Orange Theatre Company

Theater
Aangevraagd: € 45.000
Toegekend: € 0

Inleiding

Orange Theatre Company (hierna: OTC) produceert hedendaagse theatervoorstellingen in Amsterdam waarmee het gezelschap een Nederlands en internationaal publiek wil inspireren en met elkaar verbinden. Het uitgangspunt van OTC is dat de voorstellingen in het Engels worden opgevoerd. Het repertoire bestaat uit bestaande Engelstalige stukken, vertalingen (ook van Nederlands theater) en nieuw werk. Naast voorstellingen heeft OTC in de loop der jaren een jeugdtheaterprogramma (OTC Youth Theatre) en avonden voor theaterschrijvers (Tiny Theatre - Monologues Live!) toegevoegd aan haar activiteiten. Internationale referenties voor een dergelijke programmering ziet OTC in The National Theatre en The Young Vic (beide Londen) en The Public Theatre (New York). In de keuze voor de producties laat OTC zich inspireren door de tijdgeest en de lens van Amsterdam als internationale stad.

In de komende periode wil OTC jaarlijks drie theaterproducties maken. Van de in totaal twaalf voorstellingen zullen er acht nieuw zijn voor Nederland: zes zullen hier voor het eerst worden opgevoerd en twee gaan uit van volledig nieuw en nog nooit vertoond werk. De overige voorstellingen zijn hernemingen die worden aangepast aan de actualiteit. OTC brengt in 2026 en 2028 ook openluchttheater in het Oosterpark en breidt in 2028 voor het eerst uit buiten Amsterdam.

OTC heeft de ambitie om zich de komende jaren te ontwikkelen van een projectorganisatie tot een werkgever die werkt conform de cao Toneel en Dans. OTC verwacht met de opgestelde meerjarenbegroting en financieringsmix voldoende toekenningen en inkomsten samen te kunnen brengen om dit doel dichterbij te brengen. OTC verhuist in 2024 naar het KIT en vestigt zich daar als nieuw theatergezelschap.

Orange Theatre Company ontvangt geen meerjarige subsidie binnen het Kunstenplan 2021-2024.

Voor de periode 2025-2028 vraagt de organisatie bij het AFK een bijdrage van gemiddeld € 45.000 per jaar in het kader van het Kunstenplan.

Artistiek belang

De commissie beoordeelt het artistiek belang als voldoende.

OTC is een theatergezelschap dat focust op Engelstalig teksttheater met zowel klassiek als nieuw repertoire. Het gezelschap heeft volgens de commissie een duidelijke eigen artistieke signatuur met een repertoire dat bestaat uit een verscheidenheid aan theatergenres, met tragikomedie, drama, satirische komedie en musical. Het werk van OTC past in een Angelsaksische traditie en speelt in op het schaarse Engelstalige theateraanbod, waarin de commissie het onderscheidend vindt. De signatuur wordt in de komende periode vertaald door een combinatie te presenteren van klassieke werken en van moderne theaterteksten. Van de nieuwe werken vindt de commissie veel van de thema's actueel: geweld tegen lgbtqia+- community (The Laramie Project), de kwestie Israël/Palestina (Hassan and Moos), geestelijke kwetsbaarheid (Next to Normal) en het slavernijverleden (Slave Play).  De commissie vindt de beschrijvingen van de verhalen en uitgangspunten voor de voorstellingen duidelijk maar mist informatie over de vormgeving en de deelnemende makers, spelers en crew. Daarnaast had de commissie bij een voorstelling als Hassan and Moos meer willen lezen over hoe OTC van plan is om met deze ingewikkelde en gevoelige inhoud zorgvuldig om te gaan. De commissie kan zich op basis van de beschrijvingen nog geen goed beeld vormen van de invulling die OTC aan de voorstellingen denkt te geven. Zij heeft bovendien op basis van het meegestuurde beeldmateriaal nog geen vertrouwen dat de voorstellingen tot de verbeelding zullen spreken.

