Stichting FIBER
Inleiding
FIBER wijdt zich aan de ondersteuning en presentatie van digitale, elektronische en audiovisuele kunstvormen. Daartoe wil de organisatie programma’s bieden waar verwondering en kennisuitwisseling gepaard gaan met kritische reflectie op culturele, sociale en ecologische ontwikkelingen. Via een interdisciplinaire aanpak wil FIBER een nieuwe generatie makers en denkers ruimte bieden om samen artistiek onderzoek te doen en werk te ontwikkelen. Bezoekers kunnen hiermee in aanraking komen via het internationale FIBER Festival, evenementen en samenwerkingen met partners. Zo wil FIBER een verbindende rol op zich nemen tussen publiek en makers, terwijl de bezoeker na kan denken over digitale technologieën en de invloed daarvan op het leven van inwoners, de stad en haar leefomgeving. Via de FIBER Labs wil de organisatie makers ondersteunen met talentontwikkeling en met FIBER Plugin een bijdrage leveren aan externe programmering in de stad. FIBER wil diversiteit en inclusie in (digitale) cultuur stimuleren, als onderlegger voor persoonlijke groei, artistieke vernieuwing en maatschappelijke gelijkwaardigheid. FIBER wil verder werken aan meerstemmigheid en dit uitdragen door te verzamelen, onderzoeken en presenteren van uiteenlopende zienswijzen uit verschillende culturen en oriëntaties.
Met het meerjarenbeleidsplan 2025 - 2028 onder de titel Instrumental Togetherness wil FIBER haar werkwijze voortzetten en verstevigen. Dit omvat een combinatie van de presentaties van experimentele en multisensorische cultuurproducties via het FIBER festival, talentontwikkeling van kunstenaars via de ondersteunende FIBER Labs en samenwerkingen met podia en instellingen door de hele stad middels FIBER Plugin, waarmee zij bijdraagt aan de programmering van partners in verschillende stadsdelen. In totaal organiseert FIBER elf fysieke activiteiten en een doorlopend online programma.
FIBER ontvangt een vierjarige subsidie 2021-2024 binnen het Kunstenplan van € 116.261 per jaar (incl. indexatie 2024).
Voor de periode 2025-2028 vraagt de organisatie bij het AFK een bijdrage van gemiddeld € 140.000 per jaar in het kader van het Kunstenplan.
Artistiek belang
De commissie beoordeelt het artistiek belang als zeer goed.
De commissie is positief over de heldere, eigen visie van FIBER op digitale cultuur. FIBER wil de complexiteit van digitale cultuur in tijden van informatie overload, big tech en big data toegankelijk maken door middel van zintuiglijke ervaringen en verhalen. Hierin ziet de commissie een duidelijke, herkenbare artistieke identiteit. FIBER onderzoekt in het festival, FIBER Labs en FIBER Plugin hedendaagse onderwerpen in de digitale cultuur en draagt daarmee bij aan het actuele discours. Dit doet de organisatie aan de hand van een aantal actuele thema’s zoals Instrumental Togetherness en Resilient Skills for Uncertain Togetherness. De grotere thema’s zijn op zichzelf niet heel onderscheidend, omdat onderwerpen zoals het Antropoceen vaker worden behandeld. Maar de commissie merkt op dat de geselecteerde crossmediale kunstenaars het publiek op zintuiglijke en persoonlijke manieren deze thema’s laten ervaren tijdens het festival. De visie op zintuiglijkheid is een consequente en onderscheidende rode draad voor de commissie, die ook zichtbaar wordt in het Lab programma Broad Sensing, Deep Feeling. Daarmee wordt de artistieke signatuur van FIBER in de ogen van de commissie overtuigend vertaald naar de artistieke activiteiten.
FIBER kiest ervoor dezelfde programmastructuur aan te houden als voorgaande jaren, met activiteiten verdeeld over de drie programmalijnen gedurende het jaar. De commissie is te spreken over het uitgetekende programmamodel. Dit laat op een eenduidige manier zien hoe de verschillende programma’s elkaar versterken en inhoudelijk voeden. Met het aanbod volgt FIBER volgens haar een duidelijke artistieke lijn, waar de opgenomen programma’s logisch uit voortkomen.
