Moving Arts Project
Inleiding
Kunstenaarscollectief Moving Arts Project (MAP) maakt community arts projecten vanuit de Transvaalbuurt in Oost. Met deze projecten in de openbare ruimte, voor en met buurtbewoners, onderzoekt MAP de invloed van sociaal-maatschappelijke urgente ontwikkelingen op de wijk, stad en zijn bewoners. Rollen, afstand en territoria komen als thema’s terug in de projecten waarin de scheiding tussen publiek, performer, maker, producent en deelnemer minder strikt is. MAP wil mensen van verschillende achtergronden in cocreatie duurzaam kennis laten maken met elkaar en de kunsten. Dat doet ze niet doelgroep-specifiek en met een langdurige programmatische benadering. De multidisciplinaire activiteiten zijn verdeeld in vier samenhangende programmalijnen, bestaand uit projecten vanuit het hart van de wijk en projecten gericht op het delen van lokaal opgehaalde kennis (onder de noemer ‘door het stedelijk landschap’). Verder is er een programmalijn gericht op educatie- en netwerkactiviteiten en een programmalijn gericht op werk in opdracht (‘facilitair’).
Komende periode verdiept MAP haar artistieke praktijk in Oost en vervolgt ze haar activiteiten in West (de Houthaven/Spaarndammerbuurt). MAP ontwikkelt drie multidisciplinaire projecten met een looptijd van anderhalf jaar, een doorlopende educatieve leerlijn met theater, dans, poppenspel, twee kindervoorstellingen, producties in samenwerking met jonge theatermakers en opdrachten in samenwerking met partners.
Moving Arts Project ontvangt een vierjarige subsidie 2017-2020 binnen het Kunstenplan van € 76.917 per jaar (incl. indexatie 2020).
Voor de periode 2021-2024 vraagt de organisatie bij het AFK een bijdrage van gemiddeld € 77.000 per jaar in het kader van het Kunstenplan.
Artistiek belang
De commissie beoordeelt het artistiek belang als zeer goed.
De commissie ziet veel artistieke eigenheid in het plan van MAP. Er spreekt bezieling uit de missie om met participatieve kunstprojecten relevante stedelijke thema’s bespreekbaar te maken zoals segregatie en gentrificatie. Laagdrempelige activiteiten in de openbare ruimte, gericht op gelijkwaardige deelname van alle buurtbewoners, kennen een artistiek uitgewerkte inhoud. Dat is een herkenbare signatuur van de organisatie. Goed voorbeeld vindt de commissie Storm, waarbij theaterrepertoire (Shakespeare’s De Storm) wordt ingezet om met bewoners in te gaan op stedelijke ontwikkelingen als machtsverhoudingen en het herdefiniëren van territoria. Het is onderscheidend dat bewoners in het gehele proces inhoudelijk betrokken worden, van het delen van ervaringen tot de uitvoer van bijvoorbeeld decorbouw of spel, en zo mede-eigenaar worden van een artistiek proces en product. Het plan is ideeënrijk, met een waaier aan gehanteerde kunstdisciplines waaronder fotografie, beeldende kunst, performance en dans. De commissie waardeert dat activiteiten in het plan goed zijn uitgewerkt en theoretische onderbouwing krijgen van sociologen of via de samenwerking met de Vrije Universiteit, waarmee MAP kennis uitwisselt en programma’s van context voorziet.
MAP genereert met het plan grote artistieke betekenis voor het beoogde publiek. De commissie vindt de visie op wat de organisatie voor wie maakt, overtuigend. Met haar community-arts projecten wil MAP bewoners verbinden en hun verschillende perspectieven op de stad met elkaar in aanraking of confrontatie te brengen. De organisatie wil bewoners betrekken in de dynamiek van hun snel veranderende wijk en bevraagt hun de rol in stedelijke veranderingsprocessen met thema’s als segregatie, duurzaamheid of gentrificatie. Hiermee toont de organisatie volgens de commissie goed inzicht in interesses van het publiek. Het artistieke plan sluit hier goed op aan. Veel van de activiteiten vinden plaats in de openbare ruimte. Dit maakt het publiek als doelgroep misschien wat lastig te vatten, maar het maakt kunst laagdrempelig en het is een mooie bottom-up manier om het publiek bij de activiteiten te betrekken, aldus de commissie. De vele verschillende kunstdisciplines zijn naar verwachting aansprekend voor een breed publiek. De commissie vindt het positief dat er zowel projecten zijn gericht op alle buurtbewoners, als ook theaterlessen voor kinderen die naar hun eigen productie toe werken. De empowerende werking die van activiteiten uitgaat is in het plan overtuigend terug te lezen in verschillende ervaringen van deelnemers. Er spreekt naar mening van de commissie enthousiasme en verantwoordelijkheidsgevoel uit voor de projecten waar de deelnemers bij betrokken zijn geweest.