De commissie leest een heldere terugblik op de artistieke ontwikkeling van afgelopen periode. Ze waardeert hoe met de samenwerking met de Toneelmakerij een verbinding met het Nederlandse theaterveld tot stand is gekomen. In de nieuwe periode wordt deze samenwerking doorgezet en daarnaast wordt met Collectief Blauwdruk de voorstelling The Four Day Battle ontwikkeld. In de artistieke koers om producties te maken in samenwerking met Nederlandse theatermakers ziet de commissie een voortzetting van eerdere artistiek-inhoudelijke ervaringen.  

In haar missie geeft OTC aan met Engelstalig theater het Nederlandse en internationale publiek te willen inspireren en met elkaar te verbinden. De commissie ziet de belangrijkste betekenis van OTC voor het publiek in de manier waarop het aanbod tegemoetkomt aan niet-Nederlandstalige theaterliefhebbers. Daarbij weet OTC, door Nederlandse theaterteksten in het Engels uit te voeren, een breed publiek te bereiken met Nederlands werk. De commissie is echter kritisch op de manier waarop OTC zich profileert als aansprekend voor een internationaal publiek. Zij stelt vast dat de voorstellingen voornamelijk gericht zijn op Engelstaligen en dat deze minder geschikt zijn voor het bredere internationale publiek, aangezien niet iedereen het Engels goed zal beheersen. De commissie vindt de artistieke betekenis vanuit het Engelstalig aspect nog wel beperkt, al ziet ze in de thematiek voor de producties wel actuele en urgente thematiek terug, die aantrekkelijk kan zijn voor het beoogd publiek. Daarnaast vindt de commissie het sterk dat OTC met de jaarlijkse heruitvoering van A

Christmas Carol een actuele interpretatie geeft van deze overbekende publiekstrekker. 

De commissie ziet een artistieke betekenis voor de stad in de manier waarop aan Nederlandse acteurs die interesse hebben in Engelstalige stukken of een internationale carrière ambiëren, kansen biedt om zich in die richting verder te ontwikkelen. Daarnaast biedt OTC voor Engelstalige acteurs een mooie kans om in

Amsterdam te kunnen blijven spelen. Met het educatieprogramma Tiny Theatre - Monologues Live! draagt OTC bij aan het ontdekken en ontwikkelen van jong schrijftalent. 

Tevens zorgt de eerdergenoemde samenwerking met de Toneelmakerij in combinatie met de educatieve programma’s die OTC ontwikkelt in samenwerking met scholen en buurthuizen voor een aanvulling van het theateraanbod in een internationale stad als Amsterdam. De commissie ziet hierin een waardevolle artistieke betekenis voor de stad.

Belang voor de stad

De commissie beoordeelt het belang voor de stad als zwak.

OTC geeft aan in de komende periode te willen groeien in publiek, mede ingegeven door de huisvesting in het nieuwe KIT Live theater, dat een grotere capaciteit heeft dan de vorige locatie. Het gezelschap richt zich op de volgende doelgroepen: de internationale gemeenschap in Amsterdam, lokale kunst- en cultuurliefhebbers, professionals in de podiumkunsten, inwoners van Oost, organisaties die betrokken zijn bij Amsterdam-Oost, kunst- en cultuurorganisaties, scholen en buurthuizen. De commissie vindt deze doelgroepenverdeling logisch bij de activiteiten, al mist ze hierin de doelgroep voor de educatieve initiatieven van OTC. De belangrijkste doelgroep, de internationale gemeenschap, vindt de commissie te algemeen beschreven. Doordat deze groep niet verder is gesegmenteerd, in bijvoorbeeld internationale studenten, expats en gevestigde professionals, heeft OTC volgens de commissie geen goed beeld van de verschillende behoeften binnen de internationale gemeenschap, die zeer gemêleerd is samengesteld. 

Het plan maakt melding dat de zaalbezetting zeer varieert, afhankelijk van het soort voorstellingen. De commissie concludeert daaruit dat de omvang en aard van de activiteiten niet altijd goed aansluit op de omvang van de doelgroep. 

