Stichting Delphine
Inleiding
Stichting Delphine (hierna: Touki Delphine) bestaat uit een collectief van muzikanten, beeldend kunstenaars en performers dat beeldende installaties, muziektheater en (theatrale) concertprogramma’s realiseert. Daarnaast realiseert het gezelschap lokaal verdiepende programma’s vanuit zijn werkruimte in Amsterdam. Touki Delphine maakt naar eigen zeggen met behulp van techniek voorstellingen over de kracht en schoonheid van de natuur. Inspiratie hiervoor is volgens de organisatie de verstoorde balans tussen mens en natuur en hoe we als mensen verbonden zijn met alles om ons heen. Het gezelschap streeft ernaar dat elke bezoeker een eigen invulling geeft aan zijn installaties en voorstellingen.
In 2025-2028 wil Touki Delphine zich verder professionaliseren. Het breidt de inzet op kantoor uit, reserveert budget voor training en verdieping en investeert in extra fte’s en materialen op het gebied van marketing. Daarnaast wil het gezelschap het publieksbereik vergroten en verbreden en zijn positie lokaal, nationaal en internationaal verstevigen. Geografische spreiding binnen Amsterdam, Nederland en daarbuiten zegt Touki hierin belangrijk te vinden. In de komende kunstenplanperiode maakt Touki nieuwe projecten zoals Whiptail, Beasts, Okay Coral en Waterorgan en gaat ander werk in reprise met hernemingen in binnen- en buitenland. Het gezelschap werkt samen met de Veenfabriek voor Superdrum en wil vanaf 2025 gaan samenwerken met het BIMHUIS. Daarnaast maakt het in 2027 samen met Podium Mozaïek, Theater Rast en Meral Polat In de Voetstappen van Mijn Vader/Reflector waarvoor de organisaties samenwerken met de lokale gemeenschap in Bos en Lommer.
Stichting Delphine ontvangt geen meerjarige subsidie binnen het Kunstenplan 20212024.
Voor de periode 2025-2028 vraagt de organisatie bij het AFK een bijdrage van gemiddeld € 80.000 per jaar in het kader van het Kunstenplan.
Artistiek belang
De commissie beoordeelt het artistiek belang als goed.
De commissie vindt dat Touki Delphine een specifieke artistieke signatuur heeft gebaseerd op een eigenzinnige mix van muziek, performance en beeldende kunst. Ten grondslag aan de signatuur ligt de zoektocht naar herstel en balans tussen de natuur en de moderne mens, geïnspireerd op het werk van Alexander von Humboldt. De commissie is positief over de prikkelende manier waarop Touki deze zoektocht verbindt met wetenschap en het gebruik van bestaande materialen. De commissie is van mening dat deze signatuur overtuigend wordt vertaald naar de artistieke activiteiten en wijze van presenteren op podia, expositieruimtes en muziektheater- en (licht)festivals. De commissie vindt daarbij onder andere Whiptail tot de verbeelding spreken waarin veertig wieken die licht geven en in verschillende frequenties roteren, symmetrisch in een veld zijn opgesteld. Touki combineert hierin op een verrassende manier een natuurlijk systeem met afgedankte techniek uit de twintigste eeuw. De weg die het gezelschap in 2019 is ingeslagen door activiteiten te ontwikkelen die geïnspireerd zijn op de balans tussen mens en natuur heeft het doorontwikkeld en verdiept door onderzoek en samenwerking met de wetenschap zoals in Okay Coral en de Oh Alexander-avonden waar wetenschappelijke verhandelingen worden afgewisseld met kunst. De commissie vindt het sterk dat Touki Delphine maatschappelijke thema’s agendeert zonder daarin belerend te zijn.
