Stichting voor het Hedendaags Object
Inleiding
Stichting voor het hedendaags object (hierna: On The Inside) omschrijft zichzelf als een onafhankelijk, internationaal platform voor hedendaagse kunst op de NDSM-werf in Amsterdam. In een voormalig magazijn voor automaterialen beschikt zij over een monumentale tentoonstellingsruimte die bestaat uit een grote open hal van zeven meter hoog en duizend vierkante meter. On The Inside is een relatief jonge kunstruimte. Geopend tijdens de pandemie en direct daarna naar eigen zeggen hard geraakt door de energiecrisis, viert zij deze lente haar vierjarig bestaan. On The Inside wil binnen het culturele veld de plaats van een middelgrote hedendaagse kunstinstelling vervullen, omdat het hieraan ontbreekt volgens haar. Middelgrote instellingen in de stad tonen volgens On The Inside vaak een specifiek medium zoals fotografie of film. On The Inside legt zich daarentegen niet vast op een bepaald medium. On The Inside geeft daarbij aan onderscheidend te zijn als een kunstenaarsinitiatief, dat van binnen uit opereert: On The Inside.
Het komende programma van On The Inside zal zowel zelf geïnitieerde exposities als samenwerkingen en uitwisselingen omvatten. Ook faciliteert On The Inside tentoonstellingen van anderen. De in-house gecreëerde tentoonstellingen variëren in opzet van groeps- tot duo- of solotentoonstellingen, en beslaan een breed scala aan onderwerpen. Doordrenkt met het werk van hedendaagse kunstenaars, zijn deze tentoonstellingen volgens On The Inside inherent actueel. Voor de komende exposities werkt On The Inside onder anderen met de gastcuratoren Aernout Mik, Berto Santana & Reilly Davidson, Alessandra Laitemberger en Julia & Thomas Schmelzer. On The Inside verkent potentiële partnerschappen met het Holland Festival en het IDFA als locatie voor beeldende kunst en werkt samen met Pride Amsterdam. Daarnaast werkt On The Inside aan een uitwisseling met de nieuwe kunstruimte van mama-projects in New York en een nader te bepalen kunstinstituut in Turijn en Milaan. Naast deze festivals, kunstruimten en instituten, werkt On The Inside waar mogelijk rechtstreeks met kunstcollectieven, gezelschappen en individuele kunstenaars.
On The Inside ontvangt geen meerjarige subsidie binnen het Kunstenplan 2021-2024.
Voor de periode 2025-2028 vraagt de organisatie bij het AFK een bijdrage van gemiddeld € 125.000 per jaar in het kader van het Kunstenplan.
Artistiek belang
De commissie beoordeelt het artistiek belang als voldoende.
On The Inside huist in een grote atelierloods van kunstenaar Henk Stallinga en curator Annemarie Galani. Het is een jonge presentatie-instelling die door de pandemie geen makkelijke start heeft gehad. De commissie heeft daarvoor begrip en ziet vooral een organisatie in wording en een artistieke visie in ontwikkeling. Hoewel er interessante tentoonstellingen te zien waren en zullen zijn, vindt de commissie dat de artistieke signatuur nog geen overtuigende samenhang heeft.
