Lijm-lab

Cultuureducatie
Aangevraagd: € 97.000
Toegekend: € 53.964

Inleiding

Lijm-lab maakt beeldende kunst met schoolkinderen, begeleidt naschoolse cursussen, organiseert kunstprojecten met de buurt in Amsterdam Noord en traint kunstenaars en leerkrachten in procesgericht kunstonderwijs. Lijm-lab bestaat sinds 2002 en is een collectief van beeldend kunstenaars en ontwerpers. De organisatie nodigt kinderen en families uit tot spelen en onderzoeken. Met ontdekateliers op het snijvlak van beeldende kunst, techniek en wetenschap wil Lijm-lab een veilige ruimte bieden om te maken, nieuw materiaal te ontdekken en eigen ideeën te onderzoeken. Het uitgangspunt van Lijm-lab is leren ‘denken met je handen’. Spelenderwijs wil Lijm-lab de verbeelding op gang brengen. De organisatie werkt met ‘speelvelden’: atelierruimtes en lessen zonder vastomlijnd stappenplan, maar met ruimte voor onderzoek en experiment om de creativiteit van het kind uit te dagen. 

In de periode 2025-2028 wil Lijm-lab zijn activiteiten op verschillende locaties in Amsterdam continueren en zich daarnaast vestigen met een nieuw, eigen en permanent ontdekatelier op het Buikslotermeerplein in Noord. De organisatie wil een groter publiek laten kennismaken met de activiteiten die Lijm-lab de afgelopen twintig jaar ontwikkeld heeft. Lijm-lab wil hierbij de omgeving van de kinderen betrekken, gevormd door ouders, leerkrachten en buurtbewoners en het contact met deze omgeving versterken. 

Daarnaast richt Lijm-lab zich de komende periode op het trainen van kunstenaars, leerkrachten en pedagogisch medewerkers in het maken en begeleiden van speelvelden en bijscholen in inventief materiaalgebruik met de klas. Ook zet Lijm-lab zich in voor kennisuitwisseling en ontwikkeling met netwerkpartners de Maakcoalitie en het Netwerk cultuureducatie jonge kinderen. 

Lijm-lab ontvangt geen meerjarige subsidie binnen het Kunstenplan 2021-2024. Voor de periode 2025-2028 vraagt de organisatie bij het AFK een bijdrage van gemiddeld € 97.000 per jaar in het kader van het Kunstenplan.

Artistiek belang

De commissie beoordeelt het artistiek belang als goed.

Uit het plan van Lijm-lab spreekt volgens de commissie een specifieke en onderbouwde artistieke signatuur die zich kenmerkt door het werken met de handen en met verschillende materialen, om kinderen middels kunst bewust te maken van de basis van techniek en wetenschap. De commissie vindt dit onderscheidend in combinatie met het kader waarin fouten mogen worden gemaakt en waarin gewerkt wordt aan een tastbaar product. Bij Lijm-lab kunnen kinderen en hun families experimenteren met schilderen, bouwen, tekenen en het gebruik van materialen zoals klei, hout, textiel, water en licht. De focus ligt op creatieve ontwikkeling en ontdekking, waarbij kinderen een stem hebben in het geheel. Dat spreekt voor de commissie tot de verbeelding. Lijm-lab ontwikkelt werkruimtes, ook wel ontdekateliers, met sprekende titels als Kartonstad of de Waterspeelplaats. De commissie vindt het concept van

‘Speelvelden’ sterk, waarbij kinderen een omgeving wordt geboden waar hun creativiteit wordt uitgedaagd. Deelnemers zorgen grotendeels zelf voor de invulling van activiteiten. Om overtuigd te zijn dat de artistieke signatuur vertaald is naar de artistieke activiteiten, had de commissie meer inhoudelijke uitwerking van de activiteiten willen lezen, bijvoorbeeld wat betreft werkwijze of begeleiding.

Lijm-lab reflecteert en schetst de inhoudelijke ontwikkeling van creatieve workshops naar ontdekateliers voor de hele familie. Aankomende periode bouwt de organisatie hier logisch op voort. De activiteiten worden voortgezet en ietwat uitgebreid waarbij Lijm-Lab de focus op ontdekateliers vergroot. 

