Stichting NB
Inleiding
Stichting NB (Nicole Beutler Projects, hierna: NB) is in 2009 in het leven geroepen om de projecten van choreograaf Nicole Beutler uit te voeren. NB richt zich naar eigen zeggen op kwalitatief en hoogwaardig werk en bespeelt zowel nationale als internationale podia. NB wil interdisciplinaire en genre-overschrijdende producties realiseren, met muzikale composities en poëtische, gewaagde beelden. Daarnaast tracht NB een plek te zijn waar nieuwe makers kunnen doorstromen. Zo krijgen regelmatig stagiairs een plek in producties en is NB mede-initiatiefnemer van het ontwikkelnetwerk GREENHOUSE, in samenwerking met Boogaerdt/VanderSchoot, Keren Levi/Neverlike, Veem House for Performance en BAU, waarin Amsterdamse kunstenaars bij elkaar worden gebracht.
De periode 2025-2028 staat voor NB in het teken van het motto CLOSE ENCOUNTERS & FUTURE STORIES. Er worden drie grote zaalproducties gerealiseerd, twee kleine zaalproducties en drie locatieprojecten. Hierin staan de thema’s de klimaatcrisis en de toekomst van de mens op aarde centraal. Ook sociale rechtvaardigheid, dekolonisatie en de waarde van inheemse kennis stelt NB hier als belangrijke thema’s.
Daarnaast richt NB zich op het dans- en performanceveld in Amsterdam, door middel van GREENHOUSE. Dit resulteert in residenties, het evenement Come Together en in het begeleiden van talent.
Stichting NB ontvangt een vierjarige subsidie 2021-2024 binnen het Kunstenplan van € 319.717 per jaar (incl. indexatie 2024).
Voor de periode 2025-2028 vraagt de organisatie bij het AFK een bijdrage van gemiddeld € 325.000 per jaar in het kader van het Kunstenplan.
Artistiek belang
De commissie beoordeelt het artistiek belang als goed.
De commissie ziet in het plan een duidelijke artistieke signatuur, die beeldend en muzikaal is. Ze vindt deze signatuur goed herkenbaar in de zogenaamde ‘gesamtwerken’ die NB maakt, waarin zij verschillende disciplines met elkaar verweeft. Consistent aanwezig en uitgewerkt is onderzoek naar lichamelijkheid en de thematiek van de klimaatcrisis. NB kenmerkt zich volgens de commissie daarnaast door een specifieke, genre-overschrijdende bewegingskwaliteit. Ook de grootschalige muziektheaterproducties zijn eigen aan NB.
Die artistieke eigenheid ziet de commissie duidelijk vertaald in de producties en activiteiten voor komende periode. Zo vindt de commissie de productie NOW WE ARE EARTH/An Orchestra tot de verbeelding spreken en typerend voor NB: het derde deel in de trilogie Rituals of Transformation richt zich, met acht dansers en meerdere samenwerkingspartners, op ecofuturisme en op de samenkomst tussen ‘dier, mens, plant, fungus en technologie’. De productie komt ook tot stand met de ‘slow production’-werkwijze die NB hanteert, waarbij gedegen onderzoek en inhoudelijke verdieping de basis vormen voor de producties.
NB heeft een scherpe visie en koers met een duidelijk inhoudelijk profiel. Het eerder ingezette thema van klimaatcrisis krijgt volgens de commissie in dit plan een verdieping. NB geeft daarin ruimte aan verschillende perspectieven, zoals migranten, the global south, of inheemse kennis uit de Verenigde Staten. NB stelt grote vragen over toekomstverbeelding en zet dit de komende periode door. Het plan past volgens de commissie bij de artistiek-inhoudelijke kennis en ervaring die NB afgelopen jaren heeft laten zien. Ook bouwen de voorgestelde activiteiten hier logisch op voort.
