestaat uit een filosoof, een bioloog, een dramaturg en een scenograaf. De filosoof is ook grafisch ontwerper, de bioloog ook muzikant en conceptueel kunstenaar, de dramaturg ook politiek theoreticus en schrijver, en de scenograaf ook mimespeler. Allen performen ze: soms als ‘lectureperformers’, soms als de bedieners van grootschalige changementen in het landschap, soms als muzikant. Nooit zijn ze fictieve personages, want fictie maken ze naar eigen zeggen niet. Collectief Walden maakt installaties, voorstellingen en ontmoetingsruimtes op het grensgebied van wetenschap, documentaire en beeldende kunst.
Collectief Walden hanteert een interdisciplinaire aanpak: beelden, poëzie, ‘lecture performances’ en muziek komen samen in collage-achtige voorstellingen en dynamische installaties. De producties zijn vaak gesitueerd in landschappen of de openbare ruimte, maar ook in musea en/of theaters. 

Collectief Walden ontwikkelt in de komende periode drie projectlijnen op drie bijbehorende productieschalen, waarmee het hoopt een verandering in houding, denken en gedrag ten opzichte van de natuur te veroorzaken. Het collectief neemt drie keer Stelling met een klein project dat uitmondt in installaties. Het maakt drie keer Plaats, met een middelgroot project dat ruimtelijke ontwerpen behelst voor ontmoeting, openbare research en publieksprogramma, zoals preken, interviews en muzikale sets. En het collectief doet drie keer een Voorstel, met een groot project dat uitmondt in voorstellingen.
Hiernaast ontwikkelt Collectief Walden in de provincie Drenthe een blijvend land-art-werk dat het decor zal vormen voor Voorstel III. Ook herneemt het twee bestaande werken: één Plaats (WARMTE uit 2018) en één Voorstel (WINDSTILLEVEN uit 2016).
Van de negen nieuwe werken zullen er twee niet als eindresultaat in Amsterdam te zien zijn, omdat ze gebonden zijn aan locaties op Terschelling en in Drenthe. De overige projecten ontwikkelt en toont Collectief Walden in Amsterdam. 

Stichting Urwald-Collectief Walden ontving een tweejarige subsidie 2017-2018 binnen het Kunstenplan voor € 56.120 per jaar (incl. indexatie 2018). 
Voor de periode 2021-2024 vraagt de organisatie bij het AFK een bijdrage van gemiddeld 
€ 124.000 per jaar in het kader van het Kunstenplan.


Artistiek belang

De commissie beoordeelt het artistiek belang als zeer goed.
Collectief Walden heeft volgens de commissie een hoge mate van artistieke eigenheid. Werk van het gezelschap gaat altijd over landschap, ecologie en natuur, ook al staat het midden in de stad, in de ‘black box’ van een theater of in de ‘white cube’ van een museum. Deze scherpe inhoudelijke keuze geeft het collectief een eigen gezicht. Bovendien is het engagement bij het gezelschap groot: Collectief Walden stelt voor om het huidige ecologische bewustzijn en de voorzichtig ontkiemende actiebereidheid om te dopen tot Derde Ecologische Golf. Het collectief voelt de urgentie van de ecologische crisis en haar artistieke signatuur toont zich in de wijze waarop het collectief in zijn werk de relaties onderzoekt tussen mens en natuur, tussen stad en platteland en tussen samenleving en landschap. De commissie vindt de plannen van het collectief voor de komende periode prikkelend en ideeënrijk, door de vele nieuwe theatrale perspectieven die ze bieden op ecologie als thema, via de projectlijnen Stelling (installaties), Plaats (met openbaar onderzoek, interviews en muzikale sets) en Voorstel (voorstellingen). 
Het collectief begeeft zich in Amsterdam op het terrein van stadsontwikkeling en gebruikt landschapskunst als ‘call to action’. Daarbij brengt het collectief met de drie eerdergenoemde projectlijnen Stelling, Plaats en Voorstel een goed doordacht artistiek plan, met een duidelijke en originele structuur. 

