Waag Futurelab
Inleiding
Waag Futurelab (hierna: Waag) stelt zich tot doel om kunst, technologie en wetenschap samen te brengen voor het ontwerp en de ontwikkeling van een open, duurzame, rechtvaardige samenleving. Dat doet zij door technologie te onderzoeken en onderliggende culturele aannames te bevragen. Maar ook door te ontwerpen en te experimenteren op basis van publieke waarden en door met de samenleving te werken aan maatschappelijke opgaven. Waag heeft naar eigen zeggen in de afgelopen dertig jaar een positie opgebouwd op het gebied van kunst, ontwerp, technologische cultuur en maatschappelijke vraagstukken. Zij is omgeven door een Amsterdams, nationaal en internationaal netwerk van kunstenaars, ontwerpers, wetenschappers en maatschappelijke en culturele organisaties. In samenwerking met hen ontwikkelt Waag nieuwe ervaringen en kennis, waarmee ze bij wil dragen aan innovatie. De impact varieert volgens Waag van artistieke presentaties, ontwerpen, opinie, debat en beleidsadviezen tot verantwoorde technologie, ontwerp- en participatiemethodieken, nieuwe leerstrategieën en vaardigheden. Kenmerkend vindt zij haar eigen kijk op fundamentele vraagstukken en mogelijke praktische oplossingen.
Voor 2025-2028 heeft Waag vijf thematische programmalijnen en drie doorbraakprogramma’s ontwikkeld. De programmalijnen omvatten vraagstukken waar zowel het onderzoek, de publieksactiviteiten als de educatieve programma’s aan bijdragen. Waag ziet deze in samenhang. Programmalijn #1 Game Change werkt aan nieuwe regels voor het economische spel. #2 Public Stack werkt aan publieke waarden in het digitale domein. #3 Feeling Human verkent de emotionele en sociale intelligentie die wij nodig hebben om met onzekerheden om te gaan. Met #4 Future Capabilities ontwikkelt Waag vaardigheden voor weerbaarheid. En #5 Living Planet richt zich op een ecologisch evenwicht. Samen vormen ze het perspectief op een rechtvaardige en leefbare toekomst. Met drie doorbraakprogramma’s wil Waag aan een onderliggende infrastructuur werken om de (inter)nationale impact te vergroten. Het gaat daarbij om activiteiten die Waag landelijk wil doorontwikkelen. De Werkplaats voor de Toekomst zorgt voor landelijke samenwerking rond transities, het Fair Open Sociaal Media Netwerk voor een veilige digitale publieke ruimte voor sociale interactie en communicatie en Kunst x Wetenschap x Samenleving voor intensivering van transdisciplinaire kennisontwikkeling.
Waag Futurelab ontvangt een vierjarige subsidie 2021-2024 binnen het Kunstenplan van € 233.060 bedrag per jaar (incl. indexatie 2024).
Voor de periode 2025-2028 vraagt de organisatie bij het AFK een bijdrage van gemiddeld € 471.540 per jaar in het kader van het Kunstenplan.
Artistiek belang
De commissie beoordeelt het artistiek belang als goed.
De commissie ziet bij Waag een heldere artistieke signatuur als ontwikkelinstelling op het grensvlak van design, kunst, wetenschap, techniek en maatschappelijke opgaven. Ze vindt het sterk dat de focus niet zozeer ligt op de digitale cultuur zelf, maar dat dit verweven is in de maatschappelijke vraagstukken die Waag adresseert en onderzoekt. Dat sluit aan op de plek die techniek en digitale cultuur in onze huidige maatschappij innemen. Het programma van Waag is volgens de commissie veelomvattend, goed onderbouwd en ambitieus. De vijf verschillende programmalijnen behandelen in haar ogen urgente vragen, die een duidelijke visie en benadering als startpunt hebben. Zo onderzoekt Game Change nieuwe economische regels om niet-kapitalistische waarde te bepalen en zoekt Public Stack naar publieke waarden bij technologie, zodat Big Society als alternatief kan fungeren naast Big Tech en Big Capital. De commissie is onder de indruk van de lijst met partners waar Waag mee samenwerkt. Daaruit blijkt hoe beleid, technologie en wetenschap een onlosmakelijke context vormen. Het plan maakt echter niet duidelijk welke kunstenaars of ontwerpers concreet worden betrokken, hoe deze worden geselecteerd en naar welke artistieke criteria Waag daarbij kijkt. Juist omdat de creativiteit van kunstenaars en ontwerpers in de visie van Waag een belangrijke bijdrage levert aan maatschappelijke verandering en innovatie, had de commissie hier meer over willen lezen.
