Vereniging Maatschappij Discordia
Inleiding
Maatschappij Discordia (hierna: Discordia) is een collectief van vier toneelspelers die samen, of met inbreng van anderen, haar producties maakt. De leden van Discordia zijn collectief verantwoordelijk voor, en houden zich bezig met alle aspecten van het maken van een voorstelling: van idee tot script, van dramaturgie tot scenografie, van spelen tot evalueren, van bouwen tot afbreken. Deze organisatievorm stelt Discordia naar eigen zeggen in staat om autonoom en in continuïteit werk te maken. Beide voorwaarden zijn naar eigen zeggen voor het collectief even wezenlijk: de continuïteit en de autonomie stellen Discordia in staat om over een verloop van meerdere jaren series te produceren zoals Weiblicher Akt, dat begon in 2011, en Pointless International sinds 2014. Binnenkort wordt daar Revolutie – 200 jaar toneel aan toegevoegd.
Discordia heeft naar eigen zeggen een eigen voorkeur voor repertoire, vormgeving, emancipatie van de toneelspeler én het publiek. Discordia werkt als collectief al vele jaren in dezelfde bezetting, waardoor het volgens de organisatie in staat is lijnen door te trekken en verbindingen te verdiepen.
In de komende periode gaat Discordia door met de serie Weiblicher Akt, die over vrouwelijke iconen gaat en geheel door vrouwen wordt bedacht, gemaakt en gespeeld. Ook gaat Discordia verder met haar salons in De Balie en de coproducties met STAN, DE HOE en ’t Barre Land. Vanuit de wens naar meer culturele diversiteit gaat Discordia voor Weiblicher Akt 16 een samenwerking aan met Adelheid Roosen/Female Economy en The Need for Legacy. Met de serie Revolutie – 200 jaar toneel gaat Discordia aan de hand van vier theatervernieuwers – Büchner, Stanislavski, Brecht en Beckett – in een serie van vier jaarlijkse afleveringen onderzoeken welke plaats het theater kan innemen in tijden van AI, digitalisering en dataficering.
Maatschappij Discordia ontvangt geen meerjarige subsidie binnen het Kunstenplan 2021-2024.
Voor de periode 2025-2028 vraagt de organisatie bij het AFK een bijdrage van gemiddeld € 22.500 per jaar in het kader van het Kunstenplan.
Artistiek belang
De commissie beoordeelt het artistiek belang als zwak.
De commissie is positief over de artistieke signatuur van Maatschappij Discordia. Een sterk onderdeel van die signatuur is het collectieve werken van de artistieke kern, waarbij het repetitieproces bepaalt hoe de producties eruit gaan zien. De commissie vindt dat de artistieke eigenheid wordt bepaald doordat Discordia een heel transparante manier van maken en spelen heeft waarbij ze reflecteert op theater als middel en vorm, op de rol van de acteur en op zichzelf als gezelschap.
De commissie ziet de artistieke handtekening goed vertaald in de activiteiten voor komende periode, waar het om voortzetting gaat van activiteiten uit de voorgaande periode. De serie Weiblicher Akt en de coproducties met toneelspelersgezelschap STAN, DE HOE en 't Barre Land worden voortgezet en dit vindt de commissie allemaal producties in de eigen, herkenbare stijl. Ook de salons die in De Balie worden gehouden continueert Discordia. Ook vindt de commissie het project: De Collectieven - een unieke theatergeschiedenis dat als boekuitgave in komende periode een tweede druk krijgt, passend bij de rijke historie van het collectief. De commissie denkt dat de ervaring en de expertise van het gezelschap in een dergelijk project goed tot haar recht komt.
De commissie vindt de vertaling van de artistieke signatuur naar de nieuwe beoogde artistieke activiteiten in het plan echter onvoldoende helder onderbouwd. Er wordt bijvoorbeeld gesteld dat aan de hand van vier theaterschrijvers (Büchner, Stanislavski, Brecht en Beckett) in vier jaarlijkse afleveringen naar het heden en de toekomst gekeken gaat worden. De ‘oude’ schrijvers worden getoetst aan de ideeën van hedendaagse denkers en schrijvers, onder wie Richard Schechner, Anne Bogart en Tim Etchells. De commissie kan zich voorstellen dat dit in basis een interessant concept kan zijn, maar vond dat lastig te beoordelen omdat een onderbouwing van de keuzes miste; het plan bevat geen antwoord op de vraag waarom nu juist voor deze denkers en schrijvers is gekozen. Waardoor ook de vraag op welke wijze deze vergelijking van schrijvers en denkers inzichten gaat opleveren voor de toekomst, voor de commissie onbeantwoord bleef.
