Stichting Dunja Jocic (St. Bird Productions)

Dans
Aangevraagd: € 165.000
Toegekend: € 0

Inleiding

Stichting Dunja Jocić (hierna: Dunja Jocić) maakt persoonlijk en sociaalmaatschappelijk betrokken danstheater. De organisatie omschrijft de voorstellingen en projecten als zowel emotioneel als intellectueel en toegankelijk voor diverse doelgroepen. Dunja Jocić zegt voortdurend te streven naar artistieke vernieuwing, waarbij ze ruimte biedt aan opkomend talent om te groeien binnen haar organisatie. Dunja Jocić geeft aan onderscheidend te zijn door een uitgesproken fysieke bewegingstaal met een verhalend karakter. Ze gaat regelmatig samenwerkingen aan met andere disciplines om haar artistieke horizon te verbreden. 

In de periode 2025-2028 wil Dunja Jocić in Amsterdam aanwezig zijn door een vierjarig project uit te voeren met diverse podia in de stad, genaamd De Verbonden Stad. Binnen dit project wil ze de focus leggen op sociaal-maatschappelijke betrokkenheid en danstheater brengen dat direct reageert op actuele gebeurtenissen. Het project omvat voorstellingen die lokaal geproduceerd worden en in samenwerking met de buurt tot stand komen. 

In vier grote producties voor de grote zaal en middenzaal wil Dunja Jocić belangrijke thema's van deze tijd verkennen door middel van persoonlijke verhalen. Met drie kleinere en experimentele producties wil ze de grenzen van danstheater als discipline verder onderzoeken en actief op zoek gaan naar nieuw publiek buiten het traditionele danstheater. Tevens wil de organisatie ruimte bieden aan jonge choreografen. 

Stichting Dunja Jocić ontving een tweejarige subsidie uit de Regeling Ontwikkeling Organisatie Professionele Kunst 2021-2024 van € 65.000 per jaar (toekenningsbedrag 2021). 

Voor de periode 2025-2028 vraagt de organisatie bij het AFK een bijdrage van gemiddeld € 165.000 per jaar in het kader van het Kunstenplan. 

Artistiek belang

De commissie beoordeelt het artistiek belang als zwak.

De commissie herkent een onmiskenbaar eigen artistieke signatuur in de stijl van Dunja Jocić in haar werk. Die kenmerkt zich door verhalen, karakterontwikkeling, explosieve fysieke taal en interdisciplinaire elementen. De commissie is echter van mening dat deze signatuur in het ondernemingsplan niet overtuigend vertaald is naar de activiteiten voor de komende periode. Jocić wil haar achtergrond als migrant uit het voormalig Joegoslavië nu, anders dan voorheen, een sterke rol laten spelen in haar werk. De commissie vindt dat de artistieke onderbouwing van de wijze waarop dit haar toekomstige werk en de activiteiten beïnvloedt tekortschiet. 

Het plan beschrijft Jocićs werkwijze voor de komende periode als drie concentrische cirkels: talentontwikkeling en uitwisseling met jonge choreografen (eerste cirkel), experiment en kruisbestuiving met andere disciplines (tweede cirkel), en grote verhalen met een persoonlijke basis (derde cirkel). De commissie vindt dat het plan niet ingaat op hoe de verbinding tussen deze cirkels vorm krijgt en hoe deze een vertaling krijgen in de producties. Ook de keuzes voor coproducenten in de tweede cirkel, zoals Silbersee en Duda Paiva Company, zijn volgens de commissie niet goed artistiek onderbouwd. Zo gaat het plan niet in op wat het poppenspel van Duda Paiva Company toevoegt aan Dunja Jocićs narratief. Daarom is de commissie er niet van overtuigd dat ze passen bij Jocićs signatuur. 

