Stichting De Wildernis

Muziek en muziektheater
Aangevraagd: € 156.750
Toegekend: € 0

Inleiding

Stichting De Wildernis (hierna: Wende) is de organisatie die de muziektheaterproducties van kunstenaar/maker Wende produceert. Wende heeft als artistieke missie het onderzoeken en delen van existentiële en maatschappelijke vraagstukken. Zij doet dit via eigentijdse vormen van het ‘drame condensé’. Hierbij maakt zij een mix van taal, muziek en vormgeving. Ze werkt samen met een team van, voor haar, inspirerende en toonaangevende schrijvers, componisten, designers en theatermakers. Dit team komt zowel uit binnen- als buitenland. Samen creëren zij naar eigen zeggen eigenzinnige en innovatieve multidisciplinaire theatervoorstellingen. De Wildernis stelt dat de stad Amsterdam nauw verweven is met Wendes artistieke biografie. Wende heeft op veel van de grote podia van de stad gespeeld en veel van de makers waarmee ze samenwerkt komen uit Amsterdam. Wendes focus, niet alleen lokaal maar ook internationaal, ligt volgens haar op samenwerking en ontwikkeling. Wende beoogt met haar internationale ervaring impact te maken op het Amsterdamse veld en publiek. Tegelijkertijd brengt zij als een ambassadeur haar connectie met Amsterdam en haar netwerk naar het buitenland. 

Wende brengt in 2025-2028 twee grote muziektheaterproducties waarmee zij beoogt haar artistieke ontwikkeling verder voort te zetten en het ‘drame condensé’ nog verder te verankeren in het theaterlandschap. Per productie werkt zij met een maakjaar en een speeljaar. Op deze manier krijgen de projecten volgens Wende de tijd en focus die ze verdienen en worden samenwerkingen volledig ontplooid. Het eerste project wordt Moonflower en gaat in 2026 in première. Moonflower wordt een vrouwelijk coming-ofageverhaal waarin Wende voor het eerst in haar carrière voor meerdere stemmen wil componeren, leidend tot een voorstelling met een narratief karakter. Met het tweede project in deze kunstenplanperiode, ONS, wil Wende een manifest of utopie schrijven samen met een diverse groep schrijvers, het Groningse NITE en zijn artistiek leider Guy Weizman. Wende wil het ‘drame condensé’ ontwikkelen als verwoording en onderzoek naar een nieuw soort ONS dat deze tijd nodig heeft. 

Stichting de Wildernis ontvangt geen meerjarige subsidie binnen het Kunstenplan 2021-2024.

Voor de periode 2025-2028 vraagt de organisatie bij het AFK een bijdrage van gemiddeld € 156.750 per jaar in het kader van het Kunstenplan.

Artistiek belang

De commissie beoordeelt het artistiek belang als zeer goed.

De commissie vindt uit het plan een specifieke artistieke signatuur spreken. Wende wil met muziektheater existentiële en maatschappelijke vraagstukken onderzoeken en delen en kiest hiervoor een eigentijdse vorm en het eigen ontwikkelde genreterm: ‘drame condensé’, oftewel samengebald drama of een miniatuurverhaal. Wende heeft voornamelijk de fascinatie van een mix van stijlvormen en de combinatie van zang en spoken word. De commissie vindt dat Wende met deze artistieke lijn herkenbaar is en zich onderscheidt van anderen.

De commissie is van mening dat de artistieke signatuur overtuigend wordt vertaald naar de artistieke activiteiten. De commissie ziet dit terug in de producties Moonflower en ONS. In Moonflower komt dit naar voor in de keuze voor een vrouwelijk perspectief op de hero’s journey, waarmee Wende een alternatief toont op rigide genderrollen. In de productie ONS, een theaterconcert geïnspireerd op de Argentijnse tango, gaat Wende op zoek naar een herijking van de relatie tussen het individu en de gemeenschap.