De commissie vindt het duidelijk en overtuigend wat Lijm-lab artistiek en inhoudelijk teweeg wil brengen bij de beoogde deelnemers. Lijm-lab wil kinderen leren kijken, spelen en maken als een kunstenaar, leren ontdekken en experimenteren en ‘denken met je handen’. De activiteiten prikkelen de fantasie en zijn naar verwachting van de commissie aansprekend voor het beoogde publiek, met name voor de leeftijd twee tot en met tien jaar. De commissie vindt het positief dat het programma gelaagd is, met korte kennismakingsactiviteiten, verdiepende activiteiten in een serie, en langlopende verbindende activiteiten waarbij Lijm-lab lange tijd op dezelfde locatie aanwezig is.  De commissie vindt het sterk dat Lijm-lab vasthoudt aan kwaliteit boven kwantiteit, met de focus op kleine groepen op school en workshops langer dan een uur. De commissie waardeert dat Lijm-lab veel aandacht heeft voor de ontwikkeling van elk kind. Eveneens is de commissie positief over de inhoudelijke impact op de buurt. Lijm-lab wil ontmoeting en verbinding teweegbrengen en licht overtuigend toe hoe dit eerder lukte met pilotateliers die een maand op dezelfde plek stonden. Buurtbewoners hielpen elkaar in het project Kunstmachine, waar kinderen kinetische kunst maakten.

Belang voor de stad

De commissie beoordeelt het belang voor de stad als goed.

Het plan geeft volgens de commissie een duidelijke en goed onderbouwde visie op het  bereik in de stad. Lijm-Lab wil kinderen een eerste kennismaking met kunst bieden en bereikt hen onderschools en naschools. Lijm-lab specificeert duidelijk de beoogde doelgroepen zoals buurtbewoners en kinderen in het primair onderwijs en op voorscholen. Ook vindt de commissie het duidelijk waarom deze specifieke doelgroepen zijn gekozen, in relatie tot de ambities en de ervaring van de organisatie. De aard van de doelgroep sluit aan op die van de activiteiten, dat ziet de commissie onder meer aan de hoeveelheid deelnemers en het feit dat Lijm-lab niet altijd aan de vraag kan voldoen. 

Activiteiten van Lijm-lab vonden voorheen plaats op verschillende plekken in de stad zoals in een speeltuin of schooltuin. Volgens de organisatie maakte dat de activiteiten toegankelijk, maar ook versnipperd en van voorbijgaande aard. Nu wil Lijm-lab het aanbod meer bundelen op één locatie, het permanente ontdekatelier, en ambieert de organisatie een groei in het aantal deelnemers. De commissie vindt het bundelen van activiteiten op één locatie een logische stap en Lijm-lab onderbouwt goed dat het zich vanuit het nieuwe pand meer wil richten op buurtactiviteiten.

De aanpak voor het huidige bereik vindt de commissie doeltreffend, passend en gedifferentieerd op de verschillende doelgroepen. De aanpak is lokaal georiënteerd en de commissie vindt het positief dat de organisatie hierbij met vrijwilligers uit de buurt werkt. Hierdoor blijft ze goed in verbinding met de verschillende doelgroepen en het verlaagt volgens de commissie de drempel voor ouders voor wie online inschrijven lastig is, als gevolg van het relatief grote aantal laaggeletterden in Noord. Lijm-lab geeft een helder overzicht van samenwerkingspartners die onder meer bijdragen bij aan marketing, zoals de werving en inschrijving voor naschoolse activiteiten en wijkclubs via Wijsneus en SPIN of via de scholen. De aanpak om de groei te realiseren in samenhang met de nieuwe locatie, vindt de commissie op dit moment niet toereikend, omdat deze nog niet is ontwikkeld. Lijm-lab merkt terecht op dat het permanente ontdekatelier om een andere aanpak vraagt dan onder- of naschoolse activiteiten. Om zichtbaarheid van de nieuwe plek te vergroten wil Lijm-lab de komende jaren extra investeren in marketing en publiciteit. Het plan biedt nu nog geen kaders die de commissie overtuigen dat dit bereik gerealiseerd wordt.

