Nederlands Philharmonisch Orkest

Cultuureducatie
Aangevraagd: € 100.000
Toegekend: € 100.000

Inleiding

Het Nederlands Philharmonisch Orkest en het Nederlands Kamerorkest (NedPho|NKO) zijn twee orkesten met naar eigen zeggen elk een eigen artistiek profiel, die samen één organisatie vormen. Als operaorkest werkt de organisatie samen met De Nationale Opera, met haar concertprogrammering is zij tweede hoofdbespeler van het Concertgebouw Amsterdam. Naast de prestaties op de hoofdpodia wil de instelling zich richten op de stad en zijn bewoners. Met het programma voor educatie en talentontwikkeling, aangevuld met programma’s voor outreach en participatie, wil de organisatie een rol in de stad vervullen. Ze werkt hierin samen met culturele- en onderwijspartners, zoals de Alliantie Muziekeducatie Amsterdam (AMA), het Leerorkest en Amsterdamse muziekscholen.

Voor de periode 2021-2024 heeft de organisatie zes speerpunten geformuleerd binnen het programma van educatie, talentontwikkeling, participatie en outreach. Als eerste wordt gekozen voor projecten met volledig orkest, in plaats van kleinschalige en incidentele projecten met ensembles, hiermee inspelend op de vraag van scholen. Verder beoogt de organisatie projecten inhoudelijk en praktisch aan te laten sluiten bij de doelgroep. Daarvoor onderhoudt zij intensief contact met scholen en ontwikkelt ze nieuwe programma’s in samenspraak met hen en andere partners. Als derde speerpunt gaat de organisatie bij de ontwikkeling van programma’s altijd uit van de belevingswereld van het Amsterdamse kind. Daarbij houdt zij rekening met verschillen in leeftijd, culturele of maatschappelijke achtergrond, schooltype of leerstijl. Verder worden voor het speciaal onderwijs projecten op maat gemaakt, in dialoog met scholen.
Nederlands Philharmonisch Orkest | Nederlands Kamerorkest wil in samenwerking met Het Concertgebouw en Nationale Opera & Ballet CKV-workshops aanbieden voor het voortgezet onderwijs. Het zesde speerpunt is gericht op talentontwikkeling: via programma’s worden talenten uit vakopleidingen voorbereid op de beroepspraktijk.

Stichting Nederlands Philharmonisch Orkest | Nederlands Kamerorkest ontvangt een vierjarige subsidie 2017-2020 binnen het Kunstenplan van € 85.107 per jaar (incl. indexatie 2020).
Voor de periode 2021-2024 vraagt de organisatie bij het AFK een bijdrage van gemiddeld € 100.000 per jaar in het kader van het Kunstenplan.


Artistiek belang

De commissie beoordeelt het artistiek belang van als goed.
NedPho|NKO werkt vanuit de visie dat muziekeducatie bijdraagt aan een bredere culturele ontwikkeling en daarmee de ontplooiing van kinderen. Live klassieke orkestmuziek is volgens de commissie kenmerkend voor de artistieke signatuur van deze organisatie en dat kenmerkt ook de toekomstige plannen. De aandacht van een orkest en haar leden voor educatie, talentontwikkeling en participatie vindt de commissie erg onderscheidend, ook ten opzichte van andere orkesten. Het programma is gevarieerd en ideeënrijk met passieve en actieve vormen van muziekeducatie. In producties als Pluk van de Petteflet, die komende periode wordt hernomen, vindt de commissie de signatuur van het poppentheatergezelschap waar NedPho|NKO mee samenwerkt meer zichtbaar, dan de signatuur van het orkest dat niet voltallig meespeelt. De organisatie zet haar huidige koers voort waarbinnen de commissie positief is over Welkom bij het Orkest, waar leerlingen kennismaken met een volledig filharmonisch orkest. De participatieactiviteiten vindt de commissie innovatief en dat zou wat de commissie betreft nog meer mogen doorwerken in de reguliere educatie-activiteiten.