Er wordt in het plan goed gereflecteerd op artistieke activiteiten uit het verleden. Discordia suggereert in het plan dat het feit dat ze al jaren dezelfde samenstelling heeft, garant staat voor artistieke verdieping. De commissie constateert dat Discordia inderdaad consequent voortbouwt op de artistieke ontwikkeling van voorgaande periode, maar gelooft niet dat een vaste en al jaren ongewijzigde samenstelling van een collectief zonder meer tot verdieping leidt. Op welke wijze de artistieke ontwikkeling in de komende periode concreet gestalte krijgt, had de commissie graag beter in het plan onderbouwd willen zien.
Het is de commissie niet duidelijk wat de aanvrager artistiek teweeg wil brengen bij het beoogde publiek, omdat daarop in het plan onvoldoende wordt gereflecteerd. De commissie leest geen verbanden tussen de beoogde projecten, gekozen inspiratiebronnen en thematiek en wat hierin het aansprekende element voor publiek is. Dat had de commissie wel graag gelezen, temeer omdat het werkproces vertrekt vanuit een vermeend collectief bewustzijn van de westerse literatuur en toneelschrijfkunst, hetgeen behoorlijk voorkennis van het publiek vergt. Of de activiteiten voor komende periode artistieke betekenis voor het beoogde publiek zullen hebben vindt de commissie daarmee niet evident.
De commissie stelt vast dat Discordia kan worden gezien als een ‘oergezelschap’ als het gaat om collectief werken. Discordia werkt zonder aangewezen regisseur en zonder hiërarchie en heeft op die manier meerdere jongere collectieven geïnspireerd. De commissie erkent de kennis en de waarde van dit collectief en vindt het dan ook te prijzen dat Discordia haar kennis wil overdragen op een nieuwe generatie. Discordia heeft afgelopen periode een samenwerking met de UvA ontwikkeld in een project over de geschiedenis van het collectieve theater in Nederland en België. In 2026 zal de UvA wederom een symposium hierover organiseren. Het is de commissie echter niet duidelijk wat precies de rol van Discordia is in deze samenwerking met de UvA en hoe deze samenwerking verder vorm zal krijgen. De commissie stelt dus vast dat Discordia met dit voornemen van artistieke betekenis voor het makersklimaat in de stad, al vindt ze de schaal en omvang van het project zeer bescheiden.
Belang voor de stad
De commissie beoordeelt het belang voor de stad als zwak.
De commissie vindt dat het plan geen duidelijke visie op bereik in de stad laat zien. De commissie stelt vast dat Discordia al jaren voor een trouw publiek speelt, een doelgroep die in het plan helder wordt gedefinieerd en ondersteund door publieksonderzoek. Het collectief zegt ook in de toekomst in te willen zetten op dat kleine, vaste publiek, wat ze benoemd als: ‘cultuuromnivoren, ervaren toneelbezoekers en vakgenoten’. De vrij klassieke marketingaanpak vindt de commissie wel passend om deze bestaande doelgroep te bereiken, met instrumenten als affiches en flyers en via het netwerk van theaters en andere jonge collectieven.
De commissie vindt het beoogd publieksbereik niet passend bij de aard en omvang van de activiteiten; het gemiddeld aantal bezoekers per activiteit vindt de commissie zeer laag. Discordia verwacht tevens dat deze bezoekersaantallen nog zullen afnemen in de toekomst. Hier had de commissie graag een inhoudelijke motivatie bij gelezen, danwel een overtuigend plan om dit tij te keren zoals ambities voor het bereiken van nieuwe publieksgroepen. De commissie vindt het daarbij een gemis dat Discordia niet reflecteert op de mogelijke kennis die over het bereik van nieuwe doelgroepen kan worden opgedaan bij de beoogde nieuwe samenwerkingspartners Female Economy en Need for Legacy.
De commissie is wel positief over het feit dat uit het publieksonderzoek blijkt dat het publiek voor Discordia steeds verjongt en dat men steeds opnieuw kennismaakt met het fenomeen ‘Maatschappij Discordia’. De commissie had echter graag verdere uitleg gelezen hoe het collectief van plan is om deze informatie om te gaan en hoe ze die in wil zetten om bijvoorbeeld deze doelgroep te bestendigen en te vergroten.
De commissie constateert nauwelijks bijdrage aan spreiding van activiteiten en publiek in de stadsdelen Noord, Nieuw-West en Zuidoost. Bijna alle activiteiten van Discordia vinden in het centrum plaats. Er vindt alleen een eenmalige samenwerking met Female Economy en The Need for Legacy in Zuidoost plaats. Discordia gaat voor het eerst een voorstelling spelen in het Bijlmer Parktheater. De commissie had graag meer onderbouwd willen zien hoe het collectief draagvlak in Zuidoost wil creëren.