Het plan maakt goed duidelijk wat NB bij haar publiek teweeg wil brengen en waarom haar werk aansprekend zal zijn voor het publiek. Zo wil NB met haar werk het publiek een spiegel voorhouden met urgente en grote maatschappelijke vragen. De commissie ziet dat de activiteiten daarin van artistieke betekenis zijn voor diverse publieksgroepen en deelnemers. Bijvoorbeeld in de productie BIRDS/Song of the Earth, waarin NB expliciet samenwerkt met statushouders en nieuwkomers en waarin de zoektocht naar een betere toekomst centraal staat. Daarnaast ziet de commissie in de interdisciplinaire productievorm een ingang om artistiek van betekenis te zijn voor een breed publiek.
NB biedt tevens mogelijkheden voor nieuwe en mid-career makers. Dit doet zij middels talentontwikkeling, bijvoorbeeld binnen het ontwikkelnetwerk GREENHOUSE. De commissie vindt het lovenswaardig dat NB haar ervaring op artistiek, organisatorisch en zakelijk vlak wil delen met makers van de toekomst en dat zij ruimte wil creëren en ondersteuning wil bieden voor nieuwe makers vanuit verschillende disciplines. Ze ziet hiervan in de basis het artistiek belang voor de stad en het Amsterdamse dansveld en vindt het ook passen bij NB. Ze ziet in het plan echter nog weinig geconcretiseerd wat deze activiteiten inhouden of hoe zij zich meer direct verbinden met de stad. De commissie mist ook een artistieke onderbouwing voor de keuze van de makers, zoals Genevieve Murphy, met wie NB al langer samenwerkt, of nieuwe makers zoals Felix Schellekens of Flavia Pinheiro.
De jaarlijkse zomeracademie WE LIVE HERE in samenwerking met Julidans en BAU vindt de commissie echter een mooi voorbeeld van hoe het bieden van afgebakende onderzoeks- en reflectieruimte, het stedelijke makersklimaat kan versterken.
Belang voor de stad
De commissie beoordeelt het belang voor de stad als voldoende.
NB geeft in haar plan volgens de commissie blijk van een realistische visie op het bereik in de stad. NB heeft een goed beeld van haar publiek en doelgroepen in de stad, die zij in haar plan categoriseert in leeftijden en profielen, zoals de
‘Kosmopolieten: Leeftijd 25-34’ of de ‘Avontuurlijke Babyboomers: Leeftijd 60+’. De commissie leest hierin een duidelijke visie, toegespitst op passende doelgroepen. Dat NB bij elke doelgroep bespreekt welke marketingstrategie zij toepast, vindt de commissie sterk. De commissie vindt de aanpak in beginsel ook passen bij de doelgroepen. NB wil de leeftijdsgroep van 25-34 bereiken door te focussen op social media. Het accent op onlinekanalen, mede vanwege de inzet op het verkleinen van de ecologische voetprint, is een passende strategie bij de visie en de ethiek die NB uitdraagt. De wijze waarop NB hierbij groene influencers gaat inzetten, had de commissie wel meer uitgewerkt willen zien. NB wil de doelgroep ‘Cultureel diverse stedelingen’ vooral bereiken via nieuwe samenwerkingen in de stad, met onder andere BackBone. De commissie vindt dit logische partners om meer en divers publiek in de stad te bereiken, al mist zij nog wel een aanpak voor hoe NB deze publieksgroepen vervolgens blijvend aan zich wil binden. De commissie zet over het geheel vraagtekens bij de beoogde publieksaantallen, die fors hoger liggen ten opzichte van voorgaande periode. Deze sluiten niet overtuigend aan bij de aard en omvang van de activiteiten, die daar niet vergelijkbaar in meegroeien.
