Kunstverein

Beeldende kunst en creatieve industrie
Aangevraagd: € 190.000
Toegekend: € 0

Inleiding

Stichting Kunstverein (hierna Kunstverein) is een middelgrote presentatie-instelling, een onderzoeksplatform, een ledenvereniging en franchise. Kunstverein werd opgericht in 2009. Met de structuur van de organisatie, gemodelleerd naar een eeuwenoud Duits systeem, beoogt Kunstverein naar eigen zeggen een enigszins onafhankelijke positie ten opzichte van het traditionele discours, terwijl het tegelijkertijd ook een unieke en sterke gemeenschapszin wil bevorderen tussen het ‘instituut’ en zijn bezoekers. Kunstverein heeft als missie om de gaten in de hedendaagse kunstgeschiedenis en het culturele veld te dichten. Kunstverein focust zich daarbij op kunstenaarspraktijken die volgens de organisatie tussen wal en schip dreigen te vallen en reflecteert op hoe kunstgeschiedenis wordt geschreven en welke structuren systematische uitsluiting intact houden. Kunstverein beoogt dit te bewerkstelligen op een wijze waarbij zij, naar eigen zeggen, zowel de (inmiddels) traditionele formats van de institutionele witte kubus uitdaagt als alternatieven van presenteren bedenkt en inzet. Hiermee wil Kunstverein non-conventionele hiërarchieën aanbrengen tussen kunst, kunstenaar, publiek en instelling.

De komende periode wil Kunstverein de groei die zij door de jaren heen heeft gemaakt beter vertalen naar de structuur van haar organisatie. Zij wil ademruimte creëren door minder projecten te doen en deze een langere looptijd te geven. Op deze manier is het volgens Kunstverein mogelijk om tijdiger en mondiger hierover te communiceren, meer tijd te hebben om alles in goede banen te leiden, en het publiek meer kansen te geven om het programma te leren kennen en te bezoeken. Kunstverein wil beter voor zichzelf zorgen en betere garanties bieden aan de mensen die betrokken zijn bij de organisatie. Dit alles krijgt volgens Kunstverein tegelijk ook een plek in het inhoudelijke programma in de programmalijnen 'Skin in the Game' en 'Keystone Practices,' omdat hier aanknopingspunten liggen voor een reflectie over het kunstenaarschap. Met de programmalijn 'the Verein in the Center' en laagdrempelige publieksprogrammering zet Kunstverein daarnaast in op het creëren van momenten van onafgebroken aandacht en samenzijn. Daar is volgens Kunstverein in het veld en in de stad veel behoefte aan.

Kunstverein ontvangt een meerjarige subsidie van € 137.320 per jaar binnen het Kunstenplan 2021-2024.

Voor de periode 2025-2028 vraagt de organisatie bij het AFK een bijdrage van gemiddeld € 190.000 per jaar in het kader van het Kunstenplan.

Artistiek belang

De commissie beoordeelt het artistiek belang als voldoende.

Kunstverein richt zich op kunstenaars die ‘tussen wal en schip dreigen te vallen en reflecteert op die manier ook over hoe kunstgeschiedenis wordt geschreven en op de structuren die deze uitsluiting intact houden.’ Dit is een duidelijke maar tegelijkertijd ook veelomvattende visie. Kunstverein richt zich vooral op conceptuele kunst (Keystone Practices), performance (onderzoek naar het voortbestaan van performances, festival, na de realisatie) en design (KV Publishing). Kunstverein richt zich tevens op kunsthistorische praktijken die vandaag de dag nog redelijk onbekend zijn, doch relevant zijn voor het gesprek van nu. Dat uit zich in verschillende disciplines en stromingen. Daarnaast wil zij ook ruimte bieden aan jonge kunstenaars. De motivatie voor deze keuze is dat Kunstverein constateert dat de makers behoefte hebben aan presentatieplekken in de stad.

In de kritiek op traditionele hiërarchieën in de institutionele kunstwereld (tussen kunstenaar, institutie, publiek) onderzoekt en ontwikkelt Kunstverein alternatieve formats voor presentaties. Kunstverein beschouwt de presentatie als een ervaring op zich en leent hiervoor aspecten van andere kunstdisciplines zoals de culinaire wereld en de podiumkunsten. Kunstverein werkt hierbij consequent samen met scenografen. Naast presentatieruimte is Kunstverein ook een publishing house voor zowel jong talent als nooit gerealiseerde publicaties. Kenmerkend voor de visie van Kunstverein is, volgens de commissie, dat zij de publicatie verkent als een presentatieplek passend bij haar bevragende, onderzoekende en experimentele houding. 

