Pride Photo Award

BFNA
Aangevraagd: € 52.500
Toegekend: € 0

Inleiding

In het afgelopen decennium heeft de organisatie van Pride Photo Award (PPA) naar eigen zeggen een stevige basis gelegd door jaarlijks een internationale wedstrijd uit te schrijven voor fotografieprojecten over seksuele en genderdiversiteit. Pride Photo Award geeft aan met hun unieke propositie een bijzondere bijdrage te leveren aan de leefbaarheid, diversiteit en inclusie in de stad, maar ook daarbuiten. Dit wil de organisatie doen door zich inhoudelijk te richten op een specifieke groep, namelijk de LHBTIQ+-gemeenschap. Pride Photo Award geeft aan een eigen positie te hebben verworven in het huidige culturele aanbod in de stad en haar stadsdelen middels structurele activiteiten. Deze activiteiten beperken zich volgens de aanvrager niet tot Amsterdam: de tentoonstelling - die geëxposeerd wordt in een openbare ruimte - reist door Nederland en het buitenland. 

In de komende beleidsperiode 2021-2024 wil Pride Photo Award de zichtbaarheid van de foto’s en de eigen naamsbekendheid vergroten en daarvoor op zoek gaan naar nieuwe potentiële afnemers. De organisatie wil op deze wijze eigen inkomsten gaan genereren. Hiernaast wil PPA ook de expositie online toegankelijk maken. Deze site zal tevens dienstdoen als archief van alle afgelopen exposities, maar PPA wil er ook fotoprojecten in opnemen van wereldwijde kunstenaars/ fotografen die zich bezighouden met het thema queer.  
PPA wil een groter deel van de LHBTIQ+-gemeenschap bereiken, met name jongeren en personen met een biculturele achtergrond, alsook senioren. Ook wil PPA nieuwe Nederlanders en personen met een migrantenachtergrond actiever benaderen om kennis te maken met de meerstemmigheid van de Nederlandse samenleving. Daarnaast wil PPA contacten intensiveren met vrijwilligers en donateurs en op die wijze een gemeenschap bouwen rondom Pride Photo Award van mensen die hen ondersteunen.

Pride Photo Award ontvangt geen meerjarige subsidie binnen het Kunstenplan 2017-2020.
Voor de periode 2021-2024 vraagt Pride Photo Award bij het AFK een bijdrage van gemiddeld
€ 52.500 per jaar in het kader van het Kunstenplan.


Artistiek belang

De commissie beoordeelt het artistiek belang als onvoldoende. 
Pride Photo Award (PPA) organiseert jaarlijks een internationale fotocompetitie vanuit een specifieke invalshoek. PPA wil met de foto’s seksuele en genderdiversiteit laten zien en hiermee waarneming en denken over genderdiversiteit beïnvloeden om zo bij te dragen aan de emancipatie van de LHBTIQ+-gemeenschap. PPA geeft aan zich hiermee op de grens van het maatschappelijke en artistieke te begeven. De commissie constateert dat PPA het maatschappelijk belang van de activiteiten goed weet te omschrijven en deze is voor de commissie evident. Uit de aanvraag spreekt bezieling. De commissie vindt echter de artistieke eigenheid en het artistiek belang te weinig uitgewerkt. PPA geeft aan dat de sleutel tot hun succes het in evenwicht houden van de artistieke en maatschappelijke doelstelling is. De organisatie geeft aan dat de artistieke kwaliteit van de inzendingen steeds beter wordt en de organisatie de lat steeds hoger legt voor de winnaars van de competitie. PPA formuleert volgens de commissie echter nauwelijks artistieke uitgangspunten. Het plan bevat geen informatie over of reflectie op de artistieke criteria die PPA hanteert, het beschrijft geen curatoriële aanpak waaruit artistieke kaders blijken. Zo geeft PPA aan dat de jury uit de inzendingen ‘de meest relevante fotografieprojecten’ selecteert, wat eerder wijst op het maatschappelijk belang. De commissie constateert dat PPA ook niet reflecteert op hoe het project en de thema’s zich verhouden tot de hedendaagse (ontwikkelingen binnen de) fotografie. De commissie concludeert dat artistieke eigenheid ondergeschikt is aan het maatschappelijk belang dat PPA dient met zijn activiteiten en dat er derhalve niet werkelijk gesproken kan worden over artistieke eigenheid. 