FIBER wil voor haar publiek onder andere verdieping bieden in het discours van de hedendaagse digitale cultuur. Daarnaast legt de organisatie zich toe op het zichtbaar maken, bevragen en duiden van urgente, stedelijke en wereldwijde vraagstukken. De organisatie richt zich op experiment en speelt in op zeer specifieke thema’s en niche culturen zoals Permacomputing en Ecomedia. Het programma is volgens de commissie in eerste instantie vooral relevant en aansprekend voor ingewijden uit het veld. Niettemin vindt de commissie dat door de aanpak, gericht op radicale verbeelding en positieve verandering, het programma aan toegankelijkheid wint. Het laat op een immersieve, persoonlijke manier verbeeldingen over de toekomst zien, waar ook een minder in de digitale cultuur ingevoerd publiek, vanuit een gedeelde ervaring, verbinding mee kan maken. Hierdoor verwacht de commissie dat ook een minder in de digitale cultuur ingevoerd publiek makkelijker verbinding met het programma kan maken. Hiermee weet FIBER de laatste jaren ook een relatief jonger publiek aan zich te binden. Fiber weet zijn DNA op een natuurlijke manier nu ook door te laten klinken in activiteiten waarin het digitale cultuur en nachtcultuur combineert. Dit vindt zij aansprekend en het biedt volgens de commissie een ingang voor een breder (nacht)publiek.
Met passende en aansprekende activiteiten demonstreert FIBER volgens de commissie niet alleen de steeds bredere interesse in digitale en elektronische kunst, maar ook FIBER haar reikwijdte in de stad. De commissie ziet dat de scope van de activiteiten zich uitstrekt van niches tot grotere, gevestigde organisaties – van club tot het Concertgebouw. FIBER wil hiermee een solide schakel vormen tussen publieksgroepen, kunstenaars, ontwikkelinstellingen, podia en sectoren buiten de kunsten. FIBER heeft volgens de commissie een duidelijke, onderbouwde visie op de samenwerkingen. Haar maatschappelijke ambitie verbreedt zich en met de daarbij behorende activiteiten ziet de commissie ook een groeiende artistieke betekenis voor de stad.
Belang voor de stad
De commissie beoordeelt het belang voor de stad als goed.
Uit de aanvraag spreekt volgens de commissie een overtuigende visie op het bereik en de beoogde doelgroepen in de stad. De doelgroepen zijn afgebakend en gespecificeerd in relatie tot de geprogrammeerde activiteiten. De doelgroepen bestaan uit jonge makers, kunst- en ontwerp professionals, academici, studenten/leerlingen en uit de niet-professionele en brede cultuurbezoeker. De commissie ziet een goede aansluiting van de doelgroepen op de activiteiten. Daarbij vindt zij de nieuwe doelgroep van het voortgezet onderwijs een spannende ontwikkeling ten opzichte van de voorgaande periode. Zij ziet hier een kans om het nog beperkte bereik van FIBER te vergroten, en dit is in lijn met haar focus op een jong(er) publiek. De commissie vindt deze doelgroep ook passen bij de door FIBER in het plan omschreven activiteiten. FIBER hanteert communicatiebenaderingen voor twee doelgroepen: cultuurbezoekers en professionele bezoekers waar ook de studenten onder gerekend worden. FIBER verschuift haar aanpak de komende periode naar conversational marketing, waarbij zij als organisatie persoonlijk deel wil uitmaken van een gesprek. Dit doet zij door community gericht te werken, bijvoorbeeld via het platform Discord. De commissie vindt het een aansprekende stap dat FIBER meer vanuit een persoonlijke en collectieve benadering wil deelnemen. Dat leidt bijvoorbeeld tot een meer toegankelijke tone of voice en een redactie community van startende kunstenaars en schrijvers, die ook een klankbordgroep vormen voor het programma. Dit vindt de commissie goed passen bij de collectieve aard van FIBER. Hoewel het resultaat zich nog niet laat voorspellen, heeft de commissie vertrouwen in de stappen die gezet zijn en vindt zij de aanpak voor het bereiken en betrekken van de beoogde doelgroepen in beginsel passend en realistisch.
