Stichting New Urban Collective
Inleiding
Stichting New Urban Collective is de rechtspersoon achter The Black Archives (hierna: TBA). De aanvraag gaat uitsluitend over TBA, dat zichzelf typeert als cultureel initiatief en kenniscentrum dat (beeldende) kunst, gesprekken en andere inhoudelijke activiteiten programmeert vanuit zwarte en andere perspectieven. TBA wil verborgen geschiedenis zichtbaar maken. De collectie bestaat uit boeken, persoonlijke archieven en artefacten van zwarte schrijvers en wetenschappers uit de Surinaamse, Caribische en Afrikaanse diaspora.
TBA heeft het voornemen om in 2025-2028 twee grote onderzoeksexposities en twee kleinere exposities te ontwikkelen. Per jaar staan meerdere verdiepende publieksprogramma’s op het programma rond het overkoepelende thema Remembering Forwards. Daarin gaat het om de vraag welke lessen er te trekken zijn uit de geschiedenis en het erfgoed van Afrikaanse diaspora-gemeenschappen. Binnen dit grote thema onderscheidt de organisatie de subthema’s Zwarte dekolonisatiegeschiedenis en dynamiek van de diaspora, CAPE x AMSTERDAM: verborgen geschiedenissen van slavernij en haar erfenis, Afrofuturistische toekomst en Black Liberation: Black joy and love = resistance.
De organisatie wil toegankelijke en laagdrempelige activiteiten produceren met makers uit de Afrikaanse diaspora en kunstenaars die affiniteit hebben met de missie van TBA. Daarnaast wil TBA de collectie ontsluiten, educatief materiaal ontwikkelen en rondleidingen organiseren.
Stichting New Urban Collective (The Black Archives) ontvangt binnen het Kunstenplan 2021-2024 een vierjarige subsidie van € 232.521 per jaar (incl. indexatie 2024).
Voor de periode 2025-2028 vraagt de organisatie bij het AFK een bijdrage van gemiddeld € 400.000 per jaar in het kader van het Kunstenplan.
Artistiek belang
De commissie beoordeelt het artistiek belang als zeer goed.
Artistiek is TBA volgens de commissie zeer herkenbaar. Zij vindt dat deze artistieke eigenheid vooral ligt in de manier waarop de organisatie de (zwarte) geschiedenis met het heden verbindt, waarbij kunst fungeert als brug. De basis van alle activiteiten ligt in de collectie. Die is volgens de commissie een bron van eigenheid en een wezenlijke aanvulling op de ‘archiefcollectie Nederland’. De commissie onderschrijft de stelling van TBA daarin dat de witte, westerse, hetero en mannelijke perspectieven nog altijd overheersen. TBA voegt daar het zwarte perspectief aan toe. Dat doet de organisatie niet alleen door ‘de andere kant’ van het koloniale verhaal te vertellen, maar ook door zwarte cultuur en zwart erfgoed te belichten vanuit het perspectief van de gemeenschappen waaruit dit erfgoed voortkomt.
Naar het oordeel van de commissie produceert TBA sterke en tot de verbeelding sprekende tentoonstellingen en activiteiten, die naadloos aansluiten bij de artistieke eigenheid. Zij vindt dat in het overkoepelende thema Remembering Forwards duidelijk tot uitdrukking komt dat heden en verleden in de programmering verbonden worden en dat de vitaliteit van zwarte cultuur gevierd wordt. In het thema Afrofuturistische emancipatie bijvoorbeeld komen oude wijsheden en mythologieën samen met science fiction en hedendaagse realiteiten.
Reflecterend op de afgelopen jaren stelt TBA geleerd te hebben dat het cruciaal is voldoende tijd te nemen voor het (archief)onderzoek dat aan alle activiteiten ten grondslag ligt. De commissie ziet dat de organisatie voortbouwt op die ervaring en daaraan ook consequenties verbindt. Er wordt minder geprogrammeerd zodat er meer ruimte is voor verdieping.