De commissie vindt de signatuur en de muziektheaterproducties tot de verbeelding spreken. Wende kiest volgens de commissie voor interessante thema’s die niet voor de hand liggend zijn en relevant zijn in de huidige tijd. De keuze voor samenwerkingspartners maakt de commissie nieuwsgierig en spreekt tot de verbeelding. Voor Moonflower werkt Wende samen met Amsterdam Sinfonietta en regisseur Eline Arbo, die bekend staat om het vormgeven van gelaagde eigentijdse vrouwenrollen. En voor ONS trekt Wende samen op met choreografen Guy Weizman en de Argentijnse Ollantay Rojas, die zich voor dit project laat inspireren door de kern van de tango: de omhelzing. De commissie vindt dit zeer passende samenwerkingen. Het plan blikt terug op de afgelopen kunstenplanperiode. De toekenning van meerjarige subsidie van het Fonds Podiumkunsten bracht naar eigen zeggen meer rust in het werkproces. Wende gebruikte schrijverskampen om nieuw materiaal te ontwikkelen en nam de tijd om zich op te laden en vernieuwen. In de komende periode wil Wende deze werkwijze voortzetten. De commissie leest dit in het plan terug door het per productie creëren van een maakjaar en een speeljaar. De commissie vindt de voorstellingen getuigen van een verdere verdieping van de artistieke ontwikkeling van het ‘drame condensé’ met thema’s die een nieuw eigentijds perspectief bieden en beloftevolle samenwerkingen met (tekst)schrijvers en musici.

Het plan beschrijft volgens de commissie helder wat Wende beoogt teweeg te brengen bij het publiek en de stad. De commissie oordeelt positief over de artistieke impact van het werk. De producties zijn een uitnodiging tot reflectie op jezelf en de wereld om je heen. Wat Wendes publiek verbindt, is haar authentieke en emotionele benadering van haar muziek, teksten en theatervoorstellingen. Daarnaast weet Wende haar bezoekers volgens de commissie telkens te inspireren en uit te dagen. Door steeds te vernieuwen en samenwerkingen aan te gaan met een breed scala van musici, van het Nederlands Kamerkoor tot S10, blijven de voorstellingen steeds aansprekend, volgens de commissie.

Als het gaat om de artistieke betekenis voor de stad kiest Wende voor haar voorstellingen vaak om samen te werken met makers uit Amsterdam. Zo versterkt Wende met haar internationale ervaring in de ogen van de commissie haar impact op het Amsterdamse veld en brengt ze als ambassadeur haar connectie met Amsterdam en haar netwerk naar het buitenland. De commissie vindt het positief dat ze steeds vaker haar positie inzet als mentor voor een nieuwe generatie, die ze door samenwerkingen en masterclasses vleugels probeert te geven in hun eigen werk. De laatste jaren gebruikt Wende haar eigen podium steeds meer om belangrijke maatschappelijke kwesties te steunen. Haar geëngageerde teksten en uitgesproken pleidooi voor inclusie en out of the box denken hebben haar tot een invloedrijke figuur gemaakt in het culturele landschap van Amsterdam, en tevens verder in Nederland. 

Belang voor de stad

De commissie beoordeelt het belang voor de stad als zwak. 

De commissie leest in het plan een summiere visie op publieksbereik. Voor Wende is de toeschouwer een essentieel onderdeel van haar maakproces, een voorstelling komt pas tot leven wanneer deze gedeeld wordt. Deze visie is volgens de commissie echter niet toegespitst op de stad Amsterdam en kan zij niet plaatsen in het kader van het bereik in Amsterdam. In het plan verwijst stichting De Wildernis naar een recente dataanalyse van haar sociale media, DSP’s en Spotify, waarin het huidige publiek wordt ondergebracht in verschillende leeftijdscategorieën. De Wildernis richt zich op deze leeftijdsgerelateerde doelgroepen om de relatie met het huidige publiek te verdiepen en om het bereik van de doelgroepen onder 34 jaar te vergroten. Ondanks dat de aard en de omvang van de doelgroepen logisch aansluiten op de aard en de omvang van de activiteiten, mist de commissie een uitwerking voor het Amsterdamse publiek. De commissie is van mening dat de aanpak voor het bereiken en betrekken van het publiek realistisch en passend is. In het plan staat bijvoorbeeld een uitgebreide en gedegen marketingstrategie beschreven. Om een jonger publiek te bereiken, is ingezet op een strategie zoals deze wordt ingezet in de popwereld: meer gericht op de artiest en minder op het product. Er is een analyse gemaakt van het publieksbereik en publiekspotentieel op basis van sociale media, digitale samenwerkingsplatforms en streamingsdiensten. De organisatie zet in op digitale marketing via social media zoals YouTube, Instagram, Facebook en Google. Daarnaast is naar eigen zeggen de contentstrategie verbeterd, wat leidde tot een toename van het aantal volgers op de socialemediakanalen. De commissie vindt de marketingaanpak passend als het gaat om het bereiken van het beoogde publiek. 

