Stichting Rozenstraat 59

Beeldende kunst en creatieve industrie
Aangevraagd: € 210.000
Toegekend: € 210.000

Inleiding

Als een van de laatste onafhankelijke ruimtes voor hedendaagse kunst in het centrum van Amsterdam, is Stichting Rozenstraat 59 (hierna Rozenstraat) een levendige plek voor verdieping en ontmoeting. Rozenstraat ondersteunt en stimuleert kunstenaars met een reeds gedefinieerde kunstpraktijk bij het maken van nieuwe stappen in hun carrière en brengt vergeten pioniers opnieuw onder de aandacht. Met solotentoonstellingen, langlopende samenwerkingen en een dynamisch en verdiepend randprogramma presenteert Rozenstraat het werk van deze kunstenaars op een toegankelijke wijze aan haar bezoekers. Mid-career kunstenaars worden bij Rozenstraat gestimuleerd om onbekende terreinen te verkennen. Rozenstraat kiest doelbewust voor solopresentaties omdat deze voor haar essentieel zijn bij de ontplooiing van de individuele kunstenaarspraktijk. Daarnaast is het voor Rozenstraat noodzakelijk voor de doorstroming en een sterke positionering van de kunstenaar in de kunstwereld. Rozenstraat ondersteunt en stimuleert de kunstenaar en onderscheidt zich door in samenwerking met hem/haar nieuw werk te produceren. Zo draagt ze actief bij aan hun artistieke ontwikkeling. Samenwerking en verbinding zijn voor het grote verhaal onmisbaar. Rozenstraat trekt daarom op met collega-instellingen in Amsterdam.

In de komende periode blijft de focus bij Rozenstraat gericht op ‘identiteit in een veranderende samenleving’. Vanuit dit vertrekpunt geeft ze aandacht aan een serie onderwerpen die nu wellicht relevanter zijn dan ooit. De kunstenaars die Rozenstraat presenteert, kaarten vaak grotere maatschappelijke thema’s aan, maar doen dit in vrijwel alle gevallen vanuit een eigen en persoonlijk perspectief. Rozenstraat blijft werken met haar vaste team, maar heeft Christina Li gevraagd om Rozenstraat de komende periode te versterken. Aan de tentoonstellingen die de komende jaren gepland zijn liggen noties van womanhood en de female gaze ten grondslag. Rozenstraat presenteert het werk van Buhlebezwe Siwani, AnnaMaria Pinaka, Moniek

Toebosch, Kinke Kooi, Nan Hoover, Julika Rudelius, Paloma Polo, Annie Abrahams, Müge Yilmaz, Geo Wyex, Kan Xuan en Martine Neddam. Vanuit een eigen, vaak persoonlijke positie, verkennen en bevragen deze kunstenaars hun spirituele, sociaalculturele, seksuele, queer of feministische identiteit. Ze rekken deze op en doorbreken zo persoonlijke én maatschappelijke grenzen. Ook agendeert Rozenstraat vier R Projects die een directe link hebben met Amsterdam en plaatsvinden in de publieke ruimte.

Rozenstraat ontvangt geen meerjarige subsidie binnen het Kunstenplan 2021-2024.

Voor de periode 2025-2028 vraagt de organisatie bij het AFK een bijdrage van gemiddeld € 210.000 per jaar in het kader van het Kunstenplan.

Artistiek belang

De commissie beoordeelt het artistiek belang als zeer goed.

Rozenstraat heeft volgens de commissie in haar jonge bestaan een heldere artistieke identiteit ontwikkeld en presenteert een goed doordacht programma. Rozenstraat is een van de laatste onafhankelijke ruimtes voor de presentatie van hedendaagse beeldende kunst in het centrum van Amsterdam. Performance- en videokunst met identiteit(svorming) in een veranderende samenleving vormen de invalshoek voor de artistieke lijn van Rozenstraat en die is volgens de commissie daarmee goed afgebakend. Zij vindt dat Rozenstraat daarmee een uitgesproken onderscheidende artistieke identiteit heeft.