De artistieke ontwikkeling van de aanvrager is zeer positief. De commissie vindt dat er zorgvuldig gereflecteerd wordt op voorgaande periode met daaraan gerelateerde artistieke ontwikkeling en ambitie. Na de afgelopen periode met vier programmalijnen structuur aan te hebben gebracht in de organisatie, die zich van projectmatig naar structureel ontwikkelde, focust MAP zich nu juist op artistieke verdieping en meer intensieve verbindingen met de plekken waar zij werkt. Hierin zijn volgens de commissie de keuzes goed onderbouwd. Zo integreert MAP disciplines als dans en poppenspel meer in de activiteiten en verwerkt zij kennis en ervaring uit de wijk nog meer in theaterteksten. Bij de artistieke activiteiten wijst de organisatie steeds elementen van artistieke vernieuwing of ontwikkeling aan, dit maakt aan de commissie goed zichtbaar hoe de drie artistiek leiders zich professioneel zullen ontwikkelen. Hierdoor is de commissie benieuwd hoe het drietal zich als collectief verder zal ontwikkelen.
Belang voor de stad
De commissie beoordeelt het belang voor de stad als zeer goed.
MAP verbindt zich blijkens het plan op overtuigende wijze met de stedelijke samenleving, met als thuisbasis de Transvaalbuurt. De organisatie zet stedelijke vraagstukken in het plan helder uiteen. Aansluitend bij bredere stadsthematiek vormen thema’s als gentrificatie, segregatie of kansenongelijkheid de inspiratiebron voor verschillende activiteiten. MAP opereert vanuit het hart van de wijk, in de openbare ruimte. De commissie vindt het sterk dat stedelijke verbinding tot uiting komt in de participatieve werkwijze. MAP verbindt zich met verschillende kleinschalige buurtinitiatieven of sluit hier met haar activiteiten op aan, zoals de jaarlijks gezamenlijke georganiseerde iftar (de maaltijd die gedurende de ramadan genuttigd wordt direct na zonsondergang) met moskee Al Fath Al Moebien en de speeltuinvereniging. De commissie is onder de indruk van het stedelijke netwerk van MAP en de hoeveelheid en variëteit aan samenwerkingspartners; van bewonersorganisaties zoals Platform Transvaal (om kennis te delen en inzicht te krijgen in wat er speelt in de wijk) en welzijnsorganisatie Dynamo (gesprekspartner over het borgen van community arts in verschillende stadsdelen) tot CoForce (krachtenbundeling van bewoners en bedrijven in Zuidoost rond duurzame energie). Veel partnerschappen zijn toegelicht of/en met intentieverklaringen onderschreven.
Volgens de commissie draagt het plan erg goed bij aan stedelijke spreiding van het cultuuraanbod en het publieksbereik ervan. De activiteiten van MAP vinden verspreid door de stad plaats, maar met name in Oost. De keus voor Oost vindt de commissie goed onderbouwd. MAP is daar sterk geworteld; zij is bekend bij bewoners, ondernemers en buurtinstellingen.
De organisatie blijft gevestigd in Oost en zal haar netwerk in de Houthavenbuurt/ Spaarndammerbuurt in West in de komende periode verder ontwikkelen en activiteiten naar dit stadsdeel verder uitbreiden. De commissie is in positieve zin benieuwd hoe MAP zich zal weten te verbinden met deze buurten. De in West geplande activiteiten dragen volgens de commissie eenzelfde signatuur als in Oost en vertonen thematische parallellen passend bij de wijk. Eveneens zijn de beide stedelijke gebieden in ontwikkeling, waarbij machtsverhoudingen en het herdefiniëren van territoria een rol spelen, wat volgens de commissie goed aansluit bij de stadsthematieken waar de organisatie zich op richt.