De commissie vindt de artistieke betekenis voor het beoogde publiek positief. NedPho|NKO heeft een bondig geformuleerde visie op de doelgroep, gericht op kennismaken, talenten ontdekken en ontplooiing en benoemt hierin de effecten die muziekeducatie kan hebben op ontwikkeling op persoonlijk, sociaal-emotioneel en cognitief gebied. Activiteiten richten zich op de impact van livemuziek en de commissie vindt dit naar verwachting aansprekend voor de beoogde doelgroep. Het meemaken van en participeren bij een live musicerend orkest is in de ogen van de commissie een bijzondere ervaring. Activiteiten, zoals Welkom bij het Orkest, zijn ontstaan in dialoog met en vanuit een behoefte bij scholen, zodat kinderen zich beter een voorstelling kunnen maken van een groot orkest, in plaats van de kleinschalige activiteiten met een beperkt aantal orkestleden. Ook het programma voor het speciaal onderwijs, waar het lesprogramma wordt aangepast en bijvoorbeeld een gebarentolk wordt ingezet, vindt de commissie aansprekend voor de doelgroep.

De commissie vindt de artistieke ontwikkeling van de aanvrager toereikend. NedPho|NKO heeft zich naar het oordeel van de commissie sterk ontwikkeld als aanbieder van muziekeducatie en er is sprake van reflectie op voorgaande periode, waardoor onder meer Welkom bij het Orkest werd ontwikkeld. In dialoog met scholen heeft NedPho|NKO het aanbod verder ontwikkeld. Komende periode zet de organisatie deze koers voort. Ontwikkeltrajecten worden verdiept waarbij de organisatie zich blijft richten op vraaggestuurd aanbod met een zo groot mogelijke impact.
Het plan richt zich ook op talentontwikkeling van musici en dirigenten, waarvan sommigen een plek in het eigen orkest verwerven. Dat is positief, maar de commissie mist hier de aandacht voor ontwikkelmogelijkheden voor betrokkenen zoals de artistieke leiding of uitvoerenden.


Belang voor de stad

De commissie beoordeelt het belang voor de stad als goed.
NedPho|NKO verbindt zicht in de ogen van de commissie zichtbaar met de stedelijke samenleving. De samenwerking met het sterk in de wijk gewortelde Leerorkest en het wijktalentorkest in Oost heeft in de ogen van de commissie behalve een educatief artistiek ook een maatschappelijk karakter omdat het kinderen in kansarme posities toegang geeft tot muziek en muziekeducatie. Ook is de commissie positief over de kleinschalige lokale activiteiten, zoals de Appeltaartconcerten in verzorgingstehuizen of de participatie-activiteiten, waaronder de jaarlijkse dag voor amateurmusici en de muziekworkshops met oudere bewoners met dementie in huizen van AMSTA.

De commissie vindt dat het plan van NedPho|NKO bijdraagt aan spreiding van cultuuraanbod en het publieksbereik buiten de stadsdelen Centrum en Zuid. De activiteiten vinden met name plaats in Oost en in het bijzonder in de Indische Buurt, waar de organisatie gevestigd is. Gezien het netwerk en de ervaringen van eerder ontplooide activiteiten aldaar, is de commissie overtuigd van de kans van slagen van de activiteiten in Oost die in het plan worden genoemd. Volgens het plan focust NedPho|NKO zich naast Oost ook op Nieuw-West en Zuidoost, al vindt de commissie de inhoudelijke toelichting op deze ambities beperkt. Wel vindt de commissie de ambities om daar activiteiten te organiseren realistisch, vanwege het bereik van samenwerkingspartner het Leerorkest in deze stadsdelen.

NedPho|NKO heeft gekozen voor het thema Leefbare stad. De uitwerking van het thema in het plan is beknopt, gericht op ontmoeting en verbinding via de activiteiten. Maar de commissie vindt het wel passend bij de organisatie. Met name in de Indische buurt, en in bredere zin stadsdeel Oost, leveren de outreach- en participatie activiteiten ontmoeting en verbinding op tussen buurtbewoners. Op die manier levert NedPho|NKO een bijdrage aan sociale cohesie. De activiteiten met het wijktalentorkest vindt de commissie hierin een treffend voorbeeld, evenals de muziekworkshops voor en met oudere bewoners met dementie in huizen van zorginstelling AMSTA.