De artistieke betekenis voor het beoogde publiek van Collectief Walden komt volgens de commissie goed naar voren in de plannen. Collectief Walden benadert zijn publiek als (potentiële) volgelingen: een gemeenschap van deelnemers, niet van afnemers. Het collectief gaat uit van de culturele interesse van de doelgroep vanuit de gedachte dat groter draagvlak ontstaat als veel verschillende soorten mensen in verschillende groepen in de samenleving zich betrokken voelen bij eenzelfde probleem. Het collectief wenst de dialoog aan te gaan: inleidingen en nagesprekken vormen een integraal onderdeel van het werk. Het collectief stelt centraal wat het publiek tijdens de voorstellingen ervaart. Zoals het collectief het zelf verwoordt: net zoals de mens een onlosmakelijk deel is van de natuur, zo is het publiek integraal deel van het werk. In de opvatting van Collectief Walden ontstaat er een groter draagvlak als veel verschillende soorten mensen in verschillende groepen in de samenleving zich betrokken voelen bij eenzelfde probleem. 
De organisatie komt daarom met een ‘impact agent’ die met veel directe en persoonlijke aandacht de verbinding tussen publieksgroepen tot stand brengt en onderhoudt. De commissie gelooft dat door deze directe benadering en door de betrokkenheid die bij het publiek wordt opgeroepen, de artistieke impact op het beoogd publiek sterk zal zijn.

De commissie ziet dat Collectief Walden een positieve artistieke ontwikkeling doormaakt die reflecteert op het verleden, voortkomt uit de eigen filosofie en daarmee ook sterk inhoudelijk gedreven is. Het gezelschap heeft een paar moeilijke jaren achter de rug met weinig financiering. De commissie vindt dat het gezelschap zich met dit plan sterk heeft herpakt. Zij constateert dat het collectief sinds de afwijzing door het AFK van de aanvraag voor de Tweejarige subsidie 2019-2020 zijn artistieke focus heeft aangescherpt. Dit maakt dat al het werk van Collectief Walden een meer eenduidige en overtuigende uitkomst krijgt, ondanks het overwegend onderzoekende karakter ervan. Het collectief grijpt de komende jaren naar de vorm en taal van religie, vanuit esthetische en idealistische motieven. Die religie noemt Collectief Walden: Tropie. Dat resulteert volgens de commissie in een heldere en overtuigende keuze ten aanzien van de vorm van het werk: Collectief Walden maakt ‘Land Theater dat de zwarte doos van de volledig gecontroleerde theatrale illusie verlaat, zoals de landschapskunstenaars de witte kubus van het museum verlieten’.
Het plan geeft ook blijk van zelfreflectie met betrekking tot publieksbenadering in de manier waarop hun artistieke uitgangspunten duidelijker worden gecommuniceerd en met betrekking tot de artistieke organisatie, waar verantwoordelijkheden beter zijn gescheiden. 


Belang voor de stad

De commissie beoordeelt het belang voor de stad als goed.
Collectief Walden verbindt zich volgens de commissie op verschillende niveaus met de stad. 
De groep behandelt Amsterdam als een ecosysteem midden in het planetaire web van oorzaak en gevolg. Het collectief laat zich inspireren door, en begeeft zich in het debat met architecten, planologen, sociologen, beleidsmakers en ecologen die zich bezighouden met (groene) stadsontwikkeling. Elk project bevat een ecologisch vraagstuk dat aan de orde is in Amsterdam. Daarnaast tonen de projecten (verloren) natuur of bestaan ze uit gesprekken met de bewoners over de natuurwaarden van Amsterdam. De groep verbindt zich inhoudelijk met de bredere stadsthematiek van duurzaamheid, onder andere in samenwerking met de Tolhuistuin, die zich richt op ecologische vraagstukken. De commissie signaleert wel dat Collectief Walden zich sterker richt op inhoudelijke verbindingen met de locatie of de omgeving dan op samenwerkingsrelaties met bewoners en maatschappelijker partners, met uitzondering van het consulteren van bewoners in het creatieproces of het bieden van een podium in het eindresultaat. 