De commissie is van mening dat Touki Delphine in de aanvraag weinig expliciet reflecteert op wat het artistiek of inhoudelijk teweeg wil brengen bij het publiek, deelnemers of de stad. Niettemin verwacht de commissie, op basis van de omschreven artistieke activiteiten en de manier waarop Touki de stad gebruikt als decor, dat deze van artistieke en inhoudelijke betekenis zijn voor publiek en stad. Het project Reflector is daarvan naar mening van de commissie een sprekend voorbeeld. Hierin wordt in samenwerking met buurtbewoners een bouwwerk van gebruikte autospiegels op een plein in hun wijk neergezet waarin de wijk en haar bewoners worden gereflecteerd en volgens Touki ook aanzet tot gezamenlijke reflectie op duurzaamheid en technologische ontwikkeling. Daarnaast verwacht de commissie dat het streven van Touki om het voelbaar te maken dat er schoonheid en poëzie kan zitten in oud materiaal dat geen economisch nut meer heeft, het publiek kan inspireren. Touki Delphine gebruikt volgens de commissie een toegankelijke vorm voor zijn activiteiten door muziek, performance en beeldende kunst te combineren en deze toegankelijk te presenteren op (licht)festivals, podia en locaties in de stad.
Belang voor de stad
De commissie beoordeelt het belang voor de stad als goed.
De commissie vindt de visie van Touki Delphine op het bereik in de stad in grote lijnen helder. Touki Delphine geeft aan dat het zijn publieksbereik wil vergroten, de band met zijn publiek wil versterken en zijn naamsbekendheid wil verstevigen. De commissie vindt dit goede en begrijpelijke voornemens, zij het wat algemeen geformuleerd. De beoogde doelgroepen vindt de commissie helder verwoord. Touki richt zich op een breed publiek van avontuurlijke concert- en festivalbezoekers, fervente liefhebbers van beeldende kunst en theater, en families die lichtfestivals bezoeken. Om dit publiek te bereiken staat Touki onder andere in theaters en op poppodia, muziek- en theaterfestivals en museale plekken in het kunstveld. Dit sluit in de ogen van de commissie aan bij de ervaring van het gezelschap en de veelal toegankelijke locaties waar doorgaans een breed publiek op afkomt zoals bij de Tolhuistuin en het Warming Up Festival. In 2027 zet Touki in op publieksverbreding en toegankelijkheid via onder meer het community artwork Reflector dat in 2027 in Bos en Lommer te zien is. De commissie vindt de samenwerking van Touki Delphine met kunstenaars met een andere culturele achtergrond dan zijzelf sterk, om een breder, divers samengesteld publiek te bereiken. Dit is bijvoorbeeld het geval in de samenwerking met de Indonesische Bernadeta Astari in Waterorgan.
De commissie is positief over het voornemen van het gezelschap om zijn online marketingstrategie te optimaliseren door een gespecialiseerde online marketeer aan te stellen om de beoogde doelgroepen beter te bereiken. Deze moet onder andere de website en socialmediakanalen herzien en deze (audio)visueel meer laten aansluiten op de identiteit van Touki Delphine. De commissie denkt verder dat ook coproducties zoals met Genevieve Murphy het bereik in de stad kunnen vergroten, evenals Amsterdamse speellocaties als Paradiso en het BIMHUIS. De commissie vindt dat Touki Delphine hiermee laat zien dat het inzicht in zijn doelgroepen heeft en het een passende aanpak hanteert om deze te bereiken.
De activiteiten van Touki Delphine dragen volgens de commissie bij aan de spreiding van het culturele aanbod en publieksbereik in de stadsdelen Nieuw-West en Noord. Aangezien het gezelschap gevestigd is in Theaterbroedplaats De Sloot is zijn thuisbasis in Nieuw-West. Met activiteiten als de Oh Alexander-avonden in De Sloot en via de samenwerking met BOG en De Sloot waaruit het theaterfestival Dirty Winter Wellness is ontstaan, is het gezelschap nadrukkelijk actief in dit stadsdeel. De commissie acht de activiteiten in Nieuw-West daarmee passend en haalbaar gezien het stevige draagvlak in dit stadsdeel. Het is de commissie echter niet duidelijk wat de motivatie van Touki is om Relay op het NDSM-terrein in Noord te programmeren en of er in Noord nog andere activiteiten plaatsvinden. Hoewel het gezelschap in het verleden in Beautiful Distress en SEXYLAND World speelde en dus ervaring heeft in dit stadsdeel wordt het de commissie niet duidelijk of er draagvlak is voor de beoogde activiteiten in Amsterdam Noord.
