Stichting in Goed Gezelschap van Laura
Inleiding
Stichting in Goed Gezelschap van Laura (hierna: Laura van Dolron) produceert het werk van Laura van Dolron. Laura van Dolron creëerde naar eigen zeggen haar eigen genre ‘Stand-up filosofie’. Hiermee trekt zij de wereld en de theaters in en legt zij verbanden tussen het persoonlijke en het politieke. Ze bevraagt naar eigen zeggen de plek van theater in de wereld, en laat de wereld toe in haar theater.
Laura van Dolron doet dit door Live Columns te schrijven bij debatten, symposia en andere bijeenkomsten, waar zij dan het laatste woord krijgt. Ze doet dit ook door middel van Blind Dates die zij partners voor haar laat organiseren en waarbij ze met een maatschappelijke instelling en een podium samenwerkt, en zij de brug is tussen beiden. Laura van Dolron doet drie Blind Dates per jaar. Ze vraagt hiervoor De Kleine Komedie en Theater Frascati om ‘buiten de comfortzone’ op zoek te gaan naar plekken in wijken van Amsterdam buiten het centrum, waar Van Dolron een dag langsgaat op ‘Blind Date’, in gezelschap van een ‘comedian’.
Samen met die comedian maakt ze in een dag een voorstelling over zo'n bezoek, een voorstelling die ze dan weer speelt in De Kleine Komedie. Laura van Dolron gaat na die voorstelling in De Kleine Komedie nog terug naar de plek waar de voorstelling is gemaakt om hem daar ook nog eens te spelen. Het is de bedoeling dat er op locatie tijdens het maken mensen aanwezig zijn wier verhaal volgens Laura van Dolron anders niet zo snel op het podium van De Kleine Komedie terecht zou komen. Laura van Dolron speelt één tourneevoorstelling per jaar, waarvoor ze gaat samenwerken met maatschappelijke gesprekspartners. Deze voorstelling komt telkens uit in Theater Frascati en speelt vervolgens in drie andere theaters in Amsterdam en door het hele land.
Daarnaast organiseert Laura van Dolron de komende jaren Slaapstakingen: nachten waarin stilgestaan wordt bij zaken waar je van wakker zou moeten liggen. Laura van Dolron heeft tevens een modern biechthok bedacht dat ze gaat gebruiken tijdens het Warming Up Festival: de ‘Climate Confession Booth’.
Stichting In goed gezelschap van Laura ontvangt geen meerjarige subsidie binnen het Kunstenplan 2021-2024.
Voor de periode 2025-2028 vraagt de organisatie bij het AFK een bijdrage van gemiddeld € 35.000 per jaar in het kader van het Kunstenplan.
Artistiek belang
De commissie beoordeelt het artistiek belang als voldoende.
De commissie is positief over de artistieke eigenheid die uit het plan spreekt. Er klinkt een eigenzinnige stem in door, die iets toevoegt aan het kunstenveld. De commissie vindt de artistieke signatuur van Laura van Dolron herkenbaar in de maatschappelijk urgente wijze waarop ze beoogt op de tijdgeest te reflecteren, waarbij ze haar persoonlijke ervaringen als leidraad gebruikt. Ieder project vertrekt vanuit Van Dolrons eigenheid en dat levert dan, in combinatie met nieuwe thema’s, doelgroepen of locaties, een voorstelling op. Daarbij is het werk lichtvoetig, met humor en zelfspot. Dit alles levert volgens de commissie een herkenbare signatuur op.
De commissie vindt de vertaling van de artistieke signatuur naar de artistieke activiteiten overtuigend: alle activiteiten hebben Van Dolron en haar vaardigheid als stand-up filosoof als artistiek uitgangspunt. De komende periode realiseert Van Dolron Blind Dates, Live Columns/ Action Writing, tourneevoorstellingen en slaapstakingen. Met de Blind Dates wordt Van Dolron door theaters en festivals naar maatschappelijke relevante plekken gestuurd, waar de gesprekken die ze voert, leiden tot een theatertekst. Dit vindt de commissie een tot de verbeelding sprekend concept. Zo zal een Blind Date steeds inhoudelijk een nieuwe voorstelling opleveren, maar is de vorm gelijk; wat hem artistiek herkenbaar maakt.
De commissie had ten aanzien van de geplande tourneevoorstellingen, waar onder meer klimaatactivisme en kapitalisme de onderwerpen zijn, een artistieke onderbouwing van deze keuzes en de dramaturgie willen lezen. Dat vindt de commissie niet voldoende in het plan terug waardoor niet helder is of de tourneevoorstellingen ook tot aansprekende projecten zullen leiden.
Van Dolron bouwt met het plan voort op de artistieke ontwikkeling van afgelopen periode, er is reflectie op eerder werk en het beschreven nieuwe werk past in de lijn, waarbij de commissie het waardeert dat Van Dolron zich nu ook buiten de theaterzaal begeeft.
