Stichting Ateliers 63

Beeldende kunst en creatieve industrie
Aangevraagd: € 80.000
Toegekend: € 80.000

Inleiding

Stichting Ateliers 63 (hierna: De Ateliers) is een postacademische instelling die is ontstaan uit een rebellie tegen conventionele onderwijsmethoden in het academische kunstvakonderwijs en tegen de scheiding tussen kunst en dagelijks leven. De Ateliers ontwikkelde een methode van talentontwikkeling, waarbij professionele kunstenaars jonge collega’s op weg helpen. Een methode die gebaseerd is op de overtuiging dat gedeelde inzichten en ervaringen vormend en versterkend zijn. De Ateliers herbergt atelierruimtes en sinds kort een openbare tentoonstellingsruimte onder de naam Woonhuis. 

De Ateliers biedt kunstenaars tijd, ruimte en middelen om zich volledig te concentreren op de ontwikkeling van hun werk en hun identiteit als kunstenaar, zowel binnen het atelier als via een ondersteunend programma. Daarmee wil De Ateliers bijdragen aan een positief imago van Amsterdam als een stad met vooruitstrevende opvattingen over cultuur en onderwijs.

In de komende periode breidt De Ateliers haar fundament voor talentontwikkeling uit naar tentoonstellingspraktijken buiten haar vier muren, in lijn met nieuwe behoeften en veranderde kunstpraktijken van nieuwe generaties aankomende kunstenaars. De Ateliers wil het zelfbewustzijn van de deelnemers verder stimuleren door enerzijds zelfwerkzaamheid te bevorderen en anderzijds sociale betrokkenheid en uitwisseling aan te moedigen. Deze nieuwe holistische benadering wordt onderstreept door de opening van Woonhuis: een multifunctionele tentoonstellingsruimte die ook een fellowshipprogramma herbergt. Met Woonhuis creëert De Ateliers voor het eerst in haar Zestigjarig bestaan een openbare tentoonstellingsruimte voor de stad Amsterdam; een ontwikkeling die naar eigen zeggen volledig in lijn is met het radicale DNA van het kunstenaarsinstituut.

Stichting De Ateliers ontvangt geen meerjarige subsidie binnen het Kunstenplan 2021-2024.

Voor de periode 2025-2028 vraagt de organisatie bij het AFK een bijdrage van gemiddeld € 80.000 per jaar in het kader van het Kunstenplan.

Artistiek belang

De commissie beoordeelt het artistiek belang als zeer goed.

De Ateliers is een ondersteunende postacademische kunstinstelling, met een volgens de commissie herkenbare eigenheid in de manier van talentontwikkeling (professionele kunstenaars die jonge collega’s op weg helpen, ruimte voor het experiment, intensieve begeleiding gericht op het ‘zelf uitzoeken’) en de daarbij gebruikte instrumenten. De commissie ziet deze eigenheid vooral terug in de werkmethodiek van ‘voor en door kunstenaars’, waarbij behoud van het ‘eigen zijn’ van de deelnemende kunstenaar voorop staat. Dit principe komt uit het begin van De Ateliers en is volgens de commissie nog onverkort aanwezig in de aanvraag. Ook de aandacht voor de omgang van de organisatie met de deelnemers maakt onderdeel uit van deze eigen identiteit van De Ateliers.

De Ateliers heeft in de afgelopen periode een transitie doorgemaakt. De organisatie reflecteert volgens de commissie in de aanvraag voldoende op de uitdagingen waar zij in de periode 2020-2024 voor stond. Ook geeft zij aan welke stappen er inmiddels zijn gezet om goed door te kunnen in de nieuwe periode. De resultaten ziet de commissie duidelijk terug in de uitgangspunten voor het komende programma. De Ateliers geeft aan te beseffen dat wanneer sociaal-politieke behoeften verschuiven, transformatie onvermijdelijk is voor de instellingen die aan de behoeften van jonge kunstenaars willen beantwoorden. De artistieke signatuur van De Ateliers heeft zich daarmee in afgelopen periode ontwikkeld naar een praktijk met een meer open uitwisseling. Deze omslag heeft doorwerking gehad in het artistieke profiel. De Ateliers kiest, zo constateert de commissie, voor een intensivering en een meer holistische benadering van begeleiding en talentontwikkeling. Het programma is volgens de commissie voor deelnemers meer geëngageerd en bestaat uit studiobezoeken, excursies, seminars en artist talks. Een werkperiode wordt afgesloten met een eindtentoonstelling onder de titel Offspring. Er wordt stapsgewijs gewerkt aan deze vernieuwde artistieke eigenheid. De commissie vindt dit zeer geloofwaardig en krachtig uitgewerkt in het plan. 