De commissie vindt dat de artistieke betekenis voor de stad en deelnemers groot is. Waag zet de zogenaamde Public Research in als methode bij alle projecten. Deze methode gaat ervan uit dat de kennis van burgers net zo relevant is als die van wetenschappers en ontwerpers. Makers en publiek zijn beide deelnemers van de ontwerpprocessen en dit leidt tot principes als ‘open design’ en ‘users as designers’. De commissie vindt dat Waag de deelnemers hiermee een aansprekend handelingsperspectief biedt. Ze had echter wel iets meer willen lezen hoe de rol van publiek als deelnemer concreet vorm krijgt om de impact van de artistieke betekenis van de activiteiten en betrokkenheid van de deelnemers beter te kunnen duiden. De impact op de stad beschouwt de commissie als waardevol. Het programma van Waag heeft in haar ogen brede impact op de samenleving als geheel. Zij verwacht dat zowel de werkwijze als de uitkomsten van het onderzoek interessant zijn voor verschillende stakeholders zoals beleidsmakers, wetgevers en onderzoekers. Daarmee beïnvloedt Waag op eigen wijze de koers van de maatschappij.
Belang voor de stad
De commissie beoordeelt het belang voor de stad als voldoende.
De commissie vindt dat Waag een redelijk heldere visie heeft op het bereik in de stad. Een van de kerndoelstellingen van Waag is het bereiken van sociale impact. Daarvoor onderscheidt Waag drie verschillende doelgroepen, te weten agents of change (mensen die verandering nastreven), communities rondom een bepaald thema en algemeen publiek dat voor haar breder is dan specifieke cultuurconsumenten. Daarbij kiest Waag ervoor om alle doelgroepen als deelnemer te beschouwen, wat een grote betrokkenheid impliceert. De commissie vindt dit een opvallende keuze omdat de aantallen deelnemers zeer groot zijn, ruim 150.000 per jaar. De deelnemers zijn deels afkomstig van de partners waarmee wordt samengewerkt. Hierbij is langdurige betrokkenheid een gegeven. Bij de burgercommunities en het algemene publiek is het echter voor de commissie niet duidelijk wat de strategie is om draagvlak te creëren en hoe de deelnemers betrokken worden en blijven. Hier licht Waag bijvoorbeeld niet toe hoe zij de beoogde impact evalueert en meet. Juist bij activiteiten met deelnemers vindt de commissie het belangrijk om de mate van betrokkenheid te monitoren en heldere doelen te stellen om de beoogde impact als geslaagd te kunnen beoordelen. In het gebruik van kanalen en middelen wil Waag geleidelijk afstand nemen van de reguliere social media platforms. De afgelopen jaren heeft Waag al ingezet op andere technieken en programma’s zoals Matomo en Listmonk om nieuwsbrieven te versturen en gebruikersgegevens te analyseren. Dit vindt de commissie overtuigend en goed aansluiten bij Waags missie. Het algehele bereik van Waag is in de ogen van de commissie groot. Waag zet in het plan in op een verdere en vrij sterke groei van zowel het fysieke als het digitale bereik. Ze heeft de afgelopen jaren gewerkt aan een aangescherpte positionering, waarin Research, Events & Academy helder onderscheiden worden. Hoewel de commissie erkent dat Waag over een sterk publicitair netwerk beschikt en daarop kan bouwen voor bijvoorbeeld free publicity en reportages, blijft in het midden hoe Waag het bereik in de komende jaren precies wil gaan vergroten en of dit doel realistisch is.
