Stichting Perdu

Woordkunst
Aangevraagd: € 280.000
Toegekend: € 240.000

Inleiding

Perdu is het platform voor poëzie en experiment in Amsterdam dat als enige in Nederland ook een eigen podium heeft. Perdu staat voor poëzie, experiment, expertise en interdisciplinair werken. Perdu organiseert literaire programma's, exploiteert een poëzieboekhandel, is uitgever en zet zich in voor talentontwikkeling. In de loop van haar bestaan heeft Perdu naam opgebouwd als uitgever van internationale experimentele literatuur.

In 2025-2028 is Perdu van plan om literaire programma’s te maken onder de naam De Avonden. Dit zijn literaire programma’s van de eigen kernredactie. De aandacht van de organisatie gaat daarbij uit naar de hoofdthema’s ‘de stad & de toekomst’, ‘het klimaat’ en ‘dekolonisatie’. Daarnaast nodigt Perdu regelmatig gastredacteuren uit om specifieke programma’s rond relevante thema’s te maken. Dit zijn makers uit andere stadsdelen, makers met een vluchtelingenachtergrond en makers uit het buitenland. Perdu continueert en intensiveert de samenwerkingen met bestaande structurele partners en zet in op nieuwe samenwerkingen. Perdu breidt haar talentontwikkelingsprogramma voor verschillende doelgroepen uit onder de noemers Perdu Studie en Perdu Lab. De organisatie gaat door met externe programmering via zaalverhuur en zet structureler in op activiteiten in de poëzieboekhandel. Uitgeverij Perdu geeft in samenwerking met Moussem en ’t Barre Land een vertaalde Arabische theatertekst uit en besteedt meer aandacht aan poëzie uit oorlogsgebieden zoals Palestina, Soedan, Yemen, Oekraïne en India.

Stichting Perdu ontvangt een vierjarige subsidie 2021-2024 binnen het Kunstenplan van € 174.392 per jaar.

Voor de periode 2025-2028 vraagt de organisatie bij het AFK een bijdrage van gemiddeld € 280.000 per jaar in het kader van het Kunstenplan.

Artistiek belang

De commissie beoordeelt het artistiek belang als goed.

De commissie is overtuigd van de artistieke signatuur van Perdu. De organisatie staat voor poëzie, met een focus op experiment, expertise en interdisciplinair werken. Het is een volgens de commissie herkenbare signatuur die de organisatie al sinds jaar en dag voert en die telkens opnieuw wordt geladen. De commissie vindt vooral de focus op het experiment onderscheidend. Er zijn volgens de commissie geen andere organisaties in het Amsterdamse literaire veld die daar de nadruk op leggen, terwijl dit voor de ontwikkeling van de discipline en voor kunst en cultuur in het algemeen juist zo belangrijk is. 

Perdu werkt aan de hand van drie artistieke uitgangspunten: ‘Experiment: lost and found’, ‘Expertise: talentontwikkeling en onderzoek’ en ‘Interdisciplinair: meerstemmigheid, meertaligheid’. De commissie vindt het positief dat de artistieke signatuur langs deze heldere lijnen wordt uitgewerkt in activiteiten die daarbij naadloos aansluiten. 

‘Experiment’ concentreert zich op artistiek onderzoek en het artistieke proces. De commissie vindt dit sterk vanwege de vertragende werking die van artistiek onderzoek uitgaat. Die zorgt er immers voor dat makers én programmamakers kunnen werken zonder haast en al te veel druk om bijvoorbeeld geld te verdienen of een groot publiek te bereiken. Talentontwikkeling staat centraal in het uitgangspunt ‘Expertise’. Perdu richt zich op zowel beginnende schrijvers als op gevestigde auteurs die een volgende stap willen maken. Dat vindt de commissie positief, omdat er niet veel plekken zijn waar deze laatste categorie terecht kan. De vrijheid en ruimte die Perdu de makers biedt is volgens de commissie uniek en waardevol. Ook hier is sprake van een vertragende werking, die volgens de commissie ten goede komt aan de kwaliteit, aangezien goed werk tijd nodig heeft. 

