Stichting Thoughts (Werkplaats van de Woestijne)

Theater
Aangevraagd: € 80.000
Toegekend: € 0

Inleiding

Stichting Thoughts – Werkplaats van de Woestijne (hierna: Werkplaats van de Woestijne) wil met haar werk de toeschouwer uitnodigen om via een persoonlijke ervaring na te denken over existentiële vragen, aldus de aanvrager. Dit doet zij met projecten met een performatieve basis, die raken aan installatie en beeldende kunst.

Deze zijn te zien ‘in de openbare ruimte, door stad en land, in de duinen van Terschelling, bij deelnemers thuis of op een stadsplein in Amsterdam’. Volgens Werkplaats van de Woestijne is de rol van de omgeving en de stad diep ingebed in het concept dat het werk op verschillende plekken een spannende relatie aangaat met de locatie. Voor de ontwikkeling van de projecten werkt het gezelschap naar eigen zeggen intensief samen met culturele, maatschappelijke en commerciële organisaties. De dood en alle zijnsvragen die daaruit voortkomen, vormen een rode draad door de projecten.

In 2025 ontwikkelt Werkplaats van de Woestijne twee theatrale rituelen rondom afscheid nemen en verlies. De eerste is een ervaring waarin het publiek, tevens deelnemer, met de ogen dicht het hiernamaals tegemoet loopt. De tweede verbeeldt een intiem stervensritueel voor twee personen die elkaar liefhebben. De opgezette samenwerkingen uit 2025 monden in 2026 uit in het project Lifecycle, een beeldend marathonkunstwerk in de openbare ruimte, waarin deelnemers elkaar naar het einde van hun levenscyclus dragen. In 2027 maakt Werkplaats van de Woestijne Parallel you, een denkervaring waarin je met behulp van artificial intelligence het negatief van jezelf ontmoet; iemand die precies tegengesteld is aan jou. De opgedane technische ervaring gebruikt het gezelschap in 2028 voor het project Becoming the universe, een ervaring op locatie waarbij de deelnemer met het heelal belt en steeds verder uitzoomt tot ver buiten ons melkwegstelsel. 

Werkplaats van de Woestijne ontvangt een eenjarige subsidie 2024 uit de Regeling Ontwikkeling voor € 70.000 per jaar (geïndexeerd bedrag 2024).  

Voor de periode 2025-2028 vraagt de organisatie bij het AFK een bijdrage van gemiddeld € 80.000 per jaar in het kader van het Kunstenplan.

Artistiek belang

De commissie beoordeelt het artistiek belang als goed. 

De commissie is positief over de artistieke eigenheid van Werkplaats van de Woestijne. De artistieke signatuur herkent de commissie in de presentatie, die tegelijkertijd een performance, installatie en beeldende kunst is, waarbij de toeschouwers tevens deelnemers zijn en de performers de begeleiders van de ervaring. Locatie en vorm zijn nauw met elkaar verbonden. De artistieke signatuur van Werkplaats van de Woestijne laat zich volgens de commissie ook zien in het werken rond existentiële thema's, met een focus op zijnsvragen rondom de dood zoals eindigheid, eenzaamheid, het zelf, zinloosheid en onrechtvaardigheid. De commissie is van mening dat Werkplaats van de Woestijne hiermee herkenbaar en onderscheidend is.

De commissie vindt de artistieke signatuur overtuigend vertaald naar de activiteiten voor komende periode. De commissie heeft vertrouwen in de werkwijze en in de artistieke en maatschappelijke aanpak in de projecten. Het project Rituelen vindt de commissie indrukwekkend en zeer aansprekend. Zo is in dit project het eerste ritueel Realm of Shadows een intieme, rituele wandeling waarin de ander steeds aanwezig blijft in de vorm van een voice-over en een hand die je vast hebt. Geblinddoekt loop je als deelnemer het onbekende tegemoet. Ook Parallel You spreekt tot de verbeelding, waarbij technologie op creatieve wijze wordt gebruikt in het creëren van een alter ego van de bezoeker. Positief is de commissie over de samenwerking met een partner als DELA, omdat expertise uit de wereld van rouw en afscheid wordt verwerkt in het artistieke proces. Wel had de commissie meer willen lezen over hoe binnen een dergelijke samenwerking het gezelschap de inhoudelijke en artistieke kwaliteiten weet vast te houden. 

