Stichting Tg Goed Gezelschap
Inleiding
Tg Goed Gezelschap is de productiekern rondom theatermaker en acteur Klemens Patijn. Sinds 2010 werkt het gezelschap op het snijvlak van muziek en teksttheater en creëert nieuw repertoire vanuit maatschappelijke thema’s. De producties vertrekken vanuit verzwegen verhalen die niet zelden (auto)biografisch zijn. Hiermee wil Tg Goed Gezelschap belangrijke gebeurtenissen uit het (persoonlijke) verleden naar het maatschappelijke heden trekken. De cast bestaat uit spelers die acteren, zingen en instrumenten bespelen. Het gezelschap zoekt op basis van het thema van de voorstelling naar maatschappelijke samenwerkingspartners om een groter draagvlak te creëren en nieuw publiek te bereiken.
Tg Goed Gezelschap maakt in de periode 2025-2028 vier muziektheatervoorstellingen die zowel op locatie als in de theaters te zien zijn. In 2025 maakt het gezelschap Mijn geheime vader, een persoonlijk verhaal over Klemens’ vader die veertig jaar als spion voor de AIVD heeft gewerkt. Centraal staat daarbij hoe het is om verplicht te zwijgen en te leven met de ballast van geheimen. In 2026 volgt de voorstelling Eeuwigheid. Deze gaat over de verzwegen motieven en keuzes voor zelfmoord en is een zwarte komedie over de façades van een huilende binnenwereld die niemand begrijpt of ziet. Grond, de voorstelling die in 2027 haar première beleeft, onderzoekt het eigendomsrecht aan de hand van het verhaal van een schatrijke familie met een in het verleden opgebouwd vermogen. De vraag daarbij is wat er ten grondslag ligt aan rijkdom en welke verantwoordelijkheid de mens daarvoor draagt. In 2028 produceert het gezelschap Linz - het spoor terug, over de onderbelichte geschiedenis van Nederlandse jongemannen die in WOII in de Arbeitseinsatz in Duitsland te werk zijn gesteld en die bij terugkomst beticht werden van lafheid, verraad en collaboratie.
Stichting Tg Goed Gezelschap ontvangt geen meerjarige subsidie binnen het Kunstenplan 2021-2024.
Voor de periode 2025-2028 vraagt Stichting Tg Goed Gezelschap bij het AFK een bijdrage van gemiddeld € 120.000 per jaar in het kader van het Kunstenplan.
Artistiek belang
De commissie beoordeelt het artistiek belang als zwak.
De commissie vindt de artistieke signatuur van Tg Goed Gezelschap niet helder naar voren komen uit het plan. De organisatie geeft aan met verhalende muziektheatervoorstellingen de zwijgcultuur te willen doorbreken. De commissie waardeert een terugkerend thema in de beschreven voorstellingen als artistiek uitgangpunt, maar het plan maakt niet voldoende duidelijk wat de eigenheid hierin is. De voorstellingen kenmerken zich volgens de aanvrager door een fragmentarische structuur die de toeschouwer uitnodigt om actief mee te gaan in het verhaal. De commissie ziet hierin wel een lijn, maar vindt uit het plan niet helder naar voren komen hoe dit een artistieke vertaling krijgt in de voorstellingen. De uitgangspunten voor de composities en de aanpak van het historisch onderzoek die ten grondslag liggen aan de voorstellingen, staan voldoende uitgewerkt beschreven. De commissie heeft bovendien vertrouwen in de deelnemende acteurs, musici, componisten en de historici die onderzoek doen voor de toneeltekst.
Klemens Patijn baseert het werk op persoonlijke, vaak autobiografische, verhalen. In bijna alle voorstellingen speelt Patijn zelf mee. In Mijn geheime vader speelt ook zijn zus Klavertje Patijn mee. Uit de synopsis wordt het de commissie niet helder hoe de voorstelling het persoonlijke weet te overstijgen. De commissie ziet dit ook bij Linz – het spoor. Doordat de uitwerking van de plannen niet dieper gaat dan conceptniveau, kan de commissie zich geen goed beeld vormen van de voorstellingen, waardoor de activiteiten niet tot de verbeelding spreken.
