NeverLike

Dans
Aangevraagd: € 100.000
Toegekend: € 0

Inleiding

NeverLike produceert het werk van choreograaf Keren Levi. Met de aanpak Cross Generation Performances (CGP) wil NeverLike de eigen danspraktijk, gericht op verschillende leeftijdsgroepen, verder ontwikkelen en bruggen slaan tussen de wereld van volwassenen en kinderen. Met het spelen van de 4+-voorstelling TOPSY TURVY in CC Amstel (Zuid), PleinTheater (Oost), Podium Mozaïek (West) en Meervaart (Osdorp), gedurende de afgelopen periode, kreeg het werk voor jonge kinderen meer gewicht bij NeverLike. Levi wil met NeverLike bijdragen aan innovatie en betrokkenheid. Met haar werk als choreograaf wil Levi de interdisciplinaire aanpak van onderzoek en (technologische) innovatie in de danskunst representeren. In het hoofdstedelijk danslandschap wil zij naar eigen zeggen de rol vervullen van ontwikkelaar en initiator van inhoudelijke uitwisseling en organisatorische vernieuwing. Hiertoe heeft Levi samen met Boogaerdt/VanderSchoot, BAU, Veem House for Performance en Nicole Beutler Projects het platform GREENHOUSE opgericht, een netwerk voor talentontwikkeling om het ecosysteem van dans, performance en mime in Amsterdam te versterken.

De komende vier jaar staan voor NeverLike in het teken van uitbouwen van de aanpak CGP en van samenwerking. Keren Levi richt haar ervaring en kennis als choreograaf op een divers en specifiek publiek van volwassenen en kinderen en toont haar werk op diverse podia en festivals in en buiten Amsterdam. Daarbij stelt zij de relatie met het publiek centraal en neemt de artistieke en praktische effecten van het werken voor verschillende leeftijdsgroepen structureel op in de werking van NeverLike. De komende periode worden de producties HOT, UNLIKE, COUPLET en PILGRIM gemaakt. Voor de talentontwikkeling in Amsterdam organiseert NeverLike wederom projecten in samenwerking met het platform GREENHOUSE.

NeverLike ontvangt geen meerjarige subsidie binnen het Kunstenplan 2021-2024.

Voor de periode 2025-2028 vraagt de organisatie bij het AFK een bijdrage van gemiddeld € 100.000 per jaar in het kader van het Kunstenplan.

Artistiek belang

De commissie beoordeelt het artistiek belang als zwak.

De commissie is van mening dat NeverLike een duidelijke signatuur en handtekening heeft in de manier waarop choreograaf Keren Levi artistiek te werk gaat. De commissie ziet de artistieke signatuur van NeverLike terug in het interdisciplinaire karakter van het werk, en in de onderzoeksmatige aanpak van het conceptuele. De commissie vindt daarentegen de vertaling van deze eigenheid naar de activiteiten in komende periode niet overtuigend. Keren Levi maakt komende periode vier producties en voert een onderzoek uit met de naam FANFARE. De producties UNLIKE en COUPLET zijn geïnspireerd op haar werk voor volwassenen uit 2006, met de naam Couple-Like, maar worden nu gemaakt voor de jongere doelgroepen 4+ en 18+. De productie HOT, voor volwassenen, is geïnspireerd op de 4+-productie TOPSY TURVY uit afgelopen periode die in reprise gaat. De commissie ziet in deze activiteiten, die NeverLike wil uitvoeren, de artistieke signatuur van NeverLike wel terugkomen, maar vindt de vertaling niet tot de verbeelding spreken. Er is wel aangegeven dat bepaalde thematiek en elementen uit het oude werk zullen worden gebruikt voor het nieuwe werk, zoals bij Couple-Like, dat inspiratie is voor het nieuwe werk UNLIKE (4+). Maar het wordt de commissie niet helder hoe NeverLike in het onderzoek hiervoor concreet te werk gaat, en op welke wijze de elementen uit het oude werk worden benut om hier een interessante en urgente vertaalslag naar nieuw werk voor een andere doelgroep van te maken. Keren Levi geeft daarnaast zelf in het plan aan dat feminisme een belangrijke drijfveer is in haar werk. Deze artistieke drijfveer ziet de commissie weinig uitgewerkt in de activiteiten van komende periode. 

