NVA (Nieuw Vocaal Amsterdam)
Inleiding
Nieuw Vocaal Amsterdam (hierna: NVA) is een zangopleiding voor kinderen en jongeren uit Amsterdam en omgeving. NVA wil kwalitatief hoogwaardig zangonderwijs bieden dat aansluit op de beleving van kinderen en jongeren met diverse achtergronden. Het startpunt is de belevingswereld van het kind of de jongere. Het repertoire bestaat uit kinderliedjes, canons, oratoria, opera en producties met theater en dans uit zowel westerse als niet-westerse culturen. NVA biedt een doorgaande leerlijn van 4 tot en met 21 jaar, met de mogelijkheid om op elke leeftijd in te stromen. In 24 verschillende koren verspreid over Amsterdam geeft NVA les in zangtechniek, solfège (noten lezen en van blad zingen), theater en podiumpresentatie. De organisatie wil met optredens voor publiek bijdragen aan het groei- en leerproces van de kinderen. NVA is ook actief op scholen en wil daar kinderen bereiken voor wie de toegang tot muziekles niet vanzelfsprekend is. Sinds 2024 werkt NVA met een algemene ‘hoofdstroom’ waar alle kinderen in kunnen stromen en het intensievere opleidingstraject in de ‘selectiestroom’, voor kinderen en jongeren met veel aanleg. De organisatie werkt al lange tijd nauw samen met drie vaste partners: Nationale Opera & Ballet, het Leerorkest en Cappella Amsterdam.
In de periode 2025-2028 wil NVA steeds meer kinderen de kans bieden om te zingen en leer- en podiumervaringen op te doen. Ze wil een nieuwe fase ingaan, waarin de opleiding in alle wijken van Amsterdam goed bereikbaar is. Met de implementatie van een nieuw lessysteem wil ze beter aansluiten bij de verschillende behoeften van kinderen. In 2025 opent NVA een nieuwe locatie in De Houthavens. Daarmee heeft NVA in totaal zeven locaties verspreid over de stad waar ze het volledige lesprogramma voor kinderen vanaf groep een tot en met acht aanbiedt. Daarnaast organiseert NVA gemiddeld tien laagdrempelige optredens per jaar.
Voor de periode 2025-2028 staan er vijf operaprojecten bij De Nationale Opera gepland, waarvan NVA verwacht dat dit aantal nog verder zal oplopen. Daarnaast staan er enkele samenwerkingen met orkesten en concertpodia op het programma. Tevens zet NVA de samenwerking met het Leerorkest voort met een binnenschoolse zangcursus en de leerkoren.
Nieuw Vocaal Amsterdam ontvangt geen meerjarige subsidie binnen het Kunstenplan 2021-2024.
Voor de periode 2025-2028 vraagt de organisatie bij het AFK een bijdrage van gemiddeld € 125.000 per jaar in het kader van het Kunstenplan.
Artistiek belang
De commissie beoordeelt het artistiek belang als zeer goed.
Uit het plan spreekt volgens de commissie een duidelijke artistieke signatuur. NVA vindt de muzikale ontwikkeling van onschatbare waarde in het leven van kinderen en jongeren. Vanuit de visie dat muziek maken bijdraagt aan levensplezier en aan creatieve, sociale en intellectuele ontwikkeling, verzorgt zij zangonderwijs voor kinderen en jongeren. De commissie vindt het onderscheidend dat NVA kiest voor opera en muziektheater. Ze koppelt naar mening van de commissie het laagdrempelige gegeven van de stem, het instrument dat iedereen bezit, bevlogen aan kwalitatief hoogwaardig aanbod. Dat vindt de commissie een mooi artistiek uitgangspunt.