MAP heeft gekozen voor het thema Leefbare stad. De commissie vindt het thema overtuigend uitgewerkt en passend bij de organisatie. De organisatie benoemt in haar plan expliciet het belang van ontmoeting, verbinding en wederzijds begrip. De commissie heeft waardering voor de wijze waarop de organisatie bijdraagt aan sociale cohesie en het intensieve en persoonsgerichte werkproces dat hieraan ten grondslag ligt. Door alle activiteiten loopt een rode lijn van bijdragen aan leefbaarheid in verschillende opzichten: contact met elkaar, mee kunnen komen in de samenleving, verbinding in een wijk, maar ook duurzaamheid en omgevingsbewustzijn.
Uitvoerbaarheid
De commissie beoordeelt de uitvoerbaarheid als voldoende.
Het plan voor de organisatie en de werkwijze van MAP is in de ogen van de commissie realistisch en uitvoerbaar. De commissie is positief over het artistiek vakmanschap van de belangrijkste betrokkenen die artistiek kwalitatieve projecten weten te realiseren en de bijdrage van bewoners daarmee naar een hoger artistiek plan tillen. De omvang van de organisatie is krap bemeten maar op basis van de in het verleden gerealiseerde activiteiten vindt de commissie het passend bij het plan. MAP heeft komende periode niet de intentie te groeien (publieksaantallen blijven gelijk of stijgen licht) en betrekt freelancers waar nodig. De organisatie is op productioneel en zakelijk vlak bewezen succesvol. De zorgvuldig beschreven werkwijze, gericht op interesse, duurzaam en persoonlijk contact en tijd voor experiment en creativiteit, en het feit dat MAP door andere partijen gevraagd wordt om activiteiten in opdracht uit te voeren, overtuigt de commissie van de deskundigheid op dit vlak. De activiteiten in Oost zijn mede succesvol doordat ze lokaal gedragen worden door bewoners, ondernemers en andere betrokkenen. Het plan had meer in mogen gaan op de wijze waarop MAP haar activiteiten in West gerealiseerd ziet, aangezien daar nog niet zo’n sterk netwerk aanwezig is.
De commissie vindt dat MAP een bedrijfsvoering heeft die genoeg basis geeft om zowel de beoogde voornemens ten uitvoer te brengen als de organisatie op langere termijn effectief te laten functioneren. De organisatie is financieel stabiel. MAP toont volgens de commissie een redelijk inzicht in mogelijke risico’s, zoals de verhoging van leges voor vergunningen in de openbare ruimte. Tegenover financiële risico’s zet de organisatie dat activiteiten ook in afgeslankte vorm kunnen plaats vinden. De organisatie beschikt over een groot eigen vermogen om tegenvallers op te kunnen vallen. Financieel risico wordt in het plan verder verkleind door spreiding van inkomstenbronnen van subsidiëring, inkomsten uit publiek maar ook uit verhuur van KARELs KARAVAAN (verschillende karren die voor buitenevenementen stroom en materialen kunnen leveren, maar ook een podium of werkplaats kunnen zijn). In het kleine team is uitval van medewerkers volgens de commissie een risico. Niet zozeer op artistiek maar met name op zakelijk terrein is het haar niet inzichtelijk hoe werkzaamheden opgevangen kunnen worden. Ook vindt de commissie de lage uurtarieven voor het kernteam een risico, het kan een verlies aan focus of gebrek aan continuïteit in de organisatie met zich mee brengen.
De commissie vindt de begroting passend en realistisch, met een aantal punten van kritiek. De commissie is positief over de financieringsmix. MAP is ondernemend en weet een bewonderenswaardig bedrag aan inkomsten te realiseren uit onder meer activiteiten, donaties van vrienden, werk in opdracht en verhuur van studio’s en de karren. Op de totale begroting is het bij AFK aangevraagd subsidiebedrag erg bescheiden. Aan de kostenkant is de stijging voor materiële activiteitenlasten voor de periode 2021-2024 ten opzichte van de huidige periode niet onderbouwd, de commissie is daarom niet overtuigd van het realisme hiervan. Wat de personeelskosten betreft vindt de commissie de voorgestelde tarieven voor het kernteam in verhouding laag, zelfs nu de organisatie stelt de tarieven te laten groeien. Positief is dat de organisatie onderzoekt of de teamleden in vaste dienst kunnen treden, omdat de organisatie volgens de commissie daarmee de binding met de organisatie vergroot.