In het plan wordt uitgebreid gereflecteerd op de voorbijgaande periode. Het gezelschap richt zich voor de komende periode op een artistieke koers, waarin Patijn zijn makerschap verder onderzoekt en uitdiept. In het plan is te lezen dat hij minder gaat spelen en meer gaat regisseren. De commissie had graag gelezen wat voor aandeel hij nog blijft houden als speler en mist de artistieke onderbouwing en uitwerking van deze keuze.
In het plan spreekt Tg Goed Gezelschap zich helder uit over wat zij teweeg wil brengen bij het publiek. Ze beoogt het publiek te confronteren met de spanning van situaties die hen onbekend zijn, en hen tegelijkertijd aan te moedigen om hierover in gesprek te gaan en te reflecteren. Hoewel de commissie van mening is dat het plan beschrijft wat het gezelschap teweeg wil brengen, mist zij een uitwerking hoe het gezelschap dit vorm wil geven in de praktijk.
De commissie is van mening dat de thematiek van het zwijgen een aansprekend onderwerp is. Of de uitwerking daarvan in de voorstellingen naar verwachting aansprekend is voor het publiek, daarvan is de commissie niet volledig overtuigd. Tg Goed Gezelschap legt in haar voorstellingen een verbinding tussen de geschiedenis van de stad en de invloed daarvan op het heden. De commissie vindt dat hieruit blijkt wat het gezelschap teweeg wil brengen in de stad. Het gezelschap presenteert verhalen die gerelateerd zijn aan de historie van de stad of specifieke locaties. Zo belichtte Senang de Indische roots en het koloniale verleden dat de stad welvaart bracht. Pianostemmen ging over de roof en onteigening van Joods bezit tijdens de Tweede Wereldoorlog, waaronder de rol van de Amsterdamse verhuizer Abraham Puls. Ook in toekomstige producties blijft de link met Amsterdamse verhalen centraal staan. Tg Goed Gezelschap zoekt hierbij naar verdere samenwerking met lokale partners en publiek.
Belang voor de stad
De commissie beoordeelt het belang voor de stad als onvoldoende.
Hoewel het gezelschap noemt dat het een groter draagvlak wil creëren en een nieuw publiek wil bereiken met de thematiek in de voorstellingen, leest de commissie geen duidelijke en onderbouwde visie op het bereik in de stad. De beschreven doelgroepen zijn algemeen geformuleerd als theater- en muziekpubliek, cultuurliefhebbers, individuen met specifieke interesse in politiek en geschiedenis en jongeren en hun docenten. Daardoor is het voor de commissie niet duidelijk of deze doelgroepen in aard en omvang aansluiten bij de verschillende thematieken. Of Tg Goed Gezelschap in staat is verbinding te leggen tussen de publieksgroepen en de voorstellingen komt niet naar voren uit het plan. Mede omdat niet overtuigend naar voren komt in hoeverre het inzicht heeft in zijn bestaande en potentiële doelgroepen. De commissie waardeert de ambitie van het gezelschap om in de toekomst publieksonderzoek te doen en dit zal naar verwachting bijdragen aan het verkrijgen van inzicht en kennis. De commissie vindt de aanpak van de marketing en communicatie niet geheel overtuigend, met name als het gaat om het bereik van nieuw publiek. De commissie vindt het goed aansluiten dat het gezelschap van plan is om samen te werken met maatschappelijke organisaties die een relatie hebben met het thema van de voorstelling om op die manier nieuw publiek te vinden. In het plan worden verschillende organisaties genoemd zoals de AIVD, 113 Zelfmoordpreventie, GGD en Slachtofferhulp Nederland. De commissie vindt dit partners die goed aansluiten bij de voorgenomen programmering. Zij kan op basis van het plan echter niet vaststellen of deze samenwerkingen al bevestigd zijn en hoe deze zullen resulteren in gezamenlijke communicatiestrategieën ten behoeve van het bereiken van publiek voor de voorstellingen. Zodoende is de commissie niet overtuigd van de uitvoerbaarheid van de aanpak om nieuwe doelgroepen te bereiken en betrekken.