Bij het uitgangspunt ‘Interdisciplinair’ ziet de commissie dat Perdu poëzieperformances programmeert die gebruik maken van theatrale middelen (dramaturgie, regie, licht, audio, video). Hoewel dat volgens de commissie ook op andere plekken gebeurt, vindt zij dit wel een interessante ontwikkeling: het biedt ruimte aan een andere manier van het maken, presenteren en produceren van poëzie. De commissie leest in het plan dat Perdu het publiek kennis wil laten maken met stemmen en literatuur die het nog niet kent, kritisch wil laten reflecteren op maatschappelijke vraagstukken, uitdagende sprekers en schrijvers wil laten ontmoeten en wil inspireren door taal en cultuur. Het is voor de commissie duidelijk dat de organisatie dit teweeg wil brengen voor het publiek. Wat het in de stad, midden in het centrum teweeg wil brengen is ook helder: verdieping en cultuur in een binnenstad die onder druk staat. Dit blijkt onder meer uit samenwerkingen met organisaties zoals Red Light Arts & Culture en wijk- en bewonersverenigingen. Het is aannemelijk voor de commissie dat de plek die Perdu heeft daar geschikt voor is. 

De thema’s ‘de stad & de toekomst’, ’klimaat’ en ‘dekolonisatie’ zijn volgens de commissie aansprekend voor een breed publiek. De aard van de activiteiten die Perdu onder deze thema’s organiseert, ligt in het verlengde van de eerdere programmering. Ook daarom verwacht de commissie dat deze activiteiten het publiek aanspreken. De commissie ziet hier prikkelende voornemens met een link naar de actualiteit, waaronder programma’s over literair activisme vanuit een Afrofuturistisch perspectief, en over Palestijnse literatuur waarin het idee van een thuisland gevierd wordt, zelfs als dat imaginair is. De samenwerkingen met bijvoorbeeld Stichting Breukvlakken, SLAA, Read My World, Ulrike Quade Company en Framer Framed leveren volgens de commissie spannende en aansprekende programmaconcepten op. 

De commissie merkt op dat de veelheid aan programma’s en programmalijnen kan zorgen voor een verlies aan samenhang en voor het publiek verwarrend kan zijn. Zij ziet wel dat het geheel van grote toegevoegde waarde heeft: het podium, talentontwikkeling, de uitgeverij en de boekwinkel versterken elkaar en vormen samen een ecosysteem waarin het inhoudelijke artistieke werk en de makers centraal staan. 

Belang voor de stad

De commissie beoordeelt het belang voor de stad als zwak.

Zelf ziet Perdu, gelegen in het hart van de stad, haar belang voor Amsterdam op drie gebieden: de leefbaarheid van de binnenstad, de emancipatie van minderheidsgroepen en het bieden van een ontmoetingsplek. Perdu bereikt met name 20-34-jarigen en 65-80-jarigen, de middengroep van 40-55-jarigen is goed vertegenwoordigd op sociale media. De vertaling van deze leeftijdsgroepen naar doelgroepen doet Perdu op basis van de doelgroepsegmentatie van Rotterdam Festivals. De vijf doelgroepen die Perdu de komende jaren wil bereiken zijn vrij algemeen geformuleerd. De commissie heeft er desondanks vertrouwen in dat Perdu deze doelgroepen kan bereiken, ook omdat ze er veel over weet. De organisatie hield zelf een enquête onder haar publiek en schakelde een onderzoeksbureau in voor een uitgebreider publieksonderzoek. Daaruit bleek dat het merendeel van het publiek van Perdu in het centrum van Amsterdam woont, maar dat de vijf focusdoelgroepen met name buiten het centrum van Amsterdam wonen. 

De drie thema’s die in de activiteiten centraal staan, zijn bij het publiek opgehaald via de enquête. De commissie vindt het sterk dat Perdu vraaggericht programmeert.  Dat Perdu haar lange lijst aan samenwerkingspartners ook wil inzetten voor het bereiken van meer publiek, is volgens de commissie positief. Framer Framed en Cultureel Boekencentrum Nieuw-West zijn volgens de commissie goede partners. Wel constateert zij dat deze partnerschappen nog nauwelijks zijn uitgewerkt. 