De artistieke lijn is zeer zorgvuldig vertaald in programmalijnen met aandacht voor pluraliteit, context, verleden, heden en toekomst. In het nieuwe programma voor de komende periode staat identiteit in een veranderende samenleving centraal, waarin klimaatverandering, migratie, oorlog en politieke verrechtsing behandeld zullen worden. Dat vindt de commissie sterke thema’s, die verbonden zijn met de actualiteit. De (internationale) kunstenaars die door Rozenstraat zijn geselecteerd, zijn allen verbonden aan Nederland, hebben internationale zeggingskracht, vallen buiten de mainstream en worden vaak voor het eerst op deze manier gepresenteerd in Nederland. De persoonlijke thema’s van de kunstenaars voor deze tentoonstellingen hebben veelal een focus op womanhood, female gaze en queer perspectief. De commissie constateert dat er sprake is van een goede selectie van mid-career kunstenaars én pioniers van weleer die enigszins zijn vergeten. Rozenstraat wil hen opnieuw onder de aandacht brengen, en hun kunstenaarspraktijk verder helpen ontwikkelen door niet alleen bestaand werk te tonen maar ook in samenwerking nieuw werk te produceren en te presenteren middels solotentoonstellingen. Dat vindt de commissie een spannende keuze omdat Rozenstraat daarbij niet kiest voor een terugblik of oeuvre presentatie, maar kunstenaars binnen een thematisch kader uitnodigt tot nieuw werk. 

De commissie ziet een duidelijke lijn met de ervaringen uit de afgelopen jaren. Zo heeft Rozenstraat een goede samenhang weten te creëren tussen de hoofdtentoonstelling, het randprogramma, de slow curated R projects en de kleinschalige Rosebud- tentoonstellingen. Ze ziet hierin een sterke ontwikkeling van het curatorschap van Rozenstraat.

Uit de werkwijze van Rozenstraat spreekt veel bewustzijn van en aandacht voor wat ze bij het publiek teweeg wil brengen. Met de tentoonstellingen wil Rozenstraat de bezoeker door de ogen van de kunstenaar kennis laten maken met nieuwe perspectieven op de samenleving, en de ideeën en relatie ten opzichte van de ander verbreden. Ze kaart daarbij maatschappelijke thema's aan, met een in- en outsider perspectief. Dit gebeurt met soms schurende en tegendraadse perspectieven en methoden om deze thema's duiding te geven.

Bij de solotentoonstellingen is altijd een randprogramma aanwezig, geschikt voor meerdere doelgroepen. Hierin worden de ideeën en inspiraties van de tentoonstellende kunstenaar in een bredere en hedendaagse context geplaatst aan de hand van activiteiten als Jeffrey’s Cinema, leesgroepen, essays en een salon. De randprogramma’s vindt de commissie doordacht en origineel. Ze worden steeds geactualiseerd en vergroten daarmee de toegankelijkheid van het hoofdprogramma van Rozenstraat. De informele middagen met schrijvers, wetenschappers en denkers zorgen volgens de commissie voor verdieping voor de bezoeker, maar ook een verrijking voor de kunstenaar doordat het de interactie tussen publiek en kunstenaars stimuleert.   

Midden in de stad, maar buiten de museummuren, brengt Rozenstraat met name voor geëngageerd kunstpubliek daarmee een eigenzinnig verdiepend programma, vindt de commissie. Rozenstraat heeft zich op deze wijze volgens de commissie ook een belangrijke positie verworven in het ecosysteem van kunstorganisaties en activiteiten in Amsterdam. 

Daaraan draagt bij dat Rozenstraat serieus werk maakt van samenwerkingen in de stad. De samenwerkingen met lokale Amsterdamse instellingen (Jordaanmuseum, Loesje, Queer Currents, Doopsgezinde Gemeenschap) zijn erop gericht om diverse historische en cultuurachtergronden buiten de kunstsector te belichten. De commissie ziet dat Rozenstraat goed is ingebed in de culturele infrastructuur van de stad en onderdeel vormt van regionale en nationale ketens.