Tg Goed Gezelschap beschouwt schoolgaande jongeren en hun docenten ook als doelgroep. Zij stelt dat de voorstellingen geschikt zijn voor schoolklassen in het algemeen en voor de bovenbouw van het middelbaar onderwijs, vmbo, havo en vwo in het bijzonder. Voor iedere voorstelling ontwikkelt een educatief medewerker van Kobra Theaterproducties in samenwerking met Tg Goed Gezelschap, een lesbrief en een video voor deze doelgroep. De commissie constateert dat een nadere uitwerking van het educatieplan ontbreekt, waardoor de commissie onvoldoende beeld krijgt hoe scholen, leerlingen en docenten worden bereikt.
Hoewel Tg Goed Gezelschap aangeeft dat er activiteiten plaatsvinden in Nieuw-West, maakt het plan niet duidelijk waar en waarom deze daar plaatsvinden en of er draagvlak is in dit stadsdeel. Het plan maakt geen melding van samenwerkingen met organisaties in Nieuw-West en evenmin van eerdere ervaringen met het werken in dit stadsdeel. Van activiteiten in Noord en Zuidoost is geen sprake. De commissie vindt het plan op dit punt dan ook niet overtuigend en komt op basis van het plan tot de conclusie dat Tg Goed Gezelschap geen bijdrage levert aan de spreiding van het culturele aanbod en het publieksbereik in de stadsdelen Nieuw-West, Noord en Zuidoost.
Diversiteit & Inclusie
De commissie beoordeelt de bijdrage aan diversiteit en inclusie als onvoldoende.
Het plan mist volgens de commissie een overtuigende visie op diversiteit en inclusie. Tg Goed Gezelschap zegt de Code Diversiteit en Inclusie te onderschrijven. Het plan stelt dat het vertellen van verzwegen verhalen taboes bloot legt en dat iedereen een stem heeft, ongeacht (culturele) achtergrond, leeftijd, seksuele oriëntatie of beperking. Dit vindt de commissie positief. Het gezelschap kiest in het plan echter geen duidelijke focus op culturele diversiteit, diversiteit in de zin van gender en seksualiteit, bijdragen aan sociaal-economische kansengelijkheid of het vergroten van de toegankelijkheid voor mensen met een beperking. Of en zo ja wat de organisatie wil bereiken ten aanzien van het diverser en inclusiever maken van het aanbod, het bereik en de organisatie blijft in het plan vrijwel onbesproken. Het plan vermeldt alleen dat het streven is om een publiek te bereiken dat net zo divers is als de inhoud van de producties, de performers en partners. Een uitleg over hoe de onderwerpen van de voorstellingen bijdragen aan diversiteit en inclusie, ontbreekt echter. Ook ziet de commissie geen onderbouwing van de stelling dat de performers en de partners divers zijn.
De commissie leest geen reflectie op de stappen die in de voorgaande jaren zijn gezet op het gebied van diversiteit en inclusie of de voorlopige resultaten die met deze eventuele stappen zijn behaald. Daarnaast formuleert het gezelschap in het plan geen concrete doelstellingen ten aanzien van diversiteit en inclusie voor de komende periode.
De commissie is van mening dat een aanpak voor het verwezenlijken van een divers en inclusief aanbod, bereik en organisatie in het plan ontbreekt. Zij verwacht weliswaar dat de thema’s aansprekend zijn voor een breed en cultureel divers publiek, maar over specifieke maatregelen of activiteiten om diversiteit en inclusie in de zin van gender en seksualiteit, bijdragen aan sociaal-economische kansengelijkheid of het vergroten van de toegankelijkheid voor mensen met een beperking, leest de commissie niets terug. Tg Goed Gezelschap streeft naar eigen zeggen naar het bereiken van een publiek dat net zo divers is als de inhoud van de producties. Het plan gaat echter niet in op de manier waarop het gezelschap denkt specifieke groepen of gemeenschappen te bereiken en noemt evenmin of er zij op dit gebied samenwerking zoekt met passende partners.
Uitvoerbaarheid
De commissie beoordeelt de uitvoerbaarheid als onvoldoende.
