The One Minutes Foundation
Inleiding
The One Minutes Foundation (hierna: The One Minutes) ziet zichzelf als een wereldwijd netwerk voor experimentele videokunst, nauw verbonden met kunstonderwijsinstellingen in binnen- en buitenland. The One Minutes produceert en distribueert éénminutenfilms en wil daarbij een internationaal platform bieden voor creatie, participatie en verbinding. Door middel van videokunst wil The One Minutes bijdragen aan het creëren van ruimtes voor vrije expressie, collectieve verbeelding en wereldwijde solidariteit in diverse, maar diep onderling verbonden realiteiten. The One Minutes neemt naar eigen zeggen een voortrekkersrol in de internationale hedendaagse kunst met actieve deelname aan educatie en welzijn. Met The One Minutes Jr. wil de organisatie sociale verandering bevorderen. Zij wil kunstenaars allianties laten vormen met studenten, amateurs en kinderen.
The One Minutes beschouwt zichzelf als een promotor van videokunst en bewegend beeld en stelt een essentiële positie te bekleden als het enige Nederlandse initiatief met videokunstproductie, -curatie en -distributie als kernactiviteiten. Het platform is volgens The One Minutes toegankelijk voor alle leeftijden en niveaus en vertegenwoordigt de belangen van meer dan 18.000 werken in de collectie, beheerd door Beeld en Geluid. Via korte, toegankelijke films wil The One Minutes een breed publiek betrekken bij actuele mondiale discussies, zowel binnen als buiten de kunstwereld.
The One Minutes wil de komende periode haar artistieke visie verder integreren en nog beter afstemmen op de missie van participatie en verbinding en op de visie van solidariteit, en dit ook verder doorvoeren in de bedrijfsvoering. Een ander doel is het beter integreren van educatie en welzijn in het programma. Daartoe is zij van plan een mondiaal programma te ontwikkelen: Unsung Voices, waarmee ze meer stemmen wil laten horen en tevens het begrip artistieke kwaliteit onderzoeken. The One Minutes wil Amsterdamse, Nederlandse en internationale kunstenaars en publiek een kans geven om actief deel te nemen aan een mondiale discussie over solidariteit en collectiviteit die in de kunstwereld en daarbuiten gevoerd wordt. Daarmee hoopt ze kunst terug te brengen naar de samenleving.
The One Minutes Foundation ontvangt geen meerjarige subsidie binnen het Kunstenplan 2021-2024.
Voor de periode 2025-2028 vraagt de organisatie bij het AFK een bijdrage van gemiddeld € 50.000 per jaar in het kader van het Kunstenplan.
Artistiek belang
De commissie beoordeelt het artistiek belang als zwak.
The One Minutes onderzoekt sinds 1998 nieuwe mogelijkheden voor het presenteren van bewegend beeld. Recent heeft zij een andere artistieke koers ingezet, gericht op solidariteit, collectiviteit en gelijke allocatie van kansen. The One Minutes zegt zich te herkennen in het concept ‘lumbung’, door het kunstenaarsinitiatief ruangrupa voorgesteld als het curatoriële concept voor de Documenta 15. Lumbung is gebaseerd op gelijkwaardig delen en geworteld in de agrarische Indonesische praktijk. The One Minutes reflecteert op deze artistiek-inhoudelijke verschuiving, maar de commissie plaatst vraagtekens bij deze ontwikkeling. De visies achter lumbung zijn gebaseerd op sociaal-culturele tradities. Deze hebben in een westerse context mogelijk niet direct dezelfde waarde en betekenis. De commissie constateert dat The One Minutes deze contextwissel niet bevraagt. In 2023 is The One Minutes begonnen met het werken met collectieven die zich ‘buiten culturele infrastructuren begeven’. Eerste bewegingen zijn hierin de samenwerkingen met Bureau Stedelijk, Bijlmerbios en de Bouwput | Anarchy in a White Cube. De commissie ziet in de nieuwe inhoudelijke koers potentie, maar ook een aanzienlijke verandering die nog slechts beperkt is uitgewerkt en eigen gemaakt. Inhoudelijk herkent ze daarin nog geen overtuigende nieuwe signatuur. Unsung Voices is het nieuwe, mondiale programma van The One Minutes. In de periode 2025-2028 beoogt zij 24 series te presenteren. Gastcuratoren dagen makers uit om nieuw werk te produceren via een open call. De commissie ziet de nieuwe koers terug in de concrete activiteiten. De geselecteerde curatoren volgen logisch uit het concept lumbung. De commissie merkt wel op dat veel ervan presenteerden op de Documenta. Een nieuwe, aansprekende, samenwerking hierin vindt ze die met het Amsterdamse No Limits! Art Castle, die het mogelijk maakt een meer eigen vertaalslag te maken. Wel merkt zij op dat The One Minutes veronderstelt dat haar verschuiving ‘van bekende maker naar een relevant thema’ een verschuiving teweegbrengt in de machtsdynamiek. Dit vraagt volgens de commissie om het meer eigen maken van het concept. Zo is het voor de commissie bijvoorbeeld nog onduidelijk wat voor invloed dit heeft op de selectiekeuzes van de gastcuratoren of de inhoud van het educatieprogramma. Hierdoor is de commissie nog niet geheel overtuigd van de vertaling van concept naar de activiteiten.
