Poldertheater
Inleiding
Poldertheater maakt theatervoorstellingen en educatieprogramma’s voor jongeren in Amsterdam. De organisatie richt zich op het voortgezet onderwijs, met een nadruk op het vmbo. De activiteiten bestrijken meerdere disciplines en hebben een focus op theater, schrijven en muziek. De voorstellingen worden gespeeld door spelers tussen de 14 en 24 jaar en vinden zowel op scholen als in theaters plaats. Professionals en door de organisatie zelf getrainde jonge peer educators verzorgen de educatieprogramma’s. Poldertheater is initiatiefnemer en penvoerder van de Denktank Cultuureducatie Vmbo en Pro, een samenwerkingsverband dat zich inzet voor cultuureducatie en kansengelijkheid in het vmbo en praktijkonderwijs.
In de periode 2025-2028 wil Poldertheater haar voorstellingen, educatie- en talentontwikkelingprogramma’s continueren. Daarbij zet de organisatie in op lichte groei. Jaarlijks speelt Poldertheater meer dan 150 interdisciplinaire voorstellingen in het theater en in de klas. Hierbij gaat het om zowel eigen voorstellingen als coproducties met Nationale Opera & Ballet, MusicalMakers en Danstheater AYA. Met educatieprogramma’s beoogt Poldertheater jaarlijks 7000 vo-leerlingen in Amsterdam te bereiken, verspreid over 35 middelbare scholen in de stad. Daarnaast streeft
Poldertheater naar een bereik van jaarlijks 75 deelnemers via voorstellingen, Talentenklas en het muziektraject The Good Noise. Poldertheater wil extra investeren in activiteiten in stadsdelen Nieuw-West, Zuidoost en Noord.
De organisatie wil zich de komende periode blijven inzetten als voorvechter voor cultuureducatie voor vmbo, het voortgezet speciaal onderwijs en praktijkonderwijs. Poldertheater wil ruimte bieden aan autodidacten en jonge afgestudeerde makers, mede in samenwerking met Jeugdtheaterschool Zuidoost. Ook wil de organisatie verder professionaliseren, door het aanstellen van een artistiek coördinator en hoofd educatie. Ten slotte beoogt Poldertheater inkomsten te genereren uit kennisdeling door middel van nieuwe bedrijfsmatige concepten.
Poldertheater ontvangt een vierjarige subsidie 2021-2024 binnen het Kunstenplan van € 270.841 per jaar (incl. indexatie 2024).
Voor de periode 2025-2028 vraagt de organisatie bij het AFK een bijdrage van gemiddeld € 330.000 per jaar in het kader van het Kunstenplan.
Artistiek belang
De commissie beoordeelt het artistiek belang als zeer goed.
Het plan van Poldertheater laat volgens de commissie een sterke en onderscheidende artistieke signatuur zien. Poldertheater maakt eigentijds theater over actuele onderwerpen en maakt beladen thema's bespreekbaar. Ze doet dit vanuit de overtuiging dat theater mag schuren en tot nieuwe inzichten kan leiden. De commissie vindt dat de combinatie van diverse kunstvormen zoals muziek, dans en film in de programma’s van Poldertheater synergie oplevert en daarmee tot de verbeelding spreekt. In de werkwijze van Poldertheater worden jongeren als medeschepper ingezet en is er ruimte voor eigen verhalen. Onder de noemer ‘Dynamic Reflection’ beoogt de organisatie het publiek met haar artistieke producties meerdere spiegels voor te houden en vanuit verschillende perspectieven te laten kijken. De commissie vindt dit overtuigend uitgewerkt.
Al deze artistieke uitgangspunten zijn in de ogen van de commissie overtuigend vertaald naar de activiteiten. Deze bestaan grotendeels uit voorstellingen en educatieprogramma’s. De pijlers talentontwikkeling, cultuureducatie en kennisdeling zorgen voor een coherent programma met een duidelijke artistieke rode draad. De commissie vindt de invulling van de programmapijlers innovatief, actueel en tot de verbeelding sprekend, zoals de theatervoorstelling I am what I am over aseksualiteit, schurende reacties en wederzijds begrip.