Op welke wijze het interdisciplinaire van haar signatuur wordt vertaald in de voorstellingen is voor de commissie eveneens niet duidelijk in het plan. Voor de productie PILGRIM wordt bijvoorbeeld gewerkt met componist Yannis Kyriakides en ensemble MAZE, maar hoe die artistieke samenwerking eruitziet of hoe de muziek een plek krijgt in de voorstelling, is niet beschreven. 

NeverLike zet de aanpak Cross Generation Performances, die het naar eigen zeggen afgelopen periode spontaan heeft ontwikkeld, in komende periode voort. De commissie waardeert de inspanning van NeverLike om zichzelf daarin nog meer uit te vinden. Wel mist de commissie een reflectie op wat deze aanpak Keren Levi als maker tot nu toe heeft gebracht, die de artistieke motivatie zou kunnen vormen voor het voortbouwen op deze aanpak. 

De commissie vindt de artistieke betekenis voor het publiek niet overtuigend uit het plan spreken. Vanuit de beschrijvingen van de voorstellingen krijgt de commissie nog geen beeld wat Levi bij het publiek teweeg wil brengen. Het wordt de commissie ook nog te weinig duidelijk hoe de performancetaal van Levi er in de voorstellingen concreet uit komt te zien. De commissie krijgt geen beeld hoe de vertaling van de performancetaal van bestaand werk nu wordt omgezet naar een herbewerking voor een heel ander publiek. De commissie vindt de gekozen thematiek ook niet passend bij het beoogde publiek. HOT (18+) beschrijft twee vrouwen die een gesprek voeren over de opwarming van de planeet en die van henzelf omdat ze in de menopauze zijn. Het is niet toegelicht hoe dit een brede 18+ doelgroep aan zal spreken. De voorstelling UNLIKE (4+) beschrijft drie lichamen die verstrengeld zijn in intiem contact. Dat dit tot een beeldtaal leidt die jonge kinderen raakt, vindt de commissie zonder verdere toelichting niet vanzelfsprekend. De commissie is er daardoor niet van overtuigd dat de activiteiten, zoals hierboven genoemd, aansluiten bij het beoogde publiek.  De commissie leest dat Keren Levi een bijdrage wil leveren aan het ecosysteem voor dans, performance en mime in Amsterdam. De commissie onderschrijft de artistieke betekenis hiervan. De bijdrage die Levi levert middels het in 2019 met samenwerkingspartners opgerichte platform GREENHOUSE, geeft een basis voor innovatie voor de betrokken organisaties. Wel lijkt Levi volgens de commissie vooral op persoonlijke titel betrokken. Wat NeverLike via het platform voor het bredere veld van dans, performance en mime aan artistieke betekenis genereert, vindt de commissie niet helder genoeg gemarkeerd in de aanvraag.

Belang voor de stad

De commissie beoordeelt het belang voor de stad als zwak.

NeverLike richt zich allereerst op een regulier volwassen kunstpubliek, die aan de hand van het Culturele Doelgroepenmodel van Rotterdam Festivals verdeeld wordt in de Kinderrijke Cultuurvreters en Weelderige Cultuurliefhebbers. Daarnaast richt NeverLike zich op jeugd (4+), en richt zich daarbij eveneens op de Kinderrijke Cultuurvreters, omdat zij degenen zijn die de kaartjes zullen kopen. Deze doelgroepen vindt de commissie wel passend voor de niche waarin het werk van NeverLike zich begeeft, NeverLike richt zich vooral op publiek dat al makkelijk toegang heeft tot kunst.

NeverLike wil zich de komende periode ook richten op doelgroepen rondom specifieke thema’s van het werk, zoals ‘de ongemakken van de menopauze’. De commissie vindt dat NeverLike er daarbij te makkelijk vanuit gaat dat door dit thema in de voorstelling te behandelen een publiek getrokken kan worden dat normaal gesproken niet naar theater gaat, zoals NeverLike zelf stelt. De commissie ziet daarmee geen bredere visie op het bereik in de stad. Voor de verkoop wil NeverLike komende periode werken met een impresariaat dat gespecialiseerd is in de verkoop van jeugdvoorstellingen. De commissie vindt dit positief. Maar de commissie had, zeker wanneer het gaat om voorstellingen voor een jeugdige doelgroep, gerichtere samenwerkingspartners willen zien waarmee het werk toegankelijker wordt gemaakt. Het ontbreekt bijvoorbeeld nog aan een sterk netwerk van partners in de buitenschoolse opvang en scholen. Er vinden nog gesprekken plaats om dat netwerk op te bouwen. De commissie vindt het draagvlak voor bereik van deze doelgroep daarmee nog niet overtuigend. De marketingaanpak is voor alle beoogde doelgroepen generiek omschreven, want deze is, zoals via bijvoorbeeld via free publicity, direct mailings, het gebruik van nieuwsbrieven en social media. Doordat er in de aanpak weinig specificatie is van de doelgroepen, is de commissie er niet van overtuigd dat de beoogde doelgroepen hiermee bereikt worden. 