FIBER is gevestigd in Amsterdam Noord, in de Tolhuistuin. Dit is de basis van waaruit FIBER haar activiteiten ontwikkelt en uitvoert. Voor het festival en de Labs werkt FIBER samen met verschillende partners in Noord waaronder Garage Noord, MACA, Hackers&Designers. Deze partnerschappen dragen bij aan de spreiding van activiteiten en de inbedding van FIBER in Noord. Wel merkt de commissie op dat sommige partners zichzelf ook in niches begeven, waardoor het bereik niet altijd substantieel vergroot wordt. Het Zonnehuis vindt de commissie in dit opzicht juist een prikkelende nieuwe partner, waarmee een – minder in de digitale cultuur ingevoerde – publieksgroep in Noord aangesproken kan worden. Op basis hiervan oordeelt de commissie dat FIBER bijdraagt aan de spreiding van het cultuuraanbod en publieksbereik in Noord, maar dat dit nog op nog op enigszins beperkte schaal plaatsvindt.
Diversiteit & inclusie
De commissie beoordeelt de bijdrage aan diversiteit en inclusie als goed.
FIBER heeft volgens de commissie een brede visie op diversiteit en inclusie. Zij wil diversiteit en inclusie in (digitale) cultuur stimuleren als onderlegger voor persoonlijke groei, artistieke vernieuwing en maatschappelijke gelijkwaardigheid. De commissie vindt dit een overtuigende visie. Ze ziet het huidige perspectief voortkomen uit de eerdere gerichtheid van FIBER op ´gender equality´ en inclusiviteit. De commissie vindt het positief dat FIBER geïnvesteerd heeft in extern advies. Dit heeft volgens de commissie geleid tot een eigen visie die aansluit bij de algehele missie, zo legt FIBER zich toe op het leren en toepassen van intersectioneel denken en handelen. Hierbij onderkent zij dat verschillende vormen van ongelijkheid en uitsluiting elkaar versterken. In de afgelopen periode heeft FIBER gewerkt aan een veelheid aan doelstellingen met bijbehorende stappen en processen op het terrein van diversiteit en inclusie. Dit ziet de commissie overtuigend gepresenteerd in de uitgebreide reflectie. Die heeft FIBER gespecificeerd naar Programma, Publiek, Partners en Personeel. Ter illustratie noemt de commissie de volgende resultaten: het opnemen van pronouns in alle communicatie, de samenwerking met Tolk Contact, gesprekken met de So Social Club, trainingen over intersectionaliteit en het vergroten van de diversiteit van het bestuur op gebied van gender en seksualiteit. Voor de komende periode zijn de nieuwe doelstellingen onder meer gericht op neurodiversiteit, economische toegankelijkheid en arbeidsbeperkingen – waar de intersectionele aanpak duidelijk uit spreekt. De commissie vindt dit concrete doelstellingen die logisch voortvloeien uit de inmiddels behaalde resultaten.
Het programma weet de commissie te overtuigen dat FIBER de doelstellingen ten aanzien van diversiteit en inclusie zal verwezenlijken. De commissie is in dat licht positief over de selectie van makers en specifieke thema’s zoals 'pluriforme worldbuilding’, dekoloniale cultuur in design/computing, en over de aandacht voor nieuwe vormen van internet- en computertechnologie die werken vanuit vaak onderdrukte identiteiten, zoals een queer of black internet. De presentaties zijn veelal multizintuigelijk, waarbij een werk op meerdere fysieke manieren ervaren kan worden.
Zo zijn deze ook toegankelijk voor mensen met zintuiglijke beperkingen. Met betrekking tot het publiek wil FIBER een sociaal ticketbeleid vormen. Hierbij worden kortingen of vrijkaarten uitgegeven aan mensen met een kleinere portemonnee. Dit vindt de commissie een aansprekende eerste stap met het oog op sociaal-economische kansengelijkheid.
Om een divers publiek te bereiken zet FIBER enerzijds in op specifieke partners zoals de Salwa Foundation en anderzijds op het programmeren van diverse kunstenaars, artiesten en makers. Dat vindt de commissie behapbare stappen. Wel is zij van mening dat om deze doelstelling daadwerkelijk te bereiken, ook ondersteuning van een concrete communicatiestrategie nodig is.