De commissie vindt het marketingplan van MAP toereikend om het beoogde publiek te bereiken. MAP bedrijft marketing op basis van empathie: op basis van persoonlijk contact en psychographics (gebaseerd op behoeftes en emoties in plaats van demografische categorieën). Dit vindt de commissie passend bij de organisatie en diens activiteiten. Meer uitwerking of concrete voorbeelden van categorieën van behoeftes en emoties en hoe hier op ingespeeld wordt, had de commissie nog meer kunnen overtuigen van het realisme van het plan. MAP zet in op onder meer buurtnetwerken en sleutelfiguren in de wijk en gezien het stevige lokale netwerk van de organisatie vindt de commissie het realistisch dat hiermee publiek bereikt wordt in de Transvaalbuurt. Wat betreft het voortzetten van activiteiten in West is de commissie minder overtuigd. Het plan doet hier weinig concrete voorstellen voor communicatiekanalen of vormen van publieksbenadering aldaar. De organisatie gaat in het plan met name in op in het verleden behaalde resultaten. Ambities voor komende periode hadden evenzo concreet geformuleerd mogen zijn. Gezien de actuele onderwerpen van de activiteiten verwacht de commissie dat hier bekendheid mee te genereren is. Ook dit had in het plan meer uitwerking verdiend.
Diversiteit en inclusie
De commissie beoordeelt de bijdrage aan diversiteit en inclusie als goed.
Het plan draagt volgens de commissie in artistieke zin bij aan culturele diversiteit van het Amsterdamse cultuuraanbod. MAP opereert namelijk in wijken met een cultureel zeer diverse samenstelling en de activiteiten bieden veel ruimte voor verhalen van deelnemers uit de wijk. Hierdoor vergroot de diversiteit in het aanbod wat betreft achtergrond en invalshoek. Goed voorbeeld vindt de commissie The Embedded Prince, waar steeds een dag uit het leven van een ander huishouden wordt opgetekend. Maar ook het project Stuck in the middle, over tussenmensen (verbinders van twee verschillende werelden, zoals migranten) waarin de organisatie samenwerkt met de leerstoel Diversiteit en Inclusie aan de VU, is een aansprekend voorbeeld.
De bijdrage van MAP aan het bereiken van een cultureel divers samengesteld publiek is duidelijk aanwezig. De commissie vindt het positief dat MAP zich niet op specifieke doelgroepen richt, maar juist op alle bewoners van een buurt ongeacht hun achtergrond. Dit past bij de missie van de organisatie gericht op waardes als ontmoeting en inclusie. Gezien de samenstelling van buurten zoals de Transvaalbuurt, slaagt de organisatie hier in het bereiken van een cultureel divers publiek. Dat activiteiten vaak in de openbare ruimte plaatsvinden en dus laagdrempelig zijn, draagt hier ook aan bij. Dit ziet de commissie ook bij het betrekken van lokale partners en ondernemers in de wijk zoals basisscholen, SSCCM (Stichting Sociaal Cultureel Centrum Medelanders) buurtsuper Aslan en ontmoetingsplek BOOST in de Transvaalbuurt. Ook zijn er specifieke activiteiten waarvan de commissie verwacht dat dit een cultureel divers samengestelde groep van publiek en deelnemers oplevert zoals de doorontwikkeling van het project Transtaalkinderen over kinderen die vertalen voor hun ouders.
De organisatie heeft een heldere visie op diversiteit van het personeelsbestand en bestuur. Middels kunst wil zij (groepen) mensen verbinden en die mensen een stem geven die weinig stem hebben in de maatschappij. Daar komt uit voort dat MAP het Amsterdam van nu vertegenwoordigd wil zien in alle lagen van de organisatie. De organisatie onderkent de ‘witheid’ van het artistieke en zakelijke team en zoekt diversiteit in de andere (tijdelijke) medewerkers. De organisatie streeft naar aan afspiegeling van de stad, dit is afgelopen periode niet altijd naar eigen tevredenheid gelukt. MAP is op dit punt in de ogen van de commissie te weinig concreet om te kunnen spreken van een overtuigend plan. Bij het bestuur is dit beter op orde, maar de samenstelling van de raad van advies zou cultureel diverser kunnen, vooral gezien de vestigingsplaats en het netwerk van de organisatie.
Conclusie
De commissie adviseert de aanvraag van Moving Arts Projects te honoreren met het gevraagde subsidiebedrag van € 77.000 per jaar.
De aanvraag is beoordeeld binnen de adviescommissie Cultuureducatie.