Er mist voor de commissie een heldere reflectie op hoe NeverLike de ambitie om het bereik te vergroten gaat realiseren. De aard en omvang van de publiekscijfers die hoger liggen dan de voorgaande periode vindt de commissie daarmee ook niet passend bij voorgenomen activiteiten en niet onderbouwd met een stevige marketingaanpak. 

De commissie constateert dat NeverLike geen overtuigende bijdrage levert aan de spreiding van activiteiten en publiek in de stadsdelen Nieuw-West, Noord of Zuidoost. NeverLike geeft wel intenties aan om in de stadsdelen te spelen. Zo geeft het aan dat het aanwezig wil zijn in de stadsdelen om bewoners te bereiken en deze relatie blijvend wil onderhouden. NeverLike is van plan daarvoor gebruik te maken van contacten met De Meervaart, waar eerder werk van het gezelschap te zien was en streeft naar allianties met theaters die nieuw zijn voor het werk, zoals het Bijlmer Parktheater. De commissie ziet echter geen concrete aanpak voor het realiseren van activiteiten in deze stadsdelen. Er staan nog geen concrete speellocaties vast. Er is nog geen netwerk in Zuidoost en Noord met speelplekken voor voorstellingen en met scholen voor de educatie aan jong publiek, en NeverLike heeft nog geen ervaring in deze stadsdelen. De commissie waardeert de intenties, maar is op basis van het plan nog niet overtuigd van de haalbaarheid en het draagvlak.   

Diversiteit & Inclusie

De commissie beoordeelt de bijdrage aan diversiteit en inclusie als onvoldoende.

In het plan ziet de commissie geen duidelijke visie op diversiteit en inclusie terug. Er komt een weinig onderbouwde motivatie uit het plan naar voren op dit thema. In het missionstatement wordt gezegd dat dans maken bruggen bouwen is. Hoe NeverLike hier zelf concreet aan wil bijdragen en welke specifieke keuzes het daarbij wil maken, op het gebied van culturele diversiteit, diversiteit in de zin van gender en seksualiteit, bijdragen aan sociaaleconomische kansengelijkheid of het vergroten van de toegankelijkheid voor mensen met een beperking, is voor de commissie niet duidelijk.  Wel heeft de organisatie feminisme als drijfveer in haar werk. De commissie prijst de wijze waarop Levi daar als voorvechter in de danssector een reputatie mee heeft opgebouwd. De commissie ziet echter geen reflectie in het plan ten aanzien wat op dit vlak is bereikt, behalve dat in het werk van NeverLike de focus ligt op vrouwelijke dansers.  

NeverLike geeft aan actief verschillende perspectieven aan te moedigen en deze te integreren in zijn samenwerkingen. De commissie ziet hier een grondgedachte die ruimte biedt voor divers en inclusief werken. Het plan reflecteert echter niet op wat er de afgelopen periode is gedaan en bereikt in dit opzicht. Diversiteit en inclusie zijn voor NeverLike de voornaamste uitdagingen in de danswereld en daarbuiten is te lezen in het plan, maar concrete doelstellingen voor de komende periode worden niet gesteld.  

In het verlengde daarvan ziet de commissie ook geen concrete aanpak voor een divers en inclusief aanbod, bereik en organisatie. Wel zijn er enkele aanknopingspunten in de voorgenomen producties. Zo leest de commissie dat bij NeverLike een focus ligt op vrouwelijke dansers en dat bijvoorbeeld de producties TOPSY TURVY en HOT gemaakt zal worden met een biculturele groep performers. Ook werkt NeverLike binnen het platform GREENHOUSE samen met BackBone, dat een relevante partner is om meer diversiteit in het programma te brengen. De commissie ziet dit als ontwikkelingen met potentie op het vlak van het aanbod. Het plan maakt niet duidelijk of en op welke wijze NeverLike meer diversiteit en inclusie wil creëren in het publiek, en in de eigen organisatie, waarvan het kernteam vrij homogeen is samengesteld in culturele achtergrond en gender.