Een belangrijk onderdeel van het plan is het project De Verbonden Stad, waarbij Jocić samen met bewoners van verschillende stadsdelen een voorstelling wil maken. De commissie vindt dit project ver af staan van haar huidige werk, werkwijze en ervaring. Op zichzelf vindt de commissie een goede zaak dat Jocić zich hiermee artistiek in een nieuwe richting wil ontwikkelen. Zij mist echter ook op dit punt artistieke onderbouwing. Juist voor zo’n ingrijpende verandering van werkwijze is het noodzakelijk dat de organisatie verklaart waarom hiervoor gekozen wordt en uitlegt hoe deze ontwikkeling vorm krijgt en kan slagen. Ook vindt de commissie het plan op dit punt weinig uitgewerkt. Hoe Jocićs artistieke signatuur in dit project naar voren komt, is voor de commissie dan ook niet duidelijk.

De artistieke betekenis voor het publiek en de stad komt volgens de commissie niet naar voren in het plan. Het is de commissie niet duidelijk wat Jocić met haar producties artistiek of inhoudelijk teweeg wil brengen bij haar publiek. Bij de productie Afternoon of a Nymph bijvoorbeeld, is het niet helder op welke wijze Jocić in de productie commentaar wil geven op de door de mannelijke blik gedomineerde (dans)wereld. Bij Deadly Poodles, in coproductie met Silbersee, wil Jocić het publiek en de performers samenbrengen in een clubsetting, maar de aanvraag laat onvoldoende zien hoe zij het (jonge) publiek wil laten participeren. Daardoor is de commissie ook niet overtuigd dat het publiek zich door de activiteiten aangesproken zal voelen.

Het project De Verbonden Stad heeft als doel verhalen van wijkbewoners uit alle stadsdelen van Amsterdam te gebruiken voor een voorstelling, om zo de sociale cohesie te bevorderen. Hoewel de commissie deze intentie waardeert, ziet zij dit niet artistiek gemotiveerd. Ook vindt zij de werkwijze onduidelijk: hoe de research met de wijkbewoners plaatsvindt, blijft ongewis. Het plan stipt aan dat een buurtmakelaar een startpunt zou kunnen zijn, maar gaat hier niet verder op in. Het is niet duidelijk welke artistieke keuzes gemaakt worden om de doelgroepen in de stad te bereiken en hoe de uiteindelijke projecten eruit gaan zien en de stadsdelen verbinden. Hierdoor is de commissie er niet van overtuigd dat de gewenste impact op de stad daadwerkelijk tot stand komt en dat de activiteiten aansprekend zullen zijn voor de stad.

Belang voor de stad

De commissie beoordeelt het belang voor de stad als zwak.

De commissie vindt dat uit het plan geen overtuigende visie op het bereik in de stad spreekt. De doelgroepen zijn volgens de commissie niet concreet geformuleerd en de gemaakte keuzes op dit gebied zijn nauwelijks beargumenteerd. De doelgroepen zijn erg algemeen gedefinieerd; Dunja Jocić omschrijft ze als ‘liefhebbers van theater, jonge mensen in al hun diversiteit en hun achterban’. De commissie vindt dit niet voldoende concreet en kan de doelgroepen op basis van het plan ook niet in verband brengen met de verschillende typen van activiteiten. Zij mist onderbouwing van de manier waarop de aard en omvang van de doelgroepen aansluiten op de aard en omvang van de activiteiten. De verwachte groei in publieksbereik ten opzichte van voorgaande periode ziet ze niet met een sterke marketingaanpak onderbouwd.  De commissie ziet namelijk dat Dunja Jocić als jonge organisatie logischerwijs nog stappen moet zetten op het gebied van marketing en communicatie. Zij mist in het plan een overtuigende aanpak voor het bereiken van verschillende doelgroepen. Het plan beschrijft losse acties die op zichzelf zinvol zijn. Zo werkt de organisatie online aan de branding van Dunja Jocić. Het plan verbindt die echter niet tot een samenhangende aanpak.  