De artistieke signatuur wordt volgens de commissie overtuigend vertaald naar de artistieke activiteiten. In 24 verschillende koren verspreid over heel Amsterdam geeft NVA les in zangtechniek, solfège (noten lezen en van blad zingen), theater en podiumpresentatie. De kracht van NVA ligt volgens de commissie in de laagdrempelige manier waarop ze kinderen in de wijken de kans geeft om te leren zingen en in de artistiek sterke, tot de verbeelding sprekende optredens waarin de leerlingen zich vervolgens kunnen presenteren. De commissie is positief over de ambachtelijke (zang)kwaliteit van NVA en de hoogwaardige lessen. Ook vindt de commissie de doorgaande leerlijn voor kinderen en jongeren van 4 tot en met 21 jaar sterk, evenals het nieuw ontwikkelde lessysteem dat een gelaagd leertraject aanbiedt met de mogelijkheid op elke leeftijd in te stromen. NVA koppelt musiceren aan lichaams- en gezichtsexpressie, leert leerlingen zich inleven in een rol en laat hen daarmee zingend een verhaal vertellen aan het publiek. Hierin ziet de commissie een overtuigende artistieke vertaling van de visie die tot de verbeelding spreekt.
Het plan past volgens de commissie bij de artistiek-inhoudelijke ervaring en ontwikkeling van NVA in de afgelopen jaren. De organisatie heeft een overtuigende ontwikkeling doorgemaakt in het breder toegankelijk maken van het aanbod en het verder verbeteren van de kwaliteit ervan, en licht dit in het plan overtuigend toe. NVA geeft in het plan bijvoorbeeld een goede reflectie op hoe het repertoire in de afgelopen periode verbreed is. Een treffend voorbeeld van die verbreding vindt de commissie het programma ‘Christmas around the world’, omdat hierin veel verschillende stijlen aan bod komen.
De goedlopende samenwerkingen met Nationale Opera & Ballet en Cappella Amsterdam zet NVA voort. Ook is de reflectie op het onderscheiden van een hoofd- en een selectiestroom volgens de commissie goed gemotiveerd en logisch voortgezet in de plannen voor 2025-2028. De commissie vindt het sterk dat de prestatiedruk hiermee vermindert en dat kinderen de ruimte krijgen om vlieguren te maken.
De commissie vindt het duidelijk en overtuigend wat NVA artistiek teweeg wil brengen bij haar deelnemers. NVA wil bij kinderen levensplezier opwekken, de creativiteit en de fantasie stimuleren, hen leren zich vrij te voelen op het toneel, hun horizon verbreden en interesse opwekken in andere tijden, plaatsen en mensen. Dit doet NVA volgens de commissie overtuigend via het gekozen repertoire, dat bestaat uit uiteenlopende genres als kinderliederen, canons, oratoria, opera en vormen van muziektheater. De gekozen muziekstukken zijn afkomstig uit zowel westerse als niet-westerse tradities. Het plan stelt dat er bij deze muziekkeuze gedifferentieerd wordt naar de belevingswereld en achtergronden in de groep waarmee wordt gewerkt. Dat maakt de activiteiten naar de verwachting van de commissie aansprekend voor de beoogde doelgroep. Daarbij vindt de commissie het sterk dat kinderen zelf ook suggesties kunnen doen voor muziekstukken. Zo worden dirigenten in hun repertoirekeuze geregeld geïnspireerd door muziek die de kinderen inbrengen via Spotify, YouTube, uit games of speelfilms.
De inhoudelijke impact op de stad is volgens de commissie groot, doordat NVA een belangrijke functie in de stad vervult als kweekvijver voor de opera- en muziektheatersector. De commissie vindt dat NVA daar een waardevolle invulling aan geeft door haar samenwerking met professionele partners als Nationale Opera & Ballet en Cappella Amsterdam. Zo vinden gezamenlijke optredens plaats en volgen leerlingen uit de selectiestroom een opleidingstraject bij De Nationale Opera. Het gegeven dat kinderen op jonge leeftijd op stedelijke podia staan met internationale topmusici, vindt de commissie zowel voor de kinderen als voor het stedelijk publiek een unieke ervaring. Ook vindt zij het van betekenis voor de stad dat de door NVA ontwikkelde methode (Nachtegaal) wordt gebruikt door andere koren binnen en buiten Amsterdam, waarmee NVA de muzieksector verrijkt. Door de samenwerking met het Leerorkest krijgen kinderen in Zuidoost, de Indische buurt (Oost) en Noord bovendien de kans om onder schooltijd in aanraking te komen met zangonderwijs, wat de commissie impactvol vindt voor deze stadsdelen.