Uitvoerbaarheid

De commissie beoordeelt de uitvoerbaarheid als voldoende.

De visie op bedrijfsvoering is volgens de commissie helder geformuleerd. NeverLike geeft in het plan een duidelijk beeld hoe het met mensen en middelen om wil gaan. Als tot nu toe projectmatig werkende organisatie, met enkel parttimemedewerkers heeft NeverLike de keuze gemaakt om non-hiërarchisch te werken, met veel ruimte voor vertrouwen en uitwisseling, dit vindt de commissie te waarderen. NeverLike duidt de bedrijfsvoering als proactief gericht op duurzaamheid, het verbeteren van arbeidsomstandigheden en solidariteit, wat de commissie passende uitgangspunten voor de organisatie vindt. Het kernteam is klein maar stevig. Het bestaat uit Keren Levi als artistiek directeur, een zakelijk leider en een medewerker ontwikkeling en fondsenwerving.  

In het plan is in algemene zin toegelicht hoe de Governance Code Cultuur wordt toegepast door NeverLike. Op de toepassing van de Fair Practice Code wordt niet rechtstreeks gereflecteerd. NeverLike geeft in het plan enerzijds aan dat de cao Toneel en Dans als richtlijn geldt, maar zegt daarnaast dat afspraken per productie worden besproken. Het is de commissie daarmee niet duidelijk of er daarmee in alle gevallen fair pay als uitgangspunt wordt genomen. Sociale veiligheid komt in het plan aan bod. Er wordt gestreefd naar een veilige en prettige werkomgeving en het is positief dat de organisatie heel specifiek benoemt dat ze zero tolerance hanteert voor microagressie en discriminerend gedrag en/of taalgebruik. De commissie had graag gelezen hoe dit beleid in de praktijk handen en voeten krijgt, en of er bijvoorbeeld ook gewerkt wordt met een gedragscode of een (externe) vertrouwenspersoon. 

De risico’s voor de bedrijfsvoering zijn volgens de commissie helder in kaart gebracht: NeverLike is zich bewust van de aanzienlijke financiële afhankelijkheid van private fondsen, en spreidt daarom de aanvragen bij fondsen over de projecten. Ook ziet de organisatie de risico’s van veel overwerk en de versnipperde werklocaties door het gebrek aan kantoorruimte. NeverLike heeft voor deze risico’s in het plan realistische maatregelen beschreven. 

De commissie vindt dat het plan grotendeels realistisch en uitvoerbaar is in organisatorisch opzicht. Er vindt de komende periode een schaalvergroting plaats in activiteiten ten opzichte van voorgaande periode. De commissie ziet dit als haalbaar doordat gewerkt wordt met hetzelfde zeer stabiele kernteam, dat in komende periode wordt aangevuld met een artistiek en productiecoördinator en een vaste marketingmedewerker. Wel vindt de commissie 0,2 fte voor de zakelijk leider weinig realistisch. 

De financiële huishouding is op orde en passend bij een organisatie die afgelopen periode afhankelijk was van projectfinanciering. Uitgaande van de balans en de vermogenspositie kan de organisatie enige financiële tegenslagen opvangen.  De commissie is echter kritisch over de begroting. De totale personeelslasten maken komende periode een grote stijging door. Enige stijging is logisch gezien de investering die plaatsvindt in de personele organisatie. De commissie vindt deze personele lasten nu echter wel erg omvangrijk in relatie tot de totale lasten. Dat ziet de commissie niet helder toegelicht. De financieringsmix vindt de commissie in beginsel divers, met publieksinkomsten, coproductiebijdragen, private subsidies en publieke subsidies. De commissie acht, ondanks dat NeverLike aangeeft in hoge mate afhankelijk te zijn van private fondsen, deze wel realistisch ingeschat vanwege de ervaring die hiermee is opgedaan in voorgaande periode. Ten aanzien van de financieringsmix is de commissie wel kritisch op de grote afhankelijkheid van het aandeel aan publieke fondsen, en ondanks de ambitie van een groter publieksbereik dan voorgaande periode, nog relatief lage publieksinkomsten. Daarmee vindt de commissie de financiële risico’s onvoldoende gespreid.  

Conclusie

De commissie adviseert de aanvraag van NeverLike niet te honoreren omdat deze tien of minder punten heeft behaald.  

De aanvraag is beoordeeld binnen de adviescommissie Dans.