Diversiteit & inclusie
De commissie beoordeelt de bijdrage aan diversiteit en inclusie als voldoende.
De commissie vindt de visie van Touki Delphine op diversiteit en inclusie wat summier uitgewerkt. Touki Delphine schrijft in het plan dat het niet-witte perspectief een groter podium moet krijgen, maar dit vertrekpunt had grondiger uitgewerkt en onderbouwd kunnen worden. De commissie mist daarbij een overtuigende reflectie op de stappen die in voorgaande jaren zijn gezet op dit terrein. Niettemin toont Touki Delphine wel zelfbewustzijn op het gebied van diversiteit en inclusie, en formuleert het een aantal concrete doelstellingen en stappen voor de komende periode. Zo zoekt Touki Delphine in al zijn samenwerkingen expliciet cultuur-overstijgende thema’s op en werkt het samen met makers met een biculturele achtergrond zoals met Meral Polat. Het gezelschap verwacht hierdoor, en door de toegankelijkheid van de (festival)locaties, een meer divers publiek te bereiken. Het ontbreken van taalbarrières in veel van zijn activiteiten zoals met de installaties en concertprogramma’s draagt volgens Touki Delphine eveneens hieraan bij. Voor het verbreden van zijn publieksbereik heeft het gezelschap met een externe deskundige gesproken voor meer diversiteit in zijn marketing. In de ogen van de commissie is dit een stap vooruit maar ze kan niet uit het plan opmaken of en hoe de betreffende deskundige bij Touki Delphine een rol blijft spelen. Daarnaast had de commissie graag een uitwerking hiervan teruggelezen in het plan en welke nieuwe doelstellingen hieruit voortvloeien.
De commissie vindt het positief dat Touki Delphine een traject start rondom diversiteit en inclusie met behulp van een diversiteitsdeskundige. Dit vindt de commissie een stap in de goede richting, al heeft ze nog weinig zicht op wat dit traject concreet op gaat leveren. De commissie waardeert het dat het gezelschap zich ervan bewust is dat het is opgericht door vier mannen met een westerse geprivilegieerde achtergrond: de eigen organisatie is naar eigen zeggen homogeen. Om te zorgen dat de organisatie toch een goede afspiegeling van de samenleving wordt heeft Touki Delphine zijn bestuur hernieuwd en uitgebreid. Twee bestuursleden zijn experts op het gebied van diversiteit en inclusie en drie hebben een migratieachtergrond. Dat vindt de commissie een goede stap maar had ook graag stappen willen lezen in het plan op welke manier het gezelschap de eigen organisatie wil diversifiëren.
Om de toegankelijkheid, naast de toegankelijke locaties, te bevorderen houdt Touki Delphine rekening met het taalniveau in zijn communicatie en wil het meer nadruk leggen op audiovisuele communicatie. Hierbij wordt ook rekening gehouden met mensen met een visuele beperking. In de ogen van de commissie zijn deze stappen en doelstellingen haalbaar, maar had Touki Delphine hierin meer ambitie mogen tonen.
Uitvoerbaarheid
De commissie beoordeelt de uitvoerbaarheid als goed.