De commissie vindt dat het plan een logische en interessante doorontwikkeling in het werk laat zien ten opzichte van de afgelopen jaren. Het gezelschap maakt in de komende periode een verdiepende stap in werkwijze en signatuur. Zo verdiept het gezelschap de relatie met deelnemers, gaat het samenwerkingen aan met maatschappelijke en commerciële organisaties en focust het op technische innovatie. De commissie is van mening dat in het plan voldoende is gereflecteerd en ziet dat de voorgestelde activiteiten hier middels de verdiepende stap logisch op voortbouwen.

De commissie is positief over de artistieke betekenis voor het publiek. Het plan beschrijft overtuigend wat het gezelschap teweeg wil brengen bij publiek en deelnemers, die zorgvuldig worden begeleid in het (bewust) nadenken over de dood en kunnen ervaren dat de dood niet alleen maar zwaar, ongemakkelijk of beladen hoeft te zijn. De zorgvuldige werkwijze overtuigt de commissie dat het publiek een unieke ervaring zal hebben vanuit een gelaagde inhoud, waarbij existentiële thema’s bespreekbaar worden gemaakt. 

Aansprekend vindt de commissie het veelgebruikte principe van perspectiefwisseling zoals bijvoorbeeld in Lifecycle, waarbij deelnemers eerst plaatsnemen in een kist om begeleid te worden richting hun metaforische einde en vervolgens van plek wisselen om juist iemand anders te begeleiden.

De artistieke betekenis voor de stad herkent de commissie vooral in het feit dat Werkplaats van de Woestijne zich met haar werk in de openbare ruimte beweegt en daar immersieve installaties en performances plaatst. Daarnaast ziet de commissie dat er wordt samengewerkt met goede inhoudelijke en diverse partners in de stad, waarmee Werkplaats van de Woestijne het thema sterfelijkheid dieper in de stad inbedt en meer zichtbaarheid geeft. Zo is er onder andere de samenwerking met het Museum Tot Zover, IDFA Doclab en School of Life. Dit vindt de commissie op een voor de organisatie passende wijze bijdragen aan de artistieke betekenis voor de stad. 

Belang voor de stad

De commissie beoordeelt het belang voor de stad als voldoende.

De commissie vindt de visie op het bereik in de stad summier uitgewerkt. Het plan bevat wel een uitgewerkte doelgroepenindeling. De profielen die worden beschreven zijn gebaseerd op basis van gedrag en karakter en vindt de commissie passend en helder gedefinieerd. Zo spreekt het plan over ‘de belever’, ‘de zingever’, ‘de ontdekker’ en ‘het nog onbekende publiek’ voor Werkplaats van de Woestijne. 

De aard en omvang van de doelgroepen passen volgens de commissie ook bij het type activiteiten, intieme onderwerpen en persoonlijke ervaringen. De commissie constateert wel dat de consequentie van de persoonlijke, intieme aanpak is dat in Amsterdam het gemiddeld aantal bezoekers van de activiteiten per jaar beperkt is. Het gezelschap geeft zelf echter aan een stap naar een breder publiek te willen maken.  De commissie vindt de aanpak voor het bereiken en betrekken van de beoogde doelgroepen passend. De commissie ziet dat Werkplaats van de Woestijne per doelgroep een aanpak heeft, dat vindt de commissie duidelijk. Voor het bereiken van het publiek varieert dit van een zeer persoonlijke insteek via interactieve communicatie, tot het maken van visuele teasers. Voor het betrekken van het publiek zijn er workshops en nagesprekken of worden deelnemers gevraagd zelf een ‘Instagrammable’ moment van hun ervaring te delen. 

Minder overtuigend vindt de commissie het idee om gebruik te maken van ambassadeurs. Gedurende een jaar onderzoekt het gezelschap met hen in gezamenlijke workshops en sessies wat zij kunnen doen om publiek te bereiken voor wie het werk potentieel interessant is. Ook worden deze ambassadeurs betrokken bij het maakproces. Hoewel passend bij de werkwijze van het gezelschap, constateert de commissie dat dit tijdrovend en kostbaar is. Het is voor de commissie nu nog moeilijk te beoordelen op welke wijze dit leidt tot een marketingplan door de contentmarketeer, en wat speerpunten zullen zijn om in de marketingstrategie mee te nemen. Doordat er nu nog geen zicht is op dit marketingplan kan de commissie ook niet inschatten of en hoe deze aanpak op korte termijn tot nieuw publiek zal leiden. Wel is de commissie positief over de samenwerking met de contentmarketeer. 

