Tijd van de Wolf

Theater
Aangevraagd: € 75.000
Toegekend: € 0

Inleiding

Tijd van de Wolf (TvdW) bestaat sinds 2021 uit artistiek leider Alexandra Broeder, scenograaf Sacha Zwiers, componist Roald van Oosten en dramaturg Berthe

Spoelstra. Tijd van de Wolf wil pionier zijn in het culturele veld door de verbinding met de ggz, de actuele maatschappelijke thema's die in het werk uitgelicht worden, en in het werken met jongeren met een psychische kwetsbaarheid. Het werk van Tijd van de Wolf is te zien op landelijke festivals als Oerol en Boulevard, op de thuisbasis Theater Frascati, maar ook buiten het theater, zoals in Museum van de Geest.

In de periode 2025-2028 kiest Tijd van de Wolf ervoor de ingezette ontwikkelingen te verstevigen, door de samenwerking met Theater Frascati, Oerol, Museum van de Geest en Festival Boulevard meerjarig te maken. In de komende periode ontwikkelt Tijd van de Wolf een groot ritueel in Gent, Berlijn en een afsluitende editie in Amsterdam. Tijd van de Wolf wil de basis in de eigen stad verstevigen door reeds ingezette samenwerkingen met Theater Frascati en Levvel een duurzaam karakter te geven binnen de zogenaamde ‘Klokkenluiderslijn’. Jonge makers van Frascati Producties worden begeleid door Alexandra in nieuwe onderzoeksprojecten in samenwerking met Levvel. 

Tijd van de Wolf wil de komende periode de maatschappelijke impact van het werk versterken om een beweging tot stand te kunnen brengen in samenwerking met partners uit wetenschap, kunst en zorg, onder andere in een samenwerking met de Erasmus Universiteit Rotterdam. Tenslotte is er de ambitie om het hybride karakter van het werk te vergroten. Het werk duikt op in de natuur, in kerken, in de openbare ruimte en het museum en binnen de nog te creëren expositieruimte.

Tijd van de Wolf ontvangt geen meerjarige subsidie binnen het Kunstenplan 2021-2024.

Voor de periode 2025-2028 vraagt de organisatie bij het AFK een bijdrage van gemiddeld € 75.000 jaar in het kader van het Kunstenplan.

Artistiek belang

De commissie beoordeelt het artistiek belang als zeer goed.

De commissie herkent in het plan een duidelijke artistieke signatuur in het werk dat zich bevindt op het snijvlak tussen kunst en psychiatrie, tussen werkelijkheid en fictie en dat zowel poëtisch als theatraal is. De commissie leest een bijzondere missie in het plan: Door erkenning te geven aan het spirituele aspect van ons mens-zijn en daarbij ruimte te geven aan andere werkelijkheden, wil Tijd van de Wolf psychische kwetsbaarheid bezien als een collectieve verantwoordelijkheid. De commissie vindt de voorstellingen onderscheidend in de manier waarop de gesprekken met de deelnemers als uitgangspunt dienen voor het creatieproces waarin daarnaast ook literaire bronnen worden ingezet als metafoor voor de persoonlijke thematiek van de deelnemers. De artistieke signatuur kenmerkt zich volgens de commissie verder doordat verschillende disciplines als theater, beeldende kunst, spiritualiteit en wetenschap elkaar raken.  De commissie ziet de vertaling van de artistieke signatuur vooral terug in de beschrijving van de eigenzinnige werkwijze: Er is een eigen methode ontwikkeld waarbij presentatievormen voortkomen uit het werkproces met jongeren, die ook de performers zijn, waarbij de organisatie uitgaat van urgente maatschappelijke thema’s, zoals een doodswens of niet willen eten. Het werkproces bepaalt de uiteindelijke vorm waarbij rekening wordt gehouden met de fysieke en mentale condities van de deelnemers. De commissie heeft gezien het werkproces met de kwetsbare doelgroep er begrip voor dat de artistieke uitkomst vooraf nog niet geheel te duiden is. De commissie vindt de te ontwikkelen deels langlopende projecten binnen de programmalijn Thin Places zicht geven op authentieke verhalen waarbij gewerkt wordt met bij de artistieke signatuur en werkwijze passende artistieke uitgangspunten. Een goed voorbeeld hiervan vindt de commissie de voorstelling MELANCHOLIA binnen het meerjarig project De Klokkenluiders, over de grens tussen melancholie en pathologie, met het boek Melancholie van de onrust als bron. 