De commissie vindt Touki Delpine’s visie op bedrijfsvoering helder, maar vindt de uitwerking van hoe het gezelschap met mensen en middelen wil omgaan wat summier. Touki Delphine bestaat op dit moment alleen uit freelancers waarbij het de cao Toneel en Dans hanteert als basis voor de honoraria. Dankzij de structurele financiering van het Fonds Podiumkunsten vanaf 2017 kan het gezelschap sindsdien voldoen aan de maatstaven van fair pay. Daarnaast onderschrijft het de Governance Code Cultuur en hanteert een bestuursmodel. De commissie vindt het positief dat er in 2024 een externe vertrouwenspersoon is gestart, maar had graag iets willen teruglezen over hoe de organisatie omgaat met sociale veiligheid en zorgdraagt voor een veilige werksfeer.
Touki Delphine schrijft dat het de afgelopen jaren stappen heeft gezet om de organisatie te professionaliseren en te groeien van een projectorganisatie naar een structureel gefinancierde organisatie. De organisatie ziet dit als een doorlopend proces voor de komende jaren. De commissie vindt het positief dat Touki Delphine de komende jaren meer aandacht heeft voor scholing van medewerkers en bijvoorbeeld trainingen wil volgen rondom thema’s zoals leiderschap. De wens is om een deel van het personeel in loondienst te kunnen nemen. Omdat Touki Delphine de afgelopen jaren zelf nog onvoldoende stabiliteit heeft ervaren maakt de organisatie de keuze om daar nu nog niet naar over te gaan. De commissie vindt dit verstandig. In 2024 kijkt Touki Delphine opnieuw naar zijn positionering, zet het een nieuwe marketingmix in om zijn doelgroep te verbreden en wil het naast het werven van sponsorgelden ook inzetten op sponsoring in natura. De commissie vindt het positief dat Touki Delphine een beweging heeft ingezet om te professionaliseren, waar het de komende jaren verder vorm aan geeft door in te zetten op een breder publieksbereik en het genereren van eigen inkomsten.
De commissie vindt het activiteitenplan 2025-2028 realistisch en uitvoerbaar in organisatorisch en financieel opzicht. Volgens de commissie zorgen de beoogde uitbreiding in fte’s voor een versteviging van het team: een vaste zakelijk leider, een marketeer, en een technisch en uitvoerend producent kunnen in de ogen van de commissie bijdragen aan de professionalisering en versteviging van de organisatie en geven de ruimte om de plannen ten uitvoer te brengen.
De begroting is in de ogen van de commissie helder en onderbouwd. De baten liggen substantieel hoger dan eerdere realisaties vanwege onder andere twee aanvragen voor meerjarige subsidies en een geprognotiseerde verhoging van publieksinkomsten. De commissie is van mening dat dit laatste bereikt kan worden met de voorgenomen focus van het gezelschap op festivals.
Ook is er een passende financieringsmix bestaande uit publieksinkomsten, publieke en private middelen, en coproducentbijdragen waarin mogelijke sponsorinkomsten niet in zijn meegenomen. Dit vindt de commissie realistisch. Touki Delphine schrijft dat mogelijke risico’s het uitvallen van coproducenten en het niet honoreren van meerjarige subsidies zijn. De commissie vindt het passend dat het gezelschap in dat geval projectsubsidies wil aanvragen.
De financiële huishouding van Touki Delphine is in de ogen van de commissie goed op orde. Gezien het gezonde eigen vermogen en liquiditeitspositie is de organisatie in staat om eventuele financiële tegenvallers op te vangen. Daarnaast geeft het de commissie vertrouwen dat de coproducties zoals in de Verenigde Staten en samenwerking met sterke partners voor directe inkomsten zorgen. Hierdoor vindt de commissie het aannemelijk dat de organisatie het plan voor de komende vier jaar kan dragen.
Conclusie
De commissie adviseert op grond van bovenstaande overwegingen de aanvraag van Stichting Delphine te honoreren met het gevraagde bedrag van € 80.000 per jaar. De commissie constateert dat er na beoordeling van alle aanvragen onvoldoende budget beschikbaar is om de aanvraag te honoreren.
De aanvraag is beoordeeld binnen de adviescommissie Muziek & Muziektheater.