De commissie stelt vast dat Perdu uitgaat van een gelijkblijvend bezoekersaantal in 2025-2028. De commissie vindt deze ambitie mager, ook omdat het bereik van Perdu al niet heel hoog is. De balans tussen de aard en omvang van de activiteiten en de aard en omvang van de doelgroepen loopt wat de commissie betreft dus wat scheef: de doelgroepen moeten wat de commissie betreft scherper geformuleerd worden om ook de juiste mensen te kunnen bereiken. Afgaande op het plan realiseert de organisatie zich dat de soms heel experimentele programmering zorgt voor een hoge drempel en dat het nodig is hier iets aan te doen. Een goede eerste stap vindt de commissie om te gaan werken met een communitymanager. De commissie constateert dat desondanks een gedegen marketingplan ontbreekt. Het plan bevat in haar ogen wel interessante aanzetten en ideeën, maar deze vormen geen samenhangende en overtuigende aanpak. 

De commissie is van mening dat Perdu een geringe bijdrage levert aan de spreiding van culturele activiteiten en publieksbereik in de stadsdelen Noord, Nieuw-West en Zuidoost. Perdu is gevestigd in het centrum van Amsterdam en zegt daar 85% van haar activiteiten te ontplooien en negentig procent van haar bezoekers te trekken. Het restant van de activiteiten en het bereik zegt de organisatie in Noord, Nieuw-West en Zuidoost te realiseren. ‘Poëzie naar Noord’ bracht een gedicht in de openbare ruimte en een voordracht van Zaïre Krieger; dat is een mooi initiatief. Perdu zegt de komende jaren de wijken in te trekken met diverse samenwerkingen, maar de commissie vindt dit niet goed uitgewerkt. De samenwerkingen met Cultureel Boekencentrum NieuwWest en Framer Framed in Werkplaats Molenwijk zijn veelbelovend, volgens de commissie, maar staan nog in de kinderschoenen. Het is onduidelijk hoeveel bereik Perdu daarmee in de stadsdelen zal hebben. 

De commissie constateert en waardeert dat Perdu in 2025-2028 gaat werken met gastredacteuren uit de stadsdelen Noord, Nieuw-West en Zuidoost. Dat levert echter geen activiteiten in de stadsdelen op, maar programma’s in Perdu. Daarmee draagt deze inzet volgens de commissie niet bij aan een betere spreiding.

Diversiteit & Inclusie

De commissie beoordeelt de bijdrage aan diversiteit en inclusie als zeer goed.

In het plan verwoordt Perdu een in de ogen van de commissie overtuigende visie op diversiteit en inclusie. De organisatie wil een gastvrije vrijhaven zijn voor kunstenaars en groepen die zich creatief willen uiten op een wijze die bij hen past en in de taal waarin zij zich het liefste uitdrukken. Meertaligheid, gelijkwaardigheid en toegankelijkheid zijn de uitgangspunten die Perdu daarbij hanteert. Perdu wil open staan voor iedereen ongeacht gender, afkomst, sociaal-economische positie, leeftijd, seksuele oriëntatie, opleidingsniveau en eventuele beperkingen. Al ziet de commissie geen expliciete onderbouwing voor deze brede invulling van diversiteit en inclusie, zij is ervan overtuigd dat Perdu al deze verschillen aanvaardt als een gegeven en daar als vanzelfsprekend ruimte voor maakt in haar denken en handelen. Juist voor die integrale aanpak, die de commissie impliciet leest door het gehele plan, is zeer veel waardering. 

De commissie stelt vast en stelt op prijs dat meertaligheid een belangrijke plaats heeft in de programmering en dat Perdu voortdurend ongehoorde en dissidente stemmen aan het woord laat, waaronder die van vluchtelingen en statushouders. De commissie vindt dat het veel meerwaarde heeft dat nieuwkomers deel kunnen nemen aan de talentontwikkeling, omdat dit de diversiteit & inclusie van de letterensector kan versterken. Wat Perdu voor makers is, wil ze ook voor publiek zijn: een vrijhaven en een gastvrije plek. De commissie heeft er vertrouwen in dat de diversiteit van de programmering uitnodigt uit tot een divers publieksbereik.