Belang voor de stad
De commissie beoordeelt het belang voor de stad als goed.
De commissie vindt de visie op het beoogde bereik in Amsterdam duidelijk en positief. NVA richt zich op kinderen en jongeren in Amsterdam; stadsbreed en zonder onderscheid naar achtergrond, financiële draagkracht of aanleg. NVA specificeert de beoogde doelgroepen volgens de commissie op heldere wijze per type activiteit en geeft aan de koren op gelijke leeftijd in te delen, met soms ook samenwerking tussen de verschillende leeftijden, maar altijd passend bij het niveau van de betreffende leerlingen.
De organisatie beoogt haar bereik van leerlingen in de hoofd- en selectiestroom met zo’n dertig procent te vergroten en in de binnenschoolse lessen met ongeveer zeven procent. Dit bereik vindt de commissie passend bij de activiteiten omdat NVA op elk van de zeven locaties vier koren aanbiedt voor leerlingen in de basisschoolleeftijd; voor groep 1 en 2, groep 3 en 4, groep 5 en 6, groep 7 en 8. Op haar locatie in Zuideramstel biedt ze tevens voor middelbare scholieren twee koren, voor de onderbouw en de bovenbouw.
Het beoogde bereik is volgens de commissie realistisch. Om de doelgroepen te bereiken, zet NVA vooral in op mond-tot-mondreclame, social media, het organiseren van een vriendendag en zichtbaarheid in de wijken door buurtoptredens. Gerichte samenwerkingen met locaties dragen hier volgens de commissie aan bij. Voorbeelden daarvan zijn de South Campus in Zuideramstel, de South East Campus in Zuidoost en de scholen waar het Leerorkest actief is en waar NVA nu ook aanbod verzorgt. Deze aanpak is gezien de resultaten van de afgelopen jaren effectief gebleken. De commissie vindt het een goede ontwikkeling dat NVA vanaf 2025 een communicatiemedewerker wil aantrekken, om haar werving en naamsbekendheid verder ten goede te laten komen. De gerealiseerde groei in de afgelopen jaren is volgens de commissie vooral het gevolg van de aanwezigheid op scholen, die ook de doorstroom naar buitenschoolse koren versterkt. De commissie vindt de optredens in winkelcentra en zorginstellingen goede inspanningen om meer betrokkenheid bij de ouders/verzorgers van de kinderen te genereren en om zichtbaarheid te vergroten en zodoende nieuwe aanmeldingen voor haar activiteiten te verkrijgen. NVA heeft daarnaast een Leerkoorcoördinator aangesteld om activiteiten te ontplooien in Zuidoost, de Indische buurt, Noord en Nieuw-West en daarmee kinderen te enthousiasmeren voor de Leerkoren en NVA-koren. De coördinator onderhoudt veel persoonlijk contact met de scholen, kinderen en hun ouders/verzorgers. Omdat de Leerkoorcoördinator daarmee veel verantwoordelijkheid draagt voor het bereiken van nieuwe deelnemers, had de commissie graag meer gelezen over de invulling en aanpak van deze activiteiten.
De activiteiten van NVA dragen volgens de commissie overtuigend bij aan de spreiding van het culturele aanbod en publieksbereik in Nieuw-West, Noord en Zuidoost. In deze drie stadsdelen is haar bereik het grootst. Daarnaast is NVA actief in de stadsdelen Oost, West en Zuid.
De commissie vindt de activiteiten in Nieuw-West, Noord en Zuidoost concreet: met de binnenschoolse lessen zet NVA zich actief in om de toegankelijkheid van het zangonderwijs voor kinderen aldaar te vergroten. Dit vindt de commissie positief. Ook vindt de commissie het overtuigend dat NVA werkt vanuit het uitgangspunt dat kinderen altijd een locatie dichtbij hebben. Daarmee is het onderwijs van NVA voor veel Amsterdamse kinderen bereikbaar.
Diversiteit & Inclusie
De commissie beoordeelt de bijdrage aan diversiteit en inclusie als voldoende.
