World Opera Lab

Muziek en muziektheater
Aangevraagd: € 125.000
Toegekend: € 0

Inleiding

World Opera Lab maakt interculturele operavoorstellingen waarin naar eigen zeggen culturele verschillen overbrugd worden en het daarbij maatschappelijke thema’s op poëtische wijze bevraagd. Dit operarepertoire bestaat uit kruisbestuivingen van muziek, theater en dans uit verschillende tradities. World Opera Lab stelt het enige operagezelschap te zijn dat zich consequent toelegt op de dialoog tussen culturen. Daarnaast maakt het gezelschap nieuwe opera’s in internationale samenwerkingen. World Opera Lab wil met zijn activiteiten concrete impact maken en activisten ondersteunen die zich onder andere bezighouden met erfgoed of het milieu zoals de wateractivisten in Irak. World Opera Lab voert naar eigen zeggen de dialoog in alle disciplines door en wil daarmee de brede waaier van culturen die Nederland rijk is zichtbaar maken. Dit is de context waarin het gezelschap een intercultureel en mondiaal alternatief voor de klassieke opera wil bieden dat stevig geworteld is in de operatraditie en het repertoire.

Voor de komende kunstenplanperiode staat elk jaar in het teken van een bepaald thema. In 2025 is het thema Water, dat vertaald wordt in het Ring of our Time-project dat uit twee projecten bestaat. Tiamat - Voice from the Waters gaat over de droogte en Nehalennia & The Flood gaat over overstromingen. In 2026 staan machtsstructuren en mondiale verknopingen centraal met The Pearl en Tears of Waaqa. In 2027 hebben de voorstellingen het thema De geesten uit het verleden, met Der Fliegende Holländer/The Nutmeg’s Curse en Anahita and the Queens of the Night. Het jaar 2028 gaat in op het gebied tussen destructie en creatie met de kameropera The Mushroom at the end of the World en The Magic Potion, een grote internationale productie.

World Opera Lab ontvangt een vierjarige subsidie 2021-2024 binnen het Kunstenplan van € 81.383 per jaar (incl. indexatie 2024).

Voor de periode 2025-2028 vraagt de organisatie bij het AFK een bijdrage van gemiddeld € 125.000 per jaar in het kader van het Kunstenplan.

Artistiek belang

De commissie beoordeelt het artistiek belang als zeer goed.

De commissie vindt dat World Opera Lab een sterke artistieke signatuur heeft. Dit komt naar voren in de interculturele operavoorstellingen waarin, volgens World Opera Lab, culturele verschillen overbrugd worden en maatschappelijke thema’s bevraagd worden vanuit muziek, theater en dans uit verschillende tradities. De opera’s van World Opera Lab ontstaan door verschillende samenwerkingen zoals met activisten, gemeenschapsleiders, buurtbewoners, academici en groepen uit regio’s als Kalimantan (Borneo) en landen als Irak. In het kader van cultureel erfgoed ziet World Opera Lab opera als een wereldkunstvorm waarbij het zichzelf een rol geeft in het beschermen van traditionele vormen van muziekdrama. Dit alles draagt volgens de commissie bij aan de artistieke identiteit van World Opera Lab waarmee het gezelschap zich onderscheidt van andere gezelschappen.

De vertaling van deze artistieke signatuur ziet de commissie overtuigend terug in de verschillende opera’s. Zo wordt in het interculturele project Ring of our Time de mythologie van oude beschavingen verbonden aan de beschavingen van de vier continenten waar de verschillende uitvoerenden vandaan komen. Hierin ziet de commissie mooi de combinatie van het interculturele met de samenwerkingen met de groepen uit de betreffende regio’s en landen terug.

De regie, vormgeving en presentatie van de producties spreken bij de commissie tot de verbeelding. Kenmerkend zijn een sober speelvlak met voornamelijk videoprojectie en kleurensymboliek waarbij het publiek rondom het speelvlak wordt gezet. 

