Stip theaterproducties
Inleiding
Stip Theaterproducties (hierna: Stip) stimuleert, initieert en ontwikkelt theaterproducties, exclusief gericht op jeugd en jongeren. Stip karakteriseert deze producties als vernieuwend, gelaagd en niet-alledaags. Stip is een impresariaat van verschillende gezelschappen die landelijk worden gesubsidieerd, en tevens producent. Daarnaast is Stip begeleider van talent en stelt zich op als verbinder en initiator in de jeugdtheatersector. Stip zegt met het impresariaat en netwerk, het publieksbereik en de nauwe samenwerking met programmeurs en cultuurbemiddelaars een schakelfunctie te hebben. Hiermee kan Stip makers een vruchtbare plek bieden om de volgende stap in hun ontwikkeling te zetten, zowel artistiek als op cultureel ondernemend vlak.
In 2025-2028 werkt Stip met acht makers die producties maken over thema’s zoals de vraag wie je bent, groepsdruk en omgaan met verlies. De makers hebben volgens Stip een mentaliteit die inclusief is en spelen met aanliggende kunstgenres zoals klassieke muziek en beeldende kunst. Ook verkennen zij de grenzen van de black box, creëren geïntegreerde contextprogramma’s zoals games, installaties en muziekworkshops, en zijn op zoek naar interactiviteit. Stip produceert per jaar twee nieuwe producties van makers die de conventies van theater en verwante kunstgenres verkennen en net als Stip samen met strategische partners een breder publiek willen aanspreken. Stip wil de bestaande organisatie en haar bedrijfsvoering verstevigen en zich blijvend nationaal profileren als belangrijke initiator in het jeugdtheater. Daarnaast ambieert de organisatie groei in de breedte van het publieksbereik. Daarvoor intensiveert Stip de samenwerking met Amsterdamse en regionale theaters om bezoekers met andere postcodes dan al in het kassasysteem staan te bereiken. Hierdoor kunnen de makers het theatergebouw, of de wijk, betrekken bij hun voorstelling.
Stip Theaterproducties ontvangt een vierjarige subsidie 2021-2024 binnen het Kunstenplan van € 98.822,00 per jaar (incl. indexatie 2024).
Voor de periode 2025-2028 vraagt de organisatie bij het AFK een bijdrage van gemiddeld € 100.000 per jaar in het kader van het Kunstenplan.
Artistiek belang
De commissie beoordeelt het artistiek belang als zeer goed.
De commissie vindt dat Stip een duidelijke artistieke signatuur heeft. Deze wordt gevormd door de uitdagende, professionele en multidisciplinaire ontwikkelplek die Stip biedt aan makers van jeugd- en jongerentheater. In de keuze voor de uiteenlopende makers, die zich onderscheiden met prikkelende onderzoeksvragen, perspectieven en werkwijzen, herkent de commissie de artistieke signatuur. In vorm varieert het werk van contextgericht tot fysiek theater, van journalistiek tot opera en van poppenspel tot Afrofuturisme. De werkwijze is crossdisciplinair met interactieve voorstellingen, theatrale installaties en geïntegreerde contextprogramma’s, hetgeen de artistieke eigenheid versterkt.
De artistieke eigenheid wordt volgens de commissie in aansprekende vorm en tot de verbeelding sprekende thema’s vertaald naar de activiteiten van de beoogde makers. Zo werken Patrick Duijtshoff en Judith van den Berg aan groepsdruk en nepnieuws in Alle kinderen stinken en gieten dit in een talkshow, waarbij ze het publiek als bezoeker van een televisieopname betrekken. Sara de Monchy laat in Door het zwarte woud, een soort roadmovie in de vorm van een hoorspel, het publiek meedenken over de zoektocht naar je eigen verleden en de moed om anders te zijn. De commissie vindt deze voorgenomen producties tot de verbeelding spreken.
De aanvraag bevat een mooie reflectie op de artistieke ontwikkeling van Stip en de voorgestelde activiteiten bouwen hier logisch op voort. Stip constateert dat beginnende makers goede aansluiting vinden bij grote jeugdtheatergezelschappen, -werkplaatsen en -productiehuizen en ziet een gat ontstaan in de ontwikkelmogelijkheden voor midcareer makers op niveau. Stip kiest de komende periode dan ook bewust om specifiek met deze mid-career makers te werken, omdat Stip voorziet dat bij gelijkblijvende subsidies, marktontwikkelingen en blijvend lage uitkoopsommen, juist voor deze makers de artistieke mogelijkheden bij de grote jeugdtheatergezelschappen beperkt zullen zijn. Daarnaast bemerkte Stip dat over thema’s als bijvoorbeeld gender en geaardheid het publiek in de rest van Nederland anders reageert dan in de Randstad. Voorstellingen met eventuele risicothema’s gaat Stip hierom flankeren met een sterker en uitgebreider educatie- en randprogramma.