Uitvoerbaarheid

De commissie beoordeelt de uitvoerbaarheid als voldoende. De commissie vindt het plan voor de organisatie en werkwijze van NedPho|NKO genoeg realistisch en uitvoerbaar, al is er weinig toelichting op de concrete samenwerking met partners of schoolbesturen. Ook vindt de commissie de gelijkblijvende omvang van de organisatie niet passend bij de stijging van contacturen van de schoolgebonden activiteiten. De commissie heeft grote waardering voor het vakmanschap van de uitvoerende orkestleden. Het is een prestatie dat zij niet alleen op artistiek, maar juist ook op educatief vlak over vakmanschap beschikken. De commissie vindt NedPho|NKO een ervaren organisatie die kwalitatief hoogstaande uitvoeringen biedt en daarmee een belangrijke partner is in het Amsterdamse muziekeducatieveld.
Het plan belicht naar het oordeel van de commissie de productionele en zakelijke deskundigheid van de organisatie summier. Maar de eerder goed uitgevoerde activiteiten en de lange staat van dienst van de organisatie, wegen zwaarder voor de commissie en bieden haar vertrouwen in de zakelijke en productionele deskundigheid om de voornemens komende jaren uit te kunnen voeren.

NedPho|NKO heeft naar het oordeel van de commissie een gezonde bedrijfsvoering die afdoende basis geeft om zowel de beoogde voornemens ten uitvoer te brengen als de organisatie op langere termijn effectief te laten functioneren. De organisatie heeft volgens de commissie een stevige financiële basis. In het plan benoemt de NedPho|NKO geen mogelijke risico’s, wel beschikt zij over een fors eigen vermogen, waarmee eventuele tegenvallers goed kunnen worden opgevangen. De organisatie benoemt de personeelslasten als een aandachtspunt, voor verbeteringen in beloningen voor vaste en freelancemusici stelt zij afhankelijk te zijn van het subsidieplafond en van prestatieafspraken met OCW. Dat het plan geen zicht biedt op het verbeteren van deze beloningen komende periode, vindt de commissie risicovol vanuit het oogpunt van continuïteit.

De commissie vindt de begroting genoeg realistisch en passend bij het plan, met een aantal kanttekeningen. De commissie vindt dat NedPho|NKO de verhoogde aanvraag bij AFK overtuigend weet te onderbouwen, onder meer met de keus voor meer maatwerk en meer impact door activiteiten uit te voeren met het volledige orkest. Er is een aparte deelbegroting voor de financiering van educatieve activiteiten. Binnen deze financieringsmix vindt de commissie dat de organisatie een hogere bijdrage per leerling van scholen zou kunnen genereren en dat de organisatie inkomsten uit sponsoring of private fondsen zou moeten kunnen realiseren voor haar activiteiten in educatie en talentontwikkeling. Toch vindt de commissie de mix van inkomsten voldoende evenwichtig, omdat er ook een bijdrage vanuit OCW aan educatie wordt toegewezen. De omvang van de kosten vindt de commissie deels realistisch. Verschillende kosten kunnen worden weggehouden uit deze begroting. De beheerslasten, zoals huisvesting en interne organisatie, worden gedekt vanuit landelijke subsidiëring. De commissie vindt de loonkosten voor educatie staf niet goed onderbouwd, want uit het plan wordt niet helder welke werkzaamheden hier onder vallen. De commissie constateert dat de organisatie stelt de Fair Practice Code toe te passen. Tegelijkertijd benoemt het plan dat onder andere kostenverhogende nieuwe wetgeving de organisatie belemmert in haar streven beloningen voor vaste en freelance musici te verbeteren. Dit vindt de commissie tegenstrijdig.