Belang voor de stad

De commissie beoordeelt het belang voor de stad als voldoende.

De commissie leest in het plan een weloverwogen visie op het bereik in de stad. Rozenstraat reflecteert goed op de afgelopen jaren en laat zien dat ze weet, waar haar kracht ligt en wat er nodig is om het publieksbereik, met ook de startende kunstbezoeker, aan te spreken en verder uit te bouwen. Rozenstraat heeft voor zichzelf in het plan vijf doelgroepen geïdentificeerd; kunstprofessionals, kunststudenten, ervaren (beeldende) kunstliefhebbers, avontuurlijke kunst & cultuurbezoeker en de startende kunstbezoeker. De doelstellingen voor bereik in de stad vindt de commissie helder geformuleerd. Rozenstraat wil toegankelijk zijn, een plek waar je je als bezoeker welkom voelt. Naar eigen zeggen bereikt Rozenstraat drie doelgroepen al goed, en twee betreffen nieuwe doelgroepen. Ze richt zich sinds haar bestaan succesvol op de ervaren en (pre)professionele kunstliefhebber. Ze geeft in het plan overtuigend aan hoe ze de startende kunstbezoeker wil aantrekken, in samenwerking met Prospekt en Queer Currents. Rozenstraat maakt gebruik van het Audience Development Model van The Audience Agency en is zich daarmee zeer bewust van welk onderdeel voor welk publiek interessant kan zijn. Daarnaast gebruikt ze ditisonspubliek.nl om het de verschillende mate van betrokkenheid van het publiek te benoemen. Rozenstraat heeft hiermee volgens de commissie een uitstekend instrumentarium om op het gerealiseerde publieksbereik te reflecteren. De commissie vindt dat Rozenstraat het afgelopen jaar, onder meer door de toekenning van subsidie door het AFK vanuit de regeling Ontwikkeling, een grote stap heeft gemaakt bij het vernieuwen en completeren van een samenhangend marketing- en communicatiebeleid. De implementatie ervan is, zo constateert de commissie, nog in volle gang en zal zich in de komende periode moeten bewijzen. Sinds 2024 wordt samengewerkt met een communicatiemedewerker. Er zijn actieplannen om de groep bezoekers te vergroten met betaalde campagnes en het gebruik van korte videoregistraties van de shows die Rozenstraat op de website en sociale mediaaccounts wil plaatsen. Het gekozen mediabereik vindt de commissie passend voor de doelgroepen. 

Rozenstraat is gevestigd in het centrum. Rozenstraat geeft aan dat geen van de activiteiten plaatsvinden in de stadsdelen Nieuw-West, Noord of Zuidoost. Op basis daarvan stelt de commissie vast dat de activiteiten van Rozenstraat niet bijdragen aan spreiding van het culturele aanbod in deze stadsdelen.

Diversiteit & inclusie

De commissie beoordeelt de bijdrage aan diversiteit en inclusie als goed.

De commissie vindt dat het plan van Rozenstraat leest als een visie op diversiteit en inclusie. Rozenstraat formuleert weliswaar geen expliciete visie op diversiteit en inclusie, maar de commissie herkent deze wel in de uitgangspunten, overtuigingen en uitwerking in het plan. Zij typeert Rozenstraat daarom in positieve zin als ‘onbewust bekwaam’. Rozenstraat buigt zich de komende jaren over identiteit en acceptatie in een veranderende samenleving. Ze adresseert thema’s als eigenwaarde en bevraagt identiteit in relatie tot de ander. De nadruk legt zij daarbij op het perspectief van vrouwen en van queer mensen, soms ook in samenhang met culturele diversiteit. Voor Rozenstraat begint verandering op gebied van diversiteit en inclusie bij het samenstellen van een meerstemmig team. De commissie ziet hierin een intrinsieke motivatie voor een duurzame verandering, die voorbij incidentele aanpassingen in programma gaat. De afgelopen jaren heeft Rozenstraat hierin al stappen gezet, met een extra curator en galeriemanager met een biculturele achtergrond. De commissie vindt dat ze hierin zorgvuldig te werk is gegaan. Curatoren worden niet uitgenodigd om een programma over hun achtergrond te maken, maar ze krijgen de ruimte om het perspectief dat aan hun achtergrond verbonden is te verwerken in een curatoriaal concept. De commissie vindt dat Rozenstraat scherp reflecteert en kritisch naar zichzelf kijkt. Rozenstraat toont in haar ogen bewustzijn voor de urgentie om een breder inzicht en extra expertise te ontwikkelen op het gebied van diversiteit. Ze doet enkele concrete voorstellen om kennis te vergroten, zowel door samenwerking met partners als door het volgen van opleidingen. De commissie vindt deze plannen in verhouding staan tot de jonge en kleine organisatie die Rozenstraat is. 