De commissie vindt dat Stip van grote artistieke betekenis is voor de makers met wie zij werkt. Daarbij waardeert de commissie dat Stip de makers alle ruimte biedt hun eigen signatuur te ontwikkelen, vergezeld van een gedegen begeleiding. Deze wordt overtuigend beschreven in verschillende stappen, van intake tot en met evaluatie, met aandacht voor zowel artistieke als zakelijke ontwikkeling.
Het is eveneens duidelijk wat Stip bij het beoogde jonge publiek teweeg wil brengen. Kinderen worden uitgenodigd om te ontdekken, om nieuwsgierig en weerbaar te zijn, in de huid van een ander te stappen én bij zichzelf te blijven. Verwondering is hierbij de leidraad. De beoogde producties vindt de commissie aansprekend voor de jonge doelgroep in hun veelzijdigheid, thematiek en de veelal spannende en interactieve vorm. Thema’s als de zoektocht naar wie je bent, omgaan met rouw en verlies, of groepsdruk sluiten volgens de commissie goed aan bij de leefwereld van kinderen en jongeren.
Stip heeft ook overtuigend artistieke betekenis voor de stad, doordat ze makers zichtbaar maakt en theaters en programmeurs actief betrekt bij het produceren en presenteren van hun werk. Stip draagt zo overtuigend bij aan het makersklimaat in de stad.
Belang voor de stad
De commissie beoordeelt het belang voor de stad als goed.
De doelgroepen voor het bereik in de stad zijn passend en helder omschreven in een primaire doelgroep van ouders en verzorgers, de jonge doelgroep met een breder palet van leeftijdscategorieën en de doelgroep programmeurs en bemiddelaars. Stip geeft blijk van een duidelijke visie op het publieksbereik in de stad. In de ogen van de commissie is Jeugdtheater op loopafstand een overtuigend speerpunt in de marketingaanpak omdat daarmee de drempel om naar het theater te gaan wordt verlaagd.
Stip onderscheidt twee fases in de marketing en het publieksbereik: verkoop van de voorstellingen en werving van publiek bij voorstellingen. Voor de verkoop van voorstellingen heeft Stip een duidelijke aanpak met onder andere de jaarbrochure, een bijbehorende informatieve website en de presentatiedag waar veel programmeurs op afkomen. Het werven van publiek voor de voorstellingen is de tweede fase, die in het plan slechts beperkt wordt uitgewerkt. Stip wil de komende periode een geactualiseerd communicatieplan en beleid ontwikkelen om aan verschillende doelgroepen beter uit te kunnen leggen waar Stip mee bezig is, in de verschillende rollen die Stip als impresariaat, (co)producent en begeleider van talent heeft. Hoewel de commissie meer uitwerking op dit gebied in voorliggend plan al op zijn plek had gevonden, vindt de commissie wel goed dat Stip dit nu oppakt.
De commissie heeft vertrouwen in de aanpak van Stip om de teksten in de eerste plaats aansprekend te maken voor degenen die de kaarten kopen en het beeldmateriaal juist aan te laten sluiten bij de belevingswereld van de jonge doelgroep. Ook het brede palet van makers dat verbonden is aan Stip en de wijze waarop hun achterban wordt ingezet, overtuigt de commissie dat Stip de doelgroepen in de gewenste breedte kan bereiken.
Gebaseerd op de marketingaanpak, de samenwerking met platforms als Collectieve Marketing Overleg van Nederlandse Jeugdtheatergezelschappen en Podiumkids.nl, het aantal voorstellingen en de ruime ervaring van de organisatie, heeft de commissie er vertrouwen in dat het bereik van de beoogde doelgroepen en het aantal bezoekers goed haalbaar zijn en qua aantallen zelfs aan de veilige kant is ingeschat.
De commissie vindt dat Stip een goede bijdrage levert aan de spreiding van aanbod en publiek in de stadsdelen Nieuw-West, Zuidoost en Noord. Met het al een aantal jaren succesvol bewezen format Jong Theater Circuit zoekt Stip voor de eigen producties intensieve samenwerking met theaters en cultuurhuizen in deze stadsdelen. Daarbij is er meer contact met de makers en intensievere marketing en contextprogrammering. Concreet is Stip hiervoor in gesprek met het Bijlmer Parktheater in Zuidoost, De Banne en DAT!school in Noord en de Meervaart en Broedplaats De Vlugt in Nieuw-West. Dit overtuigt de commissie dat zo ook draagvlak in de wijk wordt gecreëerd. In De Vlugt repeteert Stip vaak de laatste fase van een productie met gratis try-outs voor leerlingen van scholen in de buurt en buurtbewoners. De commissie vindt het daarmee realistisch dat de voorgenomen spreiding daar ook wordt bereikt.