De commissie vindt de marketing- en communicatieaanpak zorgvuldig beschreven per doelgroep. OTC zet onder meer marketingmiddelen in als online advertising, samenwerking met ambassadeurs, nieuwsbrieven, netwerkbijeenkomsten en partnerships met kunst- en cultuurorganisaties en scholen. Wel mist zij bij veel van de middelen meer toelichting. Zo maakt het plan niet duidelijk met welke organisaties en scholen wordt samengewerkt en welke ambassadeurs worden ingezet en hoe. De aanpak voor het bereiken van de internationale gemeenschap is volgens de commissie beperkt, zeker gezien het feit dat OTC voor deze groep concurreert met de grote theaters die boventitelde voorstellingen aanbieden. De commissie waardeert de ambitie om inwoners en organisaties in Amsterdam-Oost te bereiken maar ziet nog geen lokale samenwerkingen genoemd om dit te realiseren. 

De commissie ziet dat OTC een geringe spreiding levert aan het cultuuraanbod en het publieksbereik in de stadsdelen Nieuw-West, Noord en Zuidoost. Het gezelschap speelt vrijwel alle voorstellingen in Oost en ook de community outreach vindt daar plaats. In het plan is sprake van twee Tiny Theatre - Monologue Live! evenementen die plaatsvinden in stadsdelen Noord en Zuidoost, op nader te bepalen locaties. De commissie leest in het plan niets over samenwerkingen of inspanningen die zorgen voor draagvlak in deze stadsdelen.

Diversiteit & Inclusie

De commissie beoordeelt de bijdrage aan diversiteit en inclusie als zwak.

De commissie vindt de visie op diversiteit en inclusie beperkt uitgewerkt. In het plan beschrijft OTC haar missie op dit vlak als bestaande uit een streven naar het vertellen van diverse verhalen en het laten horen van een breder scala aan stemmen, waarbij het al dan niet beheersen van de Nederlandse taal geen belemmering mag zijn. OTC ambieert bij zowel het samenstellen van een theaterprogramma als van het team van spelers en crew te zorgen voor een mix van culturen, etniciteit, gender, leeftijd en achtergronden. De commissie leest geen onderbouwing voor het soort diversiteit waar OTC zich op richt en in de terugblik geen reflectie op stappen die de voorgaande jaren zijn gezet om bij te dragen aan diversiteit en inclusie. Daarnaast merkt de commissie op dat de directie, het team en het bestuur op dit moment nog weinig divers samengesteld zijn. Concrete doelstellingen ten aanzien van diversiteit en inclusie op gebied van aanbod, bereik en organisatie ziet de commissie niet in het plan terug. 

De commissie vindt dat de aanpak voor een divers en inclusief aanbod, bereik en organisatie tekortschiet. In het plan wordt diversiteit en inclusie op basis van

Personeel, Publiek, Programma en Partners zeer summier en algemeen aangestipt. De commissie ziet diversiteit in het aanbod door onderwerpen die sterk resoneren in de stad zoals thematiek rondom lgbtqia+ en psychische kwetsbaarheid. In de beoogde publieksopbouw mist de commissie een aanpak om de gemeenschappen waar deze thema’s aansluiting bij zouden kunnen vinden ook daadwerkelijk te bereiken. Wel waardeert de commissie de inspanning om de toegankelijkheid te vergroten voor mensen die minder te besteden hebben door gratis plekken beschikbaar te stellen via partners en op aanvraag. De commissie mist concrete stappen om het streven naar een diverse samenstelling van het personeel te realiseren.

Uitvoerbaarheid

De commissie beoordeelt de uitvoerbaarheid als voldoende.

De commissie vindt de visie op bedrijfsvoering duidelijk en voldoende onderbouwd. Deze komt er in de kern op neer dat OTC streeft naar een zo hoog mogelijk artistiek, maatschappelijk en zakelijk rendement. In de terugblik wordt de grote inzet van betrokkenen besproken die zich op vrijwillige basis hebben ingezet voor het voortbestaan van het gezelschap. In de komende periode wil OTC zich ontwikkelen van een projectorganisatie die afhankelijk is van vrijwilligers, naar een organisatie die werkt op structurele basis. Het plan laat daarbij duidelijk het werkproces van de organisatie zien. De komende periode wil de organisatie het vaste team uitbreiden met betaalde parttime krachten. De geplande uitbreiding met een fondsen- en sponsorwerver, een productieleider, een hoofd techniek en medewerker voor marketing en communicatie vindt de commissie passend voor de beoogde groei die OTC wil doormaken. De ontwikkeling van de fondsen- en sponsorwerver tot zakelijk leider vindt de commissie echter niet goed toegelicht. 

