Stichting Taartrovers Festival

Cultuureducatie
Aangevraagd: € 125.000
Toegekend: € 90.000

Inleiding

Stichting Taartrovers Festival (hierna: Taartrovers) ontwikkelt actieve filmprogramma’s voor jonge kinderen vanaf twee jaar. Het festival richt daarvoor ruimtes in waar kinderen kunnen onderzoeken, spelen, maken met alle zintuigen en zich verwonderen. Taartrovers laat kinderen kennismaken met film en uiting geven aan hun gevoelens, ideeën, beelden en verhalen. Samen met musea, theaters, festivals, scholen, filmeducatiehubs en maatschappelijke organisaties verspreidt Taartrovers haar filmprogramma’s, installaties en kennis.

In de periode 2025-2028 wil Taartrovers de extra aandacht die het al langer heeft voor drie speciale doelgroepen verder uitbreiden: kinderen met een verstandelijke beperking, nieuwkomers met Nederlands als tweede taal en kinderen die doof of slechthorend zijn. Taartrovers wil zijn programma’s de komende jaren goed onder de loep nemen, met het doel ze inhoudelijk beter te laten aansluiten bij de wensen en belevingswereld van deze kinderen. Het is zijn uitdrukkelijke wens om niet voor elke doelgroep een apart programma te maken, maar om de programma’s aantrekkelijk te maken voor alle kinderen samen, ook kinderen die niet in deze doelgroepen passen. 

Daarnaast werkt Taartrovers aan structuren om programma’s beter te verspreiden en onderzoekt het festival hoe het praktische en financiële drempels kan wegnemen voor gezinnen die leven in armoede, kinderen uit kansarme wijken en gezinnen van buiten de Randstad.

Stichting Taartrovers Festival ontvangt een vierjarige subsidie 2021-2024 binnen het Kunstenplan van € 88.359 per jaar (incl. indexatie 2024).

Voor de periode 2025-2028 vraagt de organisatie bij het AFK een bijdrage van gemiddeld € 125.000 per jaar in het kader van het Kunstenplan.

Artistiek belang

De commissie beoordeelt het artistiek belang als voldoende.

Uit het plan komt volgens de commissie een duidelijke artistieke signatuur naar voren.

Taartrovers biedt jonge kinderen hun eerste filmervaring en laat zich inspireren door de ‘100 talen van het jonge kind’: een pedagogische visie die ook tekeningen, film, beweging, muziek en spel rekent tot de talen waarmee kinderen zich kunnen uitdrukken. Die signatuur ziet de commissie overtuigend terug in de activiteiten. In de keuze van de films wordt rekening gehouden met kinderen die (nog) niet of nauwelijks Nederlands spreken. De films bevatten bijvoorbeeld weinig dialoog. Taartrovers biedt  een programma van korte films, dat volgens de commissie zowel kunstzinnig als toegankelijk is en uniek in samenstelling. Voor de commissie spreekt het tot de verbeelding dat kinderen na afloop van het filmprogramma onder begeleiding van gidsen spelenderwijs een ruimte met installaties of landschappen kunnen verkennen. De combinatie van aansprekende films voor een jong publiek en een waardevol naprogramma vindt de commissie onderscheidend.

Het plan past volgens de commissie bij de artistiek-inhoudelijke ervaring en ontwikkeling van Taartrovers in de afgelopen jaren. De organisatie reflecteert hier volgens de commissie helder op en de toekomstige activiteiten bouwen er logisch op voort. Zo worden programma’s als Cinemini en Club Taartrovers voortgezet en worden nieuwe programma’s ontwikkeld in diezelfde lijn, zoals Cineminimaxi. De ambitie om de programma’s in 2025-2028 inhoudelijk aan te passen op de wensen en belevingswereld van kinderen uit de drie specifieke doelgroepen, volgt volgens de commissie overtuigend op de ervaring in 2021-2023, waarin Taartrovers ondervond dat haar programma’s ook voor kinderen uit deze doelgroepen van betekenis zijn.

De commissie is ten dele overtuigd van de artistieke betekenis van Taartrovers voor publiek en stad. Wat Taartrovers teweeg wil brengen voor haar deelnemers is helder; namelijk kinderen zintuiglijke ervaringen laten opdoen en hen uiting leren geven aan hun gevoelens, ideeën, beelden en verhalen. Om overtuigd te zijn dat dit gaat lukken met genoemde artistieke activiteiten, had de commissie meer toelichting willen lezen op de wijze waarop Taartrovers de verbeelding en creativiteit van kinderen aanspreekt. Ook had de commissie al meer inzicht gewild in hoe Taartovers haar aanbod aanpast op kinderen die doof of slechthorend zijn en wat zij nodig hebben om een betekenisvolle filmervaring te hebben. Wel verwacht de commissie dat activiteiten aansprekend zullen zijn voor beoogde deelnemers. 