Ook positief vindt de commissie de ambitie om de samenwerking met economische en maatschappelijke partners te verstevigen met inzet van een impactmaker. Dit biedt volgens de commissie kansen om het bereik via deze partners te vergroten. De commissie had echter meer willen lezen in het plan over hoe er wordt samengewerkt om de aanpak voor het bereiken en betrekken van de doelgroepen te bewerkstelligen. 

De commissie vindt dat de activiteiten van Werkplaats van de Woestijne voldoende bijdragen aan de spreiding van het culturele aanbod en publieksbereik in de stad, met name in stadsdeel Noord. Een groot gedeelte van de activiteiten vinden plaats in dit stadsdeel, de standplaats van Werkplaats van de Woestijne. Daar werkt het gezelschap samen met de Tolhuistuin en Over het IJ. De commissie vindt dat de communicatie en marketing specifiek gericht op de stadsdelen vooral via de partners verlopen en vindt dit niet overtuigend voor het creëren van het draagvlak bij en het daadwerkelijk bereiken van inwoners in stadsdeel Noord. Hoe de contentmarketeer zich specifiek gaat verhouden ten opzichte van het stadsdeel en de bewoners en welke aanpak daarmee gemoeid is, leest de commissie niet in het plan. 

Diversiteit & Inclusie

De commissie beoordeelt de bijdrage aan diversiteit en inclusie als onvoldoende. 

De commissie vindt dat er geen overtuigende visie op diversiteit en inclusie in het plan te lezen is. Werkplaats van de Woestijne motiveert de visie vanuit de inhoud van de activiteiten waar zij naar eigen zeggen ontzagwekkende vragen belicht. Dit is voor het gezelschap in de kern verbonden met diversiteit en inclusie en hoe we ons verhouden tot alles wat ‘anders’ is. Welke keuzes het gezelschap hierbij maakt op het gebied van culturele diversiteit, diversiteit in de zin van gender en seksualiteit, bijdragen aan sociaal-economische kansengelijkheid of het vergroten van de toegankelijkheid voor mensen met een beperking, wordt voor de commissie niet duidelijk. Ook mist zij een heldere reflectie op het gebied van aanbod, publiek en personeel en welke stappen de organisatie hierin heeft gezet. 

De commissie vindt dat er in het plan weinig concrete doelstellingen staan beschreven. Voor het nemen van stappen in de organisatie in komende periode geeft Werkplaats van de Woestijne aan verschillende perspectieven binnen de organisatie te brengen door de verschillende samenwerkingen met kunstenaars en organisaties, en daarbij te kijken naar het vaste team zzp’ers en hoe ze die kan verrijken. Dit is naar mening van de commissie een weinig concrete doelstelling.

De commissie vindt dat er een beperkte aanpak op het gebied van diversiteit en inclusie op het gebied van aanbod, bereik en organisatie in het plan te lezen is. De aanpak is naar eigen zeggen vooral gericht op de blinde vlekken van het gezelschap. De commissie ziet dit enigszins vertaald in de communicatie, waarbij het gezelschap een aantal standaardregels hanteert die overal worden doorgevoerd. Het gezelschap hanteert een taal die zo veel mogelijk genderneutraal is en gebruikt zowel Engels als Nederlands. Bij beeldende uitingen wordt ondertiteling toegevoegd en alttags die schermleessoftware helpen bij de omschrijving van beeld. De commissie vindt dat hiermee een bescheiden stap is gezet op meer toegankelijkheid voor een divers en inclusief publiek. Het gezelschap maakt niet expliciet hoe de aanpak op veelvormigheid en het werken op locatie tot meer diversiteit in het publiek zou leiden, en dit vindt de commissie dan ook niet overtuigend.

De commissie ziet potentie in het aanstellen van de impactmaker die men in wil zetten als koersbepaler en legger van verbindingen om zo ook een diverser samengesteld publiek en een diverser palet aan partners aan te trekken. Het gezelschap wil deze impactmaker werven, met aandacht voor wie onder gerepresenteerd is in de organisatie en de sector. Dat kan voor de organisatie zijn op gebied van afkomst, gender, opleidingsniveau, maar ook fysieke en mentale diversiteit. De commissie vindt het een goede intentie om de organisatie via deze functie te diversifiëren, maar het profiel van de impactmaker gaat met name over acquisitie en het leggen van verbindingen met bedrijven en organisaties. Wat deze medewerker concreet op het gebied van diversiteit en inclusie moet gaan doen, wordt niet beschreven. Het is voor de commissie dan ook niet goed te beoordelen of wat Werkplaats van de Woestijne met de komst van de impactmaker op het gebied van diversiteit en inlcusie beoogt, ook haalbaar is. En of hiermee de, volgens de commissie niet concrete, doelstelling bereikt gaat worden. 

