SHARP/ArnoSchuitemaker
Inleiding
SHARP/ArnoSchuitemaker is het gezelschap van maker en choreograaf Arno Schuitemaker. Dit gezelschap beschrijft zijn voorstellingen als fysiek, meeslepend en betoverend, waarbij energie, flow en lichamelijkheid op een interdisciplinaire manier samenkomen. Beweging is in de producties onlosmakelijk verbonden met muziek, licht, videoprojectie en decor. Alles heeft een gelijkwaardige rol, met als doel om de impact van de voorstellingen te vergroten. SHARP/ArnoSchuitemaker presenteert de voorstellingen in theaters als zoals Internationaal Theater Amsterdam, Theater Frascati, Theater de Meervaart en Theaterbroedplaats De Sloot, waar de organisatie zelf is gevestigd. Het gezelschap werkt samen met festivals zoals Julidans en Amsterdam Dance Event en brengt haar werk naar plekken buiten het theater. Behalve in Amsterdam presenteert de organisatie producties ook in de rest van het land. Ook wordt SHARP/ArnoSchuitemaker regelmatig uitgenodigd in het buitenland.
In de komende periode wil het gezelschap drie nieuwe producties realiseren: een mix van klein en groot werk. Ook neemt de organisatie drie bestaande voorstellingen in reprise en presenteert ze ‘special editions’ die op locaties buiten het theater te zien en te ervaren zijn.
De organisatie zet daarnaast in op een groeiend publieksbereik, versterking van de naamsbekendheid en het vergroten van de publieksbinding. Ook investeert ze in de band met de stad en de bewoners, met name in Nieuw-West vanuit Theaterbroedplaats De Sloot.
SHARP/ArnoSchuitemaker ontvangt een vierjarige subsidie 2021-2024 binnen het Kunstenplan van € 170.903 per jaar.
Voor de periode 2025-2028 vraagt de organisatie bij het AFK een bijdrage van gemiddeld € 170.000 per jaar in het kader van het Kunstenplan.
Artistiek belang
De commissie beoordeelt het artistiek belang als goed.
De commissie ziet een duidelijke artistieke signatuur in het werk en de voornemens van SHARP/ArnoSchuitemaker. Zij vindt dat Arno Schuitemaker in zijn werk op een herkenbare en onderscheidende manier een eigen wereld creëert met als uitgangspunt het hervinden van lichamelijkheid door middel van dans. Het dansidioom van het gezelschap wordt volgens de commissie gekenmerkt door een sterke dramatische, beeldende en fysieke kracht met veel herhaling van beweging in het lichaam. Aan de hand van tijdloze en universele thema’s als intimiteit en tijdsbeleving, weet
Schuitemaker op een abstracte, fysieke en beeldende manier haast filosofische vragen te adresseren in zijn werk. Daarnaast vindt de commissie de artistieke eigenheid terug in de wijze waarop het gezelschap ruimte geeft aan de eigenheid en persoonlijkheden van de dansers van het ensemble.
De commissie ziet in het plan dat de artistieke signatuur van SHARP/ArnoSchuitemaker een overtuigende vertaling krijgt in de voorgenomen activiteiten. Zij vindt dat het idioom van Schuitemaker in de omschrijving van alle producties herkenbaar is en dat deze daardoor stuk voor stuk tot de verbeelding spreken. De voorstelling Night bijvoorbeeld, is een duet over het thema ‘raving’, waarbij de beweging niet tot een einde lijkt te komen en een gevoel van tijdloosheid optreedt. Met Memento wil Schuitemaker een ‘durational performance’ creëren waarin vragen rondom geheugen, identiteit en autonomie centraal staan.
SHARP/ArnoSchuitemaker bouwt hiermee volgens de commissie overtuigend voort op de artistieke ontwikkeling van de afgelopen periode. De commissie is weliswaar positief over de continuïteit in artistiek idioom en vorm, maar hecht ook aan de artistieke ontwikkeling van Schuitemaker en zijn gezelschap. In het plan ziet zij echter niet terug waar nog onontgonnen gebied voor de choreograaf ligt en hoe thema’s op nieuwe manieren kunnen worden verbeeld. Daarom waardeert de commissie het dat het plan voor de komende periode ruimte biedt voor artistiek onderzoek.
