LI-MA

Beeldende kunst en creatieve industrie
Aangevraagd: € 170.000
Toegekend: € 170.000

Inleiding

Stichting LIMA (hierna: LI-MA) draagt zorg voor ‘het heden, verleden en de toekomst van mediakunst’ en de vernieuwing die deze discipline brengt in kunst en maatschappij. LI-MA organiseert presentaties en tentoonstellingen waarin de rijke geschiedenis van de mediakunst verbonden wordt aan hedendaagse kunstenaars. Als distributeur zorgt LI-MA ervoor dat het werk van zowel jonge getalenteerde als gearriveerde mediakunstenaars in Amsterdam en over de hele wereld te zien is en levert daarmee naar eigen zeggen een wezenlijke bijdrage aan talentontwikkeling binnen de mediakunst in Nederland. LI-MA heeft een omvangrijke collectie (jaren ‘60 tot nu) en zet in op conservering en toegankelijkheid van mediakunst voor nationale instellingen en kunstenaars. Tot slot geeft LI-MA aan een sleutelrol te hebben als lokaal en internationaal kenniscentrum. Voor een kunstvorm die sterk leunt op technologie, ziet LI-MA de noodzaak om de kennis en expertise te waarborgen binnen de organisatie, voor het behoud en de vertoning van werken uit het heden en verleden en het blijven ontwikkelen van nieuw werk. 

In de periode 2025-2028 wil LI-MA doorgroeien tot een centrale ontmoetingsplek voor mediakunst waar het brede scala van de online en fysieke activiteiten op een toegankelijke manier wordt gedeeld met een lokaal en internationaal publiek. Hiervoor heeft LI-MA in 2024 het hybride platform Living Media Art ontwikkeld: een online en on site ruimte voor, door en met de mediakunst community. Dit platform moet vanaf 2025 het verbindende middel worden dat online en fysiek de activiteiten van LI-MA samenbrengt en deelt met het publiek. De activiteiten van LI-MA in de periode 20252028 bereiken een publiek volgens de denk- en werkwijze van Living Media Art. Een greep uit die activiteiten: een tweejaarlijkse festival UNFOLD, Media Art on Tour onder andere in CBK Zuidoost; tentoonstellingen rondom de pioniers van de mediakunst i.s.m. Rozenstraat; de thematische avonden LI-MA Presents met gastcuratoren; en het jaarlijkse symposium Transformation Digital Art. De overkoepelende thema’s voor LIMA in de programma’s zijn in de komende periode identiteit en technologiekritiek.

LI-MA ontvangt een meerjarige subsidie van € 169.493 per jaar (incl. indexatie 2024) binnen het Kunstenplan 2021-2024.

Voor de periode 2025-2028 vraagt de organisatie bij het AFK een bijdrage van gemiddeld € 170.000 per jaar in het kader van het Kunstenplan.

Artistiek belang

De commissie beoordeelt het artistiek belang als goed.

In de aanvraag is een heldere visie aanwezig, waarbij de focus voor LI-MA in haar activiteiten ligt bij de distributie, restauratie en conservering van mediakunst. Dit met als doel zorg te dragen voor een duurzame ontwikkeling van LI-MA als vooraanstaand kenniscentrum voor mediakunst, waarbij de organisatie zich primair in dienst stelt van de mediakunstenaar. De commissie ziet dit als de eigen artistieke signatuur van LI-MA.   LI-MA beheert inmiddels een belangwekkende collectie mediakunst van meer gevestigde Nederlandse kunstenaars. LI-MA heeft hierin een unieke positie in Nederland. De aanvraag getuigt van een goede reflectie op deze positie in een snel veranderende (technologische) maatschappij. Met de terugblik op haar praktijk staat LI-MA in het plan stil bij ‘lessons learned’ en onderbouwt ze waarom en hoe de artistieke eigenheid blijvend kan worden gewaarborgd. 