OTC wil de komende periode een eerlijke betaling van makers, acteurs en crew mogelijk maken en de inkomstenmix gevarieerder maken. Hoewel het voor de commissie duidelijk is waar de organisatie naar toe wil werken, maakt het plan volgens haar niet goed duidelijk hoe OTC dat wil doen.

De commissie vindt dat het plan duidelijk maakt dat de geldende codes adequaat worden toegepast. Ten aanzien van de Governance Code Cultuur constateert de commissie dat het vijfledig bestuur op afstand staat en werkt volgens een reglement dat jaarlijks geëvalueerd wordt. Fair practice vormt naar eigen zeggen een belangrijk speerpunt in de ambities voor de komende jaren. In het plan wordt goed op de Fair Practice Code gereflecteerd; er zijn jaarlijkse doelstellingen om stapsgewijs fair pay te kunnen bieden en door te ontwikkelen tot een organisatie met dienstverbanden. De commissie heeft hier waardering voor, maar merkt hierbij op dat de salariëring waarnaar gestreefd wordt nog niet in relatie staat tot een eerlijke beloning volgens de Fair Practice Code. Het beleid voor een prettige werkomgeving laat zien dat OTC nadenkt over sociale veiligheid en zich ervan bewust is dat het aansnijden van maatschappelijke thema’s meer aandacht vraagt voor sociale veiligheid. De commissie waardeert het protocol voor vertrouwensmeldingen en de samenwerking met een externe vertrouwenspersoon.

De commissie ziet in het plan een reflectie op eventuele risico’s van tegenvallende inkomsten en hoe daarmee wordt omgegaan terug. De commissie had echter ook een reflectie op risico’s op organisatorisch niveau willen zien, vanwege de professionaliseringsslag die OTC nog moet maken. 

De commissie vindt het plan voor komende periode realistisch en uitvoerbaar in organisatorisch opzicht. OTC werkt met een team van vaste en flexibele parttime krachten. Twee directeuren zijn verantwoordelijk voor de zakelijke en artistieke leiding en de dagelijkse uitvoering van activiteiten. In combinatie met de wisselende crew voor vaste rollen voor de totstandkoming en uitvoering van theaterproducties beoordeelt de commissie de plannen als organisatorisch haalbaar. De gefaseerde uitbreiding van de organisatie oogt realistisch en zorgvuldig en goed doordacht.

Het plan getuigt volgens de commissie van voldoende en adequaat financieel inzicht. De begroting is passend bij het plan: de baten en lasten zijn herleidbaar tot de activiteiten en hoe de personele lasten zijn opgebouwd is duidelijk toegelicht. Wel ziet de commissie een risico in een overschatting van de baten, in relatie tot de keuze voor grote producties met hoge lasten voor personeel, decor en voorbereiding. Het plan laat volgens de commissie een ondernemende houding zien met een financieringsmix die bestaat uit publieksinkomsten, inkomsten uit de theaterschool en corporate partners.

De komst van een fondsenwerver kan van betekenis zijn om de financieringsmix nog verder te verbreden. 

De financiële huishouding is op orde, te oordelen op basis van de balans en de eigen vermogenspositie. Aangezien de organisatie voldoende middelen heeft om risico’s op de korte termijn op te vangen, waardoor ruimte ontstaat om bij te stellen, heeft de commissie voldoende vertrouwen in de financiële haalbaarheid van het plan.

Conclusie

De commissie adviseert op grond van bovenstaande overwegingen de aanvraag van Orange Theatre Company niet te honoreren omdat deze tien of minder punten heeft behaald.   

De aanvraag is beoordeeld binnen de adviescommissie Theater.