De commissie leest een heldere reflectie op de artistieke ontwikkeling in afgelopen periode waarin de artistieke werkwijze The Heritage vorm kreeg. Daar bouwt het plan overtuigend op voort. De keuze om in de komende periode met lange lijnen te gaan werken, vindt de commissie passend, vanwege de kwetsbaarheid van de deelnemersgroep. De commissie is daarbij positief over de ontwikkeling van een individuele werkwijze naar een meer collectieve benadering, waarbij Alexandra Broeder haar kennis overdraagt aan andere makers.

Het is voor de commissie duidelijk wat Tijd van de Wolf teweeg wil brengen bij het publiek: een stem geven aan Amsterdamse jongeren met een psychische kwetsbaarheid die doorgaans niet gehoord worden, door hen te plaatsen binnen een professionele theatercontext en daarmee ook te laten zien dat we allemaal kwetsbaarheid in ons dragen. Met authentieke verhalen vanuit kwetsbare jongeren en gespeeld door diezelfde jongeren gecombineerd met een bijzondere vormgeving maakt Tijd van de Wolf volgens de commissie indrukwekkende presentaties die het publiek raken. Het meegestuurde beeldmateriaal getuigt van integere voorstellingen met een grote emotionele impact en artistieke betekenis voor publiek. 

De artistieke betekenis voor de stad ziet de commissie in de manier waarop Tijd van de Wolf zich verbindt met verschillende partners via de meerjarige projecten De Klokkenluiders en Het Vuurritueel. De commissie ziet duurzame samenwerkingen met Theater Frascati, Museum van de Geest, Levvel en de ggz en vindt daarnaast de samenwerking met onderzoekers van onder andere de UvA waardevol om de brug te slaan tussen kunst, zorg en wetenschap.

De commissie vindt het oprekken van de grenzen tussen kunst, psychiatrie en wetenschap artistieke betekenis hebben voor de stad en kan ook van reflectieve betekenis zijn voor de ggz. De commissie vindt het positief dat het werk invloed probeert uit te oefenen op beleidsniveau en daarmee ook een maatschappelijke verandering op gang probeert te zetten.

Belang voor de stad

De commissie beoordeelt het belang voor de stad als zwak.

De commissie ziet in het plan nog geen onderbouwde visie op het bereik in de stad terug, ondanks een duidelijke beschrijving van de verschillende bestaande publieksgroepen en de nieuw te bereiken doelgroepen. De gedefinieerde doelgroepen zijn: regulier theaterpubliek, jonge (theater)professionals, professionals en ervaringsdeskundigen vanuit de ggz en geïnteresseerden in spiritualiteit. Deze vindt de commissie in lijn met de aard van het werk van Tijd van de Wolf. De commissie is positief over de ambitie om nieuwe publieksgroepen aan te spreken, maar er ontbreekt meer specifieke informatie over deze nieuwe doelgroepen waar Tijd van de Wolf zich op wil gaan richten.

Een overtuigende marketingaanpak om het publieksbereik te vergroten ziet de commissie niet terug in het plan. Het huidige publiek wordt op dit moment bereikt via de bestaande partners, Levvel, de ggz en Theater Frascati. Dit vindt de commissie nog niet overtuigend om ook nieuwe doelgroepen te bereiken. Tijd van de Wolf wil de eigen identiteit verstevigen met onder meer een documentaire op de publieke omroep en door te investeren in een nieuwe beeldtaal. Er wordt gestreefd naar een vergroting van het bereik op de sociale mediakanalen en meer inschrijvingen op de mailings. De commissie waardeert deze stappen, maar vindt niet onderbouwd hoe dit zal leiden tot meer fysieke bezoekers voor de voorstellingen, waardoor de commissie de ambitie om het publieksbereik te vergroten niet realistisch vindt.