LI-MA is zich hierbij bewust van de noodzaak om de competenties en expertise binnen de organisatie verder te ontwikkelen. Hier draagt het voorgenomen Fellow-Programma aan bij. In dit programma wordt verdiepend onderzoek gedaan naar onderwerpen die relevant zijn voor LI-MA en de mediakunstcommunity in brede zin. Fellows kunnen onder meer kunstenaar, curator, opiniemaker of wetenschapper zijn. Bij de UNFOLDprogramma’s worden jonge en meer gevestigde makers uitgenodigd om een iconisch werk uit de geschiedenis van de mediakunst binnen hun eigen, hedendaagse praktijk te herinterpreteren. In dit programmaonderdeel komen, door de bijdragen van gerenommeerde én opkomende makers met diverse samenwerkingspartners, de artistieke kwaliteiten van LI-MA goed naar voren. 

LI-MA ambieert met dit nieuwe programmaonderdeel de door LI-MA beheerde collectie, in al haar rijkdom, te tonen aan het jongere publiek. Dit wil LI-MA realiseren in wederkerige samenwerkingen met andere instellingen in de stad en het (buiten)land. De commissie herkent de urgentie om de collectie openbaar te maken en ziet hierin een duidelijke betekenis voor de stad en een waardevolle ontwikkeling voor LI-MA en haar publiek. Er is een groeiend publiek voor mediakunst, en bovendien ook een jong publiek. Het vaker presenteren van werk uit de collectie op de locatie van LI-MA en buitenlocaties in de stad biedt kansen voor LI-MA om dat publiek te interesseren. Datzelfde geldt voor het initiëren van nieuw werk door jonge kunstenaars. De commissie denkt dat beide op termijn ook de andere activiteiten van LI-MA, zoals distributie en kennisuitwisseling, kunnen bevorderen en aansprekend maken voor een bredere doelgroep. De commissie ziet dat LI-MA de mogelijkheden aan het verkennen is, maar had graag de ambities en kansen wat verder en concreter uitgewerkt gezien in het plan. 

Belang voor de stad

De commissie beoordeelt het belang voor de stad als voldoende.

LI-MA is zich bewust van haar huidige voorhoedepositie binnen het ‘kunstweefsel’ van Amsterdam en heeft al een lange periode een bestendigd en vast publieksbereik binnen de stad. LI-MA wil dé plek in de stad blijven waar alle instellingen, maar ook individuele makers (het publiek) terecht kunnen voor content, informatie, kennisoverdracht en ondersteuning. LI-MA reflecteert in de aanvraag sterk op de huidige doelgroep, de professionele mediamaker, maar geeft aan ook nieuwe wegen te zoeken om nieuwe, met name ook jongere doelgroepen te bereiken en daarmee de zichtbaarheid van LI-MA en het publieksbereik te vergroten. Het presentatieprogramma rond de vaste collectie en de samenwerking met jonge kunstenaars ziet ze als basis hiervoor. De commissie is positief over dit initiatief, maar merkt in het plan dat LI-MA zelf nog weinig beeld heeft bij die nieuwe doelgroepen. 

Het huidige mediakunstminnende en vakspecialistische publiek van LI-MA is voldoende bekend en deze duidelijk afgebakende groep krijgt naar behoren aandacht in het communicatieplan van LI-MA. Dit vertaalt zich ook in de gekozen mediapartners: We Are Public, Cineville, Metropolis M zijn allemaal platforms die een specifiek, ook jong en kunstminnend, maar niet heel breed publiek bereiken. LI-MA wil voor het nieuwe presentatieprogramma bij de publiciteitscampagnes jonge kunstenaars inzetten. Ze hoopt dat met deze kunstenaars een ander publiek ‘meekomt’. De commissie denkt wel dat daar een basis kan liggen, maar mist innoverende ideeën om ook zelf actief nieuwe publieksgroepen aan te trekken, anders dan de in de aanvraag genoemde scouting van (nieuwe) kunstenaars bij de activiteiten bij LI-MA zelf.  De commissie vindt het voornemen voor presentatieruimte in het kantoor, het zogenaamde Living Media Archives, summier uitgewerkt. Hierdoor is de commissie niet overtuigd van de impact die LI-MA verwacht op de zichtbaarheid en de verwachte bezoekersaantallen. De digitale versie van dit archief heeft volgens de commissie wel meer potentie om online een breder en ook internationaal publiek te bereiken.