De commissie is van mening dat het duidelijk en overtuigend is wat TBA teweeg wil brengen bij het publiek, de stad en de buurt. TBA wil het publiek confronteren, bewustmaken en verbinden door het metaforische ‘culturele archief’ van ons land ter discussie te stellen. In de stad wil de organisatie mensen kennis en tools aanreiken om discriminatie en racisme tegen te gaan. Op buurtniveau wil TBA bewoners gelegenheid geven zichzelf te ontwikkelen door te participeren in activiteiten. De inhoud, vorm en wijze van presenteren van de tentoonstellingen en publieksprogramma’s passen volgens de commissie goed bij de beoogde impact. Door archiefonderzoek als uitgangspunt te nemen, zorgt TBA ervoor dat alle activiteiten een stevige kenniscomponent hebben en dat bezoekers er wat van kunnen leren. De activiteiten bieden naar het oordeel van de commissie veel gelegenheid voor reflectie en interactie. De commissie vindt het erg goed dat de organisatie anticipeert op de mogelijk heftige uitwerking van het programma op bezoekers. TBA behandelt gevoelige onderwerpen in safe space sessies en biedt bezoekers ruimte om zich even terug te trekken.
Door per twee jaar nog maar één grote expositie te maken, geeft TBA zichzelf gelegenheid voor artistiek-inhoudelijke verdieping. De commissie is positief over deze keuze en verwacht dat de artistieke betekenis van de tentoonstellingen voor het publiek daardoor zal toenemen. De participatieve werkwijze en de bijbehorende samenwerkingsrelaties met Surinaamse, Caribische en Afrikaanse gemeenschappen geven de commissie het vertrouwen dat de programmering aansprekend zal zijn voor de stad en de buurt.
De commissie vindt het sterk dat TBA zich ook gaat richten op in Amsterdam aanwezige gemeenschappen uit Afrikaanse landen waar Nederland geen directe koloniale banden mee heeft, zoals Congo, Angola en Kaapverdië. Ook de cultuur en het erfgoed van deze gemeenschappen horen immers bij de stad en hebben artistiekinhoudelijk waarde voor het publiek in het algemeen en de stad in het bijzonder.
Belang voor de stad
De commissie beoordeelt het belang voor de stad als goed.
De commissie vindt dat TBA een heldere visie heeft op het bereik in de stad, een goed beeld geeft van de doelgroepen en de ten aanzien van het bereik gemaakte keuzes goed onderbouwt. De organisatie verwacht per jaar zo’n 2.500 tentoonstellingsbezoekers te trekken plus nog een vergelijkbaar aantal met de overige programmering. Die bestaat vooral uit interactieve activiteiten voor relatief kleine groepen. De keuze om zich te richten op de doelgroepen jongeren en volwassenen met een migratieachtergrond wordt in het plan verklaard uit het feit dat deze ondervertegenwoordigd zijn in het culturele aanbod. De doelgroep studenten en afgestudeerden van het mbo vindt de organisatie belangrijk omdat deze de weg naar TBA tot dusver nog niet zo weten te vinden.
De mix van activiteiten is naar het oordeel van de commissie goed op de diverse doelgroepen afgestemd. Door deel te nemen aan gerenommeerde kunstmanifestaties als Documenta en Sonsbeek vergroot TBA volgens de commissie zijn bereik onder een publiek dat normaliter niet zo snel naar TBA komt. Het ondernemingsplan gaat uit van de opvatting dat de gelaagde aanpak van onderzoek, kunst, publicaties en evenementen een bewezen effectieve methode is om een breed en divers publiek in de stad te bereiken. De commissie onderschrijft dat. Zij stelt vast dat TBA in de Community-events inhoud combineert met entertainment. Dat maakt deze events laagdrempelig en geschikt voor een breed publiek. De commissie vindt het realistisch om te verwachten dat ook de bovenbeschreven doelgroepen zich op die manier aangesproken zullen voelen door de programmering. Ook het feit dat TBA veel werkt op basis van co-creatie en altijd kort op de actualiteit zit, geeft de commissie vertrouwen dat de organisatie het beoogde bereik zal weten te realiseren.
De commissie vindt dat de marketing- en communicatieaanpak in het plan erg generiek beschreven is en is daardoor niet in alle opzichten overtuigt. De aanpak leunt sterk op sociale media. Gezien de leeftijd van de doelgroepen vindt de commissie dat een logische en passende keuze. De commissie is ook positief over de aandacht voor de ontsluiting van de collectie in het plan. Verbetering van de toegankelijkheid is nodig om te zorgen dat de collectie door meer mensen gevonden en gebruikt wordt. Ontsluiting dient dan echter wel gepaard te gaan met een goede communicatie over de inhoud en de gebruikswaarde van de collectie. De commissie ziet daarvoor nog weinig aanknopingspunten in het plan.