Perdu geeft aan dat de samenstelling van bestuur, staf en vrijwilligersgroep al zeer divers is. Sinds 2023 is er een medewerker Diversiteit & Inclusie in dienst. De commissie vindt dat positief. Uit het plan spreekt een overtuiging dat radicale diversiteit en inclusie nooit een kwestie kan zijn van het allemaal alleen willen doen. De commissie ziet dat Perdu naar die overtuiging handelt: de organisatie werkt samen met het Wereldhuis, Secret Garden Foundation en De Vrolijkheid voor het werven van vrijwilligers en zoekt via TransAmsterdam en Kantlijn (daklozen) ook schrijvers uit minderheidscommunity’s. 

Perdu geeft aan dat de toegankelijkheid van het pand en programmering in de afgelopen periode prioriteit had. Het pand is voorzien van toilet voor rolstoelgebruikers en gehoorondersteuning, de nieuwe website voldoet aan de toegankelijkheidseisen en er is een programma georganiseerd waarbij een gebarentolk aanwezig was.  De commissie ziet dat het plan op de verschillende P’s vrij concrete doelstellingen bevat. Zo is het streven om in deze periode te komen tot dertig procent medewerkers met een niet-westerse achtergrond, wil men meer divers publiek uit de stadsdelen trekken en nieuwkomers invloed geven op de programmering. Deze doelstellingen vloeien volgens de commissie logisch voort uit alles wat de organisatie al doet en gedaan heeft.

De commissie vindt de aanpak van Perdu om deze doelstellingen te verwezenlijken zeer concreet, overtuigend en realistisch. Voor de programmering gaat de organisatie werken met gastredacteuren met uiteenlopende achtergronden en eigenschappen. Deze blikken van buiten leveren naar verwachting een meerstemmige programmering op. De samenwerking met het dove dichterscollectief Kitchen’s Light laat volgens de commissie zien dat Perdu mensen met een beperking niet alleen toegang verleent maar hen ook includeert in de programmering.

De commissie vindt de communitymanager en de inzet van de vele huidige en de beoogde nieuwe partners in de stadsdelen goede maatregelen om een nieuw en diverser publiek binnen te halen. Dat Perdu alle communicatie niet alleen laagdrempeliger wil maken, maar ook tweetalig (Nederlands en Engels) zal volgens de commissie bijdragen aan de toegankelijkheid voor meertaligen. 

De medewerker Inclusie & Toegankelijkheid volgt een cursus inclusief werven en bij het vullen van de drie vacatures die vanaf 2025 ontstaan zal deze medewerker betrokken worden. Ook streeft de organisatie ernaar structureel opleidingsbudget vrij te maken voor trainingen op het gebied van diversiteit en inclusie. 

Uitvoerbaarheid

De commissie beoordeelt de uitvoerbaarheid als voldoende.

De commissie vindt dat Perdu een duidelijke visie heeft op de bedrijfsvoering. De organisatie wil een transitie inzetten van een vrijwilligersredactie naar een betaalde organisatie, rollen en verantwoordelijkheden definiëren en afbakenen, en komen tot een cultuur van continu leren en verbeteren. Dat is ook het argument om een veel hoger bedrag aan te vragen bij het AFK. Deze keuze is volgens de commissie goed onderbouwd, mede vanuit de reflectie op de afgelopen periode: met een uitgebreide programmering als die van Perdu is een vrijwilligersredactie niet langer houdbaar. Daarom is het noodzakelijk om de organisatie te professionaliseren en het werk te structureren. De commissie vindt het verstandig dat Perdu streeft naar de inrichting van een kleine en slagvaardige organisatie die efficiënt en effectief kan opereren en waar de communicatielijnen tussen medewerkers, directie en bestuur kort zijn. Tegelijkertijd koestert Perdu haar oorsprong als vrijwilligersorganisatie. Zij blijft met vrijwilligers werken, maar alleen in de boekhandel en achter de bar. 