De commissie constateert dat LI-MA een geringe bijdrage levert aan de spreiding van het culturele aanbod en publieksbereik in de stadsdelen Nieuw-West, Noord en Zuidoost. LI-MA is gevestigd in Oud-West en werkt vooral samen met instellingen in en rond het centrum van de stad, met name If I can’t dance en Rozenstraat. LI-MA noemt in het plan wel een samenwerking met CBK-Zuidoost. De commissie vindt deze in de aanvraag echter weinig onderbouwd.

Diversiteit & inclusie

De commissie beoordeelt de bijdrage aan diversiteit en inclusie als voldoende.

LI-MA toont zich in het ondernemingsplan zelfkritisch over het eigen handelen en functioneren op het gebied van diversiteit en inclusie. Zo stelt LI-MA dat ze altijd kritisch en onderzoekend blijft kijken naar het gereedschap waarmee ze werkt: de technologische tools voor artistieke productie en kunstconservering. LI-MA wil transparant zijn over de herkomst en het functioneren van deze technologische tools, en met een open houding onderzoeken hoe het inclusiever kan. Zowel in wat de tools zijn, hoe deze worden gebruikt, maar ook hoe erover wordt gecommuniceerd. LI-MA heeft, zo leest de commissie in het plan, een kritische houding ten opzichte van het internet, als globale infrastructuur voor communicatie. Dit zijn de speerpunten van LIMA in de visie op inclusiviteit binnen de mediakunst en haar organisatie.  De commissie waardeert deze kritische houding van LI-MA binnen het snel veranderende en uitdijende landschap van haar vakgebied, de mediakunst. Met deze visie op diversiteit en inclusie relateert LI-MA haar positie in de mediakunst aan de oorspronkelijke activistische houding met oog voor maatschappelijke ongelijkheden en kwetsbare groepen. LI-MA haalt deze geschiedenis nadrukkelijk aan bij de ambitie om bij de verdere opbouw van de collectie zorg te dragen voor een betere afspiegeling van de maatschappij. LI-MA zoekt in de programmering en activiteiten steeds meer naar meerstemmige perspectieven, vaak direct gerelateerd aan de verscheidenheid van de makers. 

De commissie constateert dat in de voorgenomen programmering voldoende ruimte is opgenomen voor makers met een biculturele achtergrond, vrouwelijke makers en makers uit de queergemeenschap. De twee UNFOLD-programma's (2025 + 2027) vinden plaats in respectievelijk ROZENSTRAAT en If I Can’t Dance. Deze twee organisaties, waarmee LI-MA intensief samenwerkt, hebben laten zien een sterk netwerk te hebben in communities met een niet-westerse achtergrond en de queer community. LI-MA wil de samenwerking uitbreiden met organisaties in andere delen van de stad, die sterk zijn in sociaal-economische en culturele diversiteit. Het plan concretiseert dit nog niet. LI-MA wil in de komende periode (nog) meer focus leggen op de diversiteit bij de selectie van jonge makers. 

LI-MA is zich er bewust van dat het opleidingsveld binnen de mediakunst, vanwege het zeer technische specialisme weinig diversiteit onder studenten kent. LI-MA ervaart hiervan invloed op de werving van teamleden, bij opvolging van personeel. De commissie constateert dat de ambitie om meer diversiteit in de organisatie te integreren er wel degelijk is bij LI-MA. Er zijn enkele concrete veranderingen ten goede. In de organisatie werkt een meer diverse groep mensen met verschillen in gender en seksuele voorkeuren en mensen die een neurodiverse achtergrond hebben. In de raad van toezicht is een nieuw lid toegetreden met een biculturele achtergrond, en er is prioriteit en proactieve aandacht voor meer culturele diversiteit bij de werving en selectie in de organisatie, met name voor personeel op het gebied van conservering en restauratie. De commissie is positief over deze ontwikkelingen en initiatieven, maar mist in het plan voldoende reflectie en concrete opvolging op het actieplan uit de vorige periode om van een cultuurtransitie binnen de organisatie te kunnen spreken. 

Uitvoerbaarheid

De commissie beoordeelt de uitvoerbaarheid als goed.

LI-MA toont zich er in de aanvraag, zo constateert de commissie, bewust van welke kenmerken van een bestendige organisatie zij wil integreren en welke ontwikkeling dit vraagt in de bedrijfsvoering. LI-MA noemt ontkokering van de organisatie, inzet op kennisoverdracht, voldoende werkcapaciteit, verlichting van werkdruk en aansluiting bij verschillende ondersteunende organisaties als belangrijke pijlers in haar visie voor de bedrijfsvoering in de komende periode. 

