Intercontinental Ensemble
Inleiding
Intercontinental Ensemble (hierna: IntEns) is een negenkoppige muziekgroep uit Amsterdam die een klassieke formatie nieuw leven inblaast: het nonet. De divers samengestelde groep musici ontdekte het nonet in de studietijd in Amsterdam. Het nonet is een ensemblevorm waarin volgens IntEns het beste van orkestmuziek en kamermuziek met elkaar verbonden kunnen worden. Het ensemble bewerkt zelf hele symfonieën tot nonet. Het speelt symfonieën op plekken waar orkesten niet in passen. Het gezelschap realiseerde drie studioalbums en werkt samen met componisten en artiesten uit verschillende landen. De musici variëren van ervaren orkestspelers en avant-garde veteranen tot mensen met kennis van muziektheater en kindervoorstellingen, en van componisten tot experts in barokmuziek.
In de periode 2025-2028 wil IntEns in Theater Vrijburcht op IJburg een maandelijkse buurtconcertserie realiseren. Het gezelschap organiseert daarnaast schoolconcerten voor vijf- tot achtjarigen, waarin het klassieke muziekstukken op een toegankelijke manier brengt. Het ensemble zal ook nieuw geschreven werk combineren met de negen symfonieën van Beethoven, in bewerkingen voor nonet. De plannen spitsen zich verder toe op vier grote producties, waarvoor IntEns zich verdiept in een concreet thema dat muzikaal vertaald wordt in een avondvullende productie met theatrale aspecten. In 2025 brengt het ensemble een kameropera over Alma Mahler, waarbij muziek uit haar tijd in een nieuwe setting wordt gepresenteerd. In 2026 volgt een monodrama over samenzweringstheorieën, genaamd Parallax. Schuberts liedcyclus Die schöne Müllerin staat in 2027 op het programma in een hedendaagse versie. Tot slot brengt IntEns in 2028 de productie Histoire du Soldat, waarin nieuwe composities van Zeynep Tomaran clashen met het sprookje van Igor Stravinsky en waarin wordt ingezoomd op onze relatie met sociale media.
IntEns ontvangt geen meerjarige subsidie binnen het Kunstenplan 2021-2024. Voor de periode 2025-2028 vraagt de organisatie bij het AFK een bijdrage van gemiddeld € 60.000 per jaar in het kader van het Kunstenplan.
Artistiek belang
De commissie beoordeelt het artistiek belang als voldoende.
De commissie vindt dat er uit het plan een vrij algemene artistieke signatuur naar voren komt. IntEns streeft in zijn werk naar vernieuwing, creativiteit en samenwerking, met als doel een frisse, toegankelijke en levendige benadering van klassieke muziek te presenteren aan het publiek. De musici komen van alle continenten. Niet alleen hun achtergronden, ook hun specialisaties zijn zeer divers. Door het musiceren in een cirkel kan iedereen elkaar makkelijk zien, horen en spreken. Dat haalt volgens het ensemble de hiërarchie weg. De commissie waardeert de toegankelijke en levendige benadering van klassieke muziek die IntEns middels het musiceren in een nonet nastreeft, maar zij mist een duidelijke artistieke identiteit of lijn waaraan het gezelschap herkenbaar is en waarin het echt onderscheidend is ten opzichte van andere gezelschappen.
Doordat de artistieke identiteit niet duidelijk naar voren komt, blijft ook de artistieke vertaling van de signatuur algemeen. Het gezelschap benoemt in het plan vier programmalijnen: The IntEns Experience, Symphonic Illusions, Klassiek voor Kids en IntEns IJburg, die idealiter in elk seizoen aan bod komen. IntEns beschrijft de artistiekinhoudelijke ideeën bij de afzonderlijke programmalijnen op beknopte wijze en in vrij algemene termen, waardoor de commissie verdieping en een nadere uitwerking van de ideeën mist. De commissie vindt het daarentegen aansprekend dat de musici van IntEns zelf de bewerkingen van de muziek maken, waarbij zij naar eigen zeggen de creativiteit en het talent van eenieder naar voren proberen te brengen.