Binnen de organisatie ziet de commissie bewustzijn en bereidheid van FIBER om de werkcultuur aan te passen naar meer inclusieve werkvormen. Daarbij ziet zij stappen voor inclusief taalgebruik en trainingen. De commissie ziet echter nog minder diversiteit in de samenstelling van de organisatie. Hier wordt door FIBER op geacteerd door bij wervingen gebruik te maken van bureaus gericht op inclusieve werving. Dat vindt de commissie een passende aanpak.
FIBER heeft veel doelstellingen geformuleerd voor de komende periode, waarvan sommige nog doorleven vanuit het vorige Kunstenplan. Hoewel de commissie betwijfelt of het reëel is om álle doelstellingen binnen vier jaar te halen, is zij van mening dat ook wanneer een groot deel bereikt wordt FIBER bijdraagt aan een divers en inclusief kunstenveld.
Uitvoerbaarheid
De commissie beoordeelt de uitvoerbaarheid als voldoende.
FIBER reflecteert helder op de turbulente jaren 2021-2023 en beschrijft waar zij naar toe wil groeien in de komende periode. De bedrijfsvoering vindt de commissie gebaseerd op een duidelijke visie van maatschappelijke waarden, vertrouwen, transparantie, duurzaamheid, solidariteit en diversiteit. Waar de bedrijfsvoering van FIBER in voorgaande jaren nog de maat had van een projectorganisatie, heeft de organisatie volgens de commissie een professionaliseringslag gemaakt. Dit ziet zij terug in onder andere de stappen gezet op cultural governance en de beweging naar fair pay. Het blijkt ook uit de voornemens voor de komende tijd, waaronder het in dienst nemen van de tweekoppige directie, een programmeur en de keuze om minder activiteiten te realiseren met het oog op duurzaamheid. Dit vindt de commissie elk verstandige en nodige keuzes, die voortvloeien uit de gemaakte stappen en de organisatie ruimte bieden om te stabiliseren. De commissie vindt het mooi om te zien dat FIBER veel aandacht besteedt aan goed werkgeverschap.
Daarentegen is de commissie van mening dat de operationele processen en risico’s steviger in kaart gebracht hadden mogen worden, met een stappenplan hoe deze te bewaken of te ondervangen. Ter illustratie noemt de commissie de afhankelijkheid van fondsen ten opzichte van lage publieksinkomsten, maar bijvoorbeeld ook de keuze van FIBER om veel te investeren in jonge, nieuwe mensen. Hoewel de commissie dit laatste in de basis waardeert, vindt zij wel dat daarbij dan ook aandacht nodig is voor het borgen van kennis. De commissie had graag meer gelezen over hoe de gespecialiseerde in-house kennis wordt bewaard en overgedragen.
FIBER heeft laten zien wat zij met relatief weinig middelen en een klein team kan realiseren. Daar heeft de commissie veel waardering voor. Hier spreekt voor haar de kracht en kunde van de organisatie uit, wat in de basis vertrouwen biedt in de organisatorische uitvoerbaarheid van de plannen. De plannen zijn in lijn met de voorgaande periode. De keuze voor het vergroten van het team vindt de commissie dan ook logisch. Wel vindt de commissie de nieuwe omvang van de organisatie waar nu rekening mee wordt gehouden, nog bescheiden. De werkdruk blijft hierdoor mogelijk nog groot, waardoor de uitvoerbaarheid van de activiteiten toch in het gedrang kan komen.
De begroting vloeit volgens de commissie logisch voort uit het ondernemingsplan. De financieringsmix is gespreid, maar laat zoals gezegd een grote fondsafhankelijkheid zien. Dit vindt de commissie kwetsbaar, zeker in combinatie met de voorheen relatief lage publieksinkomsten. De commissie vindt het een zinvol streven om de publieksinkomsten en inkomsten uit partner- en sponsorshops met bedrijven en semipublieke instellingen te vergroten. Zij ziet nog geen uitgedachte strategie om deze doelstellingen ook te bereiken. Op basis daarvan vindt zij de beoogde inkomsten te optimistisch ingeschat en niet geheel realistisch.
Conclusie
De commissie adviseert op grond van bovenstaande overwegingen de aanvraag van FIBER te honoreren met het gevraagde bedrag van € 140.000 per jaar.
De aanvraag is beoordeeld binnen de adviescommissie Beeldende Kunst en Creatieve Industrie.
Adviseur Max Somojiono heeft niet deelgenomen aan de beraadslaging over dit advies.