Stichting IDFA

Film
Aangevraagd: € 1.080.473
Toegekend: € 930.473

Inleiding

IDFA positioneert zichzelf als het belangrijkste documentaire filmfestival ter wereld en behelst meer dan een publieksfestival voor films. Zo is IDFA nauw gelieerd aan het IDFA Bertha Fonds en met DocLab is er ook ruim aandacht voor interactieve en immersieve documentaires. Bovendien zijn er jaarlijks twee markten voor (inter)nationale professionals en organiseert ze het hele jaar door activiteiten voor talenten, scholieren en studenten. In maart 2024 opent ze de deuren van een eigen theater voor documentaires in Amsterdam. Hiermee zet ze een volgende stap in de ontwikkeling van het (inter)nationale instituut waartoe IDFA is uitgegroeid. Een instituut dat de hele keten wil bedienen, van financiering tot en met vertoning en dat zich richt op publiek, professionals en scholieren. Uitgangspunten zijn artistieke kwaliteit, engagement en een groot bereik met op alle niveaus aandacht voor inclusie, innovatie en duurzaamheid.

IDFA wil uitgroeien tot een internationaal documentaire-instituut voor creatieve documentairekunst met een bereik van ruim 250.000 bezoeken. Een nieuwe activiteit is het documentairetheater in het Vondelparkpaviljoen, dat dagelijks toegankelijk is en waarmee IDFA het bereik en de binding met nieuwe generaties publiek en professionals wil versterken: een van de speerpunten van IDFA. Daarnaast beschouwt ze inclusie en diversiteit als deel van het DNA. Ze wil de komende jaren meer aandacht voor het toegankelijk maken van alle activiteiten van IDFA voor mensen met een beperking. En ook duurzaamheid - zowel voor als achter de schermen - ziet zij als een van de fundamenten van het instituut. Wat betreft bedrijfsvoering wil ze samen met de andere filmfestivals een volgende stap maken met fair pay. Voor een meer weerbare en stabiele financiële situatie is een betere balans tussen structurele subsidies en eigen inkomsten voor haar van groot belang.

Stichting IDFA ontvangt een vierjarige subsidie 2021-2024 binnen het Kunstenplan van € 932.246 per jaar (incl. indexatie 2024).

Voor de periode 2025-2028 vraagt de organisatie bij het AFK een bijdrage van  gemiddeld € 1.080.473 per jaar in het kader van het Kunstenplan.

Artistiek belang

De commissie beoordeelt het artistiek belang als zeer goed.

De commissie vindt dat uit de aanvraag een duidelijke artistieke signatuur naar voren komt. IDFA wil het (internationale) documentaireklimaat stimuleren en naast de ontmoetingsplek die het wil zijn, biedt ze een podium voor artistieke vertalingen van maatschappelijke en/of entertainende documentaires, maar ook experiment en innovatie.

In de overtuiging die IDFA hanteert ten aanzien van documentairekunst ziet de commissie haar artistieke signatuur weerspiegeld: IDFA ziet documentaire als vrije, persoonlijke en artistieke blik op de complexe maatschappelijke realiteit die structuur aanbrengt in opinies, wil laten zien wat kwetsbaar is en het maatschappelijk debat bevorderen. Ze wil inzicht geven in de veranderende wereld en documentaires tonen die een nieuwe kijk op de wereld geven, spelen met conventies of een unieke beeldtaal gebruiken. Daarbij zijn oorspronkelijkheid, zeggingskracht en cultuurhistorische waarde criteria die IDFA hanteert bij het samenstellen van haar programma.

IDFA ziet zichzelf als instituut met een autonome rol en stelt zich op als onafhankelijk instituut met als missie om de verschillende perspectieven op onze realiteit bij elkaar te brengen en de diversiteit hiervan te vieren en te verspreiden. De commissie vindt dit een sterke en urgente missie. Doordat IDFA actief is in de hele keten, van financiering tot en met vertoning, onderscheidt ze zich duidelijk van andere spelers in het documentaire veld.

