Stichting Pink Media
Inleiding
Stichting Pink Media (hierna: Roze Filmdagen) is het grootste LGBTQ+-filmfestival van Nederland, met een breed aanbod van speelfilms en documentaires naast een shortsprogramma. Twaalf dagen lang kan de LGBTQ+-gemeenschap genieten van zo'n 140155 films. Elk jaar programmeert Roze Filmdagen films waarmee ze zoveel mogelijk groepen en identiteiten binnen de gemeenschap wil vertegenwoordigen en aanspreken. De brede LGBTQ+-gemeenschap is dan ook de primaire doelgroep. Naast de grootte van het festival wil Roze Filmdagen zich van andere queer filmfestivals in Nederland en Amsterdam (respectievelijk Queer Film Festival Utrecht en International Queer & Migrant Filmfestival en TranScreen in Amsterdam) onderscheiden door de brede programmering (met films voor/door/over zoveel mogelijk groepen en identiteiten binnen de brede queer gemeenschap) en de relatieve toegankelijkheid van het festival (ook voor filmliefhebbers van buiten de gemeenschap). Dit wil het festival ook doen door een intieme, gemoedelijke en veilige sfeer te bieden in en rondom Het Ketelhuis in Westerpark.
Roze Filmdagen wil het grootste queer festival van Nederland blijven door uit te breiden op het Westergasterrein (al 15 jaar lang hun 'thuis'). Zo wil ze groeien zonder de voor het festival zo belangrijke intimiteit en veiligheid te verliezen. Deze uitbreiding bestaat uit drie onderdelen. Een bescheiden uitbreiding van het festival met de zaal van Jeugdtheater de Krakeling voor zowel meer schoolvoorstellingen en een uitgebreider educatieprogramma als meer reguliere voorstellingen en bezoekers. Daarnaast een uitbreiding van de duur van het festival met aanwezigheid in het Meterhuisje -naast Het Ketelhuis- vanaf ongeveer twee weken voor aanvang van het filmfestival met een randprogrammering. Ten slotte door een uitbreiding van de randprogrammering: expositie, workshops, talkshows, industry-bijeenkomsten en een grotere online aanwezigheid (social media).
Verder wil ze twee al ingezette lijnen doorontwikkelen: het bereiken van een jonger en cultureel divers samengesteld publiek en de professionalisering van de organisatie.
Stichting Pink Media ontvangt een vierjarige subsidie 2021-2024 binnen het Kunstenplan van € 97.719 per jaar (incl. indexatie 2024).
Voor de periode 2025-2028 vraagt de organisatie bij het AFK een bijdrage van gemiddeld € 120.000 per jaar in het kader van het Kunstenplan.
Artistiek belang
De commissie beoordeelt het artistiek belang als voldoende.
Het festival Roze Filmdagen kent volgens de commissie een heldere artistieke signatuur: het vertonen van queer cinema in de breedste zin van het woord waarbij aandacht is voor zowel documentaires, speelfilms als shorts. Sommige films spelen zich uitsluitend af binnen een queer milieu, maar er zijn net zo goed films waarin seksuele of genderdiversiteit een bijrol vervullen. Volgens Roze Filmdagen staat de cinematografische kwaliteit hierbij hoog in het vaandel, ondanks de specifieke maatschappelijke doelstelling die zij uitdraagt. De commissie vindt de signatuur wat betreft thema helder, maar merkt op dat de selectiecriteria van de films en daarmee de artistieke keuzes die gemaakt worden niet helder omschreven zijn. Ze had bijvoorbeeld graag meer gelezen over welke cinematografische kwaliteit voor Roze Filmdagen leidend is.
De signatuur wordt volgens de commissie overtuigend vertaald naar artistieke activiteiten. De commissie ziet de uitgangspunten in de breedte van de programmering terug, waarin er voor iedereen in de queer gemeenschap films zijn waarmee iemand zich kan identificeren. Het programma toont onder andere internationale films die niet eerder in Amsterdam te zien zijn geweest en geeft speciale aandacht aan films uit landen waar LGBTQ+-rechten niet vanzelfsprekend zijn. Programma's zoals het focusprogramma Dutch Delights tonen de beste producties van eigen bodem. Ook is er aandacht voor specifieke thema's die terugkomen in films. Met talkshows, nagesprekken en inleidingen wordt dieper ingegaan op deze thema's en cross-overs. Onder de noemer Roze Filmdagen Next Door wordt in het Meterhuisje een programma gepresenteerd met talkshows, een VR experience en tentoonstelling als een prelude op het festival. Aynouk Tan was curator voor dit programma in 2024 en dat vindt de commissie, gezien haar uitgesproken rol in de gemeenschap, een logische keuze. Voor de komende jaren worden er echter geen namen genoemd. De commissie begrijpt dat dit programma nog in ontwikkeling is, maar had in ieder geval voor het eerste jaar een naam van een curator willen lezen.