Met zijn activiteiten draagt Lijm-lab volgens de commissie bij aan het culturele aanbod en publieksbereik in Noord en in mindere mate ook in andere stadsdelen, waaronder Nieuw-West. De commissie vindt het een heldere en passende keuze om vooral in Noord actief te zijn, aangezien Lijm-lab daar goed is geworteld. De aanpak om het publiek in de wijken te bereiken was volgens de commissie voorheen altijd toegankelijk, doordat Lijm-lab naar de doelgroepen toe kwam. Lijm-lab bouwde ateliers op bekende locaties: een school, speeltuin, park of plein in Noord en is daarin bewezen succesvol gebleken. De commissie is dan ook overtuigd dat Lijm-lab dit continueert met de activiteiten in de buurt en op scholen en is benieuwd hoe Lijm-lab dit op de nieuwe vaste locatie zal weten te realiseren. 

Diversiteit & Inclusie

De commissie beoordeelt de bijdrage aan diversiteit en inclusie als zwak.

Uit het plan van Lijm-lab spreekt een visie op diversiteit en inclusie die de commissie maar ten dele overtuigt. De organisatie benoemt dat ze hecht aan rolmodellen voor kinderen en dat ze haar organisatie wil voorbereiden op de overdracht aan een nieuwe generatie met nieuwe ideeën, maar de commissie vindt het summier omschreven waarom Lijm-lab dit van belang vindt en welke concrete doelstellingen het hieraan verbindt. Een visie op sociaal-economische kansengelijkheid leest de commissie wel duidelijk door het gehele plan. Lijm-lab zet zich in voor kansengelijkheid en speelt in op verschillende maatschappelijke en financiële achtergronden van kinderen in Noord. De organisatie wil financieel toegankelijk zijn, wat de commissie waardeert. De commissie vindt Lijm-lab afwachtend waar het gaat om ambities rond fysieke toegankelijkheid, Lijm-lab stelt dat het pas iets kan betekenen op dit gebied als het een eigen locatie heeft. 

Lijm-Lab reflecteert beknopt op stappen in voorgaande jaren. De commissie vindt het positief dat Lijm-lab de afgelopen jaren goede stappen heeft gezet om het team van kunstenaars, bestuur en vrijwilligers te diversifiëren, al krijgt de commissie geen volledig beeld van de huidige samenstelling. Wel vertrouwt de commissie er op dat de activiteiten aansluiten bij een divers samengesteld publiek, vanwege de zintuigelijke werkvormen en omdat ze grotendeels plaatsvinden in de culturele smeltkroes Noord. Wat bereik betreft had Lijm-lab meer concrete keuzes mogen maken. Een reflectie op de gekozen scholen (en de diverse samenstelling van het jonge publiek) had hierin kunnen helpen.

De commissie vindt de aanpak om diversiteit en inclusie te verwezenlijken weinig concreet, overtuigend en realistisch. Weliswaar toont Lijm-lab goed inzicht dat kinderen vanwege hun achtergrond andere begeleiding nodig kunnen hebben, de commissie mist echter een aanpak hiervoor. Lijm-lab beschrijft enkel dat het voor deze kinderen meer tijd inruimt, wat de commissie te summier vindt. Wel vindt de commissie het overtuigend dat Lijm-lab de Stadspas en het Jeugdcultuurfonds inzet om kinderen te bereiken met een risico op een ontwikkelingsachterstand. 

Om het kernteam een meer diverse samenstelling te geven, wil Lijm-lab naar eigen zeggen gaan werven onder jonge mensen, bij voorkeur mensen van kleur of mensen met een niet-westerse achtergrond. Het ontbreekt hier volgens de commissie echter aan een concrete aanpak. Positief is dat Lijm-Lab de poule van betrokken kunstenaars wil verbreden en daarbij ruimte maakt voor autodidacten of niet kunstzinnig- maar pedagogisch geschoolden. Hiermee kan de diversiteit in het team worden vergroot, maar de commissie had graag een toelichting gelezen op hoe het artistieke kwaliteitsniveau behouden blijft, wat de trainingen hier aan bijdragen en hoe de diverse samenstelling van het team effect heeft op het activiteitenaanbod.

Uitvoerbaarheid

De commissie beoordeelt de uitvoerbaarheid als zwak.