Het plan geeft volgens de commissie een heldere blauwdruk voor de activiteiten in de periode 2025-2028. Daarin is duidelijk te zien hoe zij haar artistieke signatuur vertaalt naar activiteiten waar ze in wil groeien en naar doelstellingen die ze zichzelf stelt. Ze maakt hierbij onderscheid in stevige fundamenten artistieke kwaliteit, engagement en bereik, met extra aandacht voor inclusie en innovatie. De commissie ziet in het plan een aansprekende programmering. Het programma bestaat uit de competitieprogramma’s, de internationale jaaroogst en focusprogramma’s. In de jaaroogst worden films vertoond die al elders in première zijn gegaan, maar door IDFA zo belangwekkend worden gevonden dat het Nederlands publiek ze niet mag missen. De focusprogramma’s worden opgebouwd rondom een maatschappelijk thema of een artistieke verbinding. Voorbeelden uit het verleden die IDFA hiervan noemt zijn unConscious Bias en Fabrications. De commissie vindt de programmavisie en -indeling die aan de selectie ten grondslag ligt overtuigend. Ook heeft zij de afgelopen jaren een programma gezien waaruit blijkt dat IDFA interessante makers, films en internationale ontwikkelingen goed weet te vangen. 

Uit het plan komt duidelijk naar voren dat IDFA continu reflecteert op haar artistieke en maatschappelijke uitgangspunten en dat hier de plannen voor de komende jaren logisch uit voortvloeien. Zo benoemt IDFA dat steeds meer commerciële streaming platforms documentaires vertonen en wil zij haar rol versterken als aanbieder van een divers aanbod van films en nieuwe mediawerken die een artistieke, maatschappelijke en/of persoonlijke betekenis hebben. Hiervoor worden twee nieuwe competities opgezet: de International Competition, bedoeld voor de klassieke documentaire en de Envision Competition voor vernieuwing in vorm en thema’s. Onlangs heeft IDFA een nieuwe, permanente locatie betrokken: het Vondelparkpaviljoen. Hierdoor verschuift de aandacht naar activiteiten jaarrond, hoewel het festival de kernactiviteit blijft. In het Vondelparkpaviljoen blijft de documentairekunst centraal staan, maar er is meer aandacht voor innovatie (DocLab) en educatie (bereik). De commissie ziet het programma van het paviljoen daarom als een logische verdieping en uitbreiding van de activiteiten en als een voortzetting van de artistieke lijn van IDFA.

Het is voor de commissie duidelijk en overtuigend wat IDFA teweeg wil brengen bij haar publiek. Documentairekunst fungeert volgens IDFA als spiegel om ‘onze wereld te beschrijven en te tonen of we onze werkelijke waarden op orde hebben’. Hiermee heeft het volgens haar een essentiële rol in het maatschappelijk debat en kan het verandering teweegbrengen. Voor het publiek wil ze een artistieke, cinefiele ontmoetingsplek zijn waar professionals en publiek vertrouwd raken met documentairevormen en stijlen. Ze wil mensen in contact met elkaar brengen, elkaars perspectieven laten zien, en hierdoor wederzijds begrip en reflectie stimuleren. In een tijd van onrust en polarisatie is dit naar mening van de commissie een urgente en bewonderingswaardig streven. Met het Vondelparkpaviljoen als beoogde nieuwe culturele huiskamer van Amsterdam waar alle activiteiten van IDFA samenkomen en nieuwe programma’s en initiatieven ontwikkeld worden is voor de commissie ook duidelijk wat ze teweeg wil brengen bij de stad. De diverse activiteiten waaronder het festival en de programmering van het Vondelparkpaviljoen, alsmede het IDFA Bertha Fonds vindt de commissie vanwege de thematiek van de geselecteerde films aansprekend en sluiten goed aan op het publiek en de stad. Zo werden er in 2022 binnen het thema Around Masculinity films vertoond over het concept mannelijkheid in onze samenleving en werd binnen het programmaonderdeel Signed de film De Bezette Stad van regisseur Steve McQueen vertoond.   