Uit het plan spreekt in de ogen van de commissie geen overtuigende visie op de bedrijfsvoering en de wijze waarop de organisatie om wil gaan met mensen en middelen. Tg Goed Gezelschap geeft aan de Governance Code Cultuur te onderschrijven. In het plan mist de commissie echter een uitwerking over hoe het bestuur dit in de praktijk brengt of gaat brengen. Daarnaast geeft Tg Goed Gezelschap aan de cao Toneel en Dans te volgen. De organisatie werkt nu nog uitsluitend met zzp’ers. Bij een toekenning van meerjarige subsidie komen de artistiek leider en de zakelijk leider in dienst van de stichting. De toelichting geeft duidelijk aan hoe de cao wordt toegepast wat de commissie vertrouwen geeft dat iedereen in de toekomst conform cao zal worden betaald.
Tg Goed Gezelschap geeft aan dat het gezelschap een onafhankelijke vertrouwenspersoon heeft aangesteld. De commissie waardeert deze stap, maar mist een bredere visie op sociale veiligheid in het plan.
De commissie leest geen reflectie op de bedrijfsvoering in de periode 2021-2023 terug in de aanvraag. Het is daarom voor de commissie niet helder waar Tg Goed Gezelschap nu staat en waar het de komende jaren naartoe wil werken. In het plan ontbreekt het ook aan een analyse van eventuele risico’s en bijpassende beheersingsmaatregelen.
Het plan voor de activiteiten 2025-2028 is in de ogen van de commissie weinig realistisch en uitvoerbaar in zowel organisatorisch als financieel opzicht.
Hoewel de commissie vertrouwen heeft in de werkwijze, medewerkers en de huidige partners, vindt de commissie dat in het plan nog te veel samenwerkingen beoogd zijn maar niet bevestigd. Bovendien leunt het gezelschap zwaar op artistiek leider Klemens Patijn, die binnen het gezelschap ook een rol vervult als scriptschrijver, regisseur en acteur. Dat is geen uitzonderlijke positie voor een maker maar maakt de organisatie wel kwetsbaar in geval van uitval. Dit maakt dat de commissie kritisch is over de organisatorische haalbaarheid.
In financieel opzicht is de commissie niet overtuigd in hoeverre de plannen realistisch en uitvoerbaar zijn. De commissie is van mening dat de jaarrekeningen onvoldoende inzicht geven in de financiële huishouding van de afgelopen jaren.
De begroting biedt volgens de commissie geen duidelijke toelichting op de lasten en kosten. Zo zijn de beheerslasten in de ogen van de commissie hoog, maar leest de commissie hiervoor geen overtuigende verklaring. Van de activiteitenlasten voor het personeel worden ook weinig details gegeven, waardoor de commissie op basis van de begroting en de toelichting geen inschatting kan maken of er sprake is van fair pay. De financieringsmix leunt sterk op private en publieke fondsen. Daardoor zijn de financiële risico’s niet goed gespreid. Tegen de achtergrond van de kwetsbaarheid van de balans en het onvermogen om tegenvallers op te vangen, vindt de commissie dit kwetsbaar. De commissie stelt vast dat er geen sprake is van coproducenten en dat de publieksinkomsten gering zijn. Bovendien worden de publieksinkomsten aanzienlijk hoger ingeschat dan dat de commissie realistisch acht, kijkend naar de resultaten van de afgelopen jaren. Tg Goed Gezelschap geeft geen onderbouwing van het aangevraagde bedrag, noch in het plan, noch in de toelichting op de begroting.
Blijkens de balans is de financiële huishouding van Tg Goed Gezelschap, naar mening van de commissie, onvoldoende op orde om het vierjarige plan te kunnen voldragen. De commissie constateert dat het eigen vermogen beperkt is. In de begroting ziet de commissie ook niet dat er in de komende jaren eigen vermogen wordt opgebouwd. Tg Goed Gezelschap is volgens de commissie daardoor niet in staat om kleine, laat staan grote tegenvallers zelf op te vangen.
Conclusie
De commissie adviseert de aanvraag van Tg Goed Gezelschap niet te honoreren omdat deze minder dan 10 punten heeft behaald en omdat deze een onvoldoende heeft behaald op het criterium Uitvoerbaarheid.
De aanvraag is beoordeeld binnen de adviescommissie Muziek & Muziektheater.