Het plan reflecteert in beperkte mate op artistiek-inhoudelijke ervaringen in het verleden. Roze Filmdagen constateert dat het aanbod aan films dat opgestuurd wordt steeds breder en diverser wordt. Daarom wil ze de komende periode zoeken naar een goede balans in de selectie tussen films met betrekking tot toegankelijkheid, nationaliteit en thema. Ze geeft aan dat het festival de afgelopen jaren een inhoudelijke verdiepingsslag heeft gemaakt door het opbouwen van samenwerkingen en het uitbreiden van haar randprogrammering. Uit het plan blijkt dat deze koers doorgezet wordt de komende jaren. De commissie mist een reflectie op het effect dat deze verdieping en uitbreiding inhoudelijk teweeg heeft gebracht op de artistieke koers van het festival. De (artistieke) noodzaak van de zogenaamde hub-activiteiten voor de filmindustrie, de waarde en output ervan, vindt de commissie niet duidelijk omschreven. De commissie ziet de waarde van netwerkmomenten voor festivals in het algemeen, maar zij mist een concrete toelichting op de noodzaak ervan voor de Roze Filmdagen, waardoor het vooralsnog geen verankerde plek in het festival inneemt.
Uit het plan komt volgens de commissie goed naar voren wat de Roze Filmdagen inhoudelijk teweeg wil brengen bij enerzijds het publiek en anderzijds de stad. Met de filmvertoningen en randprogramma’s wil het voor representatie en ontmoeting zorgen, en daarmee samenwerking, begrip en tolerantie binnen de LGBTQ+-gemeenschap en breder bevorderen. De commissie ziet hier een duidelijke en maatschappelijk urgente missie. Vrijheid in expressie van seksuele voorkeur, gender en queer identiteiten is niet alleen in Nederland maar wereldwijd nog geen vanzelfsprekendheid en de noodzaak om tolerantie en acceptatie te bevorderen is voor de commissie evident. Ook in Amsterdam is er nog sprake van homo- en transfobie en komt LGBTQ+-gemeenschap regelmatig in aanraking met agressieve tegenstanders. Voor de stad ziet Roze Filmdagen een rol voor zichzelf in het helpen van Amsterdam op de kaart houden als een stad die zich van oudsher een vrijhaven toont voor de LBTQ+-gemeenschap. De commissie erkent dat het belang van het festival voor de stad nog altijd groot is in een tijd waarin tolerantie afbrokkelt en polarisatie toeneemt. De commissie vindt het dan ook relevant dat Roze Filmdagen ook een breder publiek wil aanspreken, omdat acceptatie en representatie in de ogen van de commissie hand in hand gaan. Daarom verbaast het de commissie dat deze groep alleen wordt aangesproken vanwege hun liefde voor film. Ze leest niet hoe Roze Filmdagen ervoor zorgt dat het brede publiek zich aangesproken kan voelen of hoe dit publiek kan bijdragen aan de discussies die gevoerd worden in het randprogramma.
Belang voor de stad
De commissie beoordeelt het belang voor de stad als zwak.
De commissie vindt dat het plan een onderbouwde visie op het bestaande bereik in de stad toont, maar dat de aanpak om nieuwe doelgroepen te bereiken niet helemaal overtuigt. In het plan worden de volgende doelgroepen omschreven: de LGBTQ+gemeenschap als primaire doelgroep, filmliefhebbers, bondgenoten (‘allies’) en scholieren en jongeren. Roze Filmdagen kent zijn primaire doelgroep goed en weet hen goed te bereiken, getuige een kwantitatief stabiel publiek en mooie zaalbezetting. Roze Filmdagen wil de komende jaren inzetten op een forse verhoging van de educatie-activiteiten om zo meer scholieren te bereiken, omdat het juist voor jongeren moeilijk kan zijn om openlijk over queerness te praten. Hiervoor gaat Roze Filmdagen samenwerken met COC en Filmeducatienetwerk, waardoor de commissie vertrouwen heeft dat de scholen zich zullen aansluiten bij het programma. De doelgroep filmliefhebbers vindt de commissie erg algemeen beschreven. Ze mist in het plan kennis van en inzicht in deze doelgroep. Het is voor de commissie ook niet duidelijk of deze groep al enigszins bereikt wordt omdat de huidige samenstelling van het publiek niet beschreven wordt.
De commissie vindt het communicatieplan algemeen van aard en niet toegespitst op de verschillende doelgroepen. De campagne bestaat uit het verspreiden van posters, inzet van social media en influencers, free publicity, het verspreiden van de festivalkrant en inzet van ambassadeurs en kwartiermakers. Het festival kiest expliciet voor een grote poster- en baniercampagne in de stad vanuit haar missie om de acceptatie van queerness te vergroten. Met deze campagne wil Roze Filmdagen queerness stadsbreed zichtbaar maken. De commissie vindt het goed dat het festival deze campagne doorzet, ondanks dat het soms agressie oproept en tot vernielingen leidt. Roze Filmdagen werkt samen met partners die dezelfde primaire doelgroep bedienen zoals het COC, het Aidsfonds en Queer & Pride Amsterdam. Om nieuwe communities te bereiken werkt het festival met ambassadeurs en influencers. Hier had het plan volgens de commissie specifieker kunnen zijn: op welke nieuwe communities richt Roze Filmdagen zich? Voor het bereiken van de bredere doelgroep buiten de LGBTQ+-gemeenschap leest de commissie geen specifieke aanpak, behalve betaalde social media advertenties. Om dit succesvol te laten zijn is volgens de commissie meer kennis nodig over deze doelgroep, wie ze zijn en waar ze zich online bevinden.
De activiteiten van Roze Filmdagen zijn voor het grootste deel geprogrammeerd in Het Ketelhuis in West, op het Westergasfabriek terrein. Roze Filmdagen geeft aan dat ze in de toekomst samen wil werken met Queer & Pride in het organiseren van voorstellingen in kleine theaters in buitenwijken van Amsterdam in alle stadsdelen. Het plan maakt echter niet duidelijk wat dit programma inhoudt, in welke stadsdelen het plaatsvindt en bij welke filmzalen. De commissie vindt daarom dat Roze Filmdagen niet bijdraagt aan de spreiding van het culturele aanbod in de stadsdelen Noord, Zuidoost en Nieuw-West.
Diversiteit & inclusie
De commissie beoordeelt de diversiteit en inclusie als goed.
De commissie is van mening dat uit het plan een overtuigende visie op diversiteit en inclusie spreekt. De Roze Filmdagen zet zich in voor representatie en acceptatie van de LGBTQ+-gemeenschap. Ze is daarbij voortdurend alert op het waarborgen van een brede representatie, met aandacht voor de subgroepen binnen de gemeenschap. Naar buiten toe is haar missie emancipatoir, binnen het festival creëert ze een intieme en veilige sfeer, zodat iedereen zich vrij voelt om zichzelf te zijn. Hiermee laat ze volgens de commissie zien dat ze goed weet wat de community nodig heeft. Naast de focus op diversiteit in gender en seksualiteit, kiest het festival ook voor culturele diversiteit en toegankelijkheid. De commissie vindt dit logisch en positief omdat er ook queer mensen met een beperking zijn en omdat queerness in cultureel divers samengestelde gemeenschappen niet altijd even makkelijk bespreekbaar is. Het bereiken van een cultureel divers publiek was ook een aandachtspunt in de afgelopen periode. De commissie vindt dat het plan weinig reflecteert op de stappen en resultaten van de afgelopen jaren op dit gebied. Roze Filmdagen benoemt slechts dat er in de editie van 2023 meer mensen van kleur in het publiek te zien waren, en dat ze ruimte ziet voor verbetering. De commissie ziet deze ambitie vertaald in allerlei acties, maar had het sterker gevonden als deze gekoppeld waren aan concrete en meetbare doelstellingen.
Voor de komende jaren wil het festival de diversiteit van haar programma, publiek en personeel bevorderen door ingezette initiatieven voort te zetten en uit te breiden. Het programma is inhoudelijk van begin tot eind gericht op diversiteit en inclusie. Met eerdere thematische aandacht voor seksuele geaardheid in relatie tot migratie en anders-zijn binnen de queer gemeenschap vindt de commissie dat er op een gelaagde manier aandacht is voor seksuele diversiteit. Een van de voornemens van Roze Filmdagen is om met kwartiermakers (queer filmmakers en queer kenners van kleur of andere ondergerepresenteerde groepen) te gaan werken. Zij krijgen de mogelijkheid tijdens het festival een aantal films te selecteren en een randprogramma samen te stellen over de films en de thema's die daarin worden aangesneden. Het festival verwacht dat deze kwartiermakers hun achterban meenemen. Hoewel dit waarschijnlijk ook zal gebeuren, vindt de commissie het te makkelijk om alleen hierop te vertrouwen. Ze mist een concrete uitwerking, zoals hoe deze mensen aangetrokken worden, wie het zouden kunnen zijn en hoe het publiek hierbij betrokken wordt. Roze Filmdagen besteedt verder aandacht aan rolstoeltoegankelijkheid, ondertiteling en betaalbare ticketprijzen. Dat vindt de commissie basale maar goede stappen om de toegankelijkheid van het festival te borgen.