De artistieke signatuur en activiteiten spreken volgens de commissie in beperkte mate tot de verbeelding. In bijvoorbeeld het programma Symphonic Illusions brengt IntEns bekende symfonische werken naar kleinere podia. De commissie waardeert het idee dat met de bewerkingen van het nonet nieuwe stemmen aan het licht kunnen komen voor de luisteraar, en daarmee een nieuwe ervaring wordt geboden aan zowel kenners als leken. De commissie had echter graag meer gedetailleerde uitleg gelezen over hoe bijvoorbeeld de bewerking van een symfonie tot een versie voor nonet in zijn werk gaat, om te kunnen beoordelen op welke wijze dit tot de verbeelding zal spreken. Deze uitwerking had de commissie ook graag gezien bij het programma Klassiek voor Kids. Een programma waarbij IntEns kinderen en hun ouders meeneemt in de wondere wereld van de instrumentele muziek, door middel van op hun belevingswereld toegesneden concerten.
In het plan beschrijft IntEns hoe het gezelschap is ontstaan en welke artistieke activiteiten het sindsdien heeft ontplooid, waaronder: het realiseren van enkele albums, de zoektocht naar nieuw repertoire en het ontwikkelen van een eigen speelstijl. Het ensemble maakt bijvoorbeeld inzichtelijk hoe de blazers en strijkers over en weer van elkaar hebben geleerd. De commissie vindt dat het plan past bij deze artistiekinhoudelijke ervaring en ontwikkeling van de afgelopen jaren en daar logisch op voortbouwt.
Op basis van het plan is duidelijk en overtuigend wat IntEns artistiek en inhoudelijk teweeg wil brengen bij het beoogde publiek en de buurt. Het gezelschap beschrijft beeldend hoe in een ensemble van negen musici elke stem helder en transparant te horen is en hoe dit elk muziekstuk extra spannend voor musici en publiek maakt. Door de cirkelvormige nonet-opstelling beoogt het ensemble beleving en spelplezier met het publiek te delen en de toeschouwers deelgenoot van het stuk te maken. Uit het plan blijkt duidelijk hoe IntEns met de programma’s die gericht zijn op kinderen en scholen, jonge mensen wil laten kennismaken met de wereld van instrumentale muziek en hun creativiteit en verbeeldingskracht wil stimuleren. Voorts vindt de commissie het overtuigend wat het gezelschap in zijn vestigingsplaats IJburg teweeg wil brengen met klassieke muziek: sociale cohesie in de buurt, met name in een nieuwe wijk daar, en een divers samengesteld publiek in aanraking laten komen met hun muziek. De commissie vindt de artistieke activiteiten naar verwachting aansprekend voor het beoogde publiek. De commissie baseert zich hierbij op de door het gezelschap beschreven ideeën voor de activiteiten, ook al zijn die soms nog niet in detail uitgewerkt. Een voorbeeld hiervan is de opzet voor de kameropera Alma, waarin feit en fictie volgens het ensemble zo met elkaar worden vermengd, dat men ze niet meer van elkaar kan onderscheiden. Deze voorstelling houdt het hedendaags publiek naar eigen zeggen een spiegel voor over hoe het beeld dat men van historische figuren heeft, wordt ingekleurd en ingekaderd. De commissie waardeert de uitgebreide beschrijving van de inhoud en achtergronden van de voorstelling, die zij aansprekend acht voor het publiek, maar zij krijgt vooralsnog in beperkte mate een beeld van de muzikale en theatrale uitwerking ervan.
Belang voor de stad
De commissie beoordeelt het belang voor de stad als zwak.