Om aansluiting te vinden en/of houden maakt IDFA ook gebruik van andere presentatievormen op bijzondere plekken zoals tentoonstellingen en installaties, livemuziek en theater in combinatie met documentaire. Het Vondelparkpaviljoen geeft volgens IDFA uiteenlopende mogelijkheden om, samen met lokale partners, thema’s en vormen te onderzoeken die aansluiting vinden bij een jong publiek, professionals, talenten en studenten. De commissie verwacht dat die de inhoudelijke betekenis voor publiek en stad verder zullen versterken.  

Belang voor de stad

De commissie beoordeelt het belang voor de stad als voldoende.

De commissie vindt dat IDFA een heldere visie heeft op het bereik in de stad. IDFA werkt met het culturele doelgroepenmodel dat elf doelgroepen onderscheidt. De marketing- en communicatiemiddelen worden hierbij gericht ingezet. Zo wordt voor het bereiken van de professionals gebruik gemaakt van samenwerking met internationale vakbladen. Voor het bereiken van het festivalpubliek heeft IDFA een scala aan mediapartners. De gedifferentieerde aanpak is naar mening van de commissie realistisch en effectief. Voor de komende periode zet het festival in op consolidatie omdat de maximale capaciteit van de zalen is bereikt. De beoogde groei voor de komende jaren komt voort uit het continue programma in het Vondelparkpaviljoen en een groter educatieprogramma. De komende jaren wil IDFA vooral inzetten op een jonger en divers samengesteld publiek om het publiek een goede afspiegeling van de maatschappij te laten zijn. Uit de monitoring blijkt dat het aandeel jongeren de afgelopen jaren al gegroeid is, door samenwerking met studieverenigingen, WePresent, OneWorld, Cineville en We are Public. IDFA zal de samenwerkingen met deze partners dan ook voortzetten. Daarnaast heeft IDFA een werkgroep geïnstalleerd van jonge IDFA-medewerkers die strategisch meedenken over beleid en programmering voor jongeren en over het uitnodigen van partners en jonge gastcuratoren. De commissie maakt hieruit op dat de organisatie bijtijds en goed bijstuurt, op de gewenste omvang en samenstelling van het publiek.

De hoofdlocaties van IDFA bevinden zich in het centrum van de stad. In de aanvraag wordt benoemd dat er samenwerkingen, partners en satellietlocaties zijn in NieuwWest, Zuidoost en Noord. Zo wordt Cinema de Vlugt als satellietlocatie en New Metropolis Nieuw-West als samenwerkingspartner genoemd. Het plan is niet concreet over waar deze samenwerking uit bestaat, welk programma daarbij aansluit en wie hiermee bereikt worden. Ook is er geen reflectie aanwezig op de resultaten hiervan in de afgelopen jaren en worden er geen (nieuwe) ambities op dit vlak benoemd ten aanzien van de komende jaren. Het plan geeft geen zicht op een duurzame samenwerking om bij te dragen aan het bereik in deze stadsdelen. De commissie vindt dat IDFA enigszins bijdraagt aan de spreiding van het culturele aanbod in de stadsdelen Nieuw-West, Zuidoost en Noord, maar dat een goede inbedding een grotere inspanning vraagt. 

Diversiteit & inclusie

De commissie beoordeelt de bijdrage aan diversiteit en inclusie als goed.