De artistieke betekenis voor de buurt of stad vindt de commissie niet overtuigend. Taartrovers wil bijdragen aan het welzijn van haar deelnemers, maar ook aan kansengelijkheid en aan meer verbinding in de samenleving. Dit doet ze door er voor alle kinderen te zijn, ook kinderen die nog weinig de kans krijgen om deel te nemen aan culturele activiteiten. De commissie waardeert de ambitie, maar om te overtuigen is deze ambitie nog te breed en mist de commissie een uitwerking die duidelijk maakt hoe Taartrovers dit realiseert met haar activiteiten.

Belang voor de stad

De commissie beoordeelt het belang voor de stad als voldoende.

Het plan geeft een duidelijke visie op het bereik in de stad. Taartrovers wil kinderen kennis laten maken met film en de commissie vindt het sterk dat het festival hen benadert als het publiek van nu, niet als publiek van de toekomst. Komende periode wil Taartrovers haar bereik vergroten (meer kinderen), verlengen (meerdere keren) en verbreden. Die doelen liggen volgens de commissie in elkaars verlengde, zij vindt dat in het plan goed onderbouwd. De verbreding van het bereik hangt samen met de focus op drie doelgroepen in het bijzonder: kinderen met een verstandelijke beperking, nieuwkomersgezinnen met jonge kinderen en kinderen die doof- of slechthorend zijn. Taartrovers heeft volgens de commissie dankzij research goed inzicht in de bestaande en potentiële doelgroepen. De organisatie noemt dat zij rekening wil houden met behoeften van deze kinderen, maar maakt in het plan niet duidelijk op welke manier dat gebeurt. Hierdoor is de commissie niet overtuigd van in hoeverre het aanbod aansluit op de behoeften van deze doelgroepen en wat het teweegbrengt bij de doelgroep. 

De commissie vindt de omvang van het beoogde bereik passend bij de meeste activiteiten. Maar het plan kondigt ook een grote expositie aan, de Lichtspeelplaats, voor kinderen tussen de drie en zeven jaar. Taartrovers bereikte hiermee in Duitsland een groot publiek en beoogt er in Amsterdam in 2026 ruim tienduizend deelnemers mee te bereiken. Om te beoordelen of dit bereik passend is bij deze activiteit, had de commissie graag meer toelichting gezien op de invulling van de activiteit. De aanpak voor het beoogde bereik is voor de commissie niet volledig realistisch. Positief is de commissie over de actieve communitybuilding waarin Taartrovers investeert, onder andere met Club Taartrovers voor nieuwe gezinnen in Noord. Dat vindt de commissie een passende aanpak om publiek te bereiken en ook de acties in publiciteit dragen bij aan een realistisch beoogd bereik. Taartrovers bereikt publiek via partners en de inzet van onder meer social media, posters en flyers. Omdat met de Lichtspeelplaats zo’n forse ambitie in bereik samenhangt, had de commissie meer willen lezen over een gerichte aanpak. Eventuele partners hadden dit meer zekerheid kunnen geven, maar de expositie moet nog onder de aandacht gebracht worden van musea en cinematheken.

Volgens de commissie draagt Taartrovers bij aan de spreiding van het culturele aanbod en publieksbereik in de stad. Activiteiten van Taartrovers vinden hoofdzakelijk plaats in Noord en daarnaast in Nieuw-West. De commissie vindt de activiteiten een logisch vervolg op eerdere ervaringen, aangezien Taartrovers al jarenlang actief is in Noord en de afgelopen twee jaar ook in Nieuw-West. De geplande activiteiten zijn in het plan concreet benoemd, al leest de commissie in het plan niet waarom Taartrovers zich expliciet op deze twee stadsdelen richt. Wel oordeelt de commissie dat er draagvlak voor de activiteiten is, doordat Taartrovers goede lokale samenwerkingspartners aan zich weet te binden. In Noord werkt Taartrovers onder andere met Eye Filmmuseum, Cinedans en Lijm-lab, en in Nieuw-West met Cinema de Vlugt. 

Diversiteit & Inclusie

De commissie beoordeelt de bijdrage aan diversiteit en inclusie als goed.

Uit het plan spreekt volgens de commissie een overtuigende visie op diversiteit en inclusie. Volgens de commissie hanteert Taartrovers een inclusieve benadering, aangezien de organisatie de aandacht heeft voor kinderen die nog weinig kans krijgen om deel te nemen aan culturele activiteiten. Taartrovers vindt het daarbij van belang dat nieuwkomers een plek vinden waar ze zich welkom en geborgen voelen en waar ze de kans krijgen om deel te nemen aan cultuur. De commissie vindt deze visie overtuigend. Ook is de commissie positief over de aandacht voor sociaal-economische kansengelijkheid en voor kinderen met een verstandelijke beperking. 

Reflecterend op diversiteit en inclusie benoemt Taartrovers transparant wat er in de afgelopen jaren niet is gelukt en wat de organisatie hiervan leerde. Zo bleek de aanpak om kinderen van tien jaar als filmadviseur te laten meedenken over het programma voor jongere kinderen geen succes, omdat zij te ver afstonden van de jongere doelgroep. De commissie waardeert het dat de samenstelling van de filmprogrammering alsnog diverser is geworden dankzij de inbreng van ouders, kinderen en gastdocenten van Club Taartrovers. Ook zijn er goede stappen gezet in de  diverse samenstelling van het team door de aanstelling van twee nieuwe teamleden die naar eigen zeggen een nieuwkomersachtergrond hebben. De doelstelling van Taartrovers om dit beleid voort te zetten vindt de commissie echter weinig concreet. Behalve op het vlak van personeel vindt ze daarnaast dat doelstellingen voor de toekomst weinig zichtbaar voortkomen uit eerdere ontwikkelingen. Wel ziet de commissie dat de organisatie door het plan heen verschillende sterke keuzes maakt ten aanzien van aanbod, bereik en organisatie. Zo vindt de commissie het overtuigend dat Taartrovers in het aanbod voor films kiest waarin kinderen met allerhande achtergronden zich gerepresenteerd voelen. Ook de keuze voor specifieke doelgroepen - kinderen met een verstandelijke beperking, nieuwkomers met Nederlands als tweede taal en kinderen die doof of slechthorend zijn - vindt de commissie blijk geven van een overtuigende visie op diversiteit en inclusie, juist omdat Taartrovers ervoor kiest om in activiteiten alle kinderen samen te brengen, met of zonder verstandelijke beperking. Taartrovers kiest hierbij voor passende partners, waaronder Stichting de Vrolijkheid en het kenniscentrum In gebaren. 

De aanpak om de doelstellingen ten aanzien van diversiteit en inclusie te verwezenlijken vindt de commissie concreet, overtuigend en realistisch. Taartrovers benoemt volgens de commissie duidelijke en haalbare stappen in aanbod en bereik. Zo treft Taartrovers praktische maatregelen om het aanbod toegankelijk te maken voor de diverse doelgroepen, met aangepaste toegangsprijzen, prikkelarme tijdsblokken en ondersteuning bij vervoer. 

De commissie vindt de keuze voor een gespecialiseerd wervingsbureau een goede aanpak voor meer bestuurlijke diversiteit. De commissie vindt het een overtuigende aanpak om de diverse samenstelling van het eigen team te vergroten door te werven binnen de nieuwkomerscommunity (Club Taartrovers).

Uitvoerbaarheid

De commissie beoordeelt de uitvoerbaarheid als voldoende.

Uit het plan spreekt volgens de commissie een overtuigende visie op de bedrijfsvoering. Taartrovers werkt sinds 2021 als een collectief van zzp’ers, dat in een platte organisatievorm de koers bepaalt en het werk verdeelt. Deze bedrijfsmatige keuze is volgens de commissie helder onderbouwd met de wens van Taartrovers om flexibel te blijven en daarnaast te profiteren van de ervaring en het netwerk van teamleden die ook elders opdrachten uitvoeren. De aandacht voor sociale veiligheid vindt de commissie positief en blijkt bijvoorbeeld uit het buddysyteem voor alle teamleden en een externe aandachtfunctionaris/vertrouwenspersoon voor persoonlijke begeleiding. De commissie vindt dat duidelijk wordt toegelicht hoe Taartrovers de principes uit de Governance Code Cultuur toepast. Zo worden jaarplannen en jaarverslagen opgesteld en jaarlijks door de raad van toezicht goedgekeurd, is er een reglement voor de rvt en zijn er jaarlijks vaste vergadermomenten met de toezichthouders. De commissie vindt het daarnaast positief dat Taartrovers aandacht heeft voor duurzaam ondernemen en het minimaliseren van klimaatimpact. Ze is echter kritisch op de toepassing van fair pay, omdat Taartrovers vanuit het oogpunt van gelijkgestemdheid en solidariteit voor iedereen hetzelfde uurtarief hanteert. De commissie vindt dat de organisatie hiermee expertise en ervaring tekortdoet en als gevolg daarvan vindt ze het uurtarief voor sommige functies laag. 

De commissie vindt de visie op de bedrijfsvoering logisch voortkomen uit de reflectie op de periode 2021-2023, waarin de vernieuwde organisatiestructuur is doorgevoerd en een geheel nieuwe raad van toezicht is aangesteld. Positief vindt de commissie dat Taartrovers na deze wisseling aandacht heeft besteed aan een goed georganiseerd inwerkproces, om de continuïteit binnen de groep freelancers zoveel mogelijk te borgen. Vanuit daar vindt de commissie het duidelijk dat Taartrovers de komende jaren wil werken aan uitbreiding met flexibele freelancers rondom het collectief, om de werkdruk te verlagen en meer activiteiten uit te kunnen voeren. De organisatie blijft hierdoor flexibel, dat vindt de commissie verstandig. 

Het plan toont volgens de commissie dat Taartrovers aandacht heeft voor mogelijke risico's en hoe ze deze wil beheersen, waaronder financiële kwetsbaarheid als gevolg van een sterke afhankelijkheid van eenjarige subsidies. De commissie vindt het overtuigend dat Taartrovers zich in 2025-2028 financieel minder kwetsbaar wil maken en vindt het in dat licht een verstandige keuze om voor de producties over te stappen van recettes naar uitkoopsommen. Ze vindt het positief dat Taartrovers hiermee kiest voor meer garantie en minder risico in de uitvoering van haar activiteiten. 

De commissie vindt het plan voor de activiteiten 2025-2028 realistisch en uitvoerbaar in organisatorisch opzicht. Taartrovers beschikt volgens de commissie over een ervaren team van medewerkers met de juiste expertise en een breed netwerk van partners. In combinatie met een bewezen trackrecord van succesvolle projecten en de beoogde uitbreiding van de flexibele schil vindt de commissie het aannemelijk dat de voornemens de komende vier jaar gerealiseerd kunnen worden. 

In financieel opzicht vindt de commissie het plan minder concreet en realistisch. Zo is de financiële positie van de organisatie volgens de commissie niet sterk en brengt dit de uitvoering van de plannen mogelijk in gevaar. Taartrovers beschikt over een relatief klein eigen vermogen, waardoor het in beperkte mate in staat is om financiële tegenvallers op te vangen. Hoewel de liquiditeitspositie de afgelopen jaren iets is verbeterd, blijft deze volgens de commissie een aandachtspunt. De begroting is volgens de commissie gedeeltelijk passend bij de geplande activiteiten. Zo vindt de commissie het niet logisch dat kosten voor de expositie Lichtspeelplaats over de gehele periode 2025-2028 zijn opgenomen, terwijl deze gepland staat om in 2026 in Amsterdam plaats te vinden. Dat er daarnaast aan de batenkant nog geen bevestigingen zijn over afname van de expositie door musea of cinematheken, brengt volgens de commissie onzekerheid met zich mee. 

Om de kosten te dekken zet Taartrovers in op een financieringsmix met inkomsten uit publieke subsidies, private middelen, sponsorinkomsten en publieksinkomsten. De financiering is daarmee voldoende gespreid, al maakt de organisatie zich iets meer afhankelijk van publieke subsidies dan in de vorige periode. Behalve de meerjarige aanvraag bij het AFK zet Taartrovers namelijk voor een groot deel in op meerjarige subsidie van het Fonds voor Cultuurparticipatie. De commissie is kritisch over de hogere gevraagde bijdrage bij het AFK (ten opzichte van het vorige Kunstenplan) in relatie tot het aantal Amsterdamse activiteiten. De commissie vindt het onvoldoende inzichtelijk hoe de verhouding van activiteiten in Amsterdam en daarbuiten zich vertaalt naar de baten en lasten. De inkomsten die zijn gerelateerd aan de landelijke prestaties, zijn volgens de commissie verhoudingsgewijs laag ten opzichte van de inkomsten gerelateerd aan de Amsterdamse prestaties. 

Conclusie

De commissie adviseert op grond van bovenstaande overwegingen de aanvraag van Stichting Taartrovers Festival gedeeltelijk te honoreren met een bedrag van € 90.000 per jaar. Dat is een continuering van het huidige bedrag en ligt lager dan het gevraagde subsidiebedrag, omdat de commissie de verhoogde gevraagde bijdrage niet goed vindt gemotiveerd. Zo vindt ze het onvoldoende inzichtelijk hoe de verhouding van activiteiten in Amsterdam ten opzichte van daarbuiten zich vertaalt naar de baten en lasten. Daarbij komt dat de activiteit van de expositie Lichtspeelplaats in 2026 volgens de commissie onzekerheden met zich meebrengt ten aanzien van bereik en financiering. 

De aanvraag is beoordeeld binnen de adviescommissie Cultuureducatie. 

Adviseur Hugo van den Hoek Ostende heeft niet deelgenomen aan de beraadslaging van dit advies.