LI-MA gaat zorgzaam om met de aanwezige specialistische kennis en voelt de noodzaak om deze kennis voor de toekomst van de organisatie te behouden. LI-MA toont zich in het omgaan met mensen en middelen professioneel en verwoordt dit concreet en realistisch in het plan. Er is voor de komende periode voorzien in een volledige invoering van fair pay. Dat gebeurt door het volgen van de richtlijnen van de cao presentatie-instellingen en het kunstenaarshonorarium van De Zaak Nu (ook voor freelancers), met de toepassing van de inflatiecorrectie in 2025 en het vervolledigen van de pensioenvoorziening voor al het personeel. De kunstenaars/makers ontvangen zestig procent van de fee voor vertoning. LI-MA erkent de huidige hoge werkdruk binnen de organisatie en wil daarom in de komende periode meer capaciteit inhuren. Zo is er het voornemen voor de uitbreiding van de organisatie met een productieleider en een content/communitymanager als eerste aanspreekpunt voor het publiek. LIMA werkt duurzaam, groen, met kleine, specialistische en lokale leveranciers waar een langdurige relatie mee is opgebouwd.

Er is toenemende aandacht voor de Governance Code Cultuur, waaronder het vergroten van een actieve betrokkenheid van het personeel bij het ontwikkelen van en de besluitvorming over het beleid van LI-MA, en de vaststelling van een reglement voor de raad van toezicht naar het model van de Governance Code Cultuur, met een duidelijk roulatiesysteem. Ook wordt er voor de komende twee jaar een voorzitter gezocht met een cultureel diverse achtergrond, die ook in gender bijdraagt aan de samenstelling van de raad. LI-MA is aangesloten bij De Zaak Nu. Er is, zo blijkt uit het plan, zorg voor een veilige werkomgeving bij LI-MA en de samenwerkingspartners, onder meer door de aanstelling van een externe vertrouwenspersoon. De commissie ziet dat LI-MA zich met zelfbewustzijn en respectvol tot haar omgeving verhoudt. Dat doet ze ook naar haar vakmatige werkveld, onder meer door deelname aan MOKER en Platform Ontwikkelinstellingen Amsterdam, Moonshot Digitale Cultuur, SBMK, NADD en NDE. 

LI-MA heeft een financieel solide bedrijfsvoering en laat zich waar nodig extern adviseren. De commissie constateert dat in het plan niet expliciet op (financiële) risico’s wordt ingegaan, maar LI-MA heeft in de afgelopen periode laten zien dat ze over kennis, expertise en kunde beschikt om mee te kunnen bewegen met

(tegenvallende) omstandigheden. De impact van corona resulteerde in een daling van de eigen inkomsten en het moeten doorschuiven van projecten naar het volgende jaar. De toename van de bestemmingsfondsen vanaf 2021 heeft LI-MA in een rustiger financieel vaarwater gebracht. Er is sinds 2023 een gezonde eigen vermogenspositie, met voldoende liquide middelen, en er is geen (reëel) continuïteitsrisico.  De begroting is uitgebreid toegelicht en is, naar het oordeel van de commissie, passend bij de uitvoering van het ondernemingsplan. Het plan voorziet in een stijging van de activiteitenlasten voor de komende periode die aansluit bij de ontwikkelbehoefte van de organisatie. Er is daarvoor een brede financieringsmix, voor het grootste deel van structurele aard, met daarnaast voldoende eigen inkomsten. Gezien de eigen vermogenspositie en liquiditeitspositie zal het ondernemingsplan, naar verwachting van de commissie, goed kunnen worden uitgevoerd.

Conclusie

De commissie adviseert op grond van bovenstaande overwegingen de aanvraag van de Stichting LI-MA te honoreren met het gevraagde bedrag van € 170.000 per jaar.

De aanvraag is beoordeeld binnen de adviescommissie Beeldende Kunst en Creatieve Industrie.

Adviseur Wilja Jurg heeft niet deelgenomen aan de beraadslaging over dit advies.