De commissie (h)erkent in deze verscheidenheid van presentatieformats de eigenheid van Kunstverein, maar het curatorschap mist volgens haar een duidelijke en consistente Kunstvereinsignatuur. Zo bestaat de voorgenomen programmering volgens de commissie te veel uit losse initiatieven, waardoor de artistieke signatuur voor de commissie niet bijzonder onderscheidend is, behalve bij de projecten waarbij de leden een actieve rol spelen, zoals bij Salon Hang en het Visitekaartjes project.

Het programma van Kunstverein is in eerste instantie gericht op de leden van de vereniging (kunstenaars, ontwerpers) en externe geïnteresseerden in kunst en ontwerpen. Daarnaast richt Kunstverein zich op een bredere doelgroep, waaronder buurtbewoners rondom de locatie in Amsterdam Oud-Zuid. De activiteiten sluiten volgens de commissie duidelijk aan op de eerste doelgroep, zoals bij het onderdeel Skin in the Game, dat gericht is op makers en kunstorganisaties en het behoud van hun autonomie, of Keystone Practices, een programmalijn waarin conceptuele kunst centraal staat. Ook Kunstverein Publishing vertegenwoordigt de interesses en belangen van deze doelgroep. 

De commissie constateert dat het voor Kunstverein een moeilijke taak blijkt om voor dit toch wel gesloten en op kunstpubliek gerichte programma ook aansluiting te vinden bij een breder publiek. De betekenis voor het publiek ligt daarom, voor de commissie, duidelijk bij de verenigingsleden, een vast (pre)professioneel kunstminnend publiek. Het internationale netwerk en de positie van Kunstverein is sterk, met franchises in Amsterdam, Aughrim, Milaan, New York, Toronto en Vilnius en het biedt permanente mogelijkheid voor internationale uitwisseling van kunstenaars/ontwerpers. Voor de commissie is dit van stedelijk belang.  

Met de bewuste keuze voor de nieuwe locatie van Kunstverein in een woonbuurt in Oud-Zuid, heeft Kunstverein de ambitie willen invullen voor een (programmatische) relatie met een nieuwe doelgroep, de buurtbewoners. De commissie ziet echter in het plan geen onderbouwing of uitwerking van programmaonderdelen die, volgens de commissie, specifiek relevant zouden kunnen zijn voor deze, door Kunstverein zelf gewenste, doelgroep. Als gevolg van het ontbreken van een specifiek artistiek programma, krijgt de inbedding in de buurt weinig vorm en inhoud, anders dan wederzijds welkom zijn en welkom heten en kennisnemen van het programma. Er is hierdoor, volgens de commissie, zeker geen sprake van community-vorming.  

Belang voor de stad

De commissie beoordeelt het belang voor de stad als zwak.

Kunstverein identificeert voor zichzelf drie doelgroepen. Deze opdeling van 'nieuw publiek, professioneel publiek en leden/vaste bezoekers' geeft, volgens de commissie, weinig blijk van een bewustzijn over het diverse publiek in de stad. De differentiatie in deze drie categorieën is, zo constateert de commissie, ook sterk naar binnen gekeerd. Kunstverein toont hiermee weinig ambitie of zelfkritisch vermogen om te onderzoeken op welke wijze de activiteiten van Kunstverein aansluiten bij het beoogde publiek, anders dan haar eigen achterban. Zo constateert de commissie dat het in het plan opgenomen publieksonderzoek zich beperkt tot voornamelijk een inventarisatie van nationaliteit en culturele achtergrond van de leden en het vaste publiek. Volgens de commissie geeft Kunstverein zichzelf, door deze keuze, ook minder ruimte om doelgroepen meer gelaagd te kunnen definiëren en daar vervolgens met een visie of strategie op in te spelen. De commissie constateert dat de marketing- en communicatieactiviteiten van Kunstverein vooral zijn gericht op een internationaal publiek en bereik. Dit is voor Kunstverein een beproefd concept waarbij vooral het professioneel publiek en de verenigingsleden goed worden bereikt. Kunstverein geef in het plan aan dat ze zoekt naar de relevante doelgroepen per project, via specifieke communicatiekanalen en sociale media en laagdrempelige communicatie. Een voorbeeld hiervan is het project waarbij PROUD (belangenvereniging voor en door sekswerkers in Nederland) wordt benaderd. De commissie is lovend over dit initiatief, maar de uitgangspunten waarop Kunstverein met het programma aansluiting wil zoeken bij deze groep, worden niet duidelijk uitgelegd in het plan. Ook een concrete uitwerking van dit onderdeel is onvoldoende opgenomen. Kunstverein wil toegankelijker worden voor een breder publiek, maar de commissie stelt zich de vraag of dit een passend voornemen is. De programmering is gericht op conceptuele kunst en institutionele kritiek, dit zijn volgens de commissie moeilijk toegankelijke onderwerpen voor een beginnend publiek. In de aanvraag ontbreekt het volgens de commissie aan een voldoende, op deze groep gerichte, uitgewerkte visie en actieplan, om de commissie te overtuigen dat deze nieuwe doelgroep ook werkelijk bereikt gaat worden. Het plan gaat niet verder of dieper dan het noemen van verschillende praktische acties zoals een buurtborrel, advertenties, persaandacht en papieren uitnodigingen.

Kunstverein richt zich ook op educatie en talentontwikkeling, met voornamelijk rondleidingen voor kunstvakonderwijs (Rietveld, Sandberginstituut) en sinds 2023 is er de samenwerking met Toeval Gezocht (workshops op locatie met ouders/verzorgers en kinderen). Ondanks dat de bezoekersaantallen van dit programmaonderdeel stedelijk gezien bescheiden zijn (5.000 bezoekers per jaar), vindt de commissie dit een activiteit waarmee Kunstverein in potentie wel op buurtniveau verbinding zou kunnen krijgen met de bewoners/ouders en een jongere generatie. Hiervoor moet de educatieve inhoud van deze activiteit dan wel aansluiten op leeftijd, achtergrond en type onderwijs van de deelnemers. De commissie vindt hier onvoldoende van terug in het plan.

Kunstverein geeft aan geeft aan dat geen van de activiteiten plaatsvinden in de stadsdelen Nieuw-West, Noord of Zuidoost. Op basis daarvan stelt de commissie dan ook vast dat de activiteiten van Kunstverein niet bijdragen aan spreiding van het culturele aanbod in deze stadsdelen.

Diversiteit & inclusie

De commissie beoordeelt de bijdrage aan diversiteit en inclusie als onvoldoende.

Kunstverein omschrijft de visie op diversiteit en inclusie als: ‘het blootleggen van patronen van uitsluiting en het aankaarten van vooroordelen ten aanzien van genderidentiteit, culturele achtergrond of leeftijd.’ Deze visie van Kunstverein komt in het programma aan bod bij de institutionele kritiek in relatie tot gendervraagstukken en seksuele diversiteit, bijvoorbeeld bij het project Artist Supper, over de queer performativiteit van objecten en materialen of bij An Artist residency in Motherhood, over institutionele beperkingen op het gebied van ouderschap in de kunsten. Ook is er het project over de seks- en kunstindustrie, waarbij Kunstverein de belangenvereniging voor sekswerkers wil benaderen. In beide gevallen constateert de commissie echter dat de projecten het onderwerp diversiteit en inclusie raken, maar dat Kunstverein er niet in slaagt om dit ook concreet te vertalen in doelstellingen of een duidelijke uitwerking. Hiermee wordt de commissie niet overtuigd van Kunstvereins urgentie om diversiteit en inclusie een intrinsiek onderdeel van haar programmering te maken. Kunstverein voert in het voorliggende plan volgens de commissie de discussie rondom diversiteit en inclusie vooral op inhoudelijk en intellectueel niveau. De visie op diversiteit en inclusie van Kunstverein in het plan, weerspiegelt volgens de commissie voornamelijk wat er internationaal in de Kunstwereld speelt. De commissie concludeert dat Kunstverein in de aanvraag echter weinig aandacht toont voor het divers en inclusief maken van het Amsterdamse kunstenveld of van haar eigen organisatie. Een noodzaak tot een visie over wat diversiteit en inclusie voor de organisatie kan betekenen wordt door Kunstverein niet herkend. De commissie ziet in het plan geen reflectie of ‘lessons learned’ over de periode 2021-2024. 

De commissie stelt dat Kunstverein in het plan bewustzijn toont van het bestaan van de verschillende vormen van diversiteit uit de regeling, maar geen blijk geeft (middels doelstellingen of actiepunten) dat er binnen de organisatie ruimte en aandacht voor is. Zo ontbreekt het voor de commissie aan een analyse in welke mate diversiteit onder de verenigingsleden en vaste bezoekers aanwezig is. Het marketing- of communicatieplan van Kunstverein voorziet niet in een plan van aanpak om diversiteit en inclusie onder haar bezoekers te vergroten. Toegankelijkheid van de exposities heeft enkel praktische aandacht bij Kunstverein; er worden begeleiders ingezet om de exposities in een andere taal te kunnen beleven. Kunstverein wijst in haar plan, in het kader van diversiteit, op de internationale samenstelling van haar personeel, partners en het programma. Maar de commissie constateert dat internationaliteit hier niet vanzelfsprekend divers betekent. De raad van toezicht van Kunstverein is in de afgelopen periode versterkt met drie nieuwe leden, waarvan er twee een biculturele achtergrond hebben. Dit is in beginsel positief, maar ook hier ziet de commissie niet terug in het plan met welke doelstellingen en uitgangspunten de raad van toezicht gaat werken om diversiteit en inclusie beter in de organisatie te implementeren.  

Uitvoerbaarheid

De commissie beoordeelt de uitvoerbaarheid als zwak.

Kunstverein bevindt zich als organisatie in een vroege fase van ontwikkeling. De commissie constateert dat een reflectie over en visie op bedrijfsvoering, voor wat betreft het heden én de toekomst, bij Kunstverein (nog) ontbreken. De commissie heeft daarom geen zicht op of de beoogde koers van Kunstverein aansluit op de geleerde lessen uit het verleden. Kunstverein focust zich vooralsnog, zo constateert de commissie, op het uitwerken van een gewenst programma en de internationale allure/verbintenis van dit programma voor haar netwerk. Kunstverein geeft in haar plan uitvoerig aandacht aan de Codes Good Governance, Fair Practice en mensen en middelen. Kunstverein heeft vanaf het begin een raad van toezicht, deze is evenwichtig samengesteld met zowel artistieke als zakelijke competenties. De raad van toezicht stelt het bestuur van Kunstverein aan. Naast de raad van toezicht heeft de Kunstverein ook een raad van advies. De raad van advies vormt het klankbord voor de directie bij het vormgeven van het artistieke beleid van Kunstverein. De functies binnen de raad van toezicht, de raad van advies en de vertrouwenspersoon zijn allen onbezoldigd en er is een transparant aftreedrooster. Belangenverstrengeling wordt jaarlijks op de agenda gezet. Kunstverein is lid van Moker, De Zaak Nu en Platform BK en draagt actief bij aan het gesprek in deze kringen. 

Voor het vaststellen van de kunstenaarshonoraria houdt Kunstverein zich aan de Richtlijn van Kunstenaars Honoraria, de lonen voor vrijwilligers en medewerkers worden vastgesteld door de Richtlijnen Functie- en Loongebouw voor beeldende kunst van De Zaak Nu. 

In samenwerking met therapeuten en deskundigen heeft Kunstverein een stappenplan en protocol uitgewerkt voor meldingen en/of daden van ongewenst gedrag. Daarnaast is het voor Kunstverein belangrijk om zorg te dragen voor de teamleden (op elk niveau) die als ‘eerstelijnswerkers’ vaak als eersten traumatische informatie ontvangen. Iedereen die bij Kunstverein werkt, krijgt daarom een korte training in crisismanagement. Sinds 2022 neemt Kunstverein deel aan Joint Effort, waarbij een onafhankelijke vertrouwenspersoon centraal aangewezen werd binnen een netwerk van vijf Amsterdamse instellingen en projectruimtes. Verder kunnen teamleden en publiek van Kunstverein te allen tijde gebruikmaken van de diensten van Mores.online om ongewenst gedrag te melden bij een gecertificeerde vertrouwenspersoon.  Het plan getuigt volgens de commissie niet van een visie op de bedrijfsvoering in verhouding tot zijn maatschappelijke context, noch economische bedrijfsvoering in ruimere zin. Het is voor de commissie niet duidelijk of Kunstverein eventuele risico’s in beeld heeft en hoe zij hiermee om wil gaan. 

Kunstverein heeft concrete ambities op het gebied van de ontwikkeling van de organisatie (een groei met twee functies, van 1,9 naar 3,1 fte), maar de commissie is niet overtuigd dat deze realistisch en passend zijn voor de organisatie. Hierin schuilt voor de commissie een risico voor Kunstverein. Er ontbreekt voor de commissie een gedegen risicoanalyse wat betreft de huidige precaire financiële positie van de organisatie, het beperkte publieksbereik en de beperkte financieringsmix en een daaruit volgend actieplan. Kunstverein blijft volgens de commissie te veel afhankelijk van twee grote meerjarige subsidies (AFK en Mondriaanfonds). De financiële positie is momenteel kwetsbaar door het ontbreken van voldoende eigen vermogen. Hierdoor is er volgens de commissie meer focus van de organisatie vereist op een stabiele en levensvatbare ontwikkeling van Kunstverein dan op de ambitieuze groei van de organisatie.

De commissie acht de bestaande programmaonderdelen uitvoerbaar. Mede door de uitbreiding van het personeel stijgen komende periode de (beheers)lasten van de organisatie naar 47 procent van de totale kosten. Die zijn daarmee niet in balans met het beperkte publieksbereik en de praktisch gelijkblijvende eigen inkomsten. De verwachting van Kunstverein dat voor de komende periode een breder publiek zal worden bereikt lijkt de commissie, gezien de beperkte ambitie en uitwerking in de aanvraag, niet realistisch.  

Conclusie

De commissie adviseert de aanvraag van Kunstverein niet te honoreren omdat deze tien of minder punten heeft behaald. 

De aanvraag is beoordeeld binnen de adviescommissie Beeldende Kunst en Creatieve Industrie.