Van Dolron wil graag dat haar toeschouwers emoties en inzichten krijgen door in aanraking te komen met haar Stand-up filosofie. De commissie had graag meer gelezen over de achterliggende artistieke keuzes die Van Dolron maakt - en over het emotionele effect dat ze ermee bij het publiek beoogt teweeg te brengen - zowel in de voorstellingen als in de totstandkoming ervan.
De commissie vindt de keuzes voor de partners die Van Dolron ten tonele voert niet onderbouwd en leest ook niet hoe deze partners het publiek moeten aanspreken. Zo vindt de commissie het bij de voorstelling Anonieme Kapitalisten niet helder waarom in relatie tot de thematiek, op het podium het gesprek wordt aangegaan met alcohol- en drugsverslaafden. De commissie is er hierdoor niet van overtuigd dat de thematiek op deze manier helder voor het publiek wordt vertaald. De commissie vindt de artistieke betekenis voor het beoogde publiek daardoor nog niet overal overtuigend. Wel vindt de commissie de wijze waarop cocreatie met publiek en deelnemers wordt aangegaan van artistieke betekenis. Tevens verwacht de commissie dat de voorstellingen artistieke betekenis zullen hebben voor publiek dat Van Dolrons werk al kent, omdat de voorstellingen volgens de commissie ook een zekere continuïteit en herkenbaarheid hebben in vorm en omdat Van Dolron haar eigen leven bij de inhoud van haar voorstellingen betrekt.
De commissie vindt dat er nauwelijks artistieke betekenis voor de stad spreekt uit het plan. Ze leest over de speelplekken in De Kleine Komedie en Theater Frascati die haar op pad gaan sturen voor de Blind Dates, maar verder benoemt het plan nergens Van Dolrons artistieke verbinding met de stad, terwijl dat, gezien de thematiek van haar werk, zeer goed had gekund. De commissie heeft ook bedenkingen bij de redenering dat Van Dolron met haar werk een brug zou slaan tussen de provincie en Amsterdam, simpelweg door het in Amsterdam te hebben over de provincie en andersom. Een dergelijke stelling had wat de commissie betreft veel beter onderbouwd mogen worden.
Belang voor de stad
De commissie beoordeelt het belang voor de stad als zwak.
De commissie vind de visie op het bereik in de stad in het plan erg algemeen. De commissie vindt de zin: 'Als mensen eenmaal een voorstelling van Laura van Dolron hebben gezien, willen ze meer', onvoldoende houvast bieden voor een antwoord op de vraag wie dat publiek dan is en waarom het meer zou willen. Daarnaast benoemt Van Dolron zeer breed uitwaaierende publieksgroepen zoals ‘denkers, dromers, wereldverbeteraars en ervaringsdeskundigen’ waarvan niet helemaal duidelijk is of dit mensen zijn die reeds in aanraking zijn gekomen met Van Dolrons werk, of dat het doelgroepen betreft die ze graag zou willen bereiken. Deze erg ruime insteek maakt het voor de commissie lastig te bepalen in hoeverre er gedegen kennis van de beoogde doelgroepen aanwezig is.
De commissie vindt het beoogde publiek in de stad passen bij de aard en omvang van de activiteiten en in verhouding met wat landelijk wordt bereikt. De commissie vindt de aanpak om haar bestaande doelgroep te bereiken en tot herhaalbezoek te prikkelen passend. Laura van Dolron doet dit door zichzelf te ‘branden’ als merk, met Van Dolron-T-shirts en een nieuwsbrief.
Om herhaalbezoek te stimuleren en bestaand publiek aan zich te binden, verwijst ze tijdens de voorstelling naar de ‘prequels’ die aan de voorstelling voorafgingen en de ‘sequels’ die op stapel staan. Deze inhoudelijke, live teasers lijken de commissie een uitstekend middel, net als de direct messages via socials of mail: Van Dolron beantwoordt alle berichten persoonlijk.
De commissie vindt dat er weinig zicht blijkt op mogelijke behoeftes van zowel deelnemers als publiek; Van Dolron gaat ervan uit dat deelnemers en publiek komen omdat ze in het werk van Van Dolron zijn geïnteresseerd. De commissie mist bij dit uitgangspunt een overtuigende aanpak om nieuw publiek te bereiken.
Van Dolron levert een zeer beperkte bijdrage aan de spreiding van activiteiten en publiek in Nieuw-West, Noord en Zuidoost. De commissie leest wel in het plan dat Van Dolron gaat samenwerken met de Tolhuistuin in Noord voor het Warming Up Festival. Partnerschappen in de andere stadsdelen waar ze wel cijfers over opneemt in de aanvraag, worden in het plan niet verder uitgewerkt.
Diversiteit & Inclusie
De commissie beoordeelt de bijdrage aan diversiteit en inclusie als zwak.