Volgens de commissie dragen de activiteiten van Tijd van de Wolf weinig bij aan de spreiding van activiteiten en publiek in de stadsdelen Noord, Zuidoost en Nieuw-West. Met Theater Frascati als huistheater vinden de meeste activiteiten in het centrum plaats waar ook het meest publiek wordt bereikt. De commissie ziet geen speelplekken in de stadsdelen benoemd. Hoewel de samenwerking met Levvel plaatsvindt in Zuidoost, blijkt uit het plan geen verdere poging om te verbinden aan het publiek in dit stadsdeel. Er is in het plan wel een voornemen om met Het Vuurritueel een verbindend ritueel te creëren tussen verschillende plekken in de stad, al is niet geconcretiseerd op welke plekken dit plaatsvindt. Ook zijn er intenties om in de stadsdelen aanwezig te zijn met onderzoeksprojecten en een expositie in Noord. De commissie mist echter ambities om met meerdere partners uit de stadsdelen samen te werken om daar publiek te bereiken en in contact te komen met de stemmen die zich daar bevinden, waardoor er nog geen overtuigend draagvlak is.  

Diversiteit & Inclusie

De commissie beoordeelt de bijdrage aan diversiteit en inclusie als zwak. 

Hoewel het geven van een stem aan kwetsbare jongeren duidelijk spreekt uit de artistieke signatuur en de werkwijze van Tijd van de Wolf, ziet de commissie in het plan geen overtuigende visie op diversiteit en inclusie. Tijd van de Wolf geeft aan de geldende normen in de maatschappij (o.a. op het gebied van psychiatrie) te willen bevragen door het vrouwelijke, niet-dominante perspectief centraal te stellen. De commissie kan echter niet achterhalen wat dit concreet inhoudt en wat dit betekent voor het aanbod, het publiek en de organisatie. 

Tijd van de Wolf geeft geen uitgebreide reflectie over de opgedane ervaringen van de afgelopen jaren in het werken met psychisch kwetsbare jongeren, waardoor niet duidelijk is hoe er ten aanzien van het bereik is gewerkt. In de thematiek van de voorstellingen van afgelopen periode is de aandacht voor een inclusief aanbod wel herkenbaar voor de commissie.  

De commissie leest in het plan een aantal doelstellingen voor de komende jaren zoals onderzoek naar de samenstelling van het publiek, het vergroten van de toegankelijkheid en het diversifiëren van het personeelsbestand. Er wordt een groei beoogd door samenwerking met onderzoeksinstellingen/universiteiten, alleen is het voor de commissie niet helder of dit ook een diversificatie van de doelgroep betreft. De commissie vindt de doelstellingen weinig concreet en kan vanwege het gebrek aan reflectie niet plaatsen of deze in de lijn van de organisatie passen. 

De commissie mist een overtuigende aanpak voor een divers en inclusief aanbod, bereik en organisatie. De commissie is kritisch op de opvatting over de universaliteit van de thema’s en de aanname dat artistieke openheid het mogelijk maakt om mensen uit iedere gemeenschap te betrekken. Om jongeren te bereiken met een psychische kwetsbaarheid, ongeacht leeftijd, gender of culturele achtergrond, is volgens de commissie een aanpak nodig die rekening houdt met deze verschillen. Het bewustzijn dat niet in iedere gemeenschap op dezelfde wijze wordt gesproken over psychische kwetsbaarheid en spiritualiteit wordt op dit moment nog niet vertaald in een gedifferentieerde werkwijze. Daarnaast ziet de commissie in de beoogde samenwerkingen weinig passende partners die kunnen bijdragen aan een meer divers publiek.

De voorstellingen behandelen onderwerpen die te maken hebben met psychische kwetsbaarheid en dragen daardoor bij aan een divers aanbod. Er wordt melding gemaakt van trigger warnings bij de voorstellingen maar de commissie had graag meer gelezen over hoe het publiek wordt voorbereid op de zware thematiek en hoe het welzijn van de performers gewaarborgd blijft.