PPA specificeert drie doelgroepen: fotografen, de LBHTIQ+-gemeenschap en een breder publiek. De betekenis van de activiteiten van PPA voor deze doelgroepen ligt, zo begrijpt de commissie, vooral in de empowerment en emancipatie van de LHBTIQ+-gemeenschap. PPA reflecteert in de aanvraag niet op de artistieke betekenis voor de beoogde doelgroepen. Het doel van PPA is vooral bewustwording en het bespreekbaar maken van de thematiek, constateert de commissie. Door een persoonlijke benadering van het publiek bij exposities en middels debatavonden rondom de expositie stimuleert de organisatie dialoog, wil de organisatie mensen tot reflectie uitnodigen die normaal minder over seksuele en genderdiversiteit nadenken. PPA geeft aan dat tijdens de exposities vrijwilligers met bezoekers in gesprek gaan over de foto’s. De commissie merkt op dat uit het plan niet blijkt dat de vrijwilligers in gesprek gaan over de artistieke betekenis van de foto’s. Hieruit blijkt, concludeert de commissie, dat PPA vooral aandacht schenkt aan de maatschappelijke, emancipatoire betekenis voor de beoogde publieksgroepen. Deze beoordeelt de commissie als groot, maar de artistieke betekenis voor het beoogde publiek is volgens de commissie bij de organisatie niet voldoende in beeld. 

De commissie merkt op dat PPA een periode stil heeft gelegen en in 2018 een nieuwe start heeft gemaakt. De aanvrager reflecteert hier niet op in het plan, terwijl de commissie enige uitleg hierover wel wenselijk vindt, gezien de daling in het aantal activiteiten tijdens die periode. De commissie destilleert twee ontwikkeldoelstellingen uit het plan: PPA wil gebruik gaan maken van tekst en bewegend beeld in de presentaties, daarbij aansluitend bij het format visual story telling. De commissie meent dat dit een interessant idee is maar mist in het plan de uitwerking ervan, en hoe dit aansluit op of voortborduurt op eerdere exposities. PPA wil daarnaast de zichtbaarheid van de foto’s en de eigen naamsbekendheid vergroten door de fysieke expositie uit te breiden met een virtuele expositie, tevens archief, en door een mobiele reizende tentoonstelling te maken. De commissie vindt een online expositie/archief een passend idee omdat online zichtbaarheid van belang is voor PPA om internationaal doelgroepen te bereiken, maar constateert dat PPA niet reflecteert op de artistieke gevolgen van deze stap. Het werk van PPA is nu al nationaal en internationaal te zien, PPA reflecteert niet op de artistieke noodzaak of consequenties van een mobiel systeem om de werken te tonen. PPA geeft aan dat de awards dienen als opstap voor (beginnend) fotografen. De commissie meent dat deelname aan een expositie van PPA voor deze fotografen kan bijdragen aan hun artistieke ontwikkeling doordat zij de kans krijgen hun werk internationaal te vertonen. De commissie concludeert dat het plan van PPA maar beperkt ingaat op artistieke of inhoudelijke ontwikkeling van de organisatie of betrokkenen bij de organisatie. Dat sluit aan bij de observatie van de commissie dat PPA niet inzet op het artistieke belang.  


Belang voor de stad

De commissie beoordeelt het belang voor de stad als voldoende. 
De commissie constateert dat PPA door de thematiek van oorsprong een sterke verbinding heeft met de stedelijke samenleving en speciaal met de stad Amsterdam. Hoewel LHBTIQ+-vraagstukken niet louter stedelijk zijn, is de stad wel een groot sociologisch gebied waarin deze thematiek haar relevantie vindt. Met name Amsterdam profileert zich al lang met de doelgroep door o.a. de Amsterdam Pride te organiseren. In lijn daarmee is de award volgens de commissie voor de stad een passend evenement. De commissie vindt dat PPA logische partners kiest in de stad zoals het COC, Human Rights Watch, IHLIA (gericht op erfgoed van de LHBTIQ+-gemeenschap), Stichting Homomonument en Pride Amsterdam. Een binding met de stedelijke samenleving spreekt volgens de commissie tevens uit de wens om contact te maken met groepen in de samenleving met een migratieachtergrond middels activiteiten in de wijk zoals Dichtbij Huis en Speak Up!, al zijn daar de laatste jaren wat minder van georganiseerd. De komende beleidsperiode wil PPA jaarlijks 5-6 buurtgerichte activiteiten organiseren. De commissie kan op basis van de huidige plannen niet beoordelen hoe concreet de beoogde samenwerkingen zijn en hoe ze de komende beleidsperiode vorm worden gegeven. 