In de reflectie blikt het gezelschap terug op de thematische lijnen van de projecten. De commissie is van mening dat deze origineel en van deze tijd zijn. Zo ging Antigone’s of the Pandemic over begrafenissen in de coronaperiode. Deze voorstelling en VR-film werden samen met buurtbewoners uit Amsterdam, een Surinaams begrafeniskoor en begrafeniscollectieven uit Indonesië en het Midden-Oosten ontwikkeld. Met de werkmethode die het gezelschap ontwikkelde om de creatieve dialoog tussen artistieke tradities en gemeenschappen te ondersteunen, bouwt World Opera Lab, volgens de commissie, logisch voort op de nog te produceren opera’s. 

De commissie vindt het duidelijk wat World Opera Lab inhoudelijk en artistiek teweeg wil brengen bij het publiek, de deelnemers en de stad. Het ziet het publiek als dialoogpartners en maakt interculturele opera’s die reflecteren op de diverse samenleving. World Opera Lab wil hiermee een alternatief voor de klassieke opera bieden, culturen verbinden en de schoonheid en invloed van de uitwisselingen tussen verschillende culturen laten zien op zowel lokaal als internationaal vlak. De commissie vindt het positief dat om dit te bereiken het gezelschap samenwerkt met musici en groepen met verschillende culturele achtergronden. In de ogen van de commissie worden deze musici en groepen op hun beurt ook beïnvloed door de culturele dialoog aan te gaan. Door het gebruik van maatschappelijke thema’s verwacht de commissie dat dit aansprekend is voor het publiek en de stad, zoals Ring of our Time waarmee kunstenaars reflecteren op het mondiale gebruik van natuurlijke grondstoffen. De manier waarop World Opera Lab de workshops, gesprekken en maaltijden inzet om diverse gemeenschappen te betrekken bij operathema’s, en daarmee naar verbinding streeft tussen publiek, deelnemers en de stad, sluit in de ogen van de commissie goed aan.

Belang voor de stad

De commissie beoordeelt het belang voor de stad als voldoende.

World Opera Lab heeft zijn thuisbasis in Amsterdam-West, waar volgens het gezelschap veel producties en nieuwe ideeën ontstaan. Naar eigen zeggen is Amsterdam-West een stadsdeel in ontwikkeling met veel interessante artistieke en creatieve initiatieven die ingaan op stedelijke vraagstukken. Het stadsdeel heeft volgens World Opera Lab wijken waar een aantal gemeenschappen dominant zijn, maar ook wijken die grote diversiteit hebben. Daarnaast richt World Opera Lab zich, naar eigen zeggen, op het versterken van de rol van vrouwen en vrouwelijke gemeenschapsleiders in Amsterdam-West zoals bij Koninginnen van de Nacht. Hoewel de commissie van mening is dat dit stadsdeel aansluit bij het gedachtegoed van World Opera Lab en in haar eigen woorden de bewoners van de stad wil inspireren om nieuwsgierig te zijn naar de culturen van de buren, vindt de commissie dit een wat algemene visie op het bereik in de stad.  