Uit het plan blijkt volgens de commissie een oprechte en diepgewortelde overtuiging van het belang van diversiteit en inclusie. Volwaardige inclusie betekent volgens IDFA dat verdrukte perspectieven geïncorporeerd worden in de grote vertellingen over en voor de wereld, waarbij niets meer dominant is en perspectieven vermengen. Daarmee vormt inclusie & toegankelijkheid een van de inhoudelijke uitgangspunten van de organisatie: ruimte bieden aan films en projecten uit niet-westerse culturen, met uiteenlopende perspectieven, gemaakt door ondervertegenwoordigde makers. Uit het plan destilleert de commissie een keuze voor culturele diversiteit, diversiteit in gender en toegankelijkheid voor mensen met een beperking. Op al deze vlakken heeft IDFA de afgelopen jaren al stappen gezet en daarvan schetst de organisatie een eerlijk beeld. Zo is er een service voor rolstoelgebruikers, is er educatie-aanbod ontwikkeld voor kinderen met een visuele beperking en zijn er zogenaamde prikkelarme voorstellingen. Op basis van toetsing en monitoring gaat IDFA op de ingeslagen weg verder en verwoordt zij nieuwe concrete doelstellingen, met name voor het programma. Zo omschrijft IDFA het doel om de komende jaren vijftig procent van de getoonde films van niet-westerse makers te laten zijn en vijftig procent van vrouwelijke makers. Voor het forum Docs for Sale moet vijftig procent van de films uit Afrika, Azië of Oost-Europa komen en moet vijftig procent van de professionele gasten die uitgenodigd worden uit een niet-westers land komen. Daarnaast worden de kernactiviteiten van het IDFA Bertha Fonds uitgebreid, waarbij meer aandacht wordt besteed aan de werving van projecten en filmmakers uit landen waar minder aanvragen van komen en/of uit landen waar de vrijheid van meningsuiting wordt beperkt. De commissie heeft waardering voor de manier waarop IDFA diversiteit omarmt en de programmadoelstellingen vertaalt in concrete en meetbare ambities. Op gebied van publiek en interne organisatie vindt de commissie de doelstellingen minder concreet.

Het plan formuleert op hoofdlijnen een aanpak om de doelstellingen ten aanzien van diversiteit en inclusie te behalen. Het programma biedt volop ruimte voor films en projecten van biculturele makers, makers uit niet-westerse culturen en in een queerprogramma worden films over gender en seksualiteit vertoond. IDFA heeft haar researchgebied uitgebreid door programmeurs ook festivals in niet-westerse landen te laten bezoeken. Niettemin vindt de commissie dat het programma overtuigend bijdraagt een aan divers kunstenveld.

Voor het bereiken van een jonge divers samengestelde doelgroep zal IDFA in de toekomst gaan werken met een nachtprogrammering. Daarnaast werkt ze voor IDFA Meets Again samen met instellingen die jongeren bereiken zoals cultureel divers collectief DARKMATTER. Deze voornemens bieden naar mening van de commissie kansen maar hadden concreter uitgewerkt kunnen worden.

Intern streeft IDFA naar een diverse, inclusieve organisatie. Er wordt ieder jaar gekeken naar de samenstelling van het team. Bij het invullen van vacatures wordt actief aandacht besteed aan diversiteit. Dit ziet de commissie terug in de directie, raad van toezicht en de selectiecommissies. De commissie mist wel concrete doelstellingen voor de diversiteit binnen de eigen organisatie en had ook graag gelezen hoe IDFA de behaalde diversiteit wil borgen. 

Uitvoerbaarheid

De commissie beoordeelt de uitvoerbaarheid als goed.

De commissie vindt dat IDFA een duidelijke visie op de bedrijfsvoering etaleert, die een bedrijfsmatige afspiegeling is van de artistieke missie. IDFA streeft naar een inclusieve organisatie, veilige werkomgeving met aandacht voor diversiteit, duurzaamheid en met ruimte voor de ontwikkeling van haar medewerkers. Zo is er een opleidingsbudget voor de medewerkers en zijn er jaarlijkse trainingen op het gebied van onder meer taal en film. Daarnaast betrekt IDFA de medewerkers in de totstandkoming van werkprocessen en het evalueren daarvan. IDFA onderschrijft de Governance Code Cultuur, omarmt de Code Diversiteit en Inclusie, en is bezig met het zetten van