Leidend in het plan is het perspectief en belang van de kunstenaar (on the inside) en de wens om een middelgrote instelling voor beeldende kunst in de stad te zijn. Het idee van ‘on the inside’ is volgens de commissie een helder en interessant vertrekpunt voor een signatuur, maar ze vindt dat het nog aan scherpte kan winnen. De organisatie stelt dat ze tentoonstellingen ontwikkelt vanuit verschillende perspectieven van kunstenaars, verzamelaars en curatoren. Hierdoor ontstaan volgens de organisatie veelzijdige visies op actuele maatschappelijke kwesties zoals milieu, identiteit, technologie, migratie en sociale rechtvaardigheid, die op een ongedwongen manier aan bod komen. De commissie leest niet hoe deze thema’s en deze ongedwongenheid zich zullen manifesteren. Ook is zij er niet van overtuigd dat de visies van kunstenaars, curatoren en verzamelaars zoveel van elkaar zullen verschillen, omdat zij allemaal behoren tot de groep van wel ingevoerde kunstliefhebbers of -professionals. Het programma voor de komende jaren omvat onder andere de tentoonstelling Mik en Munster (de kunstenaar als curator), time-based digitale en nieuwe mediakunst, collectietentoonstellingen van verzamelaars en nieuw op te zetten samenwerkingen met partners in Los Angeles, New York en Londen. In de kunstenaar als curator ziet de commissie het idee van ‘on the inside’ terug. Maar bij de time based tentoonstellingen focust On The Inside op experimentele benaderingen in een digitaliserende maatschappij. Ze presenteert hier meer conceptueel werk, dat op (wetenschappelijk) onderzoek is gebaseerd. De internationale samenwerkingen komen voort uit connecties binnen Europese en Amerikaanse kunstcircuits en zijn meer gericht op het belang dan op het perspectief van de kunstenaar. Het kenmerkende van de persoonlijke gedrevenheid van de kunstenaar als signatuur is niet altijd leidend en daarmee vindt de commissie dat de signatuur niet altijd herkenbaar terugkomt in de activiteiten.
De commissie vindt dat er de afgelopen jaren een aantal aansprekende tentoonstellingen is gerealiseerd, zoals the artist is a beast. De commissie ziet kwaliteit in de zorgvuldige selectie en presentatie van de werken. Ze verwacht dat On The Inside deze kwaliteit vast kan houden en dat ook de geplande activiteiten aansprekend kunnen zijn voor een publiek van kunstenaars en kunstliefhebbers. De commissie is minder overtuigd van de artistieke betekenis voor de overige publieksgroepen die het plan noemt, zoals de dagjesmensen en de toeristen. On The Inside refereert voor deze doelgroepen aan haar multidisciplinaire en grensoverschrijdende aanpak, die een breder publiek zou aanspreken. De commissie vindt dat een experimentele benadering niet vanzelfsprekend interessant is voor een breed publiek en het plan gaat niet in op inhoudelijke keuzes, die de brug naar een breder publiek zouden kunnen helpen maken. Bovendien vindt ze de multidisciplinaire aanpak niet zozeer experimenteel en innovatief, zoals On The Inside stelt, omdat dit al een vrij gangbare kunstpraktijk is. De artistieke betekenis voor deelnemers en stad manifesteert zich volgens de commissie vooral in de internationale context. Kunstenaars krijgen een podium dat connecties maakt met een internationaal netwerk en dat vindt de commissie waardevol. Het plan gaat niet in op een meer directe betekenis voor of verbinding met de stad of buurt, die lokaal tot stand komt.
Belang voor de stad
De commissie beoordeelt het belang voor de stad als voldoende.
Op het gebied van bereik en communicatie valt er volgens de commissie nog veel winst te behalen. Dit ziet de organisatie zelf ook en de commissie is positief dat dit inzicht er is. Het plan geeft een opsomming van doelgroepen. Dit loopt uiteen van kunstliefhebbers tot lokale gemeenschap, studenten, toeristen, dagjesmensen, scholen en bedrijven. Deze opsomming oogt voor de commissie nog erg generiek. Ze vindt dat er ook nog te weinig inzicht in de bijzonderheden van de doelgroepen en hun uiteenlopende interesses uit spreekt, waar de marketing op voort zou kunnen bouwen. Dit leidt er ook toe dat het plan wel een doorkijkje biedt naar de middelen die On The Inside zou kunnen inzetten, maar ook dat er geen concrete aanpak is, afgestemd op de verschillende doelgroepen. De middelen lopen uiteen van programma-ideeën, zoals een kunstroute, tot partnerschappen met bedrijven en reguliere kanalen als de website. De commissie mist hierin een onderbouwing en heldere keuzes. Ze vindt het positief dat On The Inside de komende jaren met een externe mediapartner wil gaan werken om de communicatie te professionaliseren en een strategie te ontwikkelen. Het is echter nog niet duidelijk wie deze partner wordt en ook niet welke vraag deze precies krijgt voorgelegd. De commissie vindt dat On The Inside hierin al specifieker had kunnen zijn. Ze is er daarom niet helemaal van overtuigd dat de aanpak voor het bereiken en betrekken van de beoogde doelgroepen realistisch en passend is.