Het marketingplan vindt de commissie weinig realistisch en passend om het beoogde publiek te bereiken. NedPho|NKO besteedt amper aandacht aan marketing in haar plan en specificeert geen doelgroepen. Wel kan zij bogen op ervaring in het bereik van verschillende publieksgroepen, zoals scholen, jong talent en buurtbewoners. Om scholen te bereiken werkt NedPho|NKO samen met de Alliantie Muziekeducatie Amsterdam, een organisatie die aanbod bundelt en promoot richting Amsterdamse scholen uit het basisonderwijs. De commissie is er niet van overtuigd dat dit een effectieve vorm van publieksbenadering is, daarvoor biedt het plan te weinig toelichting over de aanpak. Maar gezien de ervaring die de organisatie heeft, dat blijkt onder meer uit het eerder met scholen persoonlijk ontwikkelde aanbod op maat, verwacht de commissie dat NedPho|NKO de scholen weet te bereiken. De commissie had verwacht dat het plan in zou gaan op het bereiken van scholen in het voortgezet onderwijs en activiteiten in talentontwikkeling. In het laatste geval draagt de samenwerking met conservatoria hier positief aan bij. De outreachprojecten brengt NedPho|NKO lokaal onder de aandacht, zoals via een agenda van activiteiten die in buurthuizen verspreid wordt. Dit is summier beschreven, de commissie had in de benadering van nieuwe, cultureel diverse doelgroepen meer marketinginzet verwacht.


Diversiteit en inclusie

De commissie beoordeelt de bijdrage aan diversiteit en inclusie als zwak.
Het plan draagt in artistieke zin volgens de commissie weinig bij aan culturele diversiteit van het Amsterdamse cultuuraanbod. De organisatie geeft aan met haar educatieprogramma’s aan te sluiten bij Amsterdamse leerlingen, een groep met een cultureel diverse samenstelling, maar benoemt in het plan niet op welke wijze zij dat doet. Hier had de commissie specifieke keuzes in muziekstijlen of verhalen verwacht of samenwerkingen met partners uit het reguliere programma-aanbod waaronder festival SOUK (Arabische en Westerse muziek) of het Amsterdams Andalusisch Orkest.

Het plan draagt gedeeltelijk bij aan het bereiken van een cultureel divers samengesteld publiek. Via verschillende educatieactiviteiten voor Amsterdamse leerlingen bereikt de organisatie een cultureel divers publiek. De participatieactiviteiten of activiteiten in de wijk, met name die in de Indische buurt zoals met het wijktalentorkest, kunnen eveneens een cultureel divers publiek trekken. Maar de commissie vindt de keus voor een cultureel diverse doelgroep niet specifiek onderbouwd, het plan richt zich breder op Amsterdamse leerlingen of buurtbewoners. De organisatie is met partners in de wijk (waaronder buurthuis de Meevaart) in overleg over verbreding van publieksbereik. Dit vindt de commissie weinig concreet, zij is niet overtuigd van een effectieve aanpak.

De commissie vindt de visie voor diversiteit van het personeelsbestand en toezicht van de organisatie beknopt. De organisatie wil een inclusief orkest zijn waar eenieder zich welkom kan voelen, maar hierin mist de commissie het belang van representatie onder personeel en toezicht. In het plan geeft NedPho|NKO aan dat er vrijwel uitsluitend musici met een westerse achtergrond auditeren en dat de overheid moet investeren om muziekbeoefening breder toegankelijk te maken. Het is positief dat NedPho|NKO in gesprek is met vakopleidingen hierover, maar de commissie verwacht dat de organisatie zelf meer in het werk stelt waar het gaat om het scouten van talent van een niet-westerse achtergrond. Voor de werving van staf en leden van de raad van toezicht werkt de organisatie samen met in inclusie gespecialiseerde werving- en selectiebureaus. Dit vindt de commissie een effectieve aanpak.


Conclusie

De commissie adviseert de aanvraag van Nederlands Philharmonisch Orkest | Nederlands Kamerorkest te honoreren met het gevraagde subsidiebedrag van € 100.000 per jaar.

De aanvraag is beoordeeld binnen de adviescommissie Cultuureducatie.