Collectief Walden draagt bij aan de stedelijke spreiding van het cultuuraanbod en het publieksbereik daarvan. Een opvallend groot deel van de activiteiten vindt plaats in Amsterdam-Noord, dat de thuisbasis van het gezelschap vormt en waar het samenwerkt met Over het IJ Festival en NDSM-werf. Het meeste publiek wordt ook daar bereikt. De organisatie geeft zelf in de plannen aan de wens te hebben om het bereik in Amsterdam te verbreden en te willen beginnen met de gestage opbouw daarvan in Nieuw-West. De aanpak van het collectief, die een intensieve verbinding met de fysieke omgeving impliceert, maakt dit voornemen in de ogen van de commissie geloofwaardig. 

Collectief Walden heeft als eigen accent gekozen voor het thema Groene stad en draagt daar volgens de commissie sterk aan bij. De commissie ziet dat Collectief Walden op verschillende manieren aansluit bij het thema Groene stad. Zowel de publieksbenadering als de gekozen samenwerkingspartners, de ondernemingsfilosofie en de alternatieve verdienmodellen ademen de waarden van een duurzame stedelijke toekomst. De aanpak van Collectief Walden is daarbij onderscheidend te noemen omdat alle projecten intensieve betrokkenheid van deelnemers vragen en altijd ecologische vraagstukken adresseren.


Uitvoerbaarheid

De commissie beoordeelt de uitvoerbaarheid als voldoende.
De commissie vindt het plan van Collectief Walden realistisch en uitvoerbaar. Het zijn ervaren makers met vakmanschap op verschillende disciplines: dramaturgie, filosofie, biologie en scenografie die ieder een toevoeging zijn voor hun werkwijze. Met de herziene organisatiestructuur, waarbij een scheiding is aangebracht tussen artistieke en zakelijke leiding, is een goede stap gemaakt naar een stevige en toekomstbestendige organisatie. Ook is er sprake van een overzichtelijke verdeling in landelijke en Amsterdamse projecten met de drie projectlijnen. De commissie verwacht op basis van de prestaties van de afgelopen jaren dat het aantal voorgenomen projecten realistisch is in relatie tot de omvang van de organisatie en de financiering. Ook de duidelijke afspraken met de productie- en de presentatiepartners geven vertrouwen in de uitvoerbaarheid. 

De commissie vindt dat de plannen van Collectief Walden getuigen van een redelijk gezonde bedrijfsvoering. Collectief Walden is volgens de commissie het stadium ontgroeid van de beginnende organisatie die hard werkt aan de inhoud en daarbij geneigd is de bedrijfsvoering niet voldoende aandacht te geven. Het nieuwe plan laat een steviger organisatie zien met een adequate personele invulling en bestuurlijke inrichting. Dat geeft volgens de commissie een basis om de beoogde voornemens uit te voeren. 
De basis is nog wat smal om als organisatie ook op langere termijn effectief te kunnen functioneren. Het collectief beschikt nog niet over een financiële reserve. Daar is de periode van structurele financiering, volgens de aanvrager en ook volgens de commissie, te kort voor geweest. De risico's die het collectief noemt zijn de afhankelijkheid van individuele sleutelpartners voor hun producties; en het aanboren van nieuwe doelgroepen en nieuwe inkomsten. De commissie merkt op dat het eerste risico niet is afgedekt. Voor het tweede wordt de impact agent ingezet. 

De commissie vindt de begroting van Collectief Walden matig realistisch en passend om de plannen uit te kunnen voeren. De batenkant laat een wat onevenwichtige financieringsmix zien. Het gezelschap is grotendeels afhankelijk van publieke middelen van zowel het Fonds Podiumkunsten als het AFK. De publieksinkomsten stijgen niet ten opzichte van voorgaande periode, terwijl er wel veel meer publiek wordt verwacht. De commissie mist concrete inspanningen om private fondsen en sponsoren te werven, het plan spreekt enkel van het uitzetten van een strategie hiervoor de komende jaren. Gezien de aard en inhoud van de activiteiten ziet zij daarvoor wel kansen. De commissie vindt wel dat het collectief vindingrijk is in het ontwikkelen van innovatieve inkomstenbronnen, zoals het Boetiekhotel VOORUIT, dat overnachtingen aanbiedt tijdens festivals, en de theatrale overtocht PLANTASME. Aan de lastenkant valt een forse stijging van de vaste personeelslasten op. Dat is voor een organisatie zonder reserves een aanzienlijk risico, waar geen reflectie op is.