De artistieke uitgangsvorm waarmee The One Minutes werkt, één minuut films, blijft gelijk en kenmerkend. De commissie merkt wel op dat de eigenheid daarvan volgens de commissie onder druk staat door de opkomst van sociale media zoals TikTok, YouTube en Instagram, waar kortere films gebruikelijk zijn. The One Minutes reflecteert hier ook op in het plan. Zij wil een platform bieden waar ‘de kunstenaars zich buiten de valkuilen van op extractie gerichte aandachtsmachines kunnen presenteren en ontwikkelen’. Dit gaat volgens de commissie voorbij aan het feit dat veel jonge kunstenaars op deze media ook hun eigen kanalen ontwikkelen - zonder curator, en met nog kortere films. Een apart gecureerd platform voor bewegend beeld/videokunst lijkt daardoor ook wel behoudend en minder urgent. De nieuwe koers biedt in de basis potentie voor de artistieke ontwikkeling, maar vindt de commissie nog niet overtuigen.
De commissie leest in een generieke visie terug wat voor artistieke impact The One Minutes wil hebben op haar deelnemers - de kunstenaars die werk insturen - haar publiek en indirect op Amsterdam. Zij wil kunst terug brengen naar ‘haar plek’ in de samenleving. De commissie merkt op dat The One Minutes niet expliciteert welke plek zij voor ogen heeft, maar dat er een sterke nadruk is op (mondiaal) welzijn en educatie.
Dit vertaalt zich op lokaal niveau naar samenwerkingen zoals met het Sandberg Instituut, een nog vorm te geven programma met het Mediacollege en The One Minutes Jr. netwerk. Daarmee krijgt de beoogde impact iets meer richting voor de commissie.
Het programma is volgens de commissie in eerste instantie aansprekend voor jonge, beginnende kunstenaars. De commissie meent dat de organisatie een rol vervult in het stimuleren van deze jonge professionals via workshops en door internationale presentatiemogelijkheden te bieden.
Via de abonnementconstructies met musea, universiteiten maar ook hotellobby’s heeft The One Minutes een wereldwijd publiek. In Amsterdam beoogt zij naast de premières ook tentoonstellingen, waardoor er een breder publiek mee in aanraking kan komen. Zij zijn ook welkom om deel te nemen aan de workshops, masterclasses en screenings. Dit vindt de commissie in de basis aansprekend, echter wordt het voor haar weinig duidelijk in hoeverre dit vanuit artistiek-inhoudelijke toegankelijkheid op hen aansluit.
De commissie merkt op dat ondanks de premières in Amsterdam, de artistieke betekenis voor de stad relatief beperkt is ten opzichte van de wereldwijde presentaties. Met betrekking tot welzijn ontwikkelt The One Minutes een programma met onder andere storytelling workshops in het kader van empowerment. Daarbij richt ze zich op de communicatieve waarde van de één minuut film. Ze wil deze workshops ook aanbieden aan nieuwe klanten, maar licht niet toe voor welke mogelijke Amsterdamse partijen en communities. Op basis van de voorgaande kritische noten is de commissie niet overtuigd van de artistieke betekenis voor het bredere publiek en de stad.