Uit het plan spreekt volgens de commissie een visie op diversiteit en inclusie die overtuigt. NVA wil dat de deelname door kinderen niet wordt begrensd door sociale, culturele, financiële of geografische achtergrond. De visie dat het samen zingen van muziek uit de hele wereld verbindend werkt, vindt de commissie aansprekend. NVA richt zich op kinderen die niet gemakkelijk toegang tot muziekonderwijs hebben en draagt volgens de commissie overtuigend bij aan de toegankelijkheid van het zangonderwijs. Dat blijkt bijvoorbeeld uit de bewuste keuze van NVA om actief te zijn op veel locaties in de stad, zodat kinderen niet ver hoeven te reizen. NVA wil het aantal te bereiken kinderen op scholen minimaal gelijk houden en bij voorkeur uitbreiden, om de diversiteit van publieksbereik verder te vergroten. Het vinden van geschikte docenten is volgens NVA echter niet gemakkelijk en de coördinatie is arbeidsintensief. De commissie waardeert het zelfinzicht en realisme in deze doelstelling.
NVA reflecteert op de stappen die ze de afgelopen jaren heeft gezet op het gebied van divers en inclusief aanbod en bereik. De commissie waardeert de verbreding van het repertoire met muziek vanuit de hele wereld en het bereiken van een meer divers publiek. Dit is met name bereikt middels binnenschoolse activiteiten in Zuidoost, waar leerlingen met veel cultureel diverse achtergronden deelnamen aan de Leerkoorlessen. De commissie is positief over deze ontwikkeling. De nieuwe doelstellingen vloeien hier veelal logisch uit voort. Zo wil NVA haar keuze voor repertoire uit verschillende landen, culturen en tijden voortzetten en daarmee bijdragen aan een divers programma. Ten aanzien van de diversiteit in de 24 koren had de commissie graag meer reflectie en ambitie gelezen. De reflectie hierop is beperkt en reikt niet verder dan diversiteit in leeftijd. NVA verwacht meer doorstroom vanuit de schoolactiviteiten naar haar koren, maar koppelt hier geen ambitie aan voor het vergroten van de diversiteit binnen de koren. Meer doorstroming vindt de commissie een reële verwachting, maar daarmee is meer diversiteit nog niet per se gegarandeerd. NVA wil de komende periode de diversiteit in het eigen team, freelancebestand en raad van toezicht vergroten, wat de commissie positief vindt. Ze vindt de doelstelling echter niet concreet en mist een reflectie op de huidige samenstelling en inspanningen die in voorgaande jaren op dit vlak zijn geleverd.
De aanpak voor een divers en inclusief aanbod en bereik vindt de commissie concreet en realistisch. De docenten van NVA laten zich in hun programmakeuze inspireren door de muziek die de kinderen vanuit hun specifieke achtergrond kennen, om daarmee de aansluiting met schoolkinderen met een niet-westerse achtergrond zo gemakkelijk mogelijk te maken.
Ook vindt de commissie het overtuigend dat NVA voor een divers publieksbereik samenwerkt met scholen en partners als het Leerorkest en Troupe Courage, een gezelschap met expertise op het terrein van het toegankelijk maken van voorstellingen voor iedereen. NVA heeft volgens de commissie in voorgaande jaren laten zien dat deze aanpak effectief is. De keuze om zonder audities te werken, vindt de commissie positief voor de toegankelijkheid voor leerlingen. Uit de opzet van het programma volgt volgens de commissie logisch dat de selectie op talent voor de selectiestroom wel wordt gehanteerd, al mist de commissie informatie over de criteria die NVA voor de selectiekoren hanteert en hoe ze daarbij zorg draagt voor een diverse en inclusieve samenstelling.
De aanpak om tot een meer diverse organisatie te komen, vindt de commissie echter vrij algemeen geformuleerd en niet overtuigend. NVA benoemt dat ze bij werving- en selectieprocedures zal letten op diversiteit. De commissie leest daarnaast in het plan dat de aanpak voor een diverse en inclusieve organisatie grotendeels wordt belegd bij één persoon, de Leerkoorcoördinator. Diversiteit en inclusie blijkt hierdoor nog weinig gedragen door de organisatie, vindt de commissie.