Een deel van de programmering (onder andere de artist talks, Offspring en Woonhuis) is nu niet alleen voor deelnemers/studenten maar ook voor publiek toegankelijk. In dit onderdeel is naar de mening van de commissie duidelijk uitgewerkt hoe de beschutte ontwikkelomgeving van de kunstenaars zich ook kan verbinden met wereld buiten De Ateliers. De introductie van Woonhuis, dat zowel verbonden is met De Ateliers als ook autonoom functioneert, is hier een goed voorbeeld van. De commissie vindt dit ook een bijzondere aanvulling op bestaande platforms. Woonhuis verbindt De Ateliers met de stad en het publiek. Het programma hiervan wordt door en voor de deelnemers ontwikkeld. De commissie constateert dat Woonhuis de werkperiode van de deelnemers verrijkt. De deelnemers delen er hun praktijk met publiek en komen rechtsreeks met hen in contact. Dit levert hen ervaring op in het coördineren van de programma’s en zij kunnen experimenteren met het ‘publiekelijk maken van een kunstwerk’. Dit zijn voor de commissie waardevolle elementen in de opleiding, maar ook voor de invulling van de betekenis voor het publiek.  

De plannen voor het Woonhuisprogramma - en hoe dit programma ook tot stand is gekomen en zal functioneren - zegt voor de commissie veel over hoe De Ateliers maatschappelijk betrokken wil zijn, maar ook de stad meer wil en kan bieden. De Ateliers wil een hub zijn en blijven die jong professioneel talent aantrekt van over de hele wereld. De Ateliers is hiermee volgens de commissie nog steeds een onderscheidende postacademische instelling, en heeft een voorhoedepositie in het culturele ecosysteem van Nederland, wat uitstraalt op het imago van Amsterdam, nationaal en internationaal. 

Belang voor de stad

De commissie beoordeelt het belang voor de stad als voldoende.

De Ateliers richt zich voor de selectie van deelnemers op jonge kunstenaars, omdat zij vindt dat juist deze groep intensieve begeleiding nodig heeft en open staat voor verandering. Het publieksbereik van De Ateliers is volgens de commissie goed uitgewerkt en de doelgroepen zijn helder geformuleerd: kunst- en cultuurprofessionals, zakelijk bedrijfsnetwerk, studenten aan kunstopleidingen en universiteiten, algemeen publiek met een interesse in hedendaagse kunst en lokaal publiek. In het plan worden marketing- en communicatiedoelen naar de mening van de commissie goed benoemd. De Ateliers wil met de programmering van Woonhuis een brug slaan tussen makers en publiek. Het publiek krijgt hierbij zicht op de beroepspraktijk van de maker. De residents van De Ateliers treden, middels het Woonhuis, naar buiten en verbinden zich hiermee met de kunstwereld in Amsterdam (instellingen, kunstenaars, het Alums netwerk via Alums Evenings).

De commissie vindt dat positief en denkt dat dat een goede bijdrage kan leveren aan het publieksbereik. De commissie is overtuigd van deze ambities, maar constateert dat de publieksdoelen minder helder omschreven zijn in het plan. Woonhuis brengt, zo constateert de commissie, twee behoeften samen: de behoefte van deelnemers aan werkervaring binnen hun kunstenaarspraktijk en die van het vergroten van de brede culturele belangstelling van het grote publiek voor De Ateliers. De commissie vindt dit onvoldoende terug in een vertaling naar de wijze hoe en welk publiek hiervan kennis gaat nemen. De Ateliers zal in de komende periode een communicatiemedewerker aanstellen die de specifieke identiteiten van Ateliers en Woonhuis gaat verbinden, als een bijdrage voor het circulaire ecosysteem voor en door de kunstenaars. De commissie verwacht daarom dat de marketing- en communicatiedoelstellingen en aanpak voor Woonhuis in een later stadium alsnog adequaat zullen worden uitgewerkt.  De Ateliers is bezig met de ontwikkeling van een nieuwe website en huisstijl, die verbonden zal worden met de website en huisstijl van Woonhuis. De commissie vindt de website van De Ateliers goed zichtbaar voor de vaste doelgroep, en verwacht dat deze ook zal bijdragen aan het bereik van een breder publiek.

Alle activiteiten van De Ateliers die in het aanvraagformulier zijn opgenomen, vinden plaats op de eigen locatie in Oud-Zuid. De commissie ziet daarom niet waarop het percentage in het aanvraagformulier van bezoekers in de stadsdelen Noord, Zuidoost en Nieuw-West is gebaseerd. Op basis daarvan stelt de commissie vast dat de activiteiten van De Ateliers niet bijdragen aan spreiding van het culturele aanbod en het publieksbereik in deze stadsdelen. 

