Jakop Ahlbom Company

Theater
Aangevraagd: € 215.000
Toegekend: € 215.000

Inleiding

Jakop Ahlbom Company profileert zich als het toegankelijkste mimegezelschap in Nederland en werkt vanuit de missie om begrip en empathie te bevorderen door universele verhalen te vertellen die toegankelijk zijn voor een breed publiek. Met naar eigen zeggen surreële en fysieke voorstellingen die verwonderen wil Jakop Ahlbom Company de toeschouwer onbekende werelden laten betreden door het tonen van een magisch universum waarin niets is wat het lijkt. Jakop Ahlbom Company tourt nationaal en internationaal met een repertoire van fysiek beeldend theater, en verbindt zich met de lokale omgeving in Weesp en Nieuw-West.

Jakop Ahlbom Company wil een eigen ensemble creëren waarmee internationaal touren beter te realiseren is. Om de eigen positie verder uit te bouwen kiest Jakop Ahlbom voor een aantal strategische ambities: het vergroten van artistieke toegankelijkheid door verbreding van het palet, het publiek verbreden door inclusief werken en educatie, en de groei zo eerlijk en duurzaam mogelijk laten verlopen.  Jakop Ahlbom Company produceert vijf nieuwe titels waaronder Tillsamans in het Amsterdamse Bostheater en Dracula in theater DeLaMar in coproductie met ISH. Ook wordt een mimetrack opgezet met City of Wesopa, om de beweging naar Weesp te ondersteunen, en de educatie verder uitgebouwd.

Jakop Ahlbom Company ontvangt een vierjarige subsidie 2021-2024 binnen het Kunstenplan van € 203.456 per jaar (incl. indexatie 2024).

Voor de periode 2025-2028 vraagt de organisatie bij het AFK een bijdrage van gemiddeld € 215.000 per jaar in het kader van het Kunstenplan.

Artistiek belang

De commissie beoordeelt het artistiek belang als goed.

Volgens de commissie laat het plan overtuigend de aantrekkingskracht en de specifieke artistieke signatuur van Jakop Ahlbom Company zien. Jakop Ahlbom creëert een magisch-realistische wereld met een perspectief gevormd door het onderbewuste. De beeldtaal van het gezelschap vindt de commissie sterk onderscheidend door een combinatie van fysiek theater, spanning, surreële omgevingen en sterk associatieve verhalen. 

De commissie herkent in het artistieke plan voor de komende periode de artistieke signatuur terug, in een goede mix van nieuwe voorstellingen en reprises. De commissie heeft daarbij waardering voor de vele bijzondere inspiratiebronnen uit film en literatuur die daarbij betrokken worden, zoals Tillsamans of I’m Not A Serial Killer, die ze bijzonder vindt en goed artistiek gemotiveerd. De commissie vindt de nieuwe samenwerking met ISH, met als thema vampirisme en de vloek van onsterfelijkheid, beloftevol en tot de verbeelding spreken in de combinatie van fantasie en spektakel. De commissie vindt de vertaalslag van de beschreven thematiek en de inhoud naar hoe het uiteindelijke werk eruit komt te zien in het plan echter niet overal overtuigend. De commissie kan uit het plan niet opmaken hoe theatrale middelen ingezet worden om het verhaal duidelijk te maken. De commissie krijgt bijvoorbeeld geen beeld hoe het innerlijke leven van een personage wordt gevisualiseerd op het toneel in Truth Or Dare. 

Het plan en de activiteiten voor de komende jaren vindt de commissie goed aansluiten op de artistieke ontwikkeling van Jakop Ahlbom Company. De geplande voorstellingen liggen in de lijn van het verleden, waarbij film wederom als belangrijke inspiratiebron dient. Jakop Ahlbom Company bouwt hierop voort en gaat extra ontwikkeltijd inbouwen in de toekomstige projecten, om meer aan de artistiek concepten te kunnen werken. Hier is tijdens de pandemie ervaring mee opgedaan. De commissie leest dat het gezelschap daarbij ook nieuwe elementen wil toevoegen als musical en meer tekst. De commissie kan in de omschrijvingen van de onderzoeksfase niet goed achterhalen hoe het gezelschap hierbij te werk wil gaan en hoe het zich nieuwe vormen eigen gaat maken.

De commissie vindt duidelijk wat Jakop Ahlbom Company bij het publiek wil teweegbrengen. Ze wil het publiek werelden laten zien die onbestaanbaar lijken en empathie creëren voor datgene wat ons vreemd is. De commissie erkent de sterke verbeeldingskracht van Jakop Ahlbom’s signatuur en beziet daarin ook de belangrijkste artistieke betekenis van het werk voor het publiek. De associatieve vormen voorzien het publiek van verwondering en daar ligt volgens de commissie de artistieke betekenis voor publiek. Hoe de beschreven maatschappelijk geëngageerde boodschappen zullen resoneren bij het publiek vindt de commissie minder overtuigend.

De commissie ziet in de projecten voor de komende periode voor het publiek aantrekkelijke vormen terugkomen zoals de combinatie met horror in I’m Not A Serial Killer en theatraal spektakel met choreografieën van ISH in Dracula. Door het repertoire, de inspiratiebronnen, het gebruik van stijl en genre en vooral ook het fysieke en beeldende aspect, hebben de activiteiten volgens de commissie artistieke betekenis voor het beoogde publiek. Daarbij zorgen de workshops voor bezoekers ter voorbereiding op de voorstellingen voor meer verdieping. 

De commissie ziet de artistieke betekenis voor de stad in de verschillende inhoudelijke samenwerkingen met de Amsterdamse partners, zoals met ISH, De Nationale Opera en de Meervaart. Ook is de commissie te spreken over de ambitie om met andere mimegezelschappen, ook buiten de stad, samen te werken en kennis en expertise te delen.

Belang voor de stad

De commissie beoordeelt het belang voor de stad als goed.

In het plan leest de commissie een heldere visie op het bereik in de stad en een duidelijk beeld van het publiek. Jakop Ahlbom Company heeft een breed publieksbereik en de commissie waardeert de ambitie om hierin verder te groeien in de komende periode.

De Jakop Ahlbom Company gaat uit van de kerndoelgroepen: Culturele Alleseters, Startende Cultuurspeurder en Weelderige Cultuurminnaars. Dit zijn volgens publieksonderzoeken de doelgroepen die ze al bereikt, zowel in Amsterdam en Nederland. Deze passen daarmee overtuigend bij de aard van de activiteiten. De commissie vindt daarbij wel opvallend dat ‘scholen’ en ‘theatermakers’ worden benoemd bij de educatiestrategie waarmee Jakop Ahlbom Company de artistieke betekenis voor deze doelgroepen wil vergroten met onder meer workshops, maar dat deze groepen niet als doelgroepen zijn aangemerkt en niet op heldere wijze worden voorzien van een marketingaanpak.

Er is in het plan veel aandacht voor het verhogen van de gemiddelde zaalbezetting en daarmee hogere publiekscijfers. De commissie ziet hier in het aanbod ook de mogelijkheid toe door de aantrekkelijke thema's gerelateerd aan populaire cultuur, die volgens de commissie de potentie hebben een nieuwe generatie theaterbezoekers te enthousiasmeren. De omvang van het publieksbereik vindt de commissie daarmee passend binnen het plan.  

De commissie ziet een gedegen aanpak voor het bereiken en betrekken van de beoogde doelgroepen met brede campagnes die gebruikmaken van de krachtige beeldtaal die de Jakop Ahlbom Company heeft ontwikkeld en ze ziet hierin tegelijk een overtuigende bijdrage aan het vergroten van de naamsbekendheid. De commissie is verder positief over de sterke verbinding die met het publiek tot stand komt via de sociale mediakanalen. In de socialmediacontent in deze voor het gezelschap kenmerkende visuele stijl, verwerkt in sterke fotografie en videomateriaal, ziet de commissie tevens een geschikt middel om een jonger publiek te bereiken.

Jakop Ahlbom Company levert voldoende bijdrage aan de spreiding van activiteiten en publiek in de stad, via de activiteiten in Nieuw-West. Door de samenwerking met de Meervaart herkent de commissie draagvlak in het stadsdeel Nieuw-West. Met de Meervaart wil het gezelschap educatieve activiteiten opzetten, maar dit is niet concreet uitgewerkt.

De commissie leest een ambitie om meer te betekenen voor de buurt door te werken met lokale ambassadeurs maar ziet hierin geen kennis of ervaring met het stadsdeel beschreven. De commissie ziet ook geen concrete aanpak voor het lokale bereik, met de inzet van ambassadeurs, of op welke stadsdelen dit richt. De commissie vindt de inbedding in Nieuw-West of Noord en Zuidoost daarmee beperkt.

Diversiteit & Inclusie

De commissie beoordeelt de bijdrage aan diversiteit en inclusie als zwak.

Behalve de constatering dat er nog werk te verzetten is op dit vlak, kan de commissie in het plan geen sterke visie op diversiteit en inclusie ontdekken. Het plan blikt summier terug op stappen die in de voorgaande periode zijn gezet op het gebied van diversiteit en inclusie. Er wordt weinig uitgeweid over wat er is gerealiseerd van het Actieplan diversiteit en inclusie uit voorgaande periode. De cast, crew en management zijn divers van samenstelling wat betreft onder meer leeftijd, gender en seksuele oriëntatie. De samenwerking met ISH droeg bij aan de diversiteit van de samenstelling van het publiek, maar het plan gaat daar verder niet op in. Hoe is gewerkt aan een divers aanbod is niet toegelicht, afgezien van de pilot met HNTonbeperkt met een gebarentolk en voor het creëren van een prikkelarme bezoekmogelijkheid. De commissie is kritisch dat er nauwelijks doelen zijn gesteld, afgezien van het voornemen om de diversiteit van de samenstelling van cast en crew te vergroten. Het gezelschap streeft naar een zo breed mogelijke representatie binnen het gezelschap op gebied van gender, etniciteit, klasse, etniciteit, klasse, leeftijd, seksuele oriëntatie en fysieke en mentale belastbaarheid. De commissie had hier echter duidelijke keuzes met concrete doelstellingen willen lezen. 

De commissie vindt de aanpak voor een divers en inclusief aanbod, bereik en organisatie niet sterk. De commissie leest in het plan weinig concrete stappen op gebied van aanbod bereik en organisatie. 

Wel ziet de commissie diversiteit vertegenwoordigd in de cast van performers voor de komende periode. De plannen om de Rooney Rule toe te passen bij wervingsacties, het werken met nieuwe creatives en kantoorfuncties door mensen van kleur in te vullen, vindt de commissie erg algemeen en vrijblijvend geformuleerd. Hetzelfde geldt voor de toetsing van het beleid, gebruikmakend van D&I-scans. Het wordt niet duidelijk wat het gezelschap daarmee voor de komende periode voorneemt. 

Uitvoerbaarheid

De commissie beoordeelt de uitvoerbaarheid als voldoende.

De visie op bedrijfsvoering is voor de commissie duidelijk en komt voort uit de reflectie op voorgaande periode. In coronatijd kon het gezelschap stilstaan bij de eigen praktijk en heeft het zich aangewend om meer vooruit te werken. Hier bouwt de Jakop Ahlbom Company komende periode op voort door voorafgaand aan ieder project een LAB, een onderzoeksfase, in te bouwen. In de organisatie zijn afgelopen periode werkgroepen gevormd om op verschillende thema’s te innoveren, zoals op het gebied van duurzaamheid of door een grootschalige ‘immersive experience’ te creëren. Er is stilgestaan bij de ontwikkeling van deze experience, die uiteindelijk geen doorgang heeft gevonden doordat co-investeerders zich terugtrokken. Jakop Ahlbom Company geeft aan dat dit wel een commerciële businesscase heeft opgeleverd, al had de commissie daar meer over willen lezen. Op het gebied van samenwerking is met een aantal ‘verkeringstheaters’ een sterke band gesmeed om onder andere de zichtbaarheid van het gezelschap te vergroten. De Jakop Ahlbom Company hecht veel waarde aan duurzaamheid en heeft stappen gezet om duurzamer te produceren, hetgeen een overtuigend onderdeel uitmaakt van de bedrijfsvoering voor de komende periode. Zo is er in het kader van fossielvrij transport van mensen en middelen gekozen voor eigen elektrische auto’s voor het gezelschap. Er zijn concrete doelen gesteld om in 2028 de Advanced-status volgens het Theatre Green Book te hebben bereikt, de commissie vindt dit een lovenswaardig streven. 