Uitvoerbaarheid
De commissie beoordeelt de uitvoerbaarheid als goed.
De commissie vindt dat NVA een overtuigende visie heeft op hoe ze met haar mensen omgaat en wil omgaan. Zo licht het plan toe hoe de organisatie invulling geeft aan de Fair Practice Code. NVA betaalt medewerkers volgens de cao Kunsteducatie en freelancers volgens fair pay-normen, eveneens gebaseerd op deze cao. In afgelopen jaren bood NVA geen pensioenopbouw, maar ze wil dit vanaf 2025 mogelijk maken. Dit is volgens de commissie een duidelijke (en nodige) ambitie. Er is een vertrouwenspersoon voor de medewerkers. De organisatie geeft daarnaast aan de Governance Code Cultuur te volgen. De commissie is positief over de stappen die NVA heeft gezet in het vastleggen van de werkwijze tussen raad van toezicht en bestuur in een bestuursreglement.
NVA reflecteert duidelijk op de professionalisering van de organisatie die ze de afgelopen jaren heeft ingezet en in de komende jaren voortzet. Zo is de raad van toezicht uitgebreid naar drie personen, heeft het team een coachingstraject gevolgd en is een team van koorleiders en een Leerkoorcoördinator in vaste dienst gekomen. Volgens de commissie vormt NVA daarmee een gedegen organisatie.
NVA geeft in het plan een heldere reflectie op de groei van de organisatie en op de keuzes die ze hierbij voor 2025-2028 maakt, zoals het implementeren van een nieuw lessysteem in 2024. Met dit nieuwe systeem is minder individueel maatwerk nodig en kan de organisatie de beoogde groei doormaken zonder dat daarvoor uitbreiding van het team nodig is. Dit vindt de commissie spreken van een overtuigende visie op de bedrijfsvoering.
De commissie vindt uit het plan weinig blijken hoe de organisatie omgaat met eventuele risico’s. Het plan gaat slechts in op financiële risico’s. Zo stelt de organisatie zelf dat het eigen vermogen momenteel te klein is om risico’s op te vangen. Daarom vindt de commissie het verstandig dat NVA de komende tijd wil bouwen aan het eigen vermogen en dit zichtbaar maakt in de begroting.
Het plan voor de activiteiten 2025-2028 is volgens de commissie realistisch en uitvoerbaar. De organisatie wil haar werk verstevigen en rustig uitbouwen. Deze strategie is volgens de commissie passend en verstandig. De organisatie is klein, maar heeft desondanks veel kunnen bereiken in de afgelopen jaren. Om activiteiten blijvend te kunnen uitvoeren en de gewenste uitbreiding in stadsdelen te realiseren, is een uitbreiding met een marketeer voorgesteld. De commissie vindt dit een passende keuze bij de beoogde activiteiten.
Buiten het beperkte eigen vermogen, is de financiële huishouding volgens de commissie voldoende op orde om het vierjarige plan te dragen. De commissie vindt de begroting realistisch en passend bij de uitvoering van het ondernemersplan. De publieksinkomsten stijgen, de groei van de organisatie en de begroting kloppen met de groei van de activiteiten en ook de pensioenopbouw ziet de commissie erin terug. NVA licht duidelijk toe dat verschillende projecten en het jubileumjaar fluctuaties in de begroting teweegbrengen.
De financieringsmix is volgens de commissie in orde en goed onderbouwd, waarbij risico’s worden gespreid over de subsidie bij het AFK, lesgelden van leerlingen, vergoedingen voor optredens, de verkoop van merchandise en lesmateriaal, en incidentele private bijdragen/subsidies. De commissie is positief over de ambitie om een steunstichting op te zetten, waarmee de lesgelden van kinderen die daar zelf de middelen niet voor hebben, worden betaald. De commissie vindt dit getuigen van maatschappelijk ondernemen.
Conclusie
De commissie adviseert op grond van bovenstaande overwegingen de aanvraag van Nieuw Vocaal Amsterdam te honoreren met het gevraagde bedrag van € 125.000 per jaar.
De aanvraag is beoordeeld binnen de adviescommissie Cultuureducatie.