Stichting To be Sung

Muziek en muziektheater
Aangevraagd: € 50.000
Toegekend: € 0

Inleiding

Stichting To be Sung, opgericht in 2006, heeft naar eigen zeggen als missie het presenteren en het geven van een impuls aan 20e en 21e-eeuwse ensemblemuziek. Hierbij gaat het om gecomponeerde en geïmproviseerde muziek, al dan niet in combinatie met andere kunstvormen. Dit doet de stichting door het organiseren van concerten, projecten, concertreeksen, het geven van compositieopdrachten en educatieve activiteiten. De basklarinet, tevens het hoofdinstrument van artistiek leider Fie Schouten, komt hierbij centraal in beeld. Door het organiseren van concerten met uitsluitend actuele gecomponeerde of geïmproviseerde muziek, wil de stichting een bijdrage leveren aan de infrastructuur voor deze muziek in Nederland. Dit ten behoeve van musici, componisten en publiek. Met het Basklarinet Festijn bouwt To be Sung naar eigen zeggen voort op een traditie in Nederland, die is gestart door basklarinettist Harry Sparnaay. Zij beoogt hiermee bij te dragen aan vakontwikkeling voor de basklarinet met actuele muziek, kennisoverdracht en vernieuwing. Hierin stelt zij een internationale voortrekkers- en gidsrol te vervullen. 

Voor de periode 2025-2028 stelt To be Sung het thema 'In dialoog' centraal, in navolging van de filosoof Martin Buber. Fie Schouten gaat in dialoog met collega's uit Frankrijk, Italië, Roemenië en Noorwegen en wil samen met hen een positieve bijdrage leveren aan de maatschappij. De stichting organiseert in de komende periode twee keer een Basklarinet Festijn met internationale gasten, nieuwe composities, improvisatie en educatieve programma’s. Daarnaast staan nieuwe concertprogramma's gepland van verschillende ensembles en het programma Muziekpraat, dat bestaat uit gesprekken door en met musici. Het educatieprogramma behelst kennisoverdracht over hedendaagse muziekuitvoering aan scholieren, zowel binnen- als buitenschools en tijdens workshopdagen met (bas)klarinettisten.   

Stichting To be Sung ontvangt geen meerjarige subsidie binnen het Kunstenplan 2021-2024. 

Voor de periode 2025-2028 vraagt de organisatie bij het AFK een bijdrage van gemiddeld € 50.000 per jaar in het kader van het Kunstenplan.

Artistiek belang

De commissie beoordeelt het artistiek belang als zwak. 

De commissie vindt dat er uit het plan een specifieke artistieke signatuur naar voren komt. De basklarinet staat centraal binnen de artistieke signatuur van To be Sung. De filosofie van Martin Buber speelt hierin een rol, over de dialoog als het basisprincipe van ons bestaan. De vertaling van de artistieke signatuur ziet de commissie terug in de verschillende activiteiten, bij uitstek in het Basklarinet Festijn. De commissie vindt de dialoog als gemene deler vanuit artistiek oogpunt interessant. Zo beoogt de stichting de dialoog aan te gaan met vier landen: Noorwegen, Italië, Frankrijk en Roemenië, onder meer aan de hand van literatuur. Echter de verbinding tussen enerzijds de dialoog, de literatuur en de gekozen landen, en anderzijds de basklarinet als centraal instrument komt volgens de commissie niet sterk uit het plan naar voren. Hoewel het plan de dialoog als inspiratie benoemt, wordt volgens de commissie niet voldoende uitgewerkt op welke manier die tot uiting komt. Hierdoor spreekt de artistieke signatuur voor de commissie onvoldoende tot de verbeelding. 

Het plan past volgens de commissie bij de artistiek-inhoudelijke ervaring en ontwikkeling van To be Sung. Dit blijkt onder meer uit Fie Schouten als ervaren basklarinettist, die aan de basis staat van To be Sung. Zij is, in haar eigen woorden, al jarenlang een vakkundige en creatieve pleitbezorger voor de basklarinet. Het plan reflecteert volgens de commissie niet scherp op de ervaring en ontwikkeling van To be Sung als stichting. Het plan geeft hierdoor onvoldoende verduidelijking hoe de voorgestelde activiteiten van de stichting hier logisch op voortbouwen.  