De commissie vindt de artistieke betekenis voor publiek overtuigend aanwezig. De organisatie maakt in de aanvraag heel duidelijk wat ze teweeg wil brengen bij het publiek. Schuitemaker positioneert zijn werk als een 'trip’ die hij het publiek wil laten ondergaan. Dat maakt de activiteiten volgens de commissie aansprekend voor zowel de ervaren als de minder ervaren kijker. De toeschouwer die zich ervoor openstelt wordt uitgenodigd om in diepere lagen van de voorstellingen te komen en de fysieke intensiteit ervan te ervaren. Het concept duisternis speelt een rol in meerdere producties, bijvoorbeeld in Monday, waar de confrontatie met de schaduwkant, de vergankelijkheid en de dood naar voren komt. De commissie denkt dat dit thematiek is die veel mensen persoonlijk kan fascineren en aanspreken. In het stuk Memento wordt het traditionele karakter van het theater uitgedaagd door de dynamische interactie van dans, spoken word, videoprojectie en live muziek. Dit is volgens de commissie een goede ontwikkeling die tot aansprekende producties leidt. De commissie is ook overtuigd van de artistieke betekenis van
SHARP/ArnoSchuitemaker voor de stad. Het gezelschap wil door middel van de verbindende kracht van dans een nieuwe generatie Amsterdammers meegeven dat je mag zijn wie je bent. Ook wil zij bewoners van Nieuw-West betrekken bij de voorstellingen om dans voor hen toegankelijker te maken. De commissie ziet dat SHARP/ArnoSchuitemaker met het oog hierop samenwerkt met De Sloot, Theaterbroedplaats De Vlugt, De Meervaart en Pink Nieuw-West. Ook ziet en waardeert zij dat het gezelschap met workshops, gesprekken, tussenpresentaties en nagesprekken zorgt voor artistieke verdieping en daadwerkelijk investeert in het opbouwen van relaties met de gemeenschap in stadsdeel Nieuw-West.
Belang voor de stad
De commissie beoordeelt het belang voor de stad als voldoende.
De commissie vindt dat het plan een onderbouwde visie bevat op het bereik binnen de stad. Zij ziet dat de doelgroepen duidelijk beschreven zijn en vindt het duidelijk waarom de aanvrager zich op deze doelgroepen wil richten, omdat ze passen bij de aard van de activiteiten en de ervaring van de organisatie. Het gaat onder andere om (internationaal) publiek tussen twintig en dertig jaar, millennials, de LGBTQIA+ gemeenschap en buurtbewoners. Daarnaast richt de organisatie zich op liefhebbers van podiumkunsten, in verdieping geïnteresseerde brede liefhebbers van hedendaagse kunsten, eindtwintigers, dertigers en veertigers in de context buiten het theater voor wie bezoek aan podiumkunst (nog) niet vanzelfsprekend is en op Amsterdammers in Nieuw-West. De commissie stelt vast dat de optelsom van deze doelgroepen een breed publiek vormt met diverse identiteiten, achtergronden en leeftijden die passen bij de activiteiten van de organisatie.
De organisatie benadert elke doelgroep met een specifieke strategie. De commissie vindt deze aanpak helder beschreven. De commissie denkt dat het gezelschap een breed en divers publiek zal weten te bereiken door zowel in theaters te spelen als met ‘special editions’ aanwezig te zijn op aansprekende locaties zoals Radion en De Appel en tijdens events zoals Amsterdam Dance Event. De commissie had de keuzes in de marketingaanpak echter meer gemotiveerd willen zien. De commissie leest bijvoorbeeld dat een publieksonderzoek meer inzicht en houvast heeft gegeven voor het bereiken van millennials, maar zij vindt het niet duidelijk welke onderbouwde acties de organisatie naar aanleiding daarvan onderneemt. SHARP/ArnoSchuitemaker beschrijft alleen dat ze millennials actief opzoekt op locaties waar zij zich begeven en met de partners op die locaties een gezamenlijk plan uitrolt. Dat vindt de commissie nog weinig concreet en te vrijblijvend. De commissie mist welke concrete vervolgstappen de organisatie gaat nemen om het bereik onder deze specifieke doelgroep te vergroten.
De omvang van het totale beoogde publieksbereik van SHARP/ArnoSchuitemaker vindt de commissie passend bij de aard en omvang van de activiteiten en is in lijn met voorgaande periode. De commissie heeft op basis daarvan en gezien het trackrecord van het gezelschap vertrouwen in de haalbaarheid van het publieksbereik in de aankomende periode.
De commissie vindt dat SHARP/ArnoSchuitemaker een bijdrage levert aan de spreiding van de activiteiten in de stadsdelen Nieuw-West, Noord en Zuidoost. Het gezelschap bereikt het meeste publiek met de voorstellingen in het centrum bij ITA en Theater Frascati. Daardoor blijft de spreiding van het publiek in de stadsdelen NieuwWest, Noord en Zuidoost volgens de commissie enigszins beperkt.
Een groot deel van de activiteiten vindt in Nieuw-West plaats, omdat de organisatie gevestigd is in Theaterbroedplaats De Sloot en samenwerkt met bijvoorbeeld Pink Nieuw-West, waar allerlei voorstellingen met inleidingen, workshops en nagesprekken gegeven worden. De organisatie verbindt De Sloot met broedplaats de Vlugt en De Meervaart en zet hiermee naar eigen zeggen haar eigen ‘Noord-Zuidlijn’ op. De commissie ziet in het plan echter niet beschreven hoe de organisatie die verbinding in aanbod en publiek tot stand wil brengen. Vermeld wordt alleen dat het gezelschap ambassadeurs wil inzetten waarmee ze halfjaarlijkse gesprekken houdt over de manier waarop buurtbewoners betrokken en bereikt kunnen worden. De commissie vindt dit weliswaar een goede stap, maar nog geen echte aanpak.
Diversiteit & Inclusie
De commissie beoordeelt de bijdrage aan diversiteit en inclusie als voldoende.
De commissie leest in het plan geen overtuigende visie terug op diversiteit en inclusie. Het gezelschap spreekt zich wel uit over het belang van diversiteit en inclusie en kiest er de komende periode voor om zich voornamelijk te richten op de LHBTQIA+ gemeenschap, omdat deze groep volgens het plan ‘een connectie heeft’ met het werk. De commissie vindt dat daarmee nog geen overtuigende visie is gegeven.
SHARP/ArnoSchuitemaker heeft zich naar eigen zeggen de voorgaande periode gericht op het vergroten van diversiteit binnen de organisatie en laat over de periode 2022 en 2023 met cijfers onderbouwd zien dat zij een op het gebied van zowel culturele diversiteit, leeftijd en gender divers team heeft gerealiseerd. De organisatie volgde daarnaast workshops zoals de Unconscious Bias training. Als primaire doelstelling voor diversiteit en inclusie wordt aangegeven dat het gezelschap de Code Diversiteit en Inclusie beter in de organisatie wil inbedden. De commissie vindt dat een stap die logisch voortvloeit uit wat de organisatie al heeft bereikt, maar de commissie mist op dit punt een visie die richting en urgentie geeft aan deze opgave.
Ook op gebied van diversiteit en inclusie in programma en publiek ziet de commissie geen reflectie. Er wordt enkel aangegeven dat op diverse plekken te spelen een diverser publiek werd bereikt. Als concrete doelstelling met betrekking tot het publiek stelt de organisatie het verdiepen en diversifiëren van het publieksbereik met behulp van uiteenlopende samenwerkingspartners zoals Pink Nieuw-West. De doelstelling is om 10 procent van het totale publieksbereik uit de queer community en 12,5 procent millennials te bereiken. De commissie vindt het goed dat er een meetbaar doel is gesteld, maar had graag een duidelijke reflectie en overkoepelende visie op diversiteit en inclusie teruggelezen in het plan.
De commissie ziet dat de organisatie een concrete aanpak heeft voor diversiteit en inclusie in organisatie, aanbod en bereik. De focus op de LGBTQIA+ community herkent de commissie in het plan om met jongeren in Nieuw-West te werken in samenwerking met queerorganisatie Pink Nieuw-West. Zo organiseert ze korte voorstellingen op verschillende scholen in Nieuw-West op Paarse Vrijdag. Met de organisatie Komt het Zien! gaat de organisatie een pilot opzetten voor mensen met een visuele beperking. De commissie ziet dit als een eerste stap om te onderzoeken hoe het artistiek werk van Schuitemaker ook toegankelijk kan zijn voor mensen met een beperking. De commissie vindt dit een mooi en realistisch voornemen, maar had graag meer over de aanpak teruggelezen.