De commissie vindt het plan van aanpak om diversiteit en inclusie te vergroten grotendeels overtuigend. Het programma voor de komende jaren bestaat volledig uit vrouwelijke en queer kunstenaars, waarvan sommigen ook een cultureel diverse achtergrond hebben. Inhoudelijk nemen deze kunstenaars vaak vanuit persoonlijke ervaringen positie in en verkennen en bevragen hun eigen spirituele, sociaal-culturele, seksuele, queer of feministische identiteit. Zo richt Buhlebezwe Siwani zich bijvoorbeeld op het zwarte vrouwenlichaam in relatie tot Afrikaanse rituelen. Door bestaande samenwerkingen met onder andere Queer Currents heeft Rozenstraat een queer publiek weten te bereiken. De komende jaren wil ze meerdere partnerschappen aangaan en een intervisiegroep vormen met collega-instellingen om kennis uit te wisselen over het bereiken van een divers publiek. De commissie denkt dat dit een belangrijke bijdrage kan leveren, maar wijst erop dat ook marketing, communicatie of community building nodig is om de aandacht van dat publiek te trekken. Diversiteit en inclusie zal ook onderdeel uitmaken van het opgenomen cursusprogramma voor het personeel, waarvoor in de komende periode geld is vrijgemaakt. Binnen de organisatie is bij aanvulling van het bestuur een eerste stap gezet naar een meer diverse en inclusieve samenstelling. Uitgangspunt is om met de twee aankomende bestuurswisselingen van komende zomer een tweede stap te zetten. Voor de toekomst heeft Rozenstraat haar aandacht binnen de ontwikkeling van de organisatie gevestigd op het structureel verbreden van het curatorenteam. Deze stappen geven de commissie vertrouwen dat de diversiteit binnen de organisatie zich verder zal verbreden.    

Uitvoerbaarheid

De commissie beoordeelt de uitvoerbaarheid als goed.

De zorgvuldig beschreven visie en voorgenomen ambities over (de ontwikkeling van) de bedrijfsvoering van Rozenstraat vindt de commissie bemoedigend. Er is aandacht voor mensen, middelen en de Fair Practice Code en Governance Code Cultuur, waarbij het ontwikkelen van een meer professionele organisatie centraal staat in de komende periode. In het plan kiest Rozenstraat bewust om de intensiteit van het aantal tentoonstellingen iets af te laten nemen, en zo ruimte en capaciteit vrij te maken voor verdere ontwikkeling van de organisatie. 

Er zijn een aantal concrete doelstellingen en stappen voor de komende periode in het plan aangegeven met betrekking tot good governance en fair pay. Het bestuursmodel wordt door Rozenstraat verder ontwikkeld. Het bestuur ziet toe op financiële, facilitaire en personele voorwaarden. Rozenstraat zoekt, volgens het plan, naar bestuursleden met ervaring in marketing en communicatie. In het kader van good governance is er, bij opvolging, geen plaats meer in het bestuur voor galeriehouders. De commissie constateert dat Rozenstraat in haar eerste ontwikkelingsjaar (binnen de regeling AFK) belangrijke stappen heeft genomen om de organisatiestructuur verder te professionaliseren.