On The Inside is gevestigd in een loods op de NDSM en alle Amsterdamse activiteiten vinden plaats in Noord. On The Inside profileert zich op deze plek vooralsnog binnen de kunstsector. Ze wil samen optrekken met andere organisaties op de NDSM-werf om door te groeien naar een nieuwere grotere plek in Noord. Alhoewel zij de gemeente daarbij aan haar zijde heeft staan, moet er volgens On The Inside nog veel gebeuren om alle potentiële partners op één lijn te krijgen. Het plan maakt echter niet duidelijk hoe On The Inside deze relatie wil verbeteren. Daarnaast wil On The Inside bewoners betrekken met het weggeven van kaarten via lokale bedrijven, variërend van Greenpeace tot de lokale bakker en loodgieter. De commissie vindt dit een frisse en passende aanpak die bij kan dragen aan het bereik in het stadsdeel. De commissie concludeert dat de inbedding in de omgeving nog kan groeien en dat de organisatie vanwege haar locatie in Noord voldoende bijdraagt aan de spreiding van activiteiten in dit stadsdeel.
Diversiteit & inclusie
De commissie beoordeelt de bijdrage aan diversiteit en inclusie als onvoldoende.
Op gebied van diversiteit en inclusie gaat On The Inside uit van intersectionaliteit. Ze erkent dat identiteit intersectioneel is en dat verschillende eigenschappen, voorkeuren en identiteitskenmerken elkaar beïnvloeden. Voor de commissie is dit een vrij generieke benadering. De erkenning is niet doorvertaald in een heldere en overtuigende visie voor de organisatie en er is geen gemotiveerde keuze voor één of meer van de vier invalshoeken voor diversiteit en inclusie die in de regeling worden genoemd. On The Inside stelt dat zij als jonge organisatie niet anders dan een reflectie van de huidige diverse maatschappij kan zijn, zonder hierbij mensen expliciet te willen labelen. Er zijn dan in de ogen van On The Inside ook geen verdere stappen nodig en geen concrete doelstellingen voor de komende jaren beschreven. De commissie vindt dat On The Inside hiermee te gemakkelijk voorbij gaat aan de actuele discussies die in de samenleving worden gevoerd. Het niet willen labelen van gender- of culturele identiteiten vindt de commissie legitiem, maar dit ontslaat een organisatie niet van de noodzaak van een concrete visie op diversiteit en inclusie, een kritische reflectie op de stappen die de voorgaande jaren op dit gebied zijn gezet, de voorlopige resultaten die zijn gehaald en het opstellen van concrete doelstellingen voor de toekomst.
On The Inside heeft als uitgangspunt om diversiteit en inclusie in de organisatie op te nemen en meent diversiteit vanzelfsprekend te verweven in de programmering. Op gebied van programma ziet de commissie diversiteit en inclusie terug in sommige projecten, zoals de samenwerking met Pride Amsterdam, en bij de selectie van kunstenaars. Hierin mist de commissie echter een bewust beleid en zonder doelstellingen kan er ook geen overtuigende aanpak worden gemaakt om doelstellingen te verwezenlijken. Ook lopen culturele diversiteit en internationaliteit in het plan door elkaar. Het internationale programma draagt volgens de commissie niet noodzakelijkerwijs bij aan een betere representatie van de verschillende achtergronden en verhalen in de stad. On The Inside realiseert zich dat het bereiken van een divers publiek nog geen gegeven is. Ze zal, naar eigen zeggen, wellicht meer inspanningen moeten leveren om dit te verbeteren. Het plan maakt echter niet duidelijk welke inspanningen ze hierbij voor ogen heeft. Wel geeft de organisatie aan dat de ruimte rolstoeltoegankelijk is gemaakt. Desondanks vindt de commissie dit weinig uitnodigend, omdat de eerste verdieping voor rolstoelgebruikers slechts bereikbaar is met een liftschaar. Op korte termijn voorziet On The Inside geen verdere aanpassingen om de toegankelijkheid te vergroten, omdat dit gepland is bij de eventuele nieuwbouw. Iedereen in de organisatie maakt volgens On The Inside deel uit van een zogenaamde
‘diversiteit’. De commissie ziet dat On The Inside hierin vooral internationaal georiënteerd is en dat inclusiviteit zich beperkt tot voorbeelden over de catering en de schoonmaak. Daarbij plaatst de commissie kritische kanttekeningen bij het gebruik van aanhalingstekens bij het woord diversiteit en bij de in het plan als inclusief benoemde actie voor de schoonmakers, die tot ver na hun pensioen kunnen doorwerken door hen zwaar werk uit handen te nemen. De commissie ziet dit als tekens dat de organisatie zelf nog een blinde vlek heeft en mist acties die op alle niveaus ingrijpen.