Diversiteit & inclusie

De commissie beoordeelt de bijdrage aan diversiteit en inclusie als voldoende.

Diversiteit en inclusie wordt door De Ateliers breed benaderd. Het plan verwoordt volgens de commissie een visie waarbij het beleid van De Ateliers sterk is gericht op toegankelijkheid, (neuro-) diversiteit en sociale veiligheid, in relatie tot diversiteit en inclusie. Deze maakt deel uit van de holistische benadering op diversiteit en inclusie die De Ateliers voor de komende periode ontwikkelt. De commissie vindt dat De Ateliers het belang van diversiteit en inclusie intrinsiek uitdraagt, maar ziet dat er nog geen sprake is van een heldere eigen visie. Dat betekent ook dat de doelstellingen voor de komende jaren nog niet overal concreet zijn. De commissie heeft wel vertrouwen dat De Ateliers goede stappen zal zetten in de komende jaren. Dat baseert zij op de uitgebreide reflectie over de transitieperiode binnen de organisatie en de manier waarop de sociale veiligheid, ook op gebied van diversiteit en inclusie, is verbeterd. In de afgelopen periode is door De Ateliers gewerkt aan een grotere diversiteit in het vaste team begeleiders en de raad van toezicht en verbetering in communicatie tussen medewerkers, tutoren en deelnemers.

De focus op neurodiversiteit door De Ateliers uit zich in concrete stappen voor de komende periode. Zo is er intensieve aandacht voor de mentale ondersteuning van de deelnemers met een neurodiverse achtergrond en zal er worden gewerkt aan een beter begrip en intensievere begeleiding binnen de organisatie. De focus op het thema neurodiversiteit binnen de artist residencies zal worden verbonden aan maatschappelijke doelstellingen van De Ateliers en worden geïntegreerd in de programma’s en met de partners. 

De commissie heeft veel waardering voor de aandacht voor neurodiversiteit, maar vindt dat het plan nog te weinig concrete stappen bevat op het gebied van de culturele en sociaaleconomische diversiteit, terwijl De Ateliers zich daar wel op zegt te richten. De commissie constateert als enig duidelijke ambitie, met betrekking tot culturele diversiteit, in het plan het bereiken van een grotere diversiteit binnen het publiek. In 2025-2028 zal met behulp van een nieuwe communicatiemedewerker de samenstelling van het huidige publiek worden gemonitord en wil De Ateliers de culturele diversiteit vergroten door inzet van een meer divers publiekgerichte, content op (nieuwe) digitale platforms. Dit vindt de commissie overigens nog weinig concreet, omdat zowel het publiek als de middelen nog niet bepaald zijn. 

Er zijn in 2023 en 2024 stappen gezet om de fysieke toegankelijkheid van het gebouw, waaronder ook het Woonhuis, te verbeteren. De eerste fase van de noodzakelijke renovaties is in 2024 afgerond met de renovatie van de toiletten. Er is onderzoek gedaan naar verplaatsbare liften/hellingbanen voor de achteringang om de begane grond beter toegankelijk te maken. Hiervoor wordt in de komende periode gezocht naar financiële partners om verdere bouwkosten te dekken. De commissie is positief dat er gestaag wordt gewerkt aan verbeteringen op dit vlak.

Als buurtactiviteit wil De Ateliers leden van het Dovenontmoetingscentrum rondleidingen aanbieden in gebarentaal. Dat vindt de commissie een interessante samenwerking.

Uitvoerbaarheid

De commissie beoordeelt de uitvoerbaarheid als goed.

Er is voor de commissie sprake van voldoende reflectie op de afgelopen periode in het plan met betrekking tot ontwikkeling van de bedrijfsvoering van De Ateliers. In reactie op de recente ervaringen van De Ateliers met betrekking tot sociale veiligheid, heeft De Ateliers inmiddels een externe vertrouwenspersoon aangesteld en is een klachtencommissie ingesteld. Er is volgens de commissie hierdoor sprake van een verandering ten goede in de bedrijfscultuur. Zo constateert de commissie een toegenomen transparantie in communicatie, de introductie van nieuwe methodes voor feedback op beleidsprocessen, programma en op de mentoren. Er heeft een transitie plaatsgevonden van bestuur naar raad van toezicht als een verdere stap naar good governance, waarbij de verdere ontwikkeling van de rol van de raad voor de komende periode, volgens de commissie, in het plan goed is omschreven. De commissie vindt de ontwikkelingen in de veranderende organisatiestructuur bemoedigend, maar constateert dat deze vernieuwingen in de structuur zich nog in de praktijk verder moeten bewijzen. De commissie verwacht een voortdurende evaluatie bij de implementatie ervan door De Ateliers, om te kunnen vaststellen of hiermee de gestelde doelen bij deze verandering ook gerealiseerd worden. Met betrekking tot de omgang van middelen wordt door De Ateliers duurzaamheid aangemoedigd, zo is er het initiatief om faciliteiten te delen met de Rijksakademie en daarmee de gezamenlijke ecologische bedrijfsvoering te vergroten door verkleining van carbon voetafdruk van beide organisaties.