Fair practice krijgt een plaats in de organisatie. Vanaf 2025 zullen de directeurcuratoren een maandelijks en marktconform honorarium ontvangen. Voor de freelancers geldt een marktconform uurloon. Rozenstraat heeft ervoor gekozen om in eerste instantie in te zetten op de ontwikkeling van het programma, profiel en imago. Het betalen van een eerlijk honorarium aan kunstenaars en uitgenodigde curatoren is vanaf het begin van Rozenstraat staande praktijk. Rozenstraat vindt het op dit moment een te groot financieel risico om teamleden vast in dienst te nemen, maar denkt dit aan het begin van de volgende kunstenplanperiode 2029–2032 te kunnen realiseren. De commissie heeft begrip voor het voorziene stappenplan in het opbouwen van het loonhuis, maar wijst erop dat arbeidsrechtelijke consequenties van tijdelijke arbeidscontracten niet uit het oog verloren dienen te worden. 

De komende periode is er ook toenemende aandacht voor een veilige werkomgeving voor team, publiek en makers, door het consequent toepassen van de principes luisteren, samenvatten en doorvragen in de communicatie (het lsd-protocol). Er is in het plan opgenomen dat Rozenstraat zich aansluit bij de externe vertrouwenspersoon van Moker P O_i. 

Rozenstraat heeft in de afgelopen periode wat financiële tegenvallers gehad, maar dankzij projectsubsidies en bijdragen vanuit de regeling ontwikkeling heeft Rozenstraat zich in de postcovidperiode goed weten te handhaven. Hierdoor is er volgens de commissie een goede financiële uitgangspositie voor een verdere ontwikkeling. Vanuit reflectie op deze periode heeft Rozenstraat zich ten doel gesteld minder afhankelijk te worden van incidentele subsidies en onregelmatige huurinkomsten. De groei van de organisatie, met uitbreiding van curatoren en een galeriemanager (0,2 fte), werving van een zakelijk medewerker (0,2 fte) en productieassistent (0,2 fte), moet in de komende periode leiden tot een professionalisering van Rozenstraat en is daarmee ook voornamelijk de basis voor de begroting bij de subsidieaanvraag. De commissie ziet overzicht en een goed gestructureerde aanpak bij Rozenstraat als het gaat om de zakelijke ontwikkeling van de bedrijfsvoering. 

Er is geen expliciete (financiële) risicoanalyse aanwezig in het plan, maar Rozenstraat erkent dat de financiële positie moet worden versterkt en er een bredere financieringsmix gewenst is opdat een duurzame ontwikkeling van de organisatie plaats kan vinden. De commissie waardeert dat dit in de aanvraag vergezeld gaat van een uitgewerkte aanpak om de eigen inkomsten te verhogen d.m.v. donaties, verkoop, vriendenorganisatie en de veiling van werken. Rozenstraat zoekt ook naar creatieve manieren voor sponsoring. In het licht van fair practice vindt de commissie het positief dat de opbrengsten van de shop gedeeld worden met de kunstenaars. Een aandachtspunt is nog wel de veiling van de collectie waar het vooralsnog voor de commissie onduidelijk is hoe de opbrengsten ook reëel ten goede komen aan de makers van de te veilen werken.

De commissie constateert dat alle initiatieven en ontwikkelingen van de afgelopen periode getuigen van een grote aandacht voor een bestendige bedrijfsvoering, waarvoor Rozenstraat nu de volgende stappen wil zetten. De wens, de wil en creativiteit zijn daarvoor volop aanwezig, evenals voldoende financiële basis. De commissie acht het programma daarom realistisch en uitvoerbaar.

Conclusie

De commissie adviseert op grond van bovenstaande overwegingen de aanvraag van Stichting Rozenstraat te honoreren met het gevraagde bedrag van € 210.000 per jaar.

De aanvraag is beoordeeld binnen de adviescommissie Beeldende Kunst en Creatieve Industrie