Waag heeft haar hoofdlocatie in het centrum en het merendeel van de activiteiten vindt daar plaats. Waag heeft daarnaast langlopende programma’s in andere stadsdelen, zoals de Maakplaatsen die in samenwerking met de OBA zijn opgezet in verschillende filialen. Opvallend genoeg geeft Waag in het aanvraagformulier aan dat al deze activiteiten plaatsvinden in de stadsdelen Nieuw-West, Noord of Zuidoost. De commissie concludeert dat het aanvraagformulier niet helemaal correct is ingevuld. Desondanks vindt de commissie dat Waag, op basis van het track record, de continuïteit en de partners voldoende bijdraagt aan spreiding van het culturele aanbod in drie stadsdelen.
Diversiteit & inclusie
De commissie beoordeelt de bijdrage aan diversiteit en inclusie als voldoende.
Waag beschrijft diversiteit en inclusie als een kernwaarde en koppelt dit aan de door haar gebruikte methodiek van public research. Zij stelt dat een diversiteit aan visies en invalshoeken cruciaal is om haar missie te kunnen uitvoeren. Hoewel er geen expliciete keuzes worden gemaakt, ziet de commissie dat in het plan de nadruk ligt op culturele diversiteit en sociaal-economische kansengelijkheid. Waag motiveert dit vanuit de gedachte dat er verschillende toekomsten mogelijk zijn en dat iedereen de kans moet krijgen om deel te nemen aan de vorming van deze toekomst. Door mensen deel te laten nemen en hun inbreng bij onderzoek te waarderen, zullen ze grip op de toekomst ervaren. De commissie leest hierin een heldere visie, maar vindt dat een concrete uitwerking op zijn plaats is. In de terugblik spreekt Waag over een in 2021 gestarte interne werkgroep diversiteit. Deze heeft voor de organisatie in kaart gebracht welke acties er nodig zijn op het gebied van diversiteit. De verantwoordelijkheid voor deze acties is vervolgens in de organisatie belegd bij de, zoals Waag het noemt, betreffende onderdelen. Het is voor de commissie weinig duidelijk om welke acties en onderdelen van de organisatie het gaat en hoe deze acties in doelstellingen zijn vertaald. De commissie ziet een visie in het plan, die past bij de missie van Waag, maar mist concrete doelstellingen om de beoogde diversiteit te bereiken.
Wat betreft programma ziet de commissie diversiteit duidelijk terug in zowel onderwerpen als deelnemers. Zo is er aandacht voor digitale geletterdheid en zijn sprekers zowel qua gender als culturele achtergrond divers. Volgens Waag leiden deze keuzes tot diversiteit in publiek. De commissie vindt deze benadering te generiek. Hoewel er zeker een kern van waarheid in schuilt en het publiek van Waag aan diversiteit gewonnen heeft, vindt ze dat Waag een actievere houding kan hebben. De commissie mist een heldere publieksstrategie om de publieksdiversiteit verder te vergroten. Op het gebied van sociaal-economische kansengelijkheid is Waag meer uitgesproken. Zij gaat ervan uit dat niet iedereen de positie en/of de vermogens heeft om te kunnen participeren. De participatie programma’s zijn gratis zodat iedereen mee kan doen. Waag wil zelfs nog een stap verder gaan en deelnemers een vergoeding geven. Dat vindt de commissie een mooi streven, maar is gezien de hoge aantallen deelnemers weinig realistisch.
De commissie waardeert dat Waag eerlijk is over het achterblijven van culturele diversiteit binnen de eigen organisatie. Waag beschrijft dat het zelfs met gerichte werving niet gelukt is om hier verandering in te brengen. Daarom zet Waag een stageprogramma op, gericht op het mbo en hbo onderwijs. Ze werkt hiervoor samen met professor Idrissi van de Hogeschool van Amsterdam. Dat vindt de commissie positief. Ook wil Waag zelf jonge mensen gaan opleiden via een talentprogramma voor jongeren met een migratieachtergrond. Alhoewel dit een bijdrage kan leveren, vindt de commissie dit een langetermijnstrategie. Ze vindt dat Waag scherper naar zichzelf kan kijken door de vraag te stellen waarom het niet lukt om het personeelsbestand diverser te maken. Ze vindt dat Waag, vanwege de omvang van de organisatie, hier stappen gezet had moeten hebben.