Diversiteit & Inclusie
De commissie beoordeelt de bijdrage aan diversiteit en inclusie als zwak.
In het plan leest de commissie geen overtuigende visie op diversiteit en inclusie. Discordia reflecteert kort op afgelopen periode en waar het ten aanzien van diversiteit en inclusie staat en richt zich blijkens het plan vooral op culturele diversiteit. De commissie ziet weliswaar dat er de afgelopen jaren een aantal samenwerkingen is aangegaan en initiatieven zijn genomen waar dit het creëren van divers aanbod betreft. Zo werd de voorstelling Rambuku gemaakt, samen met de Rwandees-Zwitserse kunstenaar Kayije Kagame. Ook werd er gewerkt met de Afrikaans-Surinaamse Aminata Cairo in Weiblicher Akt 15. Tevens is er een bicultureel bestuurslid aangesteld.
De commissie vindt te waarderen dat Discordia aangeeft dat de samenstelling van het team met de vaste leden van Discordia wit is en dat dit niet snel zal veranderen, ook gezien de lange bestaansduur van het collectief. Evengoed had de commissie wel graag doelstellingen op het gebied van diversiteit en inclusie gelezen voor de komende periode op gebied van organisatie, aanbod en publiek.
De commissie waardeert dat Discordia de komende periode een bescheiden aanpak laat zien op gebied van diversiteit en inclusie waar het om aanbod gaat. De commissie vindt het haalbaar en passend bij de groep om binnen de Weiblicher Akt-serie aandacht te geven aan culturele diversiteit door werk te maken rond vrouwelijke filosofes als Zadie Smith, Sophie Oluwole, Maryse Condé en Chimamanda Ngozi Adichie. Met The Need for Legacy, gevormd door jonge theatermakers van kleur, is het voornemen Weiblicher Akt 16 te maken. Ook is de commissie positief over het voornemen om met gastspelers met een biculturele achtergrond samen te werken, al is hier geen concretere uitwerking van te lezen.
De commissie vindt niet in het plan terug hoe Discordia zich gaat inspannen om ook divers publiek te werven of binnen haar organisatiestructuur ruimte vrij zal maken voor meer (culturele) diversiteit.
Uitvoerbaarheid
De commissie beoordeelt de uitvoerbaarheid als voldoende.
De commissie stelt vast dat er geen visie op de bedrijfsvoering wordt beschreven, met eveneens weinig ruimte voor reflectie over de bedrijfsvoering in voorgaande periode. De commissie vindt het hierdoor lastig om de manier waarop Discordia omgaat met mensen en middelen goed in te schatten.
De commissie leest een summiere toelichting op de toepassing van de Governance Code Cultuur, met een beschrijving van de bestuursvorm die Discordia heeft. Discordia benoemt zeer summier de Fair Practice Code, waarbij medewerkers zowel in loondienst als in zzp-verband werkzaam kunnen zijn. De commissie ziet dat fair pay wordt gehanteerd bij de werknemers door het toepassen van de cao-normen. Of dat bij gastspelers ook gebeurt, is minder duidelijk omdat dit afhankelijk is van aanvullende projectsubsidies. De commissie vindt hierdoor dat Discordia de fair pay onvoldoende borgt.
Op gebied van sociale veiligheid werkt het collectief met een extern vertrouwenspersoon en er wordt een gedragscode opgesteld, dat vindt de commissie in basis positief. Wel had ze graag iets meer gelezen over de inhoud van die gedragscode. De risico’s op het gebied van bedrijfsvoering worden in een SWOTanalyse kort aangestipt, maar de commissie had graag gelezen hoe vervolgens met deze risico’s wordt omgegaan. Dit geeft het plan echter niet aan.
De commissie vindt het plan organisatorisch realistisch en uitvoerbaar, op basis van de bescheiden omvang van activiteiten qua schaalgrootte en de jarenlange ervaring van het stabiele kernteam. De financiële huishouding is op orde, gezien de eigen vermogenspositie en liquiditeitspositie, om het plan in de komende periode uit te kunnen voeren.
De begroting vindt de commissie realistisch en passend bij het plan en voldoende gespecificeerd en toegelicht. De financieringsmix is passend voor de organisatie, met diverse inkomstenbronnen waarmee risico’s worden gespreid. De publieksinkomsten zijn gebaseerd op wat in voorgaande jaren is behaald en al gemaakte afspraken, hetgeen de commissie realistisch vindt.
Conclusie
De commissie adviseert de aanvraag van Maatschappij Discordia niet te honoreren omdat deze tien of minder punten heeft behaald.
De aanvraag is beoordeeld binnen de adviescommissie Theater.