Lijm-lab geeft volgens de commissie een overtuigende visie op de bedrijfsvoering. De organisatie laat volgens de commissie goed zien hoe ze met mensen om wil gaan. Lijm-lab vraagt subsidie aan om onder meer te kunnen investeren in trainingen voor kunstenaars. In het plan wordt sociale veiligheid goed gewaarborgd. Lijm-lab werkt met een gedragscode en evalueert deze jaarlijks. Het aanstellen van een vertrouwenspersoon vindt de commissie een goede vervolgstap. De commissie vindt de naleving van de Governance Code Cultuur duidelijk omschreven. In de beloning van medewerkers hanteert de organisatie de cao Kunsteducatie, maar dit vertaalt zich volgens de commissie niet zichtbaar in de begroting. En hoewel de beloning van de directie afgelopen periode geleidelijk is verhoogd, vindt de commissie de honoraria nog steeds aan de lage kant. 

De organisatie geeft een terugblik op de periode 2021-2023 en heeft zich zichtbaar ingespannen om financieel sterker te worden. De omzet is gegroeid en de inkomsten zijn substantieel gestegen. Hier komt voor de commissie logisch uit voort dat Lijm-lab in de komende periode het team van kunstenaars wil uitbreiden en urenuitbreiding nodig heeft voor onder meer projectleiding en zakelijke administratie.  De ambitie om in 2025-2028 een vaste locatie in Noord te betrekken, vindt de commissie helder gemotiveerd en overtuigend. Lijm-lab haakt in op het strategisch huisvestingsplan van de Gemeente Amsterdam, waarin de behoefte wordt benoemd aan nieuwe culturele voorzieningen in Noord, en met name de behoefte aan cultuureducatie. De organisatie geeft in haar plan volgens de commissie in het algemeen blijk van een aantal risico’s en stelt er goede beheersmaatregels tegenover. Wel had de commissie meer inzicht gewild in eventuele risico’s die samenhangen met de groei en de verhuizing naar een nieuw pand.

De commissie vindt het plan in beperkte mate realistisch en uitvoerbaar. Lijm-lab ambieert de komende periode een groei in zijn activiteiten. In het plan noemt de organisatie groeiambities in het aantal vrijwilligers en kunstenaars en behoefte aan extra uren voor projectleiding en zakelijke administratie. De begroting is op veel punten gespecificeerd, maar op dit punt is het de commissie niet duidelijk over wat voor een urenomvang het precies gaat. Zij is dan ook niet overtuigd dat de beoogde organisatie passend is bij de plannen. 

Op basis van de aanvraag oordeelt de commissie dat het nog aan zakelijke expertise ontbreekt in de organisatie. De commissie vindt het goed en nodig dat Lijm-lab een grotere reserve wil opbouwen en aanhouden, met het oog op de geambieerde publiekslocatie. De commissie ziet dit echter niet genoeg terug in de begroting en mist een heldere toelichting op de wijze waarop Lijm-lab zijn vermogen wil opbouwen. De financiële huishouding van de organisatie biedt volgens de commissie daarom nog niet de basis die dit plan nodig heeft. In de financiering van haar activiteiten staan de gratis toegankelijke buurtactiviteiten van de organisatie tegenover de bijna kostendekkende scholenprogramma’s. Hoewel de tarieven van Lijm-lab vergelijkbaar zijn met die van andere organisaties, maken de intensieve voorbereiding en transportkosten de diensten relatief duur voor scholen. De commissie vindt het plausibel en positief dat de organisatie naar structurele subsidie zoekt, omdat extra middelen het bereik naar meer scholen kan vergroten. Wel vindt de commissie dat Lijm-lab in de financieringsmix meer had mogen inzetten op verschillende financieringsbronnen, om risico’s te spreiden. 

Conclusie

De commissie adviseert op grond van bovenstaande overwegingen de aanvraag van Lijm-lab te honoreren met het gevraagde bedrag van € 97.000 per jaar. 

Echter, Tamino en Lijm-lab zijn door de commissie beiden beoordeeld als subsidiabel en hebben op alle criteria een gelijke waardering. Het budget binnen de discipline Cultuureducatie is echter niet toereikend om beide aanvragen te honoreren met bedragen zoals door de commissie geadviseerd. De commissie vindt dat het plan van Tamino een grotere bijdrage levert aan de pluriformiteit binnen het palet gehonoreerde aanvragen dan het plan van Lijm-lab. Tamino is de enige organisatie die zich expliciet richt op het voortgezet speciaal onderwijs en praktijkonderwijs. De commissie adviseert in dat licht om Tamino het door haar geadviseerde bedrag toe te kennen en het resterende budget van € 53.964 te verlenen aan Lijm-Lab. 

De aanvraag is beoordeeld binnen de adviescommissie Cultuureducatie.