Diversiteit & Inclusie
De commissie beoordeelt de bijdrage aan diversiteit en inclusie als goed.
De commissie is positief over de visie op diversiteit en inclusie, die voor Stip noodzakelijk en richtinggevend is voor het aanbod, het bereik en de organisatie. Dit leest de commissie in heel het plan overtuigend terug. De makers, van wie een aantal met een migratieachtergrond, hebben een inclusieve mentaliteit en Stip wil bijdragen aan het operationeel maken daarvan. Stip vindt dat ieder kind of iedere jongere zich zou moeten kunnen herkennen in de verhalen en de personages op het podium. Hiervoor zijn de makers, acteurs, producenten en creatieve teams de ambassadeurs voor alle kinderen, ongeacht kleur, afkomst, gender, geaardheid of fysieke beperking. Voor de makers is denken over diversiteit en inclusie en het toegankelijk maken van een voorstelling vanaf het begin onderdeel van het maakproces.
Uit de D&I-scan als nulmeting blijkt dat al goede stappen zijn gezet. Zo ziet Stip al vooruitgang in de cultureel diverse samenstelling van het team van makers en de cast in de producties, maar constateert ook dat er ruimte is voor verbetering qua kernteam en publiek. Stip werkt in de komende periode aan doelstellingen als een betere afspiegeling zijn van de samenleving in de producties en het team, het verbreden van het publiek van de vrije voorstellingen en het doelbewust aangaan van partnerschappen met organisaties die werken aan en mét diverse perspectieven en achtergronden.
De aanpak ten behoeve van een divers en inclusief aanbod en bereik vindt de commissie overtuigend en op alle vlakken sterk. Zo overtuigt het makerspalet in cultureel diverse representatie, de verschillende perspectieven die zij meebrengen en de inclusieve werkwijze. Dit wekt vertrouwen dat ook in de samenstelling van de casts kinderen en jongeren in het publiek zich kunnen herkennen in wat er op het podium plaatsvindt, zoals bijvoorbeeld in Blind, waarin het omgaan met dood en verlies in verschillende culturen wordt verbeeld door een mix van muzikanten met verschillende culturele achtergronden.
Ook de aanpak om bij te dragen aan sociaal-economische kansengelijkheid en het vergroten van toegankelijkheid voor mensen met een beperking wekt vertrouwen. Stip biedt bijvoorbeeld contextprogrammering en educatie aan kinderen en jongeren voor wie het minder vanzelfsprekend is om met kunst in aanraking te komen. Daarbij let Stip op een niet-elitaire uitstraling van de communicatie en biedt de mogelijkheid om entreeprijzen te verlagen via bijvoorbeeld de Stadspas. Alle voorstellingen zijn rolstoeltoegankelijk en Stip werkt voor een aantal voorstellingen met audiodescriptie door een blindentolk van Stichting Komt dat Zien! Daarnaast werkt Stip de komende periode samen met scholen voor speciaal onderwijs en met koepelorganisaties als Ieder(in).
Stip heeft in het bestuur via het Binoq Atana-programma Divers en Inclusief aan de Top een traineebestuurder aangesteld. Stip constateert dat het lastig is volledig divers gerepresenteerd te zijn in het personeel, maar in de aanpak voor een diversere samenstelling van personeel en bestuur vindt de commissie dat er nog een slag gemaakt kan worden.
Uitvoerbaarheid
De commissie beoordeelt de uitvoerbaarheid als zeer goed.
De commissie vindt de visie op de bedrijfsvoering overtuigend beschreven en komt voort uit de bedrijfsvoering op voorgaande periode, waar helder op is gereflecteerd. De visie op de bedrijfsvoering en hoe de organisatie met mensen en middelen in de komende periode wil omgaan vindt de commissie overtuigend en bouwt hierop voort. Na een roerige periode tijdens de pandemie, met veel ziekteuitval, heeft Stip gewerkt aan de versterking van de organisatie. Stip is daarnaast in afgelopen periode begonnen met een ontwikkeltraject met een teamcoach om meer inzicht te krijgen in elkaars drijfveren, talenten en ambities om de samenwerking en prestaties te verbeteren.