Belang voor de stad
De commissie beoordeelt het belang voor de stad als zwak.
De visie op het bereik in de stad blijft in het plan aan de oppervlakte. Het bereik is slechts in brede, algemene opdelingen gepresenteerd, zoals ‘kunstliefhebbers’ of ‘mensen met een beperking’. Dit vindt de commissie opvallend, omdat de organisatie zich de komende tijd wil richten op communities, solidariteit en collectiviteit in haar programma. The One Minutes geeft geen inzicht in welke communities zij specifiek wil bereiken in de stad, en waarom en hoe deze aansluiten op het programma. Er spreekt voor de commissie uit het plan geen inzicht in en kennis van de doelgroepen.
Daarnaast merkt de commissie op dat er toelichting ontbreekt op de bezoekersaantallen. Het is voor haar niet duidelijk wat The One Minutes aanmerkt als een bezoek, terwijl het bereik zeer precies lijkt te zijn gemeten. Hierdoor is de commissie van mening dat The One Minutes nog geen duidelijke, onderbouwde visie op het bereik in de stad heeft. Daaropvolgend constateert de commissie dat de presentaties in Amsterdam slechts een klein deel vormen van het nationale en mondiale totaal. Door de fysieke premières in de stad wordt er zwaarte gegeven aan haar standplaats, maar de commissie is van mening dat de hoofdfocus mondiaal is. De commissie vindt de aanpak voor het bereiken van de doelgroepen waar The One Minutes nu al vertrouwd is grotendeels realistisch en passend. Voor communicatie leunt The One Minutes, naast haar eigen kanalen, op die van partners zoals De Uitkijk of Sexyland World. Voor haar eigen communicatie gebruikt zij de meer vanzelfsprekende kanalen. De commissie ziet dat zij met deze middelen makers(collectieven) bereikt en via abonneeconstructies op het archief ook nationale en internationale collega-organisaties. Voor het bredere publiek dat The One Minutes voor ogen heeft, merkt de commissie op dat dit veelal leunt op de communicatie van de partners. De commissie is van mening dat The One Minutes hier ook zelf meer strategie op kan voeren. Dit biedt kansen om het eigen bereik te vergroten, dat is volgens de commissie nu nog veelal een kunstpubliek. Hoewel het archief is ondergebracht bij Beeld en Geluid, is de commissie van mening dat de eigen website van The One Minutes ook een functie vervult bij het informeren van het publiek. De commissie vindt dat in het plan aandacht mist voor de gebruiksvriendelijkheid van de website.
Het merendeel van de activiteiten vindt plaats in de stadsdelen Centrum en Zuid. Met oog op spreiding van het culturele aanbod en publieksbereik organiseert The One Minutes ook programma’s in de stadsdelen Noord en Zuidoost. De nadruk ligt hierbij op Noord, met partners als NDSM Fuse, Sexyland World en No Limits! Art Castle. Via deze partners verwacht The One Minutes met circa 10 procent van de activiteiten en hier 46 procent van haar publiek te bereiken. De commissie plaatst vraagtekens bij het realisme van dit percentage, vanwege het eventueel meetellen van passanten bij bredere evenementen of de nog te bevestigen samenwerking met Eye Filmmuseum. De commissie vindt de partners passend bij het programma voor de komende periode, vanwege hun sterke sociaal-maatschappelijke engagement. The One Minutes organiseert in de zomer van 2024 al evenementen bij No Limits! Art Castle, vanuit de open call en tentoonstelling voor We Need New Superstars. De commissie constateert dat The One Minutes een geringe bijdrage levert aan de spreiding van activiteiten in de stadsdelen Noord, maar hier een substantieel deel van het publiek wil bereiken. In Zuidoost organiseert The One Minutes drie procent van de activiteiten in het Zandkasteel. Hier verwacht The One Minutes twee procent van haar publiek te bereiken. Hierdoor vindt de commissie dat de bijdrage aan spreiding in Zuidoost nog beperkt is. Tot slot merkt de commissie op dat The One Minutes in het aanvraagformulier ook programma realiseert in Nieuw-West, bij De Bouwput | Anarchy in a White Cube. Echter constateert de commissie dat deze in West is gehuisvest.