Jakop Ahlbom Company onderschrijft de Governance Code Cultuur en licht dit summier maar adequaat toe. De uitgangspunten van de code worden jaarlijks besproken en de bedrijfsvoering waar nodig bijgestuurd. De directie, tevens bestuur, bestaande uit de artistiek en zakelijk leider, geeft leiding aan de verschillende hoofden marketing, techniek, productie en educatie en legt verantwoording af aan de raad van toezicht. In het plan wordt niet uitvoerig gereflecteerd op de Fair Practice Code. Duidelijk is dat de cao Toneel en Dans wordt toegepast voor alle medewerkers, ook zzp’ers. Het gezelschap geeft aan oog te hebben voor de duurzame inzet van medewerkers en te waken voor overbelasting, maar het plan maakt niet duidelijk welke maatregelen hiervoor worden getroffen. Het gezelschap geeft aan het onderwerp sociale veiligheid belangrijk te vinden en aangesloten te zijn bij Stichting Sociale Veiligheid Podiumkunsten die kan helpen bij het vinden van vertrouwenspersonen. Er is een eigen gedragscode voor een veilige en gezonde werkomgeving maar omdat de commissie geen inzicht heeft in de belangrijkste uitgangspunten kan ze moeilijk beoordelen of de sociale veiligheid daarmee gewaarborgd is. 

Het plan maakt melding van enkele risico’s in de bedrijfsvoering met betrekking tot tegenvallende publieksinkomsten en stijgende kosten. De commissie heeft vertrouwen in de maatregel om met coproducenten te werken om risico’s te spreiden, gezien de sterke coproducenten als Het Nationale Toneel, DeLaMar en De Nationale Opera. 

De commissie heeft vertrouwen in de organisatorische uitvoerbaarheid van het plan, maar plaatst daarbij ook kanttekeningen. De schaalgrootte van de activiteiten ligt in lijn met de voorgaande periode, waardoor de commissie verwacht dat de ervaren directie dit kan realiseren. Ook de sterke coproducenten als De Nationale Opera en theater DeLaMar wekken vertrouwen. Het plan geeft beknopt inzicht in de opbouw van het verdere kernteam, maar biedt geen inzicht in wat de werkwijzen zijn of hoe de verschillende afdelingen zich tot elkaar verhouden. Er wordt de komende periode geïnvesteerd in de organisatie op het gebied van (technische) productie en marketing, om de omvang van de projecten te kunnen managen, maar hoe of wat dit in fte betekent maakt het plan niet helder. 

De publieksinkomsten in 2025 en 2026 zijn vergelijkbaar met voorgaande periode, maar deze zijn plots veel hoger in 2027 en 2028 zonder dat dit wordt toegelicht. Wel heeft de commissie er vertrouwen in dat de publieksopkomsten haalbaar zijn, door de speelbeurten in binnen- en buitenland en het deels commercieel gaan produceren, waarbij de opbrengsten terugvloeien naar het gezelschap. De commissie acht dit met het repertoire van Jakop Ahlbom Company, dat na succes hernomen wordt, realistisch.

De commissie vindt de begroting echter weinig gespecificeerd en de kosten en baten weinig toegelicht. 

Ten aanzien van de financiële huishouding is de commissie kritisch, zo wordt het negatieve resultaat in 2023 uit de conceptrealisatie niet toegelicht; de commissie vermoedt dat dit te maken heeft met het niet doorgaan van de ‘immersive experience’, maar had toelichting verwacht op wat dit betekent voor de financiële positie van de organisatie in komende periode. Op basis van deze gegevens is de eigen vermogenspositie kwetsbaar om het vierjarige plan te dragen.

De financieringsmix vindt de commissie voldoende divers zodat risico’s worden gespreid, met naast publieksinkomsten en subsidies ook inkomsten uit auteursrechten en coproductiebijdragen. 

Conclusie

De commissie adviseert op grond van bovenstaande overwegingen de aanvraag van Jakop Ahlbom Company te honoreren met het gevraagde bedrag van € 215.000 per jaar.

De aanvraag is beoordeeld binnen de adviescommissie Theater.