De organisatie zet zich in om het personeelsbestand te diversifiëren via wervingsteksten die tot stand komen met inzet van wervingsbureaus die hier ervaring mee hebben, zoals Binoq Atana. Dit vindt de commissie passende stappen voor een meer divers samengestelde organisatie.

Uitvoerbaarheid

De commissie beoordeelt de uitvoerbaarheid als voldoende. 

In het plan leest de commissie een visie op bedrijfsvoering gericht op het versterken en verdiepen van de collectieve werkwijze in afgelopen periode. Nadat structurele ondersteuning resulteerde in meerdere professionaliseringsslagen is Tijd van de Wolf gegroeid naar een meer collectieve aanpak met een vast inhoudelijk en productioneel team en een structurele office back-up. Voor de komende periode heeft Tijd van de Wolf de ambities om de basis in eigen stad te verstevigen, de maatschappelijke impact van het werk te versterken en het hybride karakter ervan verder te verkennen. De commissie vindt deze ambities passend bij waar de organisatie staat in haar ontwikkeling.

Hoe de Governance Code Cultuur wordt toegepast, is helder toegelicht. De commissie vindt sterk dat er regelmatig op wordt gereflecteerd. Het bestuur is stevig vormgegeven met vijf bestuursleden, waarbij ook expertise vanuit de psychiatrie is vertegenwoordigd. De Fair Practice Code wordt nageleefd voor alle werknemers, zowel in dienst als freelance, waarbij salariëring plaatsvindt conform de cao Toneel en Dans. De commissie vindt dat er voldoende aandacht is voor sociale veiligheid door te werken met een externe vertrouwenspersoon en daarnaast iemand die als direct aanspreekpunt dient en zorg draagt voor het welzijn van de jongeren waarmee wordt gewerkt. De commissie vindt dit extra belangrijk gezien kwetsbaarheid van de deelnemers en dus positief dat de organisatie hier op deze manier mee omgaat.  Het plan beschrijft wel risico’s ten aanzien van het werken met een kwetsbare doelgroep, maar de commissie mist welke risico’s voor de bedrijfsvoering de organisatie ziet en hoe ze daarmee om wil gaan. De commissie kan daarnaast uit het plan niet opmaken welke eventuele financiële risico’s er verbonden zijn aan het feit dat veel speellocaties nog niet geconcretiseerd zijn.

De commissie vindt het plan uitvoerbaar op organisatorisch vlak. De commissie vindt duidelijk wie in het kernteam zit en met welke functie, maar had meer willen lezen over de taakverdeling en verantwoordelijkheden bij de projecten. Samen met de vaste groep van zzp’ers is er een goede basis waarmee de verschillende projecten gerealiseerd kunnen worden. De schaalgrootte van de activiteiten ligt in lijn met voorgaande periode en past bij de omvang en ervaring van de organisatie.  De commissie is kritisch op de uitvoerbaarheid van het plan op financieel vlak. De financiële huishouding, te oordelen op basis van de balans is kwetsbaar; het eigen vermogen is beperkt om financiële tegenslagen op te vangen.

De commissie vindt de begroting in grote lijnen aan de kostenkant passend bij het plan, al is deze niet sterk toegelicht. De financieringsmix is gevarieerd, met onder meer inkomsten uit publieksinkomsten, coproductiebijdragen en incidentele subsidies. De commissie vindt de financieringsmix echter risicovol. Er wordt een stevige stijging in publieksinkomsten verwacht ten opzichte van voorgaande periode, maar dat ziet de commissie niet met een aanpak onderbouwd en daarmee niet als realistisch. Substantiële fondsen uit voorgaande periode vallen weg en de organisatie probeert dit deels op te vangen met aanvragen bij private fondsen, waar ook nog geen overtuigend trackrecord mee is opgebouwd.  

Conclusie

De commissie adviseert op grond van bovenstaande overwegingen de aanvraag van Tijd van de Wolf te honoreren met het gevraagde bedrag van € 75.000 per jaar.

De aanvraag is beoordeeld binnen de adviescommissie Theater.

De commissie constateert dat er na beoordeling van alle aanvragen onvoldoende budget beschikbaar is om de aanvraag te honoreren.