In het plan wordt niet toegelicht wat de bijdrage is aan de spreiding van het culturele aanbod en het publieksbereik in het stadsdeel Noord, Zuidoost en Nieuw-West. Hoewel het formulier aangeeft dat er activiteiten plaatsvinden in Nieuw-West, wordt in het plan niet duidelijk waarom deze daar plaatsvinden en of er draagvlak is. Daarnaast worden er in het plan geen samenwerkingen genoemd met organisaties in NieuwWest. De commissie kan hierdoor niet bepalen of de voornemens passend en haalbaar zijn.

Diversiteit & Inclusie

De commissie beoordeelt de bijdrage aan diversiteit en inclusie als zwak.

Uit het plan spreekt volgens de commissie een summiere visie op diversiteit en inclusie en zijn er nauwelijks concrete doelstellingen uitgewerkt op dit gebied. In het plan staat dat Wende als kunstenaar intrinsiek voortdurend op zoek is naar nieuwe perspectieven. Dit komt volgens de commissie overtuigend terug in de thema’s van de projecten in 2025-2028. 

Het plan reflecteert op de stappen die in de voorgaande jaren zijn gezet als het gaat om diversiteit en inclusie. In het plan staat beschreven dat met de keuze om ook in het clubcircuit te gaan spelen het publiek bestaat uit een diverse samenstelling in leeftijd, opleidingsniveau, sociale klasse en culturele achtergrond. De commissie waardeert deze keuze, maar ziet in het plan geen concrete doelstellingen voor meer diversiteit in het publiek voor de komende periode. Ook in de artistieke teams wil Wende meerdere perspectieven borgen en kiest voor artiesten die divers zijn in gender en seksualiteit en in culturele achtergrond. Daarnaast is de samenstelling van het bestuur meer divers geworden wat betreft gender en culturele diversiteit. Het is de commissie echter niet duidelijk welke doelstellingen de stichting heeft op het gebied van diversiteit en inclusie voor de eigen organisatie als het gaat om het uitvoerende team, in de komende periode. 

Met het ontbreken van concrete doelstellingen, is het voor de commissie moeilijk om een concrete aanpak te onderscheiden op het gebied van diversiteit en inclusie voor de komende periode. De commissie ziet in het plan wel een keuze om verschillende perspectieven te borgen binnen de artistieke teams. Voor de projecten van 2025-2028 werkt Wende samen met makers met een grote verscheidenheid aan stemmen, perspectieven en achtergronden. Daarnaast wil zij een divers publiek bereiken door op veel verschillende locaties te spelen. Het is voor de commissie niet duidelijk welke diversiteit in bereik Wende hiermee beoogt en mist hierbij een verdere onderbouwing hoe het spelen op verschillende locaties hieraan bijdraagt. De commissie vindt dat de projecten voor 2025-2028 inhoudelijk en door samenwerking met diverse makers aantoonbaar divers zijn op het gebied van gender en culturele diversiteit. Uit het plan wordt het haar echter niet duidelijk of er naast het samenwerken met makers ook samengewerkt wordt met passende partners die kunnen bijdragen aan een diverser en inclusiever bereik.

Uitvoerbaarheid

De commissie beoordeelt de uitvoerbaarheid als voldoende.

Uit het plan spreekt een duidelijke visie op bedrijfsvoering. De organisatie richt zich op het zorgen voor een stabiele basis waarin de rust ontstaat die artistieke groei mogelijk maakt. Dit komt volgens de commissie ook naar voren uit de keuze voor een maakjaar en een speeljaar. Het is de commissie hiermee ook duidelijk hoe de organisatie om wil gaan met mensen en middelen: namelijk ook hier rust en ruimte geven voor artistieke groei. 