De doelgroepen zijn volgens de commissie helder in het plan geformuleerd en gekoppeld aan verschillende activiteiten. Zo blijkt uit onderzoek van World Opera Lab dat veelal vrouwenorganisaties van diverse wijken naar openluchtvoorstellingen komen omdat ze het belangrijk vinden om de gemeenschap te steunen en omdat de locatie toegankelijk en gratis is. De doelgroep voor opera en klassieke muziek komt volgens de organisatie voor de titels en locaties zoals het Holland Festival. Een andere doelgroep bestaat uit maatschappijbewuste bezoekers die meestal wat ouder en bicultureel zijn met een brede interesse in culturen en wereldmuziek. En dan zijn er de jonge, theoretisch opgeleide bezoekers tussen 25 en 40 jaar met diverse achtergronden en een kritische blik op de wereld. De commissie vindt het duidelijk waarom het gezelschap zich richt op deze verschillende doelgroepen vanwege interesse in de maatschappelijke thema’s, opera en klassieke muziek en in de nieuwe vormen van dialoog van het gezelschap. Naast deze groepen richt World Opera Lab zich met name op verschillende kringen waarmee het de dialoog aan wil gaan zoals een kring die bestaat uit geestverwante kunstenaars, spiritueel leiders en gemeenschapsleiders die zich actief bezighouden met het behoud van de natuur of erfgoed. Een andere kring is een gemeenschap die bij een locatie betrokken is en actief onderdeel is van de discussie rond een voorstellingsthema. Tevens wil World Opera Lab nieuwe publieksgroepen interesseren. Het bereiken van de nieuwe doelgroepen doet World Opera Lab bijvoorbeeld door een mix van outreach-projecten voor specifieke doelgroepen en samen te werken met maatschappelijke partners en gemeenschapsleiders. In de aanloop naar het project vinden gesprekken en interviews plaats met maatschappelijke partners over het verhaal en de thematiek. Voor alle doelgroepen worden online social media en offlinepostercampagnes ingezet samen met nieuwsbrieven en flyers in de nieuwe huisstijl met herkenbare kleuren en symbolen die associaties moeten oproepen bij de beoogde doelgroepen. Daarnaast vindt het gezelschap goede titels belangrijk met een verwijzing naar het repertoire, het thema en wanneer mogelijk met een interculturele draai, zoals Turan Dokht. De aanpak voor het bereiken en betrekken van de verschillende doelgroepen, zowel bestaand als nieuw, vindt de commissie realistisch en passend. 

World Opera Lab geeft in het formulier aan dat er een klein percentage van zijn activiteiten in de stadsdelen Nieuw-West, Noord en Zuidoost plaatsvindt. Uit het plan wordt echter niet duidelijk welke activiteiten dit betreft en waarom deze daar plaatsvinden en of er draagvlak is. Daarnaast worden geen samenwerkingen genoemd met organisaties in deze stadsdelen. In het kader van spreiding stelt de commissie vast dat de activiteiten van World Opera Lab zeer beperkt bijdragen aan spreiding van het culturele aanbod in deze stadsdelen.

Diversiteit & Inclusie

De commissie beoordeelt de bijdrage aan diversiteit en inclusie als goed.

De commissie is van mening dat World Opera Lab een overtuigende visie op diversiteit en inclusie heeft. Het gezelschap geeft aan dat diversiteit leidend is in al zijn artistieke en organisatorische keuzes. De commissie vindt dat World Opera Lab met zijn visie bijdraagt aan culturele diversiteit omdat het met het verbinden van culturen solidariteit tussen diverse groepen wil bevorderen. De commissie ziet dit terug in de diversiteit van de thematiek, uitvoerenden, makers, nationale en internationale partners en de eigen organisatie. Daarnaast werkt het World Opera Lab aan het realiseren van een divers publieksbereik en stimuleert het gezelschap de dialoog tussen verschillende groepen in de samenleving. Zo gaat Fliegende Holländer & The Nutmegs Curse over de nootmuskaathandel in de Molukken en de misdaden die daar zijn begaan. Deze opera speelt in zowel Indonesië als Nederland en wordt ontwikkeld in samenwerking met de Molukse gemeenschap in Nederland.

Hoewel de commissie ziet dat er in het plan een terugblik is gegeven middels een aantal producties en workshops binnen culturele diversiteit, mist zij ten aanzien van de organisatie een reflectie op diversiteit en inclusie waarbij ingegaan wordt op de behaalde resultaten. World Opera Lab geeft wel aan het de huidige diversiteit in thematiek, uitvoerenden, makers, partners en de eigen organisatie wil behouden. Ook de doelstellingen blijven hetzelfde. Dat vindt de commissie begrijpelijk in het licht van de huidige werkwijze en visie van het gezelschap op dit vlak. Dit neemt niet weg dat de commissie graag een reflectie had willen zien die meer informatie geeft op de stappen die voorgaande jaren zijn gezet.