De commissie ziet in het plan ook geen aanpak voor de communicatie en marketing rondom het grote project De Verbonden Stad. De commissie is van mening dat ‘community-based’ werk zoals dit een specifieke en tijdsintensieve aanpak vergt. De commissie leest in de aanvraag niet dat Dunja Jocić zich daarvan bewust is en hoe zij dit vorm wil geven. Het plan noemt alleen dat door meer samen te werken met lokale makers ook nieuw publiek in de stad bereikt kan worden. Een verdere uitwerking ontbreekt. Ook vindt de commissie het niet duidelijk hoe de podcast waarin Jocić in gesprek gaat met andere vrouwelijke choreografen, bij gaat dragen aan het bereiken van publiek dat nog niet bekend is met haar werk. Het plan geeft de commissie ook geen zicht op de doelgroep voor de podcast en de wijze van totstandkoming.

Dunja Jocić levert volgens de commissie met het project De Verbonden Stad in potentie een redelijke bijdrage aan de spreiding van het culturele aanbod en publieksbereik in de stadsdelen Zuidoost en Nieuw-West. Het plan maakt melding van speelplekken en samenwerkingspartners in de stadsdelen Nieuw-West (De Meervaart) en Zuidoost (Bijlmer Parktheater). Hoewel de organisatie ook zegt activiteiten in Noord te ontplooien en daar publiek te bereiken, vermeldt het ondernemingsplan niets over een vergelijkbaar partnerschap in Noord.

Het plan maakt volgens de commissie niet overtuigend duidelijk hoe Dunja Jocić zorgt dat er draagvlak voor de activiteiten in de stadsdelen is. De organisatie heeft daar nog geen netwerk en heeft geen ervaring met local outreach. 

Diversiteit & Inclusie

De commissie beoordeelt de bijdrage aan diversiteit en inclusie als onvoldoende.

De commissie ziet geen overtuigende visie op diversiteit en inclusie in het plan. Dunja Jocić vermeldt alleen dat zij wil dat de samenstelling van de het team van dansers en medewerkers achter de schermen een afspiegeling van de samenleving is en dat diversiteit en inclusie op natuurlijke wijze is vervlochten met de werkpraktijk. De commissie vindt hier geen overtuigende visie uit spreken. Diversiteit en inclusie worden in het plan niet expliciet besproken. Er zijn geen concrete doelstellingen benoemd. De commissie leest in het plan geen reflectie op de huidige mate van diversiteit en inclusie van het aanbod, bereik en de organisatie. Zij kan op basis van het plan ook niet vaststellen of en zo ja welke concrete maatregelen al getroffen zijn om diversiteit en inclusie te waarborgen en stimuleren. 

De commissie ziet in het plan niet dat Dunja Jocić een keuze maakt en onderbouwt om prioriteit te geven aan culturele diversiteit, diversiteit in de zin van gender en seksualiteit, sociaal-economische kansengelijkheid of het vergroten van de toegankelijkheid voor mensen met een beperking. De organisatie lijkt uit te gaan van het spontaan ontstaan van diversiteit en inclusie in publiek. Dat vindt de commissie niet realistisch. 

Wel geeft Dunja Jocić aan dat het oude bestuur, dat overwegend bestond uit ‘oude witte mannen’ is vervangen door een diverser en jonger bestuur van voornamelijk vrouwen. De commissie heeft daar waardering voor, maar constateert dat het ontbreekt aan concrete doelstellingen voor de komende jaren op het gebied van het diversifiëren van personeel en organisatie. 

Ook een aanpak voor een divers en inclusief aanbod, bereik en organisatie voor komende periode ontbreekt volgens de commissie in de aanvraag. Over de open studio’s, residenties en het project De Verbonden Stad wordt gezegd dat nieuw talent van alle culturele, seksuele en etnische achtergronden zijn weg vindt binnen de organisatie ‘als er een artistieke klik is’. De commissie vindt dit ontoereikend. Concrete stappen en acties ten aanzien van diversiteit en inclusie ten aanzien van aanbod, bereik en organisatie ontbreken. Daarmee is het voor de commissie ook niet overtuigend dat de organisatie zich op dit gebied zal ontwikkelen. 

Uitvoerbaarheid

De commissie beoordeelt de uitvoerbaarheid als zwak.