De Speak Up! en Dichtbij Huis evenementen droegen in het verleden bij aan een goede spreiding van activiteiten, merkt de commissie op. De commissie constateert dat de plannen voor de volgende beleidsperiode niet aangeven waar de activiteiten zullen plaatsvinden en met wie. De samenwerking met stadsdelen en wijkorganisaties is niet uitgewerkt. Ook locaties voor de komende exposities worden volgens de commissie niet benoemd. Daarnaast merkt de commissie op dat PPA de locatiekeuze voor eerdere exposities weinig onderbouwt. Zo kiest PPA voor De Hallen wegens de toegankelijkheid. Locaties als De Nederlandse Bank en accountantskantoren waar PPA werken toont zijn echter niet toegankelijk of representatief voor het publiek dat PPA zegt te beogen in de aanvraag. 
Gezien de doelstelling van PPA meent de commissie dat de aanvrager het werk zal tonen en activiteiten zal ontplooien verspreid over de stad, maar op basis van de huidige aanvraag kan de commissie geen uitspraken doen over de verwachte spreiding van deze activiteiten. 

PPA kiest als eigen accent Leefbare stad. PPA geeft aan een bijzondere bijdrage te willen leveren aan leefbaarheid, diversiteit en inclusie in de stad (maar ook daarbuiten) middels de slogan ‘bekend maakt bemind’. PPA wil vanuit de stad Amsterdam dit lokaal en internationaal uitdragen. De commissie meent dat de keuze voor Leefbare stad mooi samenvalt met het doel van de organisatie, namelijk om aandacht te vestigen op de LHBTIQ+-gemeenschap en bij te dragen aan de emancipatie van deze groep. De commissie concludeert dan ook dat de keuze een logische is. 


Uitvoerbaarheid

De commissie beoordeelt de uitvoerbaarheid als voldoende. 
De commissie constateert dat PPA een projectorganisatie is. PPA werkt met een klein team, wat volgens de commissie de organisatie zowel kwetsbaar als wendbaar maakt. Er is sprake van een hands-onmentaliteit, er is een meewerkend bestuur en PPA kan rekenen op een grote groep vrijwilligers die veel werk uitvoert voor de organisatie. PPA heeft in het verleden veel voor elkaar gekregen met deze werkwijze. PPA streeft naar meer financiële onafhankelijkheid en zet in op een ambitieuze groei van eigen inkomsten en dalende behoefte aan subsidie. PPA geeft aan in het kader hiervan te willen uitbreiden met 1 fte. Hierdoor krijgt het bestuur een meer toezichthoudende functie, wat de commissie passend vindt. De commissie merkt op dat PPA maar beperkt een invulling geeft van de 1fte. De commissie merkt op PPA werkt met curatoren maar dat er geen artistiek leider is. De commissie constateert dat in het plan de nadruk ligt op commerciële activiteiten. Artistiek vakmanschap heeft weinig prioriteit binnen de organisatie. De commissie concludeert dan ook dat met het beleidsplan van PPA de commerciële ambities uitvoerbaar zijn, maar de artistieke ambities niet. 

De commissie beoordeelt de bedrijfsvoering als overwegend gezond, al roept deze wel enige vragen op bij de commissie. PPA heeft in 2018, na een daling in activiteiten, een doorstart gemaakt met een nieuw bestuur. De commissie mist een verklaring voor de daling in activiteiten gedurende die periode. In 2018 heeft PPA vervolgens een tekort gedraaid. Hier reflecteert PPA niet op in de aanvraag, constateert de commissie. In de voorlopige balans van 2019 is er een forse bestemmingsreserve opgenomen. De organisatie legt niet uit wat de bestemming van die reserve is. Een positieve opmerking maakt de commissie over de budgetbeheersing: de organisatie werkt met een go/no-go besluit wat inhoudt dat bij minder ontvangen gelden de activiteiten in uitgeklede vorm plaatsvinden. Hiermee worden risico’s beperkt. Ook is de commissie positief over het feit dat de organisatie eigen activiteiten en werkprocessen evalueert. De commissie concludeert dat de bedrijfsvoering vooral gericht is op het versterken van het commerciële deel van de plannen en niet op het artistieke deel.