De commissie herkent geen visie op diversiteit en inclusie in het plan. Er is niet gereflecteerd op wat concreet op het gebied van diversiteit en inclusie is bereikt waar het aanbod, bereik en organisatie betreft. De commissie ziet wel dat Van Dolrons manier van werken, waarbij ze cocreëert met diverse groepen mensen, bij kan dragen aan een programma dat divers en inclusief is. De commissie is van mening dat Van Dolron te vanzelfsprekend stelt dat haar universele taal in de voorstellingen inclusief is, en daarmee een breed publiek aanspreekt. De commissie wil hierbij opmerken dat de gedachte dat een taal ‘universeel’ en daardoor ‘voor iedereen’ is, wellicht niet door iedereen wordt gedeeld. De commissie had graag meer concrete reflectie willen lezen over de samenwerkingen in afgelopen periode en het publiek dat op de projecten afkomt. Ook op het gebied van personeel mist de commissie een reflectie op het verleden. Tevens vindt de commissie geen sterke toekomstvisie met heldere doelstellingen in het plan terug. Er wordt enkel als doelstelling gesteld dat de komende jaren actief publiek geworven wordt via de partners, maar hoe dat publiek eruit ziet, staat niet in het plan.
De commissie vindt dat de aanpak voor diversiteit en inclusie op het gebied van aanbod, bereik en organisatie zeer bescheiden is. De commissie leest slechts terug dat budget wordt vrijgemaakt om vrijkaartjes te geven en zo financiële drempels te verlagen. Het doel om met partners meer divers publiek te werven wordt niet met een concrete aanpak onderbouwd. De commissie is weliswaar positief over het feit dat Van Dolron steeds samenwerkingen aangaat met wisselende partners, maar ze mist ook hier een doelgerichte aanpak.
Uitvoerbaarheid
De commissie beoordeelt de uitvoerbaarheid als zwak.
De bedrijfsvoering van Van Dolron wordt omschreven als uitgegroeid tot een ‘cultureel zwermbedrijf’, voortkomend uit een losjes georganiseerd kunstenaarsinitiatief. De commissie vindt dat er echter weinig gereflecteerd wordt op waar de organisatie heen wil. De commissie vindt ‘zwermbedrijf’ een mooi suggestief woord, maar ze had graag meer uitleg gelezen hoe dit zwermbedrijf met mensen en middelen wil omgaan. Zo vindt de commissie onduidelijk wat voor een soort trainingen er aan medewerkers zijn aangeboden om de organisatie te verstevigen. Er wordt in zeer algemene zin benoemd hoe de Governance Code Cultuur wordt toegepast. Ten aanzien van de toepassing van de Fair Practice Code is de commissie positief over de toepassing van fair pay. De commissie leest dat de gedragscodes op het gebied van sociale veiligheid nog in ontwikkeling zijn. Een bestuurslid als vertrouwenspersoon aanstellen, vindt de commissie een goede eerste stap, maar ze hoopt wel dat er goed wordt gekeken of deze persoon voor iedereen voldoende benaderbaar is en of deze situatie past voor de organisatie, die ook met veel cocreatoren werkt. De commissie ziet geen reflectie op mogelijke risico’s en hoe daarmee wordt omgegaan. Hier had de commissie meer over willen lezen, temeer omdat In Goed Gezelschap van Laura een kleine organisatie is, met artistiek leider Laura van Dolron als spil.
De commissie heeft grotendeels vertrouwen in de organisatorische haalbaarheid van het plan, al zijn er ook kanttekeningen. De schaalgrootte van de activiteiten acht de commissie haalbaar, gezien de omvang en ervaring van de organisatie. Tevens is de commissie positief over het feit dat er een vaste zakelijk leider wordt aangesteld, die nauw samenwerkt met impresariaat Via Rudolphi, wat volgens de commissie een vertrouwenwekkende partner is voor de verkoop van de voorstellingen. De commissie plaatst een kanttekening bij het feit dat uit het plan niet helder is wie de dagelijkse leiding van de organisatie heeft en wat precies de taken en verantwoordelijkheden van de beoogde nieuwe zakelijk leider zijn. De commissie vindt daarnaast opmerkelijk dat de productieleider tegelijkertijd ook de technicus is. De commissie had graag gelezen hoe een dergelijke dubbelfunctie georganiseerd wordt tijdens een tournee en tijdens de speeldagen.
De commissie is kritisch op de financiële haalbaarheid van het plan. De eigen vermogenspositie is erg kwetsbaar waar het de mogelijkheden betreft om eventuele risico’s die het plan met zich meebrengt, te kunnen dragen. In dat verlengde had de commissie meer informatie willen lezen over hoe de vermogenspositie verbeterd wordt in het komende kunstenplan, temeer omdat uit de conceptrealisatie 2023 die is meegestuurd, blijkt dat de organisatie over 2023 een verlies verwacht. De begroting vindt de commissie over het grote geheel passend bij het plan, al is deze weinig gespecificeerd in de verschillende activiteiten en summier toegelicht. De financieringsmix vindt de commissie qua inkomstenbronnen passend voor de organisatie, maar de mix is verhoudingsgewijs grotendeels afhankelijk van de structurele subsidies, wat de bedrijfsvoering kwetsbaar maakt.
Conclusie
De commissie adviseert de aanvraag van Stichting in Goed Gezelschap van Laura niet te honoreren omdat deze 10 of minder punten heeft behaald.
De aanvraag is beoordeeld binnen de adviescommissie Theater.