De organisatie wil diversiteit en inclusie meer inbedden in de organisatie. Met het oog daarop zijn gesprekken voorzien met het hele team. Ook krijgen de medewerkers workshops op dit gebied aangeboden. De commissie vindt het goed dat het gesprek structureel wordt gevoerd, daarbij is het de commissie echter niet helder hoe dit teruggebracht wordt in de organisatie.
Uitvoerbaarheid
De commissie beoordeelt de uitvoerbaarheid als goed.
De organisatie geeft in het plan duidelijk weer hoe ze met mensen en middelen om wil gaan. De commissie kan de visie op de bedrijfsvoering goed uit het plan herleiden en ziet dat deze voortkomt uit de reflectie op de voorgaande periode. De organisatie heeft namelijk een grote professionaliseringsslag gemaakt naar een meerjarige bedrijfsvoering, met een efficiëntere inrichting van de financiële administratie en versterking van het team. Op dat fundament wil het gezelschap de komende jaren voortbouwen. Met de versterking van het team en doordat mensen ook in dienst konden worden genomen, zorgde het gezelschap dat er meer vooruit kon worden gewerkt om een gezonde werkdruk te realiseren.
De Fair Practice Code wordt volgens de commissie op inzichtelijke wijze toegepast. Er wordt bewust gekozen voor duurzame relaties en vaste aanstellingen. De cao Toneel en Dans is van toepassing en de organisatie biedt medewerkers mogelijkheden voor coaching, cursussen en ontwikkelingstrajecten. De commissie vindt dit zeer positief; zij maakt hieruit op dat menselijke relaties binnen de organisatie op waarde worden geschat. Op het gebied van sociale veiligheid is een interne vertrouwenspersoon aangesteld en is er een integriteitscode opgesteld. Het plan geeft volgens de commissie goed aan hoe de Governance Code Cultuur wordt toegepast. Zo is helder aangegeven dat en waarom de bestuursvoorzitter na twee volle termijnen nog een jaar aanblijft en is er een procedure belangenverstrengeling van kracht die elk half jaar in het bestuur wordt besproken. De commissie heeft ook veel waardering voor het feit dat de organisatie de komende periode de Theatre Greenbook hanteert als leidraad voor duurzaam produceren.
Er is een duidelijke risicoanalyse in het plan opgenomen met scenario’s hoe met risico’s om wordt gegaan. Zo geeft de organisatie aan in een zo vroeg mogelijk stadium contracten en intentieovereenkomsten af te sluiten om helderheid te scheppen over de omvang van werkbudgetten en er geen geld wordt uitgegeven dat er niet is. De commissie vindt dat het plan op dit punt vertrouwenwekkend is.
De commissie vindt dat het plan in organisatorisch en financieel opzicht realistisch en uitvoerbaar is. De organisatie is overtuigend aan het groeien in aantal speelbeurten, waaronder voor een groot deel ook internationaal. De commissie heeft er vertrouwen in dat de organisatie zodanig is versterkt dat ze dat met de huidige omvang kan realiseren. Het team wordt op gebied van marketing versterkt. De commissie vindt dit een passende keuze om de gestelde doelen op dat vlak te realiseren. De financiële huishouding is op orde. Oordelend op basis van de balans kan de organisatie het plan dragen, al is de algemene reserve nog laag om grote financiële tegenvallers op te vangen. Positief vindt de commissie dat het plan laat zien dat er de komende jaren een start gemaakt wordt met de opbouw van eigen vermogen. SHARP/ArnoSchuitemaker laat een grotendeels realistische en passende begroting zien voor het plan voor de komende jaren. De personele lasten voor komende periode stijgen ten opzichte van voorgaande periode. Dat is volgens de commissie op zichzelf wel goed onderbouwd, al vindt de commissie deze op de begroting nu wel wat uit verhouding met de overige lasten. Er is een goede financieringsmix, met sterke publieksinkomsten en coproductiebijdragen. De commissie vindt dat de financiële risico’s daardoor goed gespreid zijn. Het groeiend aantal voorstellingen, met name in het buitenland, is een sterke inkomstenbron. SHARP/ArnoSchuitemaker rekent tevens op een groot deel publieke subsidies, dat in lijn is met voorgaande periode en de commissie vindt het gevraagde bedrag aan het AFK goed in verhouding.
Conclusie
De commissie adviseert op grond van bovenstaande overwegingen de aanvraag van SHARP/ArnoSchuitemaker te honoreren met het gevraagde bedrag van € 170.000 per jaar.
De aanvraag is beoordeeld binnen de adviescommissie Dans.