Diversiteit & inclusie
De commissie beoordeelt de bijdrage aan diversiteit en inclusie als voldoende.
Op gebied van diversiteit en inclusie gaat The One Minutes uit van solidariteit, verbinding en inclusiviteit. The One Minutes wil mensen en groepen samenbrengen, die anders mogelijk niet samenkomen. Voor de commissie is dit een vrij generieke benadering, waarin ze geen duidelijke visie ziet. In aanpak en werkwijze krijgt het uitgangspunt wel concreter vorm. Zo noemt The One Minutes het brede niet-westerse netwerk van curatoren en makers. Ook werkt ze aan de toegankelijkheid voor mensen met een fysieke of mentale beperking, deels via het medium van korte film, deels via samenwerkingen.
In partners en aanbod herkent de commissie wel doelstellingen: de intentie is een cultureel divers programma te vormen door de inzet van diverse curatoren, workshoptrainers en samenwerkingen. Met betrekking tot de eigen organisatie en inclusief bestuur ziet de commissie de aanhoudende samenwerking met Stage Cultuur Inclusief. De organisatie streeft om tegen 2028 een werkplan op te stellen voor ontwikkeling, bestendiging en kennisdeling. De commissie mist hier echter een uitwerking evenals andere concrete doelstellingen op dit gebied. Ook de reflectie op ontwikkelingen in het recente verleden vindt de commissie aan de oppervlakte blijven, al worden wel enkele stappen benoemd zoals een tweejaarlijkse advisering over het beleid door Wayne Modest. In grote lijnen ziet de commissie dat de doelen voortvloeien uit de nieuw ingeslagen artistieke koers en dat er een sterkere focus ligt op fysieke toegankelijkheid ten opzichte van voorgaande jaren.
De aanpak om de doelen te verwezenlijken, leunt sterkt op de samenwerking met curatoren en partners, maar die werkwijze past bij de nomadische opzet van de organisatie, die zelf een heel klein team heeft. Belangrijke partners voor het vergroten van diversiteit en inclusie in aanbod en publiek zijn bijvoorbeeld Sexyland World en de
Special Social Club, en daarnaast de gastcuratoren zoals de collectieven Fehras Publishing Practices en Rojava Film Commune. Samen bieden deze samenwerkingspartners en curatoren een verbreding van de diversiteit naar gender en seksualiteit en het vergroten van de toegankelijkheid voor mensen met een beperking. Bij de keuze voor de workshoptrainers kiest The One Minutes ook bewust voor een cultureel diverse samenstelling.
Op gebied van publieksbereik heeft de commissie voorzichtig vertrouwen dat de eigen achterban en die van de partners betrokken wordt, maar is van mening dat The One Minutes hier meer eigen strategie op kan voeren. De commissie vindt de doelstellingen haalbaar en realistisch, die grotendeels berust zijn op de toezeggingen van de collectieven en partners.
Uitvoerbaarheid
De commissie beoordeelt de uitvoerbaarheid als zwak.
The One Minutes heeft zich de afgelopen jaren omgevormd van instituut naar een initiatief dat een friends-cum-cultural-organizersmodel hanteert; een niet-hiërarchisch kunstenaarsinitiatief. Dit geeft voor de commissie blijk van een verschuiving in de visie op bedrijfsvoering. De verandering is volgens The One Minutes sociaalmaatschappelijk ingegeven; wederzijds vertrouwen ondersteund door principes van solidariteit en transparantie staat centraal. De bedoeling is dat alle deelnemers zo bijdragen aan het functioneren van het platform. De commissie vindt deze ontwikkeling passend bij de nieuwe artistieke koers van The One Minutes, maar merkt wel op dat het ondernemingsplan weinig inzicht geeft wat voor concrete veranderingen dit teweeg brengt in de bedrijfsvoering.