Naar het oordeel van de commissie geeft het plan een heldere visie op het bereik in de stad. IntEns maakt een bewuste keuze door zich met name te richten op IJburg. Door samen te werken met de basisscholen in de wijk en concerten te organiseren in het buurttheater op IJburg, brengt het gezelschap zijn repertoire naar een breder publiek. Daarbij beoogt het aan te sluiten bij de interesses van de lokale bewoners. Door bij deze concerten de toegangsprijzen laag en de concertduur kort te houden, wil het ensemble de concerten toegankelijker maken voor bezoekers. Met het oog op het publieksbereik in de middelgrote zalen in Nederland maakt IntEns gebruik van de diensten van Impuls Art Management. De doelgroepen die het gezelschap noemt, zijn naar het oordeel van de commissie vrij algemeen omschreven, zoals liefhebbers van klassieke muziek en een jonger publiek. De commissie vindt dat het ensemble duidelijk maakt waarom het zich richt op het jonge publiek. Het wil verbinding zoeken met jongeren die nieuwsgierig zijn naar de muziek, maar niet altijd de weg naar de concertzaal vinden. Om de cohesie op IJburg te vergroten, wil het voor kinderen en hun ouders school- en kindervoorstellingen realiseren in samenwerking met de gemengde basisschool ABBS Het Podium en lokale muziekverenigingen. IntEns geeft in het plan inzicht in de mate waarin en de manier waarop het met zijn programmering aanhaakt op de beoogde doelgroepen in de stad. Zo zegt IntEns een jonger publiek te willen bereiken door toegankelijk te programmeren in het buurttheater en daarbij samen te werken met conservatoriumstudenten die in de buurt wonen. De doelgroep van de klassieke muziekliefhebbers sluit volgens de commissie logisch aan bij de kernactiviteit van IntEns. Door middel van kwalitatief hoogstaande uitvoeringen beoogt IntEns dit meer traditionele publiek te behouden en aan te trekken. Ook de schoolconcerten sluiten volgens de commissie aan op het beoogde jonge publiek. De aanpak voor het bereiken en betrekken van de beoogde doelgroepen is volgens de commissie realistisch en passend. Voor grote zaalproducties benadert IntEns landelijke mediapartners, zoals NPO Klassiek en Podium Klassiek. Voor projecten zoals het eerder genoemde Symphonic Illusions, waarin IntEns bekende symfonische werken naar kleinere podia brengt, wordt de marketing op een meer regionaal niveau ingezet met lokale kranten, radiostations en Facebookgroepen. Voor de marketing maakt de organisatie gebruik van de diensten van een persvoorlichter en een communicatiebureau, alsmede de marketingafdelingen van de zalen. Met name voor de kleinere tot middelgrote zalen zet het gezelschap ook de persoonlijke kring van de negen muzikanten in. Dit ziet de commissie als een aanpak die past bij de aard en omvang van de organisatie.
De activiteiten van IntEns dragen volgens de commissie niet bij aan de spreiding van het culturele aanbod en publieksbereik in de stadsdelen Nieuw-West, Noord en Zuidoost. Het ensemble is gevestigd op IJburg, in stadsdeel Oost. Daar beoogt het zijn activiteiten op te bouwen en toegevoegde waarde voor het culturele aanbod van de wijk te leveren. De organisatie heeft de intentie om via een samenwerking met de ABBS scholenkoepel en Stichting Stadsherstel kinderconcerten en symfonische bewerkingen in heel Amsterdam te spelen. Zij licht dit voornemen echter onvoldoende toe en ondersteunt dit niet met bijvoorbeeld intentieverklaringen van beoogde samenwerkingspartners. Over de stadsdelen vermeldt het ensemble alleen dat het de wens heeft om de symfonieën in de Bethelkerk in Noord op te voeren. Hoewel de commissie daar waardering voor heeft, moet zij vaststellen dat het plan geen informatie geeft waaruit blijkt dat het ensemble verbonden is met partners in dat stadsdeel, of dat het daar al ervaring of inbedding heeft. In het plan is geen sprake van voornemens of concrete plannen voor activiteiten in Nieuw-West of Zuidoost.
Diversiteit & Inclusie
De commissie beoordeelt diversiteit en inclusie als zwak.
De commissie is van oordeel dat uit het plan geen overtuigende visie op diversiteit en inclusie spreekt. Het plan noemt wel doelen, maar deze zijn over het algemeen weinig specifiek geformuleerd en onvoldoende toegelicht. IntEns zegt bijvoorbeeld in het plan diversiteit en inclusie zowel intern als extern te bevorderen en te streven naar een veilige omgeving voor de musici met hun diverse achtergronden. De commissie mist hierbij een nadere concretisering. IntEns noemt verder de verankering op IJburg een eerste stap naar het breder uitdragen van diversiteit en inclusie en stelt dat de bevolking van IJburg heel divers is samengesteld, onder andere wat betreft afkomst en sociale klasse. De commissie mist hiervan een nadere onderbouwing. Via de samenwerking met lokale basisscholen op IJburg, en met concerten in het buurttheater beoogt IntEns zijn repertoire naar een breder publiek te brengen. De commissie waardeert het dat het gezelschap het repertoire toegankelijk wenst te maken voