Stichting 't Barre Land

Theater
Aangevraagd: € 85.000
Toegekend: € 0

Inleiding

Het Amsterdamse toneelspelersgezelschap ’t Barre Land speelt repertoiretoneel voor de kleine zaal in Nederland en België. Het gezelschap is gefascineerd door denkpatronen en hanteert naar eigen zeggen een lichtvoetige en driftmatige speelstijl. Het gezelschap ziet toneel als oefening in vrijheid van denken. ’t Barre Land heeft een lange verbintenis met Frascati, waar de reguliere voorstellingen worden gespeeld en werkt met Discordia samen in het maandelijkse programma De Republiek in de Balie. Daarnaast gaat ’t Barre Land een nieuwe duurzame samenwerking aan met Perdu. Elk seizoen wordt daar geopend met het studiowerk À la Recherche in Perdu: een periode van onderzoek en experiment waarin verschillende toneelspelers, schrijvers en kunstenaars worden uitgenodigd. Met het betrekken van zowel nieuwe jonge makers als ouwe rotten in het vak en alles wat daartussen zit, past ’t Barre Land op deze wijze talentontwikkeling toe, zo schrijft de aanvrager. 

Het dramaturgische idee onder de plannen voor 2025-2028 richt zich op drie ‘vluchtlijnen’, die de plannen inhoudelijk verbinden: verbondenheid tussen culturen, de natuur en de kunst zelf. De activiteiten verdeelt ’t Barre Land onder in Ensemblewerk, À la Recherche en ’t Barre Land presenteert (werktitel). In de komende periode maakt ’t Barre Land vier voorstellingen met het vaste ensemble van vier spelers, die vallen onder Ensemblewerk. À la Recherche overkoepelt het jaarlijks terugkerende onderzoek met een wisselend ensemble van negen spelers/kunstenaars, waarmee ieder seizoen geopend wordt. Als belangrijk onderdeel hiervan benoemt het ensemble het ontsluiten van Arabisch repertoire. Onder ’t Barre Land presenteert (werktitel) brengt het ensemble vier kleinschalige projecten uit, onder andere Kartini en Modern Nature.  

’t Barre Land ontvangt geen meerjarige subsidie binnen het Kunstenplan 2021-2024.

Voor de periode 2025-2028 vraagt de organisatie bij het AFK een bijdrage van gemiddeld € 85.000 per jaar in het kader van het Kunstenplan.

Artistiek belang

De commissie beoordeelt het artistiek belang als zwak.

De commissie heeft waardering voor de eigen en onderscheidende signatuur van  ’t Barre Land. Deze is te herkennen in het gebruik van diverse inspiratiebronnen van voornamelijk schrijvers, maar ook bijvoorbeeld sociologen en filosofen die de invalshoeken formeren voor het te onderzoeken materiaal. Dit uit zich op het toneel in een geheel eigen speelstijl, gekenmerkt door luchtigheid en virtuositeit. Hoe de uitvoerig beschreven, interessante inspiratiebronnen een vertaling krijgen naar voorstellingen die tot de verbeelding spreken ziet de commissie echter nog niet uit het plan naar voren komen. Het repertoire-onderzoek in À la Recherche is passend bij de artistieke werkwijze van het gezelschap, maar over hoe dit het eigen werk en de artistieke signatuur beïnvloedt, had de commissie graag meer willen lezen.

Het ontsluiten van Arabisch repertoire vindt de commissie interessant, maar niet sterk artistiek gemotiveerd, temeer omdat het ensemble hier weinig bekend mee is. De opzet van deze activiteiten zal volgens de organisatie eenvoudig zijn, maar de commissie mist daarbij een meer concrete uitwerking. De kleinschalige voorstellingen Kartini, Modern Nature, Dwaalwegen en EGO vindt de commissie daarentegen wel aansprekend, mede door de betrokken makers Isabelle Houdtzagers en Yorke MulderBhangoo, die beiden vanuit hun biculturele achtergrond een nieuw perspectief op het repertoireonderzoek toevoegen. Zo spiegelt Houdtzagers zich bijvoorbeeld aan schrijfster Raden Adjeng, voorvechtster van vrouwenrechten en oprichtster van de eerste meisjesschool in Indonesië. Een in Nederland onbekende naam, maar een nationale heldin in Indonesië. 

De commissie vindt dat het plan weinig inzicht geeft in hoe de voornemens zich verhouden tot waar ’t Barre Land vandaan komt, en hoe het artistiek daarop voortbouwt of zich verhoudt tot eerder repertoire onderzoek.

De commissie vindt de artistieke betekenis voor het publiek beperkt. De producties veronderstellen veel voorkennis, waarmee volgens de commissie het werk een geoefend, toneelminnend publiek zal aanspreken. De commissie herkent echter niet wat ’t Barre Land bij het beoogd publiek teweeg wil brengen. Zo wordt uitgeweid over diverse schrijvers, maar niet duidelijk is hoe dit voor het publiek op aantrekkelijke wijze op het podium wordt gebracht. In het studiowerk werkt het ensemble met verschillende toneelspelers, schrijvers en kunstenaars en deelt repertoireonderzoek met het publiek. Hoe het onderzoek als het getoond is en nog niet ‘af’ hoeft te zijn van artistieke betekenis is voor het publiek, komt eveneens niet uit het plan naar voren.   De commissie herkent wel enige artistieke betekenis voor de stad in het repertoireonderzoek en de samenwerking daarbij met Perdu. Maar de commissie vindt dit niet stevig verankerd in de stad omdat er weinig nieuwe partners zijn om verschillende werelden en perspectieven te betrekken. Wel noemt ’t Barre land voor het ontsluiten van het Arabische repertoire logische partners als Podium Mozaïek, Mezrab en El Hizjra, waarmee de artistieke betekenis voor de stad verbreed kan worden. Met hen zijn echter geen concrete afspraken gemaakt waarmee de commissie de artistieke betekenis voor de stad niet overtuigend aanwezig vindt.  

Belang voor de stad

De commissie beoordeelt het belang voor de stad als onvoldoende.

De commissie ziet in het plan geen duidelijke en onderbouwde visie op het bereik in de stad. De beoogde doelgroepen vindt de commissie weinig uitgewerkt. ’t Barre Land beschrijft als doelgroepen ‘theaterbezoekers’ en ‘mensen met literaire, maatschappelijke en filosofische interesse die niet of nauwelijks naar het theater gaan’. Behalve de mensen die niet of nauwelijks naar het theater gaan, is de commissie van mening dat deze beschreven doelgroepen voornamelijk overeenkomen met publiek dat ’t Barre Land al bereikt. Daarnaast vindt de commissie de doelgroepen zeer generiek uitgewerkt in jongeren, studenten en ouderen. Enkel bij een aantal specifieke projecten onderscheidt het plan een nieuwe doelgroep: publiek met een niet-westerse of biculturele achtergrond.

De commissie is niet overtuigd dat de aard en omvang van het publieksbereik aansluiten op het plan. ’t Barre Land erkent geen groot bereik te hebben en wil daar stappen in maken. Het feit dat het beoogd aantal activiteiten lager ligt dan in voorgaande periode vindt de commissie niet passend bij de ambitie van ‘t Barre Land om vaker te spelen en zo meer publiek te trekken.  

De marketingaanpak is in de ogen van de commissie zeer beperkt en niet realistisch om de beoogde nieuwe doelgroepen te bereiken. Met welke middelen of via welke kanalen ’t Barre Land de beoogde doelgroep met een niet-westerse of biculturele achtergrond wil bereiken is bijvoorbeeld niet duidelijk. ’t Barre Land zegt duurzame relaties aan te willen gaan en te onderhouden met het publiek en ziet het als zijn taak content te bieden om drempels voor het publiek te verlagen. Deze content wordt gebracht in de vorm van Facebookadvertenties, nieuwsbrieven, de website en via teasers, waarmee in de ogen van de commissie wel het bestaande publiek bereikt wordt, maar overtuigt niet dat daarmee ook nieuw publiek bereikt zal worden.   

’t Barre Land geeft aan dat geen van de activiteiten plaatsvindt in de stadsdelen Nieuw-West, Noord of Zuidoost. Op basis daarvan stelt de commissie vast dat de activiteiten van ’t Barre Land niet bijdragen aan spreiding van het culturele aanbod in deze stadsdelen. Het gezelschap wil in de komende jaren op het gebied van spreiding actiever beleid ontwikkelen. Maar uit de zinsnede ‘als Perdu in Noord, Zuidoost of Nieuw-West zou staan, zou dat perfect zijn voor de spreiding. Maar Perdu staat in het Centrum’, herkent de commissie geen intrinsieke motivatie op dat gebied en de commissie ziet hier ook geen ambitie voor in het plan.

Diversiteit & Inclusie

De commissie beoordeelt de bijdrage aan diversiteit en inclusie als zwak.

De commissie vindt dat er sprake is van weinig visie op diversiteit en inclusie in het plan. ’t Barre Land schrijft dat het alleen inspanningen verricht op de gebieden waar het gezelschap rechtstreeks invloed op heeft. Hoe ’t Barre Land daarmee wil bijdragen aan, zoals het zelf schrijft, ‘een grotere bewustwording bij de theaterzalen of het publiek’, is beperkt uitgewerkt. ’t Barre Land zegt onder meer de samenwerking met kunstenaars met diverse achtergronden uit afgelopen periode ook in komende periode voort te zetten en niet-westers repertoire in het programma te willen opnemen. Temeer in het licht van de stevige kritiek in het advies over de aanvraag voor het Kunstenplan 2021-2024 had de commissie meer reflectie verwacht en meer willen lezen over de stappen die in afgelopen periode zijn gemaakt, waar doelstellingen logisch uit voortvloeien. 

De commissie vindt dat er een beperkte aanpak voor diversiteit en inclusie in aanbod, bereik en organisatie in het plan te lezen is. In de kleinschalige projecten Kartini en EGO snijdt ’t Barre Land thema’s als het koloniale verleden en biculturaliteit aan. Hiermee maakt ’t Barre Land te waarderen stappen om meer diversiteit te bewerkstelligen in het aanbod. De commissie ziet ook in het voornemen om meer Arabisch repertoire te ontsluiten een opening om hier stappen in te maken. Omdat de organisatie hier geen achtergrond in heeft, had de commissie echter verwacht dat  ’t Barre Land de in het plan genoemde deskundige partners in de stad Mezrab en El Hizjra, hier voor komende periode al wel in had betrokken.

Welke stappen ’t Barre Land verder op het gebied van een divers bereik en in de eigen organisatie wil maken, worden niet beschreven.

Uitvoerbaarheid

De commissie beoordeelt de uitvoerbaarheid als zwak. 

De commissie ziet weinig visie op de bedrijfsvoering in het plan. Wel geeft ’t Barre Land enig inzicht in stappen die gemaakt zijn op het gebied van de bedrijfsvoering, die de commissie waardevol vindt. Zo is er een zakelijk leider aangesteld en een grotere scheiding tussen zakelijke en artistieke verantwoordelijkheid aangebracht. Voor de zakelijke processen zijn procedures en controlemechanismen geïmplementeerd en in het kader van de Governance Code Cultuur is onder andere het bestuursreglement aangepast. Dit vindt de commissie een goede ontwikkeling. Wel mist de commissie aandacht voor de bedrijfsmatige betekenis van het feit dat het gezelschap als collectief werkt. Zo reflecteert het plan summier op onderlinge taakverdeling en afbakening van taken, met name in het gezelschap zelf. 

De commissie leest weinig reflectie op de toepassing van de Fair Practice Code, al is duidelijk dat ’t Barre Land de cao Toneel en Dans hanteert en met het aanstellen van een vertrouwenspersoon stappen maakt op het gebied van sociale veiligheid, waarvoor in de komende periode een protocol wordt opgesteld. 

De commissie is kritisch op het ontbreken van een reflectie op de risico’s, temeer omdat de conceptrealisatie 2023 tegenvallende resultaten laat zien. De commissie ziet in het plan nu geen concrete aanpak terug op hoe de organisatie met tegenvallers omgaat.  

De commissie krijgt uit het plan weinig vertrouwen in de uitvoerbaarheid op organisatorisch niveau. Het voornemen om meer te spelen met een kleine bezetting is op zichzelf een logische keuze om de druk op de organisatie te verlichten en kosten te drukken. Het plan geeft echter geen duidelijke strategie voor de verkoop van deze voorstellingen, wat des te belangrijker is omdat ’t Barre Land zelf aangeeft dat de landelijke speelplekken afnemen. 

Ook plaatst de commissie kanttekeningen bij de financiële haalbaarheid van het plan. Ze vindt de financiële positie van ’t Barre Land zorgwekkend. De organisatie heeft een negatief eigen vermogen en dat brengt een risico met zich mee om het plan voor komende periode te dragen. Daarnaast plaatst de commissie kanttekeningen bij het realisme van de begroting. Met name de publieksinkomsten voor komende periode worden zeer positief ingeschat ten opzichte van voorgaande periode, hetgeen de commissie onvoldoende onderbouwd vindt. De financieringsmix vindt de commissie passend gespreid over diverse inkomstenbronnen, als publieksinkomsten, private en publieke fondsen en coproductiebijdragen waarmee risico’s worden gespreid. Wel vindt de commissie binnen de financieringsmix de mate afhankelijkheid van publieke fondsen risicovol.

Conclusie  

De commissie adviseert de aanvraag van ’t Barre Land niet te honoreren omdat deze tien of minder punten heeft behaald.  

De aanvraag is beoordeeld binnen de adviescommissie Theater.