De commissie concludeert dat zij de visie op de bedrijfsvoering nog niet sterk vindt. Wel geeft het plan een globaal beeld hoe The One Minutes met mensen en middelen om wil gaan. Als voorbeeld noemt de commissie de plannen om de eigen inkomsten verder te vergroten via gebruikers- en samenwerkingsvergoedingen. Ook wil The One Minutes investeren in de personele kant van de organisatie door de vergoedingen te verhogen met oog op fair practice, het team uit te breiden met een coördinator en de aanstelling van de assistenten te verruimen. Andere beheerlasten wil de organisatie zo laag mogelijk houden, wat de commissie positief vindt. Het plan gaat niet in op sociale veiligheid. De commissie heeft wel gezien dat The One Minutes een community agreement heeft gepubliceerd op haar website, maar dit vindt zij slechts een eerste stap.
De commissie waardeert de reflectie op de afgelopen jaren van financiële verbetering, door een forse uitbreiding van de eigen inkomsten, na het uitblijven van structurele subsidie. Zij vindt het prijzenswaardig dat daarin grote stappen zijn gezet. The One Minutes heeft zich toegelegd op commerciële producten voor Citizen M, The One Minutes JR en workshops. Dit bleek succesvol en vindt de commissie een compliment waard. Dat de collectie is ondergebracht bij Beeld en Geluid vindt zij eveneens een goede ontwikkeling, waardoor de primaire functie van The One Minutes is gewaarborgd. Daarentegen merkt de commissie op dat The One Minutes in het ondernemingsplan geen inzicht geeft in substantiële risico’s, die direct effect kunnen hebben op de bedrijfsvoering. Dat vindt de commissie een gemis.
Gesterkt door de ervaring van voorgaande jaren, en de beoogde uitbreiding van het team, verwacht de commissie dat de plannen voor de periode 2025-2028 organisatorisch tot een goed einde gebracht kunnen worden. De aanvraag is ingediend voor één programma. Daaruit spreekt voor de commissie realiteitszin van de kleine organisatie. The One Minutes geeft aan behoefte te hebben aan expertise op het gebied van marketing en communicatie, wat de commissie begrijpelijk vindt in het licht van de ambities voor publieksbereik. De organisatie hoopt dit te vinden in een nieuw bestuurslid. De commissie vindt dat deze kennis ook in het team zelf geborgd zou moeten worden.
Kritischer is de commissie op de begroting. Zij vindt deze bescheiden en niet voldoende realistisch. Allereerst constateert de commissie een lage post personele lasten voor de beoogde 2,1 fte, die zij weinig realistisch vindt. Dit verschil heeft een groot effect op de totale omvang van de begroting. Daarmee kan de haalbaarheid van de plannen in het gedrang komen, omdat de begrote baten dan niet meer toereikend zijn. Daarnaast vindt zij de vergoedingen voor de kunstenaars nog laag, wat op gespannen voet staat met fair pay. In 2025 worden deze herzien. The One Minutes streeft ernaar voorbeeldstellende vergoedingen te bieden te zijner tijd. De commissie ziet dit nog niet terug in de begroting. De commissie vindt de financieringsmix passend, met verschillende bronnen van inkomsten zoals de eerder genoemde commerciële partnerschappen, abonnementen, workshops, sponsoring en subsidies van private en publieke fondsen. Hiermee worden risico’s in de basis gespreid.
De conceptcijfers over 2023 ogen niet geheel betrouwbaar voor de commissie. The One Minutes geeft zelf aan dat het niet gecontroleerde cijfers betreft. Uit analyse door de commissie blijkt het eigen vermogen feitelijk lager te zijn. Dit laat vanaf 2022 een afnemende vermogenspositie zien, die de commissie kwetsbaar vindt, temeer er in de komende jaren nauwelijks wordt ingezet op een verbetering hiervan. In combinatie met de geconstateerde misrekening in de begroting is de commissie van mening dat de financiële basis om de plannen te verwezenlijken, beperkt is.
Conclusie
De commissie adviseert de aanvraag van The One Minutes Foundation niet te honoreren omdat deze tien of minder punten heeft behaald.
De aanvraag is beoordeeld binnen de adviescommissie Beeldende Kunst en Creatieve Industrie.