Uitvoerbaarheid
De commissie beoordeelt de uitvoerbaarheid als zwak.
De commissie leest in het plan geen overtuigende visie op de bedrijfsvoering en mist een heldere reflectie op de bedrijfsvoering van de voorgaande periode. Wel worden codes en het volgen van de richtlijn van de Zaak Nu pragmatisch uitgewerkt. De commissie is positief over de fair pay betaling bij de kunstenaarshonoraria. Daarnaast constateert zij dat er stappen te zetten zijn op gebied van sociale veiligheid, die nog niet in beeld zijn bij de organisatie. On The Inside is wel voornemens zich aan te sluiten bij MORES op het moment dat medewerkers vast in dienst worden genomen. De commissie vindt echter dat sociale veiligheid op de agenda moet staan, ongeacht of de medewerkers freelance of in loondienst zijn. Ook gaat het plan niet in op eventuele risico’s in de bedrijfsvoering, terwijl de commissie deze wel signaleert, bijvoorbeeld op het gebied van governance. De organisatie meent zich aan de Governance Code te houden, maar blikt hierin niet vooruit op governance aanpassingen die in de nabije toekomst nodig zijn. Vanaf 2025 zal de penningmeester van het bestuur ook betaald gaan worden als directeur. In het kader van good governance betekent dit dat de directeur het bestuur zal moeten verlaten om te zorgen dat uitvoering en toezicht gescheiden zijn.
Het plan van On The Inside is volgens de commissie ten dele realistisch en uitvoerbaar. De afgelopen jaren heeft On The Inside veel gedaan met beperkte middelen. Met de voorgestelde personele uitbreiding en vergoedingen vindt de commissie het plan organisatorisch haalbaar. De begroting is echter niet in alles even inzichtelijk. Zo zijn de materiële beheerslasten zeer gespecificeerd, maar zijn de activiteitenlasten in totalen opgenomen. Het is niet duidelijk wat er bijvoorbeeld aan marketing is begroot, terwijl de professionalisering hiervan juist een speerpunt is voor het vergroten van het publieksbereik. De ingevulde bedragen in het aanvraagformulier komen niet overeen met de bedragen in de jaarrekeningen. Dit kan deels verklaard worden doordat sommige kosten niet zijn opgenomen in de jaarrekening, maar in het formulier wel gekapitaliseerd zijn opgevoerd. Het formulier laat hierdoor een groot negatief exploitatieresultaat zien dat niet bevestigd wordt in de jaarrekeningen. De commissie mist hierop een toelichting en dit creëert onduidelijkheid over de financiële huishouding. De commissie concludeert dat er in het meest gunstige geval sprake is van een lage eigen reserve. Dat maakt de organisatie kwetsbaar.
Over de financieringsmix oordeelt de commissie tweeledig. Zij vindt het genereus dat een kunstenaar de kosten voor de huur sponsort, maar merkt wel op dat de hoogte van dit gekapitaliseerde bedrag niet wordt onderbouwd. Daarnaast is de financiering redelijk eenzijdig met structurele aanvragen bij twee fondsen, waaronder het AFK. De commissie begrijpt dat de programmering onzeker is als deze afhangt van projectsubsidies, maar vindt het niet realistisch dat structurele subsidies bijna alle projectsubsidies waar de organisatie tot nu toe mee werkt vervangen. Dit alles maakt de uitvoering van het plan kwetsbaar.
Conclusie
De commissie adviseert de aanvraag van On The Inside niet te honoreren omdat deze 10 of minder punten heeft behaald.
De aanvraag is beoordeeld binnen de adviescommissie Beeldende Kunst en Creatieve Industrie.