De commissie ziet wat betreft diversiteit en inclusie een aanpak terug in het plan dat voortvloeit uit het DNA van het gezelschap. World Opera Lab wil bij het vrijkomen van nieuwe posities binnen de eigen organisatie oog houden voor een gelijkwaardige representatie in alle lagen, inclusief het bestuur, uitvoerenden en makers. Zo kiest het gezelschap ervoor om met jonge, opkomende zangers en componisten te werken met een diverse culturele achtergrond zoals de Indonesische componist Yadi Nursalim Anugerah. Makers, musici en zangers zijn onderdeel van de artistieke dialoog en brengen eigen materiaal in vanuit hun eigen culturele en spirituele erfgoed en hebben daarbij vetorecht op het gebruik van hun eigen erfgoed. De commissie vindt de focus op culturele toe-eigening positief. Dit doet World Opera Lab door een extra dimensie aan diversiteit en inclusie toe te voegen door een veilige gelijkwaardige culturele dialoog te voeren in aanwezigheid van dragers van deze cultuur. 

Medewerkers worden gekozen op hun affiniteit met het verbinden van culturen en de betrokkenheid bij de thematiek en moeten de Code Diversiteit & Inclusie onderschrijven.

Daarnaast werkt het gezelschap, in de ogen van de commissie, samen met passende partners gespecifieerd op elk thema en productie. Dit zorgt volgens de commissie ook voor een cultureel divers aanbod. Daarnaast ziet de commissie de aansluiting van World Opera Lab bij FEDORA en Opera Europa om het operaveld inclusiever te maken als een passende stap. Op het gebied van bereik zet het gezelschap onder andere outreach- en workshoptrajecten in om nieuw publiek met diverse achtergronden te bereiken. De commissie is daarom van mening dat de doelstellingen en stappen ten aanzien van het aanbod, bereik en de eigen organisatie realistisch en haalbaar zijn.

Uitvoerbaarheid

De commissie beoordeelt de uitvoerbaarheid als zwak. 

De commissie ziet een duidelijk onderbouwde visie terug in het plan waarbij World Opera Lab motiveert hoe het omgaat met mensen en middelen in binnen- en buitenland. De organisatie hanteert het bestuursmodel en onderschrijft de Governance Code Cultuur. Een veilige open werkcultuur op basis van gelijkwaardigheid vindt World Opera Lab essentieel en het stimuleert zijn werknemers om eventuele problemen tijdig bespreekbaar te maken. Op dit moment heeft de organisatie nog geen formele structuur rond veiligheid. Zij is van plan dit in de komende tijd op te zetten met een onafhankelijke vertrouwenspersoon en ziet de commissie als een verstandige stap.  Het gezelschap geeft aan dat het de Fair Practice Code onderschrijft en de richtlijn van de gagenorm van SENA volgt. De commissie vindt dit passend bij de organisatie en waardeert dat deze richtlijnen worden gevolgd. Wel merkt de commissie op dat de vergoedingen voor repetities, in de ogen van de commissie, laag zijn en zij leest in het plan geen onderbouwing over hoe dit bedrag tot stand is gekomen en vindt dit in het kader van fair pay niet positief. Voor wat betreft de lagere uitbetaling van componisten volgens de gagetabel van het Fonds Podiumkunsten licht World Opera Lab toe dat er geen volledig nieuwe composities worden geschreven en veel wordt uitgewerkt met de musici op de werkvloer. Hier heeft de commissie begrip voor.