Uitvoerbaarheid
De commissie beoordeelt de uitvoerbaarheid als voldoende.
De commissie ziet Waag als een mensgerichte organisatie. Het plan gaat uitgebreid in op zaken als vertrouwenspersoon, interne communicatie, organisatiecultuur en duurzaamheid. De commissie vindt het helder hoe de organisatie in elkaar steekt en hoe de verantwoordelijkheden zijn belegd. De verschillende codes worden onderschreven, fair practice is met de overstap naar de universitaire cao volbracht en is er een Code of conduct, die prominent op website staat. De commissie destilleert hieruit een heldere visie op de bedrijfsvoering, waaruit duidelijk spreekt hoe de organisatie met mensen en middelen omgaat om een veilige en goede werksituatie te creëren.
De commissie waardeert de reflectie op de afgelopen jaren van financiële verbetering, die noodzakelijk was vanwege het grote negatieve vermogen. Zij vindt het positief dat er stappen zijn gezet om de financiële bedrijfsvoering beheersbaar te maken. Waag laat in de analyse zien dat er een variëteit aan risico’s in beeld is en beschrijft welke preventieve en repressieve maatregelen genomen kunnen worden. De commissie ziet hoe de aanpassingen aan processen, besluitvorming en beheersing hebben geleid tot een organisatie die qua bedrijfsvoering goed in balans is.
De commissie vindt het plan realistisch en uitvoerbaar, maar heeft enkele kritische kanttekeningen over de voorgestelde groei. De organisatie heeft een duidelijk organogram en de verschillende rollen zijn beschreven. Waag heeft veel mensen in (vaste) dienst. Tegelijkertijd vindt de commissie dat Waag sterk afhankelijk is van het netwerk van de directeur. Waag legt uit dat de afgelopen jaren meer taken zijn gedelegeerd binnen het MT en dat vindt de commissie een goede verbreding. De commissie ziet in de toelichting op de begroting dat de verhoging van het aangevraagde subsidiebedrag ten opzichte van voorgaande periode onder andere te maken heeft met het investeren in diversiteit. Voor de komende jaren wil Waag de organisatie uitbreiden met onder andere drie onderzoekers, een impact officer en een aantal talenten via het talentprogramma diversiteit. Hiervoor vraagt zij, niet alleen bij het AFK, een subsidieverhoging aan van € 650.000. De commissie is echter van mening dat de kosten voor het investeren in diversiteit niet afhankelijk mogen zijn van een eventuele subsidieverhoging. Deze kosten zouden integraal onderdeel moeten uitmaken van de bedrijfsvoering. De commissie is ook minder positief over de uitbreiding van personeel, omdat hiermee in haar ogen de prioriteit minder komt te liggen bij het versterken van de financiële huishouding. De commissie wil niets afdoen aan de stappen die de afgelopen jaren gezet zijn, maar vindt de financiële positie nog kwetsbaar. Waag erkent dit en wil jaarlijks aan het eigen vermogen doteren. De commissie vindt dat uitbreiding van de organisatie niet ten koste mag gaan van deze dotatie. Dat risico ziet de commissie wel, omdat een organisatie met veel personeel niet makkelijk schaalbaar is. Waag weet jaarlijks veel verschillende inkomsten te genereren en dat resulteert in een brede financieringsmix. De commissie vindt de gevraagde bijdrage aan het AFK in verhouding met de omzet en het aandeel activiteiten en bezoekers in Amsterdam. Er komt een nog op te zetten vrienden programma (gericht op bedrijven) en Waag verwacht meer samenwerking met private (familie) fondsen en goede doelen loterijen. Vanwege het grote netwerk van Waag, ziet de commissie hier zeker potentie, maar omdat dit nog opgezet moet worden en de verwachtingen hoog zijn, is dit nog een onzekere inkomstenpost.
Conclusie
De commissie adviseert op grond van bovenstaande overwegingen de aanvraag van Waag te honoreren met het gevraagde bedrag van € 471.540 per jaar.
De aanvraag is beoordeeld binnen de adviescommissie Beeldende Kunst en Creatieve Industrie.
Adviseur Wilja Jurg heeft niet deelgenomen aan de beraadslaging over dit advies.