Voor de eigen organisatie investeert Roze Filmdagen in kennis over diversiteit en inclusie. Het team van bestuur en medewerkers gaat een training volgen op dit vlak. Het festival geeft ook aan een rol te zien voor de ambassadeurs. Zij moeten de organisatie en medewerkers scherp houden, om goed zicht te houden op de wensen van de subculturen binnen de LGBTQ+ gemeenschap. De commissie is positief over deze aanpak, omdat die rekening houdt met en anticipeert op mogelijke veranderingen. In de huidige groep ambassadeurs ziet de commissie een goede mix van jong en oud, met diverse culturele achtergronden. Het festival zegt dat het bestuur en de groep vrijwilligers meer diversiteit laten zien en dat ze dit verder wil ontwikkelen om als organisatie de gehele stad beter te representeren. De commissie vindt dit positief maar leest niet hoe het festival dit wil bewerkstelligen.
Uitvoerbaarheid
De commissie beoordeelt de uitvoerbaarheid als voldoende.
De commissie leest in het plan een uitgebreide reflectie op de bedrijfsmatige professionalisering die het festival heeft doorgemaakt, maar mist een heldere visie op de bedrijfsvoering. De afgelopen jaren is er gebouwd aan een groter team, om de taken beter te kunnen verdelen. Zo zijn er bijvoorbeeld een zakelijk leider en communicatiemedewerker aangesteld. Met enige hick-ups door corona en uitval van medewerkers, draait het team volgens de organisatie nu goed. Er liggen nog ambities om de organisatie verder te professionaliseren, zoals een pensioenregeling, het aanbieden van vaste contracten en een vergoeding voor de vrijwilligers. De commissie vindt dat Roze Filmdagen hiermee gestaag en consistent bouwt aan verbetering van de arbeidsvoorwaarden. Hoewel de organisatie veel aandacht heeft voor veiligheid binnen het festival en voor makers en publiek, leest de commissie niet hoe de organisatie intern omgaat met sociale veiligheid en of er bijvoorbeeld een vertrouwenspersoon is aangesteld. Ook de Governance Code Cultuur wordt niet geadresseerd, noch eventuele risico’s die de organisatie in de toekomst ziet.
De commissie vindt dat het plan in grote lijnen realistisch en uitvoerbaar is. Roze Filmdagen wil het team verder uitbreiden met een medewerker educatie. Dit vindt de commissie passen bij de ambitie om een groter educatieprogramma op te zetten en zo middelbare scholieren te bereiken. De commissie is onder de indruk van de slagkracht die het festival met beperkte middelen heeft laten zien. De begroting beschouwt de commissie als ambitieus maar wel in lijn met de voorgestelde programmering en professionalisering. De (meer)kosten voor onder andere educatie, randprogramma, pensioenregeling en reiskostenvergoeding zijn hierin helder toegelicht. Deze groei is over meerdere jaren uitgesmeerd, waardoor de risico’s in de ogen van de commissie enigszins gespreid zijn. Aan de dekkingskant ziet de commissie een goede financieringsmix met enkele onzekerheden. Zo mist de commissie inkomsten uit educatie en vindt ze de groei van de publieksinkomsten beperkt ten opzichte van de forse extra investering in het programma. Dit wordt veroorzaakt doordat het randprogramma in het geheel gratis is. De commissie mist hierbij een kostenbatenanalyse. De financieringsmix bestaat onder meer uit publieksinkomsten, incidentele subsidies en sponsoring. De sponsoring moet in de komende jaren fors gaan toenemen door de inzet van het bestuur en de groep ambassadeurs. Ook gaat het festival zich aansluiten bij de Pride Business Club en samenwerken met Table for Ten, een organisatie die culturele (queer) organisaties ondersteunt bij sponsorwerving. De commissie vindt dit getuigen van ondernemerschap met een grote, maar daarmee ook kwetsbare ambitie. Ze heeft er echter vertrouwen in, op basis van het trackrecord, dat de organisatie tijdig zal bijsturen als deze inkomsten tegenvallen.
De commissie beschouwt de organisatie als financieel stabiel. Naast alle problemen die corona veroorzaakte, was er ook een meevaller voor de Roze Filmdagen omdat de verzekering in het eerste jaar van de pandemie een hoog bedrag uitkeerde. Daarmee kon Roze Filmdagen een buffer opbouwen, waarmee ze eventuele tegenvallers kan dragen.
Conclusie
De commissie adviseert op grond van bovenstaande overwegingen de aanvraag van Stichting Pink Media volledig te honoreren met een bedrag van € 120.000 per jaar.
De aanvraag is beoordeeld binnen de adviescommissie Film.