De commissie vindt het beoogde bereik realistisch gezien de kleinschalige en interactieve opzet van de meeste programmaonderdelen. Kwalitatief bouwt TBA mede dankzij de participatieve methodologie aan wederkerige relaties met de doelgroepen. De commissie denkt dat dat een verstandige keuze is met het oog op het draagvlak dat nodig is voor het verder uitbouwen van TBA.
De commissie stelt vast dat TBA met zijn activiteiten in Zuidoost een voldoende bijdrage levert aan de spreiding van het culturele aanbod in de stadsdelen. Door de verbouwing van het huidige onderkomen van TBA in Oost, zal de organisatie in 2025 een groot deel van het jaar gevestigd zijn op een tijdelijke locatie in Zuidoost. Daarna is het voornemen om onder de noemer The Black Archives Bijlmer op wisselende locaties in Zuidoost actief te blijven. De commissie vindt de focus op Zuidoost voor TBA een logische, omdat de organisatie daar naar eigen zeggen letterlijk dichter bij de stedelijke zwarte en Afro-gemeenschappen kan komen.
Diversiteit & inclusie
De commissie beoordeelt de diversiteit en inclusie als zeer goed.
De commissie is van mening dat TBA een zeer overtuigende visie heeft op diversiteit en inclusie en deze consequent en consistent uitwerking geeft aan de hand van concrete doelstellingen. TBA werkt vanuit de visie dat het verbreden van de blik op het verleden vanuit zwarte perspectieven bijdraagt aan een inclusieve maatschappij. In de komende jaren wil de organisatie daarbij ook de perspectieven betrekken van Afrikaanse gemeenschappen die geen koloniale relatie met Nederland hebben. De commissie vindt dat TBA deze keuze goed onderbouwt: op deze wijze wil men ruimte scheppen om behalve aan de pijnlijke thema’s slavernij, kolonialisme en racisme ook aandacht te besteden aan de rijkdom, kracht en veelzijdigheid van de Afrikaanse culturen. De commissie onderschrijft het belang hiervan.
Reflecterend op de voorgaande periode geeft TBA aan te hebben afgezien van het voornemen om zwarte queerperspectieven als apart thema uit te diepen omdat de organisatie het bij nader inzien belangrijker vond om intersectionaliteit als uitgangspunt te hanteren bij de programmering. Dat betekent dat TBA zich bij de selectie van kunstenaars en makers en in het publieksbereik ten doel stelt diversiteit te realiseren in zowel discipline als cultuur, gender, seksuele oriëntatie, opleiding en sociaaleconomische achtergrond. De commissie vindt dit een goede doelstelling. Zij denkt dat dit zowel de meerstemmigheid als de inclusiviteit van de programmering en de activiteiten zal vergroten.
De commissie vindt dat TBA een overtuigende en veelomvattende aanpak heeft om te zorgen voor een divers en inclusief aanbod, publieksbereik en medewerkersbestand. Diversiteit en inclusie is zo een integraal onderdeel van het denken en handelen van de organisatie, dat het volgens de commissie in het hele plan verweven zit en overal de boventoon voert. De programmering komt tot stand in co-creatie met Surinaamse, Caribische en Afrikaanse diasporagemeenschappen. TBA heeft de intentie structureel en intensiever samen te werken met verwante organisaties zoals OSCAM en KIP Republic. De organisatie heeft een zeer divers samengesteld personeelsbestand en bestuur en bewaakt dat dit zo blijft. Bij de samenstelling van curatoriale teams wordt gestuurd op diversiteit in afkomst, achtergrond, gender en seksualiteit. Door korting te geven aan Stadspashouders wil TBA de financiële drempel verlagen voor mensen die niet veel geld te besteden hebben. Om te zorgen dat alle bezoekers ongeacht hun opleiding de inhoud van exposities kunnen begrijpen zal TBA academische taal vermijden en tentoonstellingsteksten op b1-niveau formuleren. De commissie vindt dit stuk voor stuk uitvoerbare en passende maatregelen gezien de doelstellingen.