stappen in fair pay. Op dit laatste punt is er, volgens IDFA, nog ontwikkeling nodig. Vanaf 2025 sluit IDFA zich daarom aan bij de zogenoemde Werkcode Filmfestivals om te gaan werken met een gezamenlijk salarishuis, een omrekentool voor freelancers waarmee de tarieven aansluiten op de salarissen, een gezamenlijke set secundaire arbeidsvoorwaarden en een afgestemd opleidingsbeleid. De commissie vindt het positief dat IDFA zich samen met anderen inzet voor betere voorwaarden voor de hele sector. Wat betreft duurzaamheid en milieu ontwikkelt IDFA een roadmap voor een duurzame aanpak van het festivalmanagement, onderschrijft ze de Sustainable Development Goals van de VN en werkt ze tools uit voor makers om hun werk klimaatvriendelijker te produceren en distribueren. De komende periode zet IDFA in op consolidatie van het festival enerzijds, en het cultureel ondernemen met het

Vondelparkpaviljoen anderzijds. De commissie vindt dat de risico´s van de financiering (welke nog niet rond is), verhuizing en het mogelijk verduurzamen van het Vondelparkpaviljoen en de stijgende personeelskosten duidelijk zijn benoemd. IDFA geeft aan extra financiering te zoeken in de vorm van partnerships, sponsoring en private middelen. Dit alles overtuigt de commissie dat IDFA op een realistische manier omgaat met mensen en middelen, en zij vindt dat IDFA een helder beeld schetst van de toekomst en de eventuele valkuilen.

Het plan is naar mening van de commissie realistisch en uitvoerbaar in organisatorisch en financieel opzicht. De organisatie heeft een stabiele kern van medewerkers en deskundigheid en de wijze waarop ze gestructureerd is, vindt de commissie helder en inzichtelijk. Het is duidelijk hoe de rvt, het bestuur, directeuren en het management opereren. De organisatie ondergaat enkele grote veranderingen. Zo verschuift het werkproces met de opening van het Vondelparkpaviljoen, het IDFA Bertha Fonds en de educatie-activiteiten gaandeweg meer naar activiteiten en werkzaamheden het hele jaar door. Dit betekent dat er meer druk op sommige afdelingen komt te liggen. IDFA beoogt hiervoor een toename van het aantal fte´s met 5,4.

De organisatie heeft een goede financiële positie met ruime reserves, voldoende eigen vermogen en liquide middelen. De commissie vindt de begroting, het financieringsplan en de toelichting hierop helder. Met de exploitatie van het paviljoen zijn er nog enkele onzekerheden. Zo legt IDFA uit dat een derde van de inkomsten uit partnerschappen zeker is, een derde zo goed als rond is en een derde nog onzeker is. Een korte duiding van beoogde en behaalde partnerships en sponsoring zou passend zijn geweest gezien de fase waarin het paviljoen verkeert. Desondanks verwacht de commissie dat deze inkomsten haalbaar zijn. De status, rol en het netwerk van IDFA in het internationale documentairelandschap bieden hiervoor genoeg vertrouwen. Bovendien begroot IDFA jaarlijks een ruime post onvoorzien om tegenvallende (publieks)inkomsten en onverwachte kosten op te kunnen vangen. Dat getuigt volgens de commissie van een realistisch begrotingsregime. Op basis van de verschillende inkomsten uit partnerschappen, sponsoring en ticketinkomsten vindt de commissie dat er sprake is van een passende financieringsmix.  

Conclusie

De commissie adviseert op grond van bovenstaande overwegingen de aanvraag van IDFA gedeeltelijk te honoreren met een bedrag van € 930.473 per jaar. In de toelichting op de regeling staat in artikel 1.3 dat voor aanvragers die van de gemeente Amsterdam of het AFK in 2023 meer dan € 600.000 ontvangen als onderdeel van de vierjarige subsidie Kunstenplan 2021-2024 het subsidiebedrag met maximaal vijf procent mag groeien ten opzichte van het bedrag dat zij in 2023 ontvangen. De commissie adviseert het maximaal toegestane bedrag toe te kennen.

De aanvraag is beoordeeld binnen de adviescommissie Film.

Beri Shalmashi heeft niet deelgenomen aan de beraadslaging over dit advies.