De reflectie op de artistieke ontwikkelingen geeft de commissie een positief beeld van de artistieke prestaties in de voorgaande periode, zoals de Talentenklas en project The Good Noise. Het plan voor 2025-2028 vloeit daar volgens de commissie op een logische manier uit voort, aangezien er sprake is van continuïteit in de activiteiten uit de voorgaande periode. Zo worden theater- en klassenvoorstellingen, workshopprogramma’s, de Talentenklas en The Good Noise voortgezet en wordt daarbij helder toegelicht welke aanpassingen Poldertheater maakt om het programma aan te scherpen.
De commissie vindt dat uit het plan duidelijk naar voren komt wat de organisatie teweeg wil brengen bij deelnemers, publiek en stad. Ten aanzien van deelnemers en publiek wil Poldertheater creativiteit bij jongeren stimuleren vanuit de overtuiging dat creativiteit bijdraagt aan hun inlevingsvermogen, oplossingsvermogen en wendbaarheid. De commissie ziet het als een kracht van Poldertheater dat ze dicht bij jongeren staat, zowel de deelnemers als het publiek. De commissie is ervan overtuigd dat de grote wederzijdse betrokkenheid tussen makers, spelers en docenten die hierdoor ontstaat, zorgt voor een synergie die bijdraagt aan de beoogde creatieve en sociale ontwikkeling van de deelnemers en hen ook aanspreekt. Voor het publiek van de voorstellingen, dat grotendeels uit scholieren bestaat, zorgt deze synergie volgens de commissie voor aansprekende voorstellingen die het publiek raken. Dit komt doordat de voorstellingen door leeftijdgenoten zijn gemaakt en zodoende in vorm en inhoud aansluiten op de belevingswereld van het publiek.
Ook wil Poldertheater doorstroommogelijkheden voor jong talent stimuleren. Met de voorgestelde activiteiten zal het naar verwachting van de commissie lukken om dit toekomstperspectief te bevorderen. Dit vindt de commissie goed blijken uit bijvoorbeeld het project The Good Noise. Dit is een sociaal-artistiek project waarin jongeren les krijgen van professionals uit het muziekvak onder persoonlijke begeleiding van sociaal werkers. De eigen muziek die door de jongeren wordt geschreven en als album wordt uitgebracht, wordt gepresenteerd tijdens een slotoptreden in de Melkweg. Het project is volgens de commissie van grote waarde omdat jongeren hiermee podiumervaring opdoen, alvorens zij aan een eventuele vervolgopleiding gaan beginnen. Ten aanzien van de stad vindt de commissie de rol van Poldertheater als initiatiefnemer en penvoerder van de Denktank Cultuureducatie Vmbo en Pro van grote betekenis. De commissie vindt dat dit initiatief inhoudelijke impact in de stad genereert, omdat ze hiermee cultuureducatie in het vmbo steviger op de kaart zet. In dit licht vindt de commissie ook de samenwerking met de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten (AHK) waardevol. Het nieuwe vak Theater op het vmbo dat Poldertheater met en voor de AHK ontwikkelde, draagt volgens de commissie bij aan kennis over vmbo onder studenten binnen het kunstvakonderwijs.
Belang voor de stad
De commissie beoordeelt het belang voor de stad als zeer goed.
Poldertheater heeft naar het oordeel van de commissie een sterke en goed onderbouwde visie op haar bereik. De doelgroep wordt duidelijk geformuleerd: leerlingen van het voortgezet onderwijs, met een sterke nadruk op vmbo en pro. De organisatie wil het negatieve imago van deze laatstgenoemde onderwijsvormen kantelen. De commissie waardeert de gedrevenheid die uit het plan spreekt als het gaat om dit belangrijke doel. De commissie waardeert en onderschrijft ook de motivatie voor het accent op vmbo en pro, die nog altijd ondervertegenwoordigd zijn in het huidige cultuureducatie-aanbod. Een goede ontwikkeling vindt de commissie dat Poldertheater zich de komende periode ook richt op leerlingen van vso-scholen, vanuit de overtuiging dat de culturele sector ook voor hen nog weinig toegankelijk is. De aanvraag getuigt volgens de commissie van veel inzicht in de doelgroep. Veel docenten van Poldertheater hebben zelf een vmbo-achtergrond. Ook de actieve betrokkenheid van Poldertheater in de Denktank Cultuureducatie Vmbo en Pro zorgt dat Poldertheater goed op de hoogte is van wat deze leerlingen willen en nodig hebben. Poldertheater stelt de eigen leefwereld en persoonlijke verhalen van jongeren centraal in het artistieke proces en betrekt hen als cocreator bij producties. Hierdoor weet Poldertheater in de ogen van de commissie een sterke verbinding te maken met haar doelgroepen.
Het beoogde bereik is volgens de commissie passend bij de omvang van de activiteiten, omdat het de lijn volgt van geleidelijke groei van het aantal leerlingen en contacturen uit de afgelopen periode. Ook de marketingaanpak voor het bereiken en betrekken van de doelgroepen vindt ze realistisch. De aanpak volgt de ingezette koers en kenmerkt zich onder meer door direct contact met scholen en online zichtbaarheid via sociale media. De commissie stelt vast dat deze aanpak de afgelopen jaren succesvol was en ontleent daaraan het vertrouwen dat dat nu ook weer het geval zal zijn. Met de gratis Talentenklas en The Good Noise heeft Poldertheater volgens de commissie laten zien dat zij in staat is om veel nieuwe deelnemers te bereiken. De partners zijn in de ogen van de commissie ook geschikt om de beoogde doelgroepen te bereiken, juist omdat er sprake is van uiteenlopende partnerorganisaties die heel verschillende doelgroepen weten te bereiken. Voorbeelden zijn Nationale Opera & Ballet, Danstheater AYA, MusicalMakers en Stichting DOCK.
Poldertheater draagt volgens de commissie overtuigend bij aan de spreiding van het cultuuraanbod en het publieksbereik in de stadsdelen Nieuw-West, Noord en Zuidoost. De organisatie is actief in de hele stad. Het grootste bereik behaalt zij in Nieuw-West, zowel qua aantal leerlingen, als in contacturen en aantal scholen. Ook in Noord en Zuidoost is Poldertheater goed vertegenwoordigd op scholen. De keuze voor deze stadsdelen wordt naar de mening van de commissie overtuigend gemotiveerd met de constatering dat de activiteiten op die plekken het hardst nodig zijn. De groeiende vraag vanuit de scholen bevestigt deze behoefte volgens de commissie. Poldertheater is in de ogen van de commissie goed geworteld in de genoemde stadsdelen, mede dankzij samenwerkingen met onderwijsinstellingen en culturele instellingen.
Diversiteit & Inclusie
De commissie beoordeelt de bijdrage aan diversiteit en inclusie als goed.
Poldertheater formuleert volgens de commissie een sterke visie op diversiteit en inclusie. Het plan benadert diversiteit en inclusie intersectioneel en ziet het als integraal onderdeel van de identiteit en organisatie van Poldertheater. Met haar voorstellingen gaat Poldertheater uit van de kracht van het inleven in een ander; zij noemt dit ‘verplaatsingskunde’. Dit getuigt volgens de commissie van een sterke visie op de artistiek-maatschappelijke waarde van theater. Ook vindt de organisatie het van groot belang dat alle leerlingen zich welkom en veilig voelen.
De commissie vindt dat deze visie overtuigend tot uiting komt in het hele plan. Zo maakt de organisatie zich op veel manieren en op veel niveaus hard voor kansengelijkheid van leerlingen van het vmbo en het voortgezet speciaal onderwijs (vso), ook als het gaat om cultuureducatie.
Poldertheater reflecteert helder op voorgaande jaren en schetst een duidelijke huidige stand van zaken wat betreft divers en inclusief aanbod, bereik en organisatie. Zo wist de organisatie via het programma The Good Noise een meer divers publiek te bereiken en bieden de maakprocessen van de voorstellingen veel ruimte aan verschillende perspectieven van de deelnemers. De commissie ziet daarin dat er goede stappen zijn gezet.
De commissie vindt keuzes voor aankomende periode logisch uit de reflectie voortkomen en vindt de doelstellingen helder geformuleerd. Zo kiest Poldertheater wat betreft bereik bewust voor scholen in cultureel diverse wijken zoals Nieuw-West om een meer diverse doelgroep te bereiken. Daarbij heeft ze tevens aandacht voor diversiteit in gender, seksualiteit en sociaal-economische positie. Vanuit de focus op inclusie beoogt de organisatie theater toegankelijker te maken voor vso-leerlingen. Poldertheater heeft volgens de commissie een sterk ontwikkeld bewustzijn van de noodzaak om een veelheid aan stemmen en perspectieven te vertegenwoordigen, ook in de eigen organisatie. Het eigen kernteam, het docententeam en het bestuur zijn divers in samenstelling. Poldertheater streeft naar het waarborgen van diversiteit binnen de organisatie en haar bestuur in de komende periode en streeft derhalve naar het toegankelijker maken van bestuurswerk voor nieuwe en jonge bestuursleden. Al met al vindt de commissie dat Poldertheater een sterke uitgangspositie heeft wat betreft divers aanbod, bereik en organisatie. De resultaten uit de afgelopen periode geven de commissie vertrouwen dat de organisatie die ook weet te behouden in de komende jaren.
De commissie vindt de aanpak voor divers en inclusief aanbod, bereik en organisatie overtuigend en realistisch. In het werken met de deelnemers zegt Poldertheater een zogenoemde ‘brave space’ na te streven. Hiermee bedoelt Poldertheater dat zij de deelnemende jongeren in alle openheid met elkaar in gesprek wil brengen over hun verschillen in achtergrond, aard en opvattingen, met aandacht voor de gevoelens of positie van anderen. De commissie vindt dit illustreren hoe Poldertheater haar intersectionele visie op respectvolle omgang met verschillende en gelaagde identiteiten in de praktijk brengt. De aanpak voor het waarborgen van de diversiteit op bestuursniveau vindt de commissie concreet geformuleerd. De organisatie heeft hiervoor een leerprogramma van Binoq Atana op het oog, waarbij het bestuur trainingen volgt en aspirant-bestuurders aan Poldertheater worden gekoppeld om ervaring op te doen. Samenwerkingen met partners als DOCK en Levvel dragen volgens de commissie overtuigend bij aan het bereiken van een divers publiek vanwege hun fijnmazige netwerk in de stad. Poldertheater zet zich bovendien via verschillende samenwerkingen in om andere organisaties meer divers te maken en in verbinding te brengen met hun diverse publiek, zoals Nationale Opera & Ballet en de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten.
De uitwerking van de plannen voor het vergroten van de toegankelijkheid van theater voor vso-scholen vindt de commissie nog algemeen geformuleerd. Hier hadden meer concrete acties aan verbonden mogen worden.
Uitvoerbaarheid
De commissie beoordeelt de uitvoerbaarheid als goed.
De visie van Poldertheater op de bedrijfsvoering is volgens de commissie helder uitgewerkt. Poldertheater gaat de komende periode naar eigen zeggen uit van ‘verantwoorde’ groei, zowel in het aantal activiteiten en deelnemers als in de eigen organisatie. De commissie vindt dit passend bij de doorgemaakte groei en professionalisering in de afgelopen periode. Daarop terugkijkend stelt Poldertheater dat de organisatie verstevigd is nu er sprake is van een vaste kern van acht medewerkers, en dat daardoor de continuïteit beter is gewaarborgd. Daarnaast heeft ze een annuleringsbeleid en afspraken over vooruitbetalingen door scholen ingevoerd.