De commissie beoordeelt het marketingplan van Collectief Walden als ten dele realistisch en passend om het beoogde publiek te bereiken. Zij vindt de marketingstrategie niet duidelijk. Collectief Walden neemt de marketing de komende jaren in eigen hand door een impact agent aan te stellen: iemand die tussen en met verschillende publieksgroepen de verbindingen tot stand brengt en onderhoudt. De impact agent moet enerzijds relaties opbouwen en potentiële doelgroepen in beeld brengen en anderzijds marketingcampagnes opzetten die gericht zijn op nieuwe netwerken en bestaande doelgroepen. De commissie stelt vast dat het plan een heldere visie mist op de nieuwe doelgroepen die het collectief wil bereiken. Geïnspireerd door het commercieel-idealistische denken van start-ups, kiest Collectief Walden ervoor om gaandeweg ‘het wiel uit te vinden’ en de marketing en publiciteit te verweven met de inhoudelijke maatschappelijke missie en alle ontwikkeltrajecten. Deze benadering levert in de ogen van de commissie een nog nauwelijks uitgewerkte aanpak op. 
De plannen om het bestaande publiek te behouden vindt de commissie wel passend. In de marketingplannen ligt ook een nadruk op de communicatie tijdens en na een project, waarmee de relatie met het bestaande publiek kan worden verdiept en publiek langer kan worden vastgehouden. 


Diversiteit en inclusie

De commissie beoordeelt de bijdrage aan diversiteit en inclusie als onvoldoende.
Collectief Walden draagt met zijn ondernemingsplan volgens de commissie niet bij aan een cultureel divers aanbod. Het collectief beseft zelf ook dat het op het gebied van culturele diversiteit van het aanbod werk te doen heeft en heeft zich daarom voorgenomen om met FAWAKA te gaan samenwerken om in deze lacune te voorzien. De commissie stelt vast dat FAWAKA een organisatie is die zich exclusief inzet op het diverser en inclusiever maken van de duurzaamheidssector en zodoende geen partner is die gericht is op de diversiteit van het culturele aanbod. Ook constateert zij dat niet beschreven is wat deze samenwerking concreet voor Collectief Walden gaat betekenen.

Collectief Walden wil graag een meer cultureel divers publiek bereiken, maar beseft, zo blijkt uit het plan, dat het nu voornamelijk een wit publiek trekt. Het bereiken van cultureel divers publiek wil de organisatie vooral bewerkstelligen door het nieuw te werven publiek te informeren. Feitelijk heeft het collectief daarmee in de ogen van de commissie geen concreet plan om dit publiek te bereiken. De commissie ziet de focus op een cultureel divers publiek ook niet terug in de thematiek van de voorstellingen, de randprogrammering en de debatten, en evenmin in het plan voor publiekswerving en marketing. De commissie is er daarom niet van overtuigd dat het collectief erin zal slagen een cultureel divers publiek te bereiken.

Collectief Walden heeft weliswaar een visie geformuleerd op de diversiteit en inclusie van het personeelsbestand en bestuur, maar de resultaten daarvan zijn niet zichtbaar in het personeelsbestand, al is in het bestuur wel een cultureel diverse vertegenwoordiging zichtbaar. Het plan bevat in de ogen van de commissie vooral intenties om bij de werving van de in de projecten in te schakelen makers en begeleiders meer in te zetten op diversiteit. De organisatie heeft daarmee nog geen concreet en overtuigend plan van aanpak beschikbaar. 


Conclusie

De commissie vindt de financieringsmix niet in balans. Zij acht het gevraagde subsidiebedrag niet in verhouding met andere inkomsten, waaronder de publieksinkomsten. 
De commissie adviseert daarom de aanvraag van Collectief Walden gedeeltelijk te honoreren met een bedrag van € 65.000.

De aanvraag is beoordeeld binnen de adviescommissie Theater.