De Governance Code Cultuur wordt toegepast. Het bestuur doet jaarlijks een zelfevaluatie. De samenstelling van het bestuur is gewijzigd, omdat er in het verleden sprake was van de schijn van belangenverstrengeling. Hoewel de commissie passend vindt dat dat de organisatie in het bestuursreglement en directiereglement richtlijnen biedt om belangenverstrengeling in de toekomst te voorkomen, is de commissie van mening dat dit standaard is als het gaat om governance. Het plan gaat niet in op aandachtspunten voor de komende vier jaar. 

Verder worden er in het plan de vijf kernwaarden van de Fair Practice Code genoemd en toegelicht. De tarieven voor zzp’ers zijn vastgesteld op basis van de cao Toneel en Dans. Voortvloeiend uit de cao worden er afspraken gemaakt over arbeidsduur, aard van de werkzaamheden en eventuele onkostenvergoedingen. De organisatie is via het NAPK aangesloten bij de Stichting Sociale Veiligheid Podiumkunsten en Mores. De commissie is van mening dat dit alles ook een duidelijke toelichting geeft over hoe de organisatie wil omgaan met mensen en middelen.

De commissie leest in het plan een reflectie op de bedrijfsvoering in de periode 20212023. Met dank aan subsidies is er een professionaliseringsslag gemaakt. Zo is het marketingteam uitgebreid, met als doel verdere professionalisering en het bereiken van een jonger publiek. Daarnaast benoemt het plan de genoemde risico’s die met name liggen op het financiële vlak zoals de stijging van inflatie en tegenvallende inkomsten. Uit het plan blijkt dat De Wildernis als kleine stichting verwacht steeds minder eigen middelen te hebben om te produceren en additionele fondsinkomsten zal moeten werven. Dit zal de komende jaren een punt van zorg zijn. De commissie ziet dit ook als een reëel risico, maar had iets meer willen lezen hoe de stichting hiermee omgaat.

De commissie vindt het plan voor de activiteiten 2025-2028 realistisch en uitvoerbaar in organisatorisch opzicht. Wende heeft een professioneel team om zich heen en de verdere professionaliseringsslag zal naar verwachting voor een stevige basis zorgen. Deze professionaliseringsslag in combinatie met de kwaliteit van de betrokkenen en de goede producties in het verleden heeft de commissie vertrouwen organisatorische haalbaarheid. 

De commissie is kritisch over de begroting, omdat zij kosten onvoldoende toelicht. Hierdoor is de commissie niet overtuigd of de begroting passend en realistisch is in financieel opzicht. Zo stijgen de activiteitenlasten voor personeel ten opzichte van eerdere jaren, maar wordt niet onderbouwd waar de stijging in zit. Bovendien mist de commissie een reflectie op het eigen vermogen in het plan. Een toelichting over het aantal fte of verwachting van de kosten per project was wenselijk geweest. 

De financieringsmix bestaat, naast de bijdrage van het AFK, uit een meerjarige subsidie van het Fonds Podiumkunsten, coproducties, private middelen en publieksinkomsten. De commissie vindt dit positief, omdat hierdoor volgens haar risico’s gespreid worden. Tevens wil Wende het komende kunstenplan een vriendennetwerk opzetten waarmee op den duur jaarlijks een bijdrage van € 30.000 gerealiseerd wordt. De commissie vindt dit vanuit zakelijk oogpunt interessant. Een plan van aanpak hiervoor ontbreekt echter, waardoor de commissie kritisch is over de haalbaarheid en realisme van deze ambitie.  

Conclusie

De commissie adviseert op grond van bovenstaande overwegingen de aanvraag van Stichting De Wildernis gedeeltelijk te honoreren met een bedrag van € 85.000 per jaar. De commissie vindt in het plan en de toelichting op de begroting onvoldoende argumentatie naar voren komen voor de hoogte van de lasten. Met name voor de hoge beheerslasten vindt de commissie de toelichting niet toereikend. De voorgestelde groei van private inkomsten middels een vriendennetwerk vindt de commissie ambitieus op financieel gebied.

De commissie constateert dat er na beoordeling van alle aanvragen onvoldoende budget beschikbaar is om de aanvraag te honoreren. 

De aanvraag is beoordeeld binnen de adviescommissie Muziek & Muziektheater.