De Ateliers onderschrijft de Fair Practice Code en zegt zich hard te maken voor eerlijke beloning. Er is sprake van fair pay voor de artistieke adviesraad. Voor de kosten van levensonderhoud van de deelnemers zoekt De Ateliers, volgens het plan, naar mogelijkheden om de hoge indexering te volgen en te voldoen aan de Richtlijn functie- en loongebouw presentatie-instellingen voor beeldende kunst, die De Ateliers sinds kort heeft geïmplementeerd, en de herijking Richtlijn Kunstenaarshonorarium.

De commissie stelt dat het plan voldoende aandacht besteedt aan financiële risico’s en risico’s in relatie tot het gebouwbeheer en hiervoor afdoende beheersmaatregelen bevat. Financiële tegenvallers kunnen worden ondervangen door de jaarlijkse aanvraag bij de Stichting Ateliers Support Fund (ASF) éénmalig te verhogen, of door de bestaande bestemmingsreserves aan te spreken. Om afwijkingen van de begroting tijdig te kunnen herkennen en te ondervangen worden halfjaarcijfers gepresenteerd aan de raad van toezicht.  

Om het risico op tegenvallende uitgaven met betrekking tot het monumentale pand, dat in eigendom is van de stichting, terug te dringen wordt door De Ateliers een meerjarig onderhoudsplan gevolgd. Voor de periode 2021-2026 is tevens een subsidie toegekend voor de instandhouding van het pand (subsidieregeling instandhouding monumenten).

De commissie constateert dat De Ateliers grote aandacht heeft voor de ontwikkeling van de bedrijfsvoering en dit ook opvolgt met concrete stappen die de positie van De Ateliers en alle betrokkenen en partners duidelijk verbetert. Ook constateert de commissie een focus op een zorgvuldig aanvullend beleid aangaande mensen en middelen. Dit beleid zal zich in de komende periode, na implementatie, nog moeten bewijzen, maar de commissie heeft vertrouwen in de aanpak. 

In de toelichting op de begroting, zo constateert de commissie, wordt voldoende ingegaan op de hogere lasten door de introductie van de nieuwe activiteiten rond het Woonhuis en het benodigde onderhoud aan het gebouw.

Er is sprake van een goede financieringsmix. Momenteel zijn de inkomsten van De Ateliers afkomstig van OCW, het in 2005 opgerichte ASF, dat zich ten doel stelt geldmiddelen te werven om de continuïteit van de werkzaamheden van De Ateliers te waarborgen. Begunstigers van het ASF zijn hoofdzakelijk particuliere kunstverzamelaars en enkele bedrijven, en de eigen inkomsten vanuit de aanmeldingen van aspirant deelnemers, de atelierbijdrage van de deelnemers, kaartverkoop en andere publieksactiviteiten. Zo zorgen de spreiding van inkomsten en de structurele aard van de meeste geldstromen ervoor dat De Ateliers een solide financiële positie heeft. De beperkte organisatieomvang en overhead maken dat de meeste aandacht en middelen kunnen worden ingezet voor de kerntaak talentontwikkeling. In 2021-2024 was er in toenemende mate inkomsten vanuit (private) fondsen. Er is ook, zo constateert de commissie, een duidelijke stijging van de eigen inkomsten in de komende periode voorzien. De begroting is helder gestructureerd en voorzien van een goede toelichting. De onderbouwing van gevraagde subsidieomvang is in het plan, volgens de commissie, realistisch begroot. De commissie acht het programma daarmee realistisch en uitvoerbaar. 

Conclusie

De commissie adviseert op grond van bovenstaande overwegingen het gevraagde bedrag in de aanvraag van De Ateliers te honoreren met een bedrag van € 80.000 per jaar.  

De aanvraag is beoordeeld binnen de adviescommissie Beeldende Kunst en Creatieve Industrie.