Uit reflectie op de voorgaande periode is te lezen dat er vanwege de coronapandemie een aantal activiteiten zoals internationaal onderzoek en werken verschoven zijn en andere activiteiten in andere vormen plaatsvonden. Zo werd de opera Antigone’s of the Pandemic een VR-opera. Daarnaast verfijnde het gezelschap onder andere zijn werkmethodiek en experimenteerde met een nieuwe werkwijze rondom thema’s. Hierbij werkt het collectief samen met verschillende organisaties en kunstenaars aan hetzelfde thema waaruit meerdere projecten kunnen ontstaan. De commissie vindt het gezamenlijk onderzoek met Museum Van Loon hier een goed voorbeeld van waaruit zowel de opera Va Pensiero bij World Opera Lab ontstond als twee exposities bij het museum. De commissie vindt het verstandig dat activiteiten ook kunnen veranderen in schaal waardoor risico’s worden beperkt. Op het gebied van personeelswerving vindt de commissie het inventief dat World Opera Lab nieuwe teamleden heeft geworven via samenwerking in het maatschappelijke veld vanwege een personeelstekort in de culturele sector. Dit personeel heeft minder ervaring met theater en muziek maar kunnen volgens het gezelschap wel bijdragen aan impact, draagvlak en nieuwe inkomstenbronnen.

De commissie is niet overtuigd dat het voorliggende plan voor de activiteiten 20252028 realistisch en uitvoerbaar is. De commissie ziet dat er in organisatorisch opzicht een grote druk op de kleine organisatie ligt. Hoewel de commissie het positief vindt dat een deel van de verantwoordelijkheden van de zakelijke leider, die een stapje terug heeft moeten doen, door het team is opgevangen, ziet de commissie dit niet als een houdbare situatie op lange termijn. Een plan van aanpak op deze situatie voor de komende periode had dit voor de commissie kunnen verduidelijk. Daarnaast ziet de commissie onvoldoende bewustzijn van het gezelschap over het risico van diens afhankelijkheid van de artistiek leider. De commissie is kritisch dat het eerdere advies van het AFK, om de organisatie degelijker te maken, niet omarmt is en daarover in de huidige aanvraag geen toelichting over wordt gegeven. Dit alles maakt dat, nu er geen gedegen plan is met betrekking tot het bestendigen van de organisatie en er onvoldoende ondersteuning is op zowel zakelijk als artistiek gebied, de commissie de plannen niet haalbaar acht. 

In financieel opzicht krijgt de commissie niet voldoende een totaalbeeld van de kosten in de begroting, vanwege de uitsplitsing per project en niet per kostensoort. Daarbij ontbreekt een totaaloverzicht. De financieringsmix vindt de commissie passend bestaande uit publieksinkomsten, uitkoopsommen, publieke en private fondsen, en bijdragen van partners. Hierdoor worden volgens de commissie risico’s verspreid. De financiële huishouding is nipt toereikend. Betreffende de liquiditeitspositie en het lage eigen vermogen gezien de hoeveelheid aan activiteiten en lasten, verwacht de commissie dat het vierjarige plan uitvoerbaar is mits er weinig financiële tegenvallers zijn.

Conclusie

De commissie adviseert op grond van bovenstaande overwegingen de aanvraag van World Opera Lab gedeeltelijk te honoreren met een bedrag van € 95.000 per jaar. Er is volgens de commissie geen sprake van een redelijke verhouding tot de begroting van het World Opera Lab in de periode 2021-2024 en tot de in die jaren ontvangen subsidiebedragen van het Amsterdams Fonds voor de Kunst in vergelijking met deze aanvraag. De commissie ziet in het plan geen onderbouwing voor het toegenomen gevraagde bedrag ten opzichte van voorgaande periode in de begroting en zij ziet ook geen toename van de activiteiten.

De commissie constateert dat er na beoordeling van alle aanvragen onvoldoende budget beschikbaar is om de aanvraag te honoreren.

De aanvraag is beoordeeld binnen de adviescommissie Muziek en Muziektheater.