Stip werkt ook in de komende periode daarop voort, in een informele sfeer met een vast team, waarin taken en verantwoordelijkheden helder zijn verdeeld en elkaar aanvullen. Zo is er een functieomschrijving voor elke medewerker en wederzijdse verwachtingen worden uitgesproken en opgevolgd. Positief is de commissie over de aandacht en ruimte voor ontwikkelmogelijkheden van medewerkers binnen de eigen organisatie, waarvoor een post deskundigheidsbevordering in de begroting is opgenomen. Dat makers bij Stip niet alleen artistiek begeleid worden, maar ook op bedrijfsvoering, publieksbereik en ondernemerschap, vindt de commissie eveneens sterk. Dit maakt het voor de makers vruchtbaar om bij Stip aan de slag te gaan en zich niet alleen artistiek maar ook op deze onderdelen verder te ontwikkelen. Voor de commissie is daarmee duidelijk hoe Stip met mensen en middelen in de komende periode wil omgaan.
Er wordt sterk gereflecteerd op hoe de Governance Code Cultuur wordt toegepast. De stichting volgt qua governance het bestuur- en directiemodel omdat Stip een kleine organisatie is. Plannen en begrotingen voor producties en activiteiten worden aan het bestuur en de medewerkers in het voorafgaande jaar gepresenteerd en besproken. Ook de personele samenstelling en de onderliggende doelstellingen van een productie worden behandeld en bekrachtigd. Met de makers wordt een startdocument en een evaluatiedocument opgesteld waarin artistieke ambities en leerdoelen, zakelijke afspraken, planning en wederzijdse verwachtingen zijn vastgelegd. De commissie vindt dit vertrouwenwekkend.
Hoe de Fair Practice Code wordt toegepast is helder uiteengezet. Het plan getuigt van goed werkgeverschap, waarbij Stip de cao Toneel en Dans hanteert. Verder is de commissie ook positief over het inzicht in eerlijke procedures en transparante financiering die Stip geeft aan makers over alle facetten van het productieproces. Daarbij vindt de commissie dat sociale veiligheid een duidelijke vertaling krijgt naar een veilige en respectvolle werkomgeving. Stip is aangesloten bij de Stichting Sociale Veiligheid Podiumkunsten en heeft een extern vertrouwenspersoon.
De commissie heeft vertrouwen in de gedegen bedrijfsvoering, die ook uit de reflectie op eventuele risico’s blijkt. Zo heeft Stip in voorgaande periode jaarlijks minimaal een bedrag van vijftien procent van de jaaromzet aangehouden voor de hoogte van het eigen vermogen. Enerzijds als basis voor het weerstandsvermogen en anderszijds als financiering voor de doelstelling om constante kwaliteit en kwantiteit te leveren. In de komende periode onttrekt Stip gemiddeld € 20.000 per jaar aan het eigen vermogen, om zo te laten zien dat de stichting het belang van de plannen ondersteunt en ook wil zorgen voor een goede uitvoering.
Op basis van het plan en de begroting heeft de commissie er alle vertrouwen in dat de activiteiten de komende periode in organisatorisch en financieel opzicht haalbaar zijn. De organisatie bestaat uit een sterk en complementair team. Welke rol iedere werknemer in het geheel van de bedrijfsvoering heeft, is helder beschreven. De inrichting van de organisatie is duidelijk en passend voor de aard en omvang van de activiteiten en de ervaring van de organisatie. De samenwerking met de makers, partners en theaters overtuigt dat het plan organisatorisch uitvoerbaar is.
Ook in financieel opzicht wekt het plan vertrouwen. De organisatie staat er financieel goed voor en de financiële huishouding is blijkend uit de balansgevens uitstekend op orde. De begroting is wat kosten en baten betreft gebaseerd op ervaringscijfers in voorgaande jaren en heeft een duidelijke toelichting, de commissie vindt deze realistisch en passend bij het plan. De lichte schaalsprong in de begroting ten opzichte van vorige jaren is goed onderbouwd. Dit wordt onder meer veroorzaakt door de toegevoegde versterking van de productiecapaciteit en bureauwerk ten behoeve van meer contextprogrammering en educatie rondom de voorstellingen. Er is sprake van een sterke financieringsmix die verdeeld is over meerdere bronnen, waaronder uitkoopsommen, publieksinkomsten en coproductiebijdragen, bijdragen uit private fondsen en inkomsten uit verhuur van de eigen studio en het kantoor. Hierdoor zijn risico’s zeer goed gespreid.
Conclusie
De commissie adviseert op grond van bovenstaande overwegingen de aanvraag van Stip Theaterproducties te honoreren met het gevraagde bedrag van € 100.000 per jaar.
De aanvraag is beoordeeld binnen de adviescommissie Theater.