Uitvoerbaarheid

De commissie beoordeelt de uitvoerbaarheid als voldoende.

De commissie vindt de visie op de bedrijfsvoering voldoende beschreven. Werkplaats van de Woestijne is een jonge projectorganisatie en wil groeien naar een structureel opererende organisatie. Het plan maakt duidelijk hoe het met mensen en middelen wil omgaan. De zakelijk en artistiek leider creëren een platte organisatie, die weliswaar informeel is, maar waarin heldere taakafspraken en werkafspraken liggen. Taakomschrijvingen worden onderling afgestemd en teamleden krijgen de verantwoordelijkheid over deelbudgetten. De organisatie bestaat momenteel uit een klein kernteam en wordt verstevigd met een producent, een contentmarketeer, een dramaturg en een impactmaker. Daaromheen werkt Werkplaats van de Woestijne met een vaste kring van zzp’ers. De zakelijk leider is verantwoordelijk voor de verdere ontwikkeling van de organisatie en de bedrijfsvoering, wat gezien haar ervaring en expertise vertrouwen wekt bij de commissie. 

De commissie vindt het idee om de organisatie op te delen in een cultureel en commercieel/maatschappelijk deel interessant en ziet daarin een mogelijkheid de reikwijdte van de organisatie te vergroten. Over hoe dit eruit ziet en hoe de beide takken ten aanzien van governance zich tot elkaar verhouden had de commissie echter meer willen lezen. De commissie vindt dat er nu nog weinig zicht is op de invulling van de uiteindelijke organisatiestructuur waar de organisatie naartoe wil. De commissie mist in het plan informatie over cultural governance. Wel is er een goed besef van fair practice, waarbij een open basishouding centraal staat in de mentaliteit. Werkplaats van de Woestijne hanteert de cao Theater en Dans met aandacht voor secundaire arbeidsvoorwaarden. De aangestelde extern vertrouwenspersoon en werkwijze van het gezelschap geven vertrouwen dat er aandacht voor sociale veiligheid is, maar zeker gezien gevoelige thema’s had de commissie hier meer uitwerking willen lezen.

Behalve de beschreven afhankelijkheid van grote organisaties leest de commissie verder niet hoe de organisatie omgaat met risico’s. Zeker nu de organisatie aangeeft te willen groeien naar een structureel opererende organisatie, met ook een nieuwe organisatievorm, had de commissie graag gelezen hoe zij met eventuele risico’s om zou gaan. 

De commissie vindt de uitvoerbaarheid van het plan op organisatorisch en financieel vlak voldoende realistisch, met daarbij wel een aantal kanttekeningen. De schaalvergroting in het team vloeit logisch voort uit de groei naar een structurele organisatie. Werkplaats van de Woestijne heeft een basisniveau in organisatorisch opzicht om structureel te opereren, die de commissie passend, maar nog wel minimaal vindt om het plan te kunnen uitvoeren. In dit verband vindt de commissie de beperkte aanstelling voor de impactmaker en de taken die deze daarbinnen zal moeten gaan uitvoeren bijvoorbeeld niet overtuigend. In de ogen van de commissie wordt van deze persoon veel gevraagd, met naast acties op het gebied van diversiteit en inclusie ook het vormgeven van de commercieel/maatschappelijke tak.  

De begroting is verder weinig gespecificeerd of toegelicht, waaruit de commissie bijvoorbeeld niet kan herleiden of de baten en lasten per productie passend zijn.  De financieringsmix is redelijk divers en passend bij de organisatie, met onder meer publieke subsidies, private inkomsten, publieksinkomsten en inkomsten vanuit bedrijven. Wel constateert de commissie dat het aandeel publieke subsidies binnen de financieringsmix erg hoog is en mist daarop een reflectie. 

Conclusie

De commissie adviseert op grond van bovenstaande overwegingen de aanvraag van Werkplaats van de Woestijne te honoreren met het gevraagde bedrag van € 80.000 per jaar.

De commissie constateert dat er na beoordeling van alle aanvragen onvoldoende budget beschikbaar is om de aanvraag te honoreren. 

De aanvraag is beoordeeld binnen de adviescommissie Theater.