De begroting van PPA bevat een aantal onduidelijkheden voor de commissie. Zo is de genoemde communicatiemedewerker niet terug te vinden op de begroting. De personeelslasten maken slechts een klein deel uit van de totale lasten, en PPA wil hier drie medewerkers uit betalen. De commissie vindt dit niet realistisch. PPA wil de eigen inkomsten vergroten en zet hierbij hoog in op private inkomsten (m.n. sponsoring en donaties). PPA geeft aan verdienmodellen te hebben ontwikkeld, o.a. de verhuur van tentoonstellingen in binnen- en buitenland, een webshop, sponsorwerving en de opbouw van een community. Hiertoe is er een vrienden-/donateursclub opgericht. De commissie bevestigt dat PPA meer eigen inkomsten kan genereren, maar vindt de enorme schaalsprong die de organisatie voor ogen heeft wat dit betreft niet realistisch. Het plan bevat geen uitgewerkte, concrete stappen richting dit doel, verkoopmodellen zijn niet uitgewerkt. De commissie merkt op dat het plan tevens niet beschrijft hoe de wens tot verhoging van eigen inkomsten samenhangt met artistieke en maatschappelijke doelen die PPA formuleert. De commissie vindt dan ook dat de begroting niet op alle punten realistisch en passend is. 

PPA identificeert drie doelgroepen: fotografen, de LHBTIQ+-gemeenschap en een algemeen publiek. PPA zet met name social media en persberichten in om internationaal aandacht te genereren voor de open oproep voor fotografen. PPA geeft aan hierbij gebruik te maken van netwerken van internationale partners, zoals ambassades en wereldwijde belangenorganisaties. PPA zorgt voor exposure voor de tentoonstelling via de gangbare online kanalen, maar maakt ook gebruik van nieuwsbrieven van de stadsdelen, kranten en regionale dagbladen. Het Parool is vaste mediapartner. De commissie concludeert dat PPA nationaal en internationaal diverse kanalen inzet richting de doelgroepen, maar dat PPA weinig toelichting geeft op hoe deze kanalen worden ingezet. Er wordt gesproken over een publiekscampagne richting jongeren en mensen met biculturele achtergrond of migratieachtergrond, maar deze wordt niet verder toegelicht. De commissie concludeert dat het marketingplan van PPA realistisch en passend is om de eerste twee doelgroepen te bereiken, maar dat er geen sprake is van een strategie om een algemeen publiek te bereiken of specifieke doelgroepen daarbinnen.


Diversiteit en inclusie

De commissie beoordeelt de bijdrage aan diversiteit en inclusie als zwak. 
PPA ziet diversiteit en inclusie voornamelijk als emancipatie van de LHBTIQ+-gemeenschap. Dit sluit niet aan op de criteria van het AFK die zich richten op culturele diversiteit en inclusie. 
De commissie constateert dat PPA via de open oproep inzendingen uit de hele wereld ontvangt, met name ook uit landen waar homoseksualiteit niet geaccepteerd wordt. Ten dele valt dit samen met culturele diversiteit, PPA hanteert culturele diversiteit en inclusie echter niet als selectiecriterium voor de foto’s, constateert de commissie. De commissie concludeert dat PPA geen specifieke acties onderneemt om tot een cultureel divers aanbod te komen. De commissie vindt dit verrassend omdat het thema dat PPA aansnijdt binnen cultureel diverse gemeenschappen nog een groot taboe is en gezien PPA’s doelstellingen hier meer aandacht naar uit zou kunnen gaan. 

PPA geeft aan zich te willen richten op een cultureel divers samengesteld publiek binnen de stad. Een actie die wordt benoemd is het organiseren van exposities op openbaar toegankelijke plekken waar veel mensen komen en een speciaal publieksprogramma, maar dit programma wordt niet toegelicht of uitgewerkt. De commissie constateert dat de intenties van PPA om een divers samengesteld publiek te bereiken er zijn, gezien ook de evenementen in buurten, maar het plan bevat volgens de commissie weinig concrete acties om het publiek te diversifiëren op gebied van culturele diversiteit. 

De commissie merkt op dat er sprake is van culturele diversiteit binnen het bestuur en het comité van aanbeveling. De commissie constateert dat PPA erin slaagt een grote groep vrijwilligers aan zich te binden, al bevat het plan geen informatie over de culturele diversiteit van deze groep. PPA wil gebruik maken van ‘bestuur, adviseurs, ambassadeurs en partners’ om tot grotere diversiteit van het personeelsbestand te komen. De commissie constateert dat PPA wil zich in wil spannen om de culturele diversiteit te verhogen binnen de eigen organisatie en zich bewust is van het belang daarvan. De belangrijkste belemmering om hiertoe te komen ziet de commissie in het ontbreken van een open en grondig discours in de eigen gemeenschap over culturele diversiteit in relatie tot het LHBTIQ+-vraagstuk. 


Conclusie

Op grond van bovenstaande overwegingen adviseert de commissie om de aanvraag van Pride Photo Award niet te honoreren.

De aanvraag is beoordeeld binnen de adviescommissie BFNA.