Uitvoerbaarheid
De commissie beoordeelt de uitvoerbaarheid als voldoende.
TBA heeft in de ogen van de commissie een goede visie op de bedrijfsvoering. Die komt voort uit een eerlijke en zelfkritische reflectie op de afgelopen periode. TBA heeft jaren van snelle groei en hoge ambities achter de rug, in combinatie met moeilijke omstandigheden door corona. De maatschappelijke debatten rondom Black Lives Matter en de aanloop naar de herdenking van 160 jaar afschaffing van de slavernij zorgden voor extra druk. Deze druk had positieve kanten, in de zin dat het leidde tot veel belangstelling voor (het werk van) TBA en tot veel verzoeken tot samenwerking. Maar het had ook zeker een negatieve lading, omdat de organisatie en haar medewerkers te maken kregen met bedreigingen en beledigingen.
Uit die ervaringen worden in het ondernemingsplan goede lessen getrokken. TBA stelt kwaliteit boven kwantiteit en geeft aan minder te gaan programmeren en meer verdieping te zoeken. Aanvragen voor samenwerking zijn onderwerp van collectieve besluitvorming, waarbij naast financiering, ambities en kansen ook het welzijn van de medewerkers wordt meegewogen. Het plan besteedt veel aandacht aan de sociale veiligheid, ook in relatie tot (het aankaarten van) werkdruk. In 2023 heeft TBA al flink geïnvesteerd in versterking van de organisatie. Dat ging weliswaar ten koste van het financiële resultaat, maar de commissie vindt dat dit vanuit het oogpunt van de zorg voor de medewerkers en de continuïteit van het werk een verstandige keuze is geweest. De commissie onderschrijft dat in de ontwikkelfase waar TBA zich nu in bevindt, consolidatie en professionalisering belangrijke aandachtspunten zijn. Dat TBA met KIP Republic, Well Made Productions en OSCAM binnen de Kondre Alliantie vooral op het gebied van bedrijfsvoering nauw gaat samenwerken vindt de commissie mede daarom een goede zaak.
De commissie is niet volledig overtuigd van de realiteitszin en uitvoerbaarheid van het ondernemingsplan. Zij vindt dat de ambities en de omvang van de organisatie weliswaar beter in balans zijn dan in het vorige ondernemingsplan, maar is van mening dat het huidige plan nog steeds erg uitdagend is voor een organisatie van dit bescheiden formaat. De vermogenspositie, die in 2022 incidenteel verbeterd was, is in 2023 weer verslechterd doordat de organisatie besloot om te investeren in de benodigde personele versterking. De commissie stelt vast dat het eigen vermogen en de liquiditeitspositie toereikend maar krap zijn en dat er weinig ruimte is voor tegenvallers.
De commissie beoordeelt de begroting als realistisch. Zij vindt het verstandig dat TBA zich wat betreft de publieksinkomsten niet rijk rekent; de programmering leent zich niet voor hoge opbrengsten uit kaartverkoop. Dat draagt er wel aan bij dat de financieringsmix suboptimaal is. De afhankelijkheid van het AFK en van projectsubsidies is groot. De commissie acht verbetering van de financieringsmix raadzaam. Zij ziet in het plan een wens om sponsors en fondsen te werven, maar mist een uitwerking of concrete aanpak voor dit voornemen.
Conclusie
Alles overziend is de commissie van mening dat de aanvraag van New Urban Collective voor The Black Archives in principe volledig subsidiabel is. Het budget voor erfgoed is echter niet toereikend om alle subsidiabele aanvragen te honoreren. De commissie heeft zich daarom genoodzaakt gezien om op de subsidiehoogte van alle aanvragen die veertien punten of meer hebben gescoord, waaronder die van The Black Archives, vier procent korting toe te passen om alle aanvragen met veertien punten of meer te kunnen honoreren. In de inleiding wordt deze keuze nader toegelicht. De commissie adviseert op grond van bovenstaande overwegingen de aanvraag van The Black Archives te honoreren met een bedrag van € 384.000 per jaar.
De aanvraag is beoordeeld binnen de adviescommissie Erfgoed.