NB levert volgens de commissie een beperkte bijdrage aan de spreiding van activiteiten en publieksbereik in de stadsdelen Zuidoost, Noord en Nieuw-West. De focus voor het presenteren van werk ligt op het centrum. NB gaat de komende periode een hernieuwde samenwerking aan met De Meervaart, gelegen in Nieuw-West, als montageplek, waar op kleine schaal try-outs plaats vinden. In het plan wordt eraan gerefereerd dat met het locatieproject De Stad Danst een grote groep dansliefhebbers uit de stad, in een optocht door de straten van Amsterdam gaat. In het plan wordt echter niet genoemd in welke stadsdelen dit project plaatsvindt en hoe de buurt wordt betrokken. Daarmee ziet de commissie ook geen inbedding in de drie stadsdelen terug in het plan.
Diversiteit & Inclusie
De commissie beoordeelt de bijdrage aan diversiteit en inclusie als voldoende.
NB beschrijft dat diversiteit en inclusie voor de organisatie een vanzelfsprekende waarde heeft. De commissie ziet het belang dat NB aan diversiteit en inclusie hecht door het plan heen terugkomen, maar ziet dit niet uitgewerkt in een overtuigende, heldere visie. NB benoemt in dit kader een aantal doelstellingen die ze als speerpunten ziet, zoals werken met een internationale cast met verschillende identiteiten, en via GREENHOUSE een diverse groep makers ruimte geven om zich te presenteren.
Tevens benoemt NB dat er nog winst te halen valt in een meer cultureel divers publiek. De commissie vindt dit weinig concrete en onderbouwde doelstellingen voor de komende periode.
De commissie vindt de reflectie op de stappen die NB de afgelopen periode op diversiteit en inclusie op gebied van aanbod, bereik en organisatie heeft gemaakt summier. Er wordt enkel benoemd dat er meer culturele diversiteit in het kantoorteam en bestuur is gerealiseerd en er coaching heeft plaats gevonden over het onderwerp. Door deze beknopte reflectie kan de commissie niet goed beoordelen of de nieuwe doelstellingen logisch voortkomen uit de voorgaande periode.
Ondanks dat de commissie geen overtuigende visie leest in het plan, is zij van mening dat de aanpak voor een divers en inclusief aanbod, en voor het bereik van makers, wel overtuigt. Het motto CLOSE ENCOUNTERS & FUTURE STORIES, dat ten grondslag ligt aan het aanbod voor komende periode, gaat over het bieden van andere perspectieven. De commissie ziet bij de producties voor de komende periode dat NB zich in het vooronderzoek verdiept heeft in dekolonisatie, wat de commissie te waarderen vindt. Diversiteit en inclusie zijn ook herkenbaar in de wijze waarop NB, in het kader van talentontwikkeling, jonge makers vanuit verschillende achtergronden de kans geeft werk te presenteren. NB focust zich hierin zowel op culturele diversiteit als op diversiteit in gender en seksualiteit, bijvoorbeeld door middel van hun samenwerkingen met Lucinda Wessels, Lia Rodriguez, BackBone, Neal Powess, en nieuw betrokken dramaturg Richard Kofi. De commissie is van mening dat dat de stappen en acties op het gebied van aanbod haalbaar en realistisch zijn. De aanpak om een meer divers en inclusief publieksbereik voor de producties te realiseren, zoekt NB met name in de eerdergenoemde samenwerkingen. De commissie vindt de samenwerkingspartners hierbij passend. Het plan maakt niet duidelijk welke stappen NB daar zelf bij zet om de meerwaarde van deze samenwerkingen ook te internaliseren. Ook had de commissie graag gezien hoe NB de komende periode diversiteit en inclusie binnen de eigen organisatie versterkt en bestendigt. Het plan benoemt wel de huidige, cultureel diverse samenstelling van het team, maar licht hierop geen aanpak toe.
Uitvoerbaarheid
De commissie beoordeelt de uitvoerbaarheid als voldoende.
De commissie ziet een heldere visie op de bedrijfsvoering, maar heeft ook wat kanttekeningen.