De commissie is niet overtuigd door de in het ondernemingsplan beschreven visie op de bedrijfsvoering. Er wordt beperkt gereflecteerd op de bedrijfsvoering in afgelopen periode. Dunja Jocić geeft daarbij aan dat de organisatie is gegroeid, dat er een nieuw bestuur en dat er een creative producer is toegevoegd aan het team, dit vindt de commissie een goede ontwikkeling. Er zijn echter ook nog stappen te maken. Er is momenteel bijvoorbeeld nog een interim zakelijk leider en ten tijde van de aanvraag worden gesprekken voor de werving van een nieuwe zakelijk leider gevoerd. De commissie vindt dat de visie voor de komende jaren op zich logisch voortvloeit uit deze reflectie. Dunja Jocić streeft naar versterking van het kernteam met een vaste zakelijk leider en professionalisering, waarbij de organisatie geherstructureerd zal worden. Dat wordt onder andere nodig geacht omdat de omvang van de artistiek inhoudelijke plannen is gegroeid ten opzichte van voorgaande periode. 

De stichting volgt de cao Toneel en Dans voor al haar medewerkers en zegt fair pay als uitgangspunt te hanteren. Het plan gaat niet in op de manier waarop een veilig werkklimaat wordt gegarandeerd. Een reflectie op welke risico’s er worden gezien en hoe de organisatie hiermee om wenst te gaan ontbreekt in het plan. 

De commissie vindt het plan voor de activiteiten in de komende periode in organisatorisch opzicht niet realistisch. In het plan is een sterke stijging in activiteiten te zien ten opzichte van voorgaande periode. Ook de aard en omvang van de activiteiten maakt een sprong. Dunja Jocić maakt volgens de commissie niet aannemelijk dat het organisatorisch in staat is die te realiseren. Hoe de organisatie in de komende periode de stap naar de grote zaal wil maken wordt in het plan niet uiteengezet. Het project De Verbonden Stad is bijvoorbeeld groot en complex en door de lokale benadering in verschillende stadsdelen waar nu nog geen overtuigend netwerk is, zal dit volgens de commissie grote tijdsinvestering vragen die voor deze organisatie en in het licht van de aard en omvang van de andere activiteiten niet reëel is. De commissie ziet het project als een groot risico voor het kleine team van vaste mensen die in dienst zijn bij Dunja Jocić. Het plan zal volgens de commissie leiden tot een hoge werkdruk. Daarom vindt zij het plan organisatorisch zeer kwetsbaar. 

De commissie vindt het plan ook in financieel opzicht kwetsbaar en niet realistisch. De financiële huishouding is momenteel op orde, maar afgaand op de balans is de vermogenspositie van bescheiden omvang, waardoor de beoogde groei in de begroting ten opzichte van voorgaande periode volgens de commissie een risico is voor de financiële positie.

De begroting is op veel punten onduidelijk. Er is bijvoorbeeld sprake van een grote stijging in kosten in de begroting ten opzichte van voorgaande periode. De commissie mist daarbij een toelichting en onderbouwing. De begroting laat grote verschillen in kosten per productie zien. Ook deze worden niet verklaard, waardoor de commissie er niet van overtuigd is dat deze kosten passend zijn. De commissie vindt de financieringsmix divers maar uit verhouding. Er wordt uitgegaan van veel hogere publieksinkomsten dan voorgaande periode, hetgeen niet wordt onderbouwd. Met de gevraagde bijdrage aan het AFK erbij vindt de commissie het grote aandeel publieke subsidies binnen de financieringsmix uit verhouding. Er wordt uitgegaan van een aanzienlijk aandeel private middelen. Er is in de toelichting op de begroting aangegeven dat ze nog niet aangeschreven zijn; welke fondsen worden aangeschreven wordt niet duidelijk gemaakt, waarbij de commissie ook geen beeld krijgt van de realiteitszin van dit deel van de begroting. De commissie vindt het plan hiermee in financieel opzicht kwetsbaar. 

Conclusie

De commissie adviseert de aanvraag van Dunja Jocić niet te honoreren omdat deze tien of minder punten heeft behaald. 

De aanvraag is beoordeeld binnen de adviescommissie Dans.