De commissie vindt het positief dat Perdu zich verbindt aan de CAO Toneel en Dans. Zij ziet dat Perdu een sociale en solidaire aanpak voorstaat, en zowel medewerkers als vrijwilligers en partners gelijkwaardig behandelt. De organisatie overweegt in het kader van de professionalisering ook de stap naar een raad-van-toezicht-model. Dit toont volgens de commissie Perdu's streven naar goed bestuur en effectief leiderschap, in lijn met de codes die gehanteerd worden in de culturele sector. 

Perdu is zich ervan bewust dat op het gebied van sociale veiligheid en seksueel grensoverschrijdend gedrag nog stappen gezet kunnen worden. Zij beschikt inmiddels over een gedragscode, maar deze is nog niet volledig. Er is wel een interne maar nog geen externe vertrouwenspersoon. De commissie vindt de reflectie hierop goed, maar vindt het onduidelijk welke stappen Perdu naar aanleiding daarvan wil zetten. De commissie merkt op dat ook de sociale veiligheid bij de medewerker Inclusie & Toegankelijkheid komt te liggen en dat diens takenpakket mogelijk te groot wordt.  De commissie stelt vast dat Perdu een goed beeld heeft van de risico’s waarmee zij te maken kan krijgen, zoals de omvang van de financiële reserve, die gekrompen is door de coronacrisis; inflatie en kostenstijgingen; uitdagingen met betrekking tot capaciteit en personeel, vooral bij het streven naar diversiteit, inclusie en professionalisering; en de noodzaak om te investeren in de technische uitrusting van de organisatie.  De commissie vindt het plan realistisch en uitvoerbaar. Zij beoordeelt de begroting als goed gespecificeerd en adequaat toegelicht. De commissie is ook van mening dat de financiële positie van Perdu stevig is. De historische ontwikkeling van baten en lasten vertoont een stabiele lijn. De vermogenspositie is volgens de commissie voldoende om beperkte financiële risico’s op te vangen en de liquiditeitspositie is zodanig dat aan alle kortetermijnverplichtingen voldaan kan worden. Dat alles laat volgens de commissie zien dat de organisatie grip heeft op de financiële huishouding. 

Toch heeft de commissie ook punten van kritiek. De transitie die Perdu voor ogen heeft, zal financieel het nodige vergen. Hoewel de commissie volledig kan volgen dat het nodig is om het inhoudelijke deel van het vrijwilligerswerk om te zetten in betaald werk, vindt ze het niet reëel dat de rekening van deze koers volledig bij het AFK komt te liggen. De commissie vindt dat Perdu ook kritisch naar de eigen bedrijfsvoering en businessmodel moet kijken om deze financiële schaalsprong op te kunnen vangen. De commissie wijst in dit verband ook op de weinig ambitieuze doelstellingen voor het publieksbereik, die ook zichtbaar zijn in de begroting op het punt van de publieksinkomsten.

In het plan benoemt Perdu kort dat het de komende jaren streeft naar een meer gevarieerde financieringsmix, maar de commissie mist in het plan een duidelijke aanpak daarvoor. De eigen inkomsten en overige inkomsten liggen op het niveau van eerdere realisaties. Alleen de inkomsten uit private middelen en overige publieke middelen zijn hoger. De commissie vindt dat onevenwichtig en daardoor niet realistisch. 

Conclusie

De commissie vindt dat Perdu een overtuigend ondernemingsplan heeft neergezet.

Hoewel zij de transitie naar een professionele organisatie begrijpt en wil ondersteunen, vindt de commissie dat de rekening hiervoor niet helemaal bij het AFK neergelegd kan worden.  

De commissie adviseert op grond van bovenstaande overwegingen de aanvraag van Perdu gedeeltelijk te honoreren met een bedrag van € 240.000 per jaar. 

De aanvraag is beoordeeld binnen de adviescommissie Woordkunst.

Adviseur Dean Bowen heeft niet deelgenomen aan de beraadslaging over dit advies.