NB geeft een vrij algemene reflectie op de bedrijfsvoering in afgelopen periode, waarbij met name gefocust wordt op de wissel die de pandemie trok op het team. De commissie had willen lezen welke lessen of inzichten hieruit voortkwamen en hoe de bedrijfsvoering in de komende periode hierop voortbouwt.
NB benoemt hoe zij de Governance Code Cultuur toepast. De raad van toezicht en het personeelsbeleid zijn duidelijk beschreven. Tevens is, passend bij de artistieke rode draad van het thema klimaatcrisis, een visie op duurzaamheid onderdeel van de bedrijfsvoering. Ook vindt de commissie dat NB duidelijk toelicht hoe zij de Fair Practice Code toepast voor de vaste en flexibele medewerkers. NB hanteert de cao Toneel en Dans. NB hanteert daarbij voor zzp’ers een binnen de fair pay passende toeslag van vijftig procent en maakt vooraf heldere afspraken rondom vergoedingen, overuren en reistijden. Dat de artistieke en zakelijke leiding structureel overuren maken, ziet de commissie wel als een risico voor een organisatie van deze omvang, waar weinig op gereflecteerd wordt.
Positief vindt de commissie dat er op gebied van sociale veiligheid een code of conduct is die met alle betrokkenen bij elke productie besproken en aangevuld wordt. Ook is er een externe vertrouwenspersoon.
De commissie vindt dat NB de risico’s voldoende in beeld heeft. De manier om ermee om te gaan en risico’s beheersbaar te houden, is echter nog vrij globaal beschreven, zoals het maken van goede afspraken met coproducenten.
De commissie heeft voldoende vertrouwen in de organisatorische uitvoerbaarheid van het plan. Er is de afgelopen periode geïnvesteerd in de stabiliteit van het kernteam.
Daarnaast komt er in de komende Kunstenplanperiode een nieuwe zakelijk leider. Deze was voorheen al verbonden als assistent zakelijk leider, en krijgt een inwerktraject. Met de opgebouwde ervaring van NB, de bewezen artistieke en organisatorische leiding en de neergezette resultaten, vindt de commissie de organisatorische plannen realistisch.
De commissie leest dat de algemene reserve komende periode wordt versterkt, wat bijdraagt aan de stabiliteit. De financiële huishouding vindt de commissie hiermee op orde, waarmee NB tegenvallers voldoende kan opvangen. De commissie acht het plan op financieel vlak daarmee realistisch, maar plaatst wat kanttekeningen. NB heeft vermoedelijk per abuis enkel de exploitatiebegroting voor 2027 meegestuurd als meerjarenbegroting. Deze vindt de commissie op zichzelf realistisch en passend bij het plan voor dat jaar. Uit de ingevulde begrotingscijfers in het aanvraagformulier, blijkt echter dat deze niet geheel exemplarisch is voor de andere jaren, waardoor de commissie voor de andere jaren minder kan beoordelen of deze passend zijn begroot. De commissie ziet dat er een diverse financieringsmix is met verschillende bronnen om risico’s te spreiden, bestaande uit structurele subsidies, publieksinkomsten, coproductiebijdragen, private fondsen en bijdragen van theaters en deelnemers.
Ondanks dat NB aangeeft dat de publieksaantallen voorzichtig zijn begroot, vindt de commissie de ingeschatte publieksinkomsten aan de hoge kant, in vergelijking met voorgaande periode. Het plan geeft te weinig zicht op de wijze waarop deze hogere inkomsten bereikt gaan worden. Dit maakt dit deel van de financieringsmix volgens de commissie kwetsbaar.
Conclusie
De commissie adviseert op grond van bovenstaande overwegingen de aanvraag van Stichting NB te honoreren met het gevraagde bedrag van € 325.000 per jaar.
De aanvraag is beoordeeld binnen de adviescommissie Dans.
Adviseur Roshanak Morrowatian heeft niet deelgenomen aan de beraadslaging over dit advies.