De commissie vindt dat er sprake is van artistieke betekenis voor publiek en stad. Als het gaat om de artistieke betekenis voor publiek beoogt To be Sung, met basklarinet en literatuur, te innoveren. To be Sung wil het publiek prikkelen en verleiden om mee te gaan in nieuwe verhalen. In een doorgaans intieme setting streeft de stichting naar dialoog en verbinding met het publiek. To be Sung beoogt met de activiteiten een fundamentele bijdrage te bieden aan de infrastructuur voor actuele muziek, als onderdeel van een nationaal en internationaal netwerk. Daarnaast heeft de stichting de wens dat met het Basklarinet Festijn de stad een centrum voor actuele basklarinetmuziek blijft. Onder meer als trekpleister voor jonge en gevestigde spelers en door middel van een databank met muziek voor het instrument. Volgens de commissie komt er een aanzet van de artistieke betekenis voor publiek en stad in het plan naar voren. De commissie heeft echter geen zicht op de artistieke activiteiten en of deze naar verwachting aansprekend zijn voor het beoogde publiek en de stad. Het plan biedt namelijk weinig informatie over de uitvoering van de activiteiten. Zo zijn er aanzetten tot het project Muziekpraat of het educatieve programma, maar veel meer dan het benoemen van de musici of de gasten, leest de commissie niet. Hierdoor is het voor de commissie niet duidelijk wat To be Sung bij wie precies teweeg wil brengen. Dit maakt dat het niet helder is of en op welke manier de activiteiten aansluiten in bijvoorbeeld inhoud, repertoire, verhaal, stijl, genre, vorm, of wijze van presenteren. 

Belang voor de stad

De commissie beoordeelt het belang voor de stad als zwak.

Naar het oordeel van de commissie geeft het plan geen visie op het bereik in de stad weer. To be Sung stelt dat de internationale uitwisseling met de focuslanden kansen biedt om nieuwe publieksgroepen te trekken, over en weer. Hoewel dit als een visie gezien kan worden, leest de commissie in het plan niet wat de visie en het bereik is in de stad Amsterdam. De stichting formuleert in het plan diverse doelgroepen zoals liefhebbers van (bas)klarinet en geïnteresseerden in genreoverschrijdende muziek. Dat het basklarinetfestival zich voor een belangrijk deel richt op (bas)klarinettisten en daarmee aansluit bij liefhebbers van (bas)klarinet, is in de ogen van de commissie vanzelfsprekend. De commissie vindt dat het plan niet scherp ingaat op de verbinding tussen de verschillende doelgroepen en de activiteiten en de vraag waarom To be Sung zich juist op deze doelgroepen richt. 

To be Sung werkt naar eigen zeggen met een crossmediale aanpak, waarbij het gaat om zichtbaarheid via verschillende kanalen. Zo werkt de stichting onder andere samen met gerenommeerde festivals en podia die avontuurlijke muziek programmeren. Daarnaast is er een persbenadering die focust op het realiseren van interviews, voorbesprekingen en recensies en publiceert zij concertregistraties online of op CD/LP. Ook bereikt To be Sung de achterban en partners via social media, drukwerk en nieuwsbrieven. Hoewel deze aanpak voor het bereiken en betrekken van de beoogde doelgroepen zoals geformuleerd realistisch en passend is, ziet de commissie niet specifiek terug hoe To be Sung de doelgroepen in Amsterdam wil bereiken. 

Het plan maakt niet duidelijk in hoeverre de activiteiten bijdragen aan de spreiding van het culturele aanbod en publieksbereik in het stadsdeel Noord, Nieuw-West en Zuidoost. Weliswaar noemt het plan De Ruimte in Noord als speellocatie voor geïmproviseerde muziek, maar To be Sung licht niet toe waarom specifiek voor deze locatie is gekozen, in hoeverre de geplande activiteiten concreet zijn en wat zij verder in het stadsdeel wil doen. Een specifieke aanpak om de activiteiten te ontplooien wordt niet in het plan benoemd. Hoewel de commissie verwacht dat De Ruimte, waar geïmproviseerde muziek geprogrammeerd wordt, een passende locatie en partner is, leest de commissie niets over de samenwerking met deze locatie. De commissie is mede daarom niet overtuigd of de voornemens passend en haalbaar zijn in het licht van onder meer de kennis en ervaring van de stichting. 

Diversiteit & Inclusie

De commissie beoordeelt diversiteit en inclusie als onvoldoende.

De commissie vindt dat er geen overtuigende visie op diversiteit en inclusie uit het plan spreekt. De artistiek leider heeft als missie om als musicus, basklarinettist, artistiek leider, curator en vrouw een rolmodel, voorvechter en boegbeeld te zijn voor anderen. Hiermee wil zij een nieuwe generatie aansporen en een perspectief bieden. In het plan omschrijft To be Sung wat diversiteit en inclusie volgens haar betekent. De commissie waardeert deze missie en omschrijving, maar een visie met daarbij heldere en concrete doelstellingen, leest de commissie niet terug. 

To be Sung onderbouwt de keuze om bewust naar de man/vrouw-verdeling onder sprekers en musici te kijken. Dit komt voort uit de constatering van de stichting dat toonaangevende basklarinettisten van eerdere generaties alleen maar mannen zijn. Maar wat het beoogde effect is van deze keuze en welke keuzes To be Sung verder maakt op het gebied van aanbod, bereik en de organisatie wordt onvoldoende onderbouwd. Het plan benoemt stappen die To be Sung in de voorgaande jaren heeft gezet in het kader van diversiteit en inclusie. Dit blijkt onder meer uit de samenwerkingen met vrouwelijke componisten en de inzet van Fie Schouten om de disbalans van man/vrouw in de muziekwereld aan te kaarten. De commissie vindt dit positief. Echter een reflectie op de stappen op dit vlak in voorgaande jaren en de resultaten die tot nu toe zijn behaald wordt onvoldoende toegelicht. 

De commissie is van oordeel dat uit het plan geen concrete, overtuigende en realistische aanpak spreekt om de doelstellingen ten aanzien van diversiteit en inclusie te verwezenlijken. To be Sung noemt in het plan dat zij door middel van een speciaal samengesteld denkteam op alle aspecten (personeel, programmering, partners, publiek) de algehele diversiteit wil vergroten. Naar eigen zeggen kan dit team de stichting wijzen op partners en zijn er mogelijk mensen die de diversiteit van het geheel vergroten. Duidelijke en haalbare stappen en acties vloeien hier volgens de commissie niet uit voort. Het plan biedt daarnaast geen informatie over of en hoe de organisatie samenwerkt of beoogt samen te werken met passende partners. De commissie vindt de aanpak van het denkteam vrijblijvend en weinig onderbouwend. Dit alles maakt dat naar verwachting mogelijke doelstellingen niet gerealiseerd worden.

Uitvoerbaarheid

De commissie beoordeelt de uitvoerbaarheid als zwak. 

Naar het oordeel van de commissie spreekt uit het plan geen visie op de bedrijfsvoering. Op welke manier To be Sung binnen de organisatie wil omgaan met mensen en middelen leest de commissie onvoldoende terug in het plan. De stichting benoemt dat een verklaring over de Fair Practice Code, fair pay en sociale veiligheid op de website te lezen is. De commissie waardeert dat deze verklaring er is, maar vindt dat deze informatie in het plan zelf had moeten staan. Verder stipt To be Sung aan dat uitbetaling van de musici geschiedt op basis van tarieven die passend zijn in het kader van de Fair Practice Code. De bedragen voor de compositieopdrachten zijn gebaseerd op de richtlijnen in de tabel van Nieuw Geneco. Hoewel de stichting stelt de richtlijnen te volgen die de vakbonden of de Kunstenbond publiceren voor uitvoerders als het gaat om concertgages, licht het plan niet toe om welke richtlijnen het gaat. To be Sung benoemt dat de keuze voor Europese landen voortvloeit uit de wens om duurzaam te reizen. De commissie waardeert dit voornemen, maar het plan gaat niet scherp in op een verdere uitwerking van een visie op duurzaamheid. 

Het valt de commissie op dat er geen reflectie is op de bedrijfsvoering in de jaren 2021-2023. De commissie had bijvoorbeeld willen lezen waar de organisatie stond en waar zij nu staat. Het plan biedt weinig informatie over welke lessen of inzichten uit de coronaperiode zijn voortgekomen. De stichting benoemt niet in hoeverre zij rekening houdt met de toekomst en maatschappelijke context van de organisatie en hoe zij om wil gaan met eventuele risico's. In het kader van de uitvoerbaarheid vindt de commissie dat niet positief. 

De commissie vindt dat het activiteitenplan 2025-2028 deels realistisch en uitvoerbaar is in organisatorisch en financieel opzicht. Met name het Basklarinet Festijn ziet de commissie gezien de eerdere edities als een concrete en uitvoerbare activiteit. De commissie verwacht dat ook de plannen voor kleinere activiteiten, gelet op de ruime ervaring van To be Sung, hoogstwaarschijnlijk met succes tot stand gebracht kunnen worden. De beoogde organisatie acht de commissie passend om de plannen ten uitvoer te brengen. De geplande schaalvergroting vindt de commissie in financieel opzicht echter ambitieus. De commissie mist hierbij een uitgewerkte toelichting op de begroting, alsmede een reflectie op de balans. Op grond hiervan kan de commissie niet tot de conclusie komen dat de begroting passend en realistisch is om de plannen ten uitvoer te brengen. De financieringsmix vindt de commissie sterk leunen op de inkomsten van twee structurele publieke fondsen. Hoewel de commissie dit logisch vindt bij de stap naar een meerjarig ondersteunde organisatie, had de commissie graag willen lezen op welke manier To be Sung haar eigen inkomsten wil vergroten en welke andere opties er zijn om de risico’s wat meer te spreiden. De commissie vindt de financieringsmix daarmee beperkt. To be Sung reflecteert in haar plan onvoldoende op de financiële huishouding. Dit alles maakt dat de commissie van mening is dat in financieel opzicht het vierjarig plan niet gedragen kan worden.

Conclusie

De commissie adviseert de aanvraag van Stichting To be Sung niet te honoreren omdat deze tien of minder punten heeft behaald. 

De aanvraag is beoordeeld binnen de adviescommissie Muziek en Muziektheater.