De commissie vindt dit positieve ontwikkelingen die getuigen van een gedegen bedrijfsvoering.
De organisatie geeft aan de Governance Code Cultuur en Fair Practice Code na te leven. De commissie vindt de toelichting daarop helder en overtuigend. In bestuursverslagen reflecteert de organisatie op de principes uit de Governance Code en dit wordt door het bestuur jaarlijks geëvalueerd. De organisatie volgt de cao Toneel en Dans, heeft afspraken met freelancers over doorbetaling bij annulering door een school, hanteert bijbehorende salarissen en maakt dit zichtbaar in de begroting. Het plan gaat daarnaast uitgebreid in op sociale veiligheid en gelijke kennisverdeling. Zo heeft Poldertheater een gedragsprotocol voor zowel betrokken professionals als deelnemende jongeren, heeft elke spelersgroep een mentor en is er een vertrouwenspersoon. Dit laat volgens de commissie zien dat Poldertheater zorgvuldig omgaat met haar betrokkenen.
Poldertheater gaat volgens de commissie helder in op mogelijke risico’s en treft hier passende beheersmaatregelen voor. Zo investeert de organisatie in haar scholennetwerk en relaties met schooldirecties, waardoor ze beter inspeelt op onderwijsbehoeften en minder afhankelijk is van individuen op scholen. Dit geeft de commissie vertrouwen in de ondernemingskracht en wendbaarheid van de organisatie. De commissie ziet deze investering ook in logisch verband staan met de beoogde groei in activiteiten en deelnemers waar de organisatie de komende jaren naartoe wil werken. Het versterken van het scholennetwerk zal volgens de commissie bijdragen aan het realiseren van deze beoogde groei.
Zowel op organisatorisch als financieel vlak vindt de commissie het plan realistisch en uitvoerbaar. De organisatie erkent dat de top momenteel te smal is om de beoogde plannen te realiseren. Daarom wil Poldertheater een driekoppig managementteam vormen, bestaande uit directeur/zakelijk leider, artistiek coördinator en hoofd educatie. Dit vindt de commissie een passende aanpak om de organisatie verder te verstevigen.
In financieel opzicht heeft de organisatie volgens de commissie een solide uitgangssituatie. De balans en de reflectie daarop getuigen volgens de commissie van een doordachte zakelijke aanpak. Zo laat de reflectie zien dat de toename in bereik en eigen inkomsten de financiële zelfstandigheid van de organisatie heeft vergroot. Dit biedt volgens de commissie een goede uitgangspositie voor de komende periode. De begroting is naar het oordeel van de commissie adequaat en evenwichtig opgesteld. Poldertheater wil doorgroeien in het cultuuraanbod voor vmbo vanwege de groeiende vraag en de benodigde inhaalslag om deze doelgroep beter te bedienen. De commissie vindt de begroting goed onderbouwd en passend voor deze plannen, omdat de stijging in de begroting in lijn is met de in de gerealiseerde groei in de afgelopen periode.
De commissie vindt dat er sprake is van een passende financieringsmix met diverse inkomstenbronnen, waardoor risico's worden gespreid. De commissie vindt het daarbij positief dat de workshops en lestrajecten grotendeels kostendekkend zijn en dat Poldertheater ondernemerschap toont met inkomsten uit kennisdeling. Volgens de commissie is het wel risicovol dat het zwaartepunt ligt bij de te werven subsidies. Dit zou bij niet voldoende toekenning de uitvoering van de plannen in gevaar kunnen brengen.
Conclusie
De commissie adviseert op grond van bovenstaande overwegingen de aanvraag van Poldertheater te honoreren met het gevraagde bedrag van € 330.000 per jaar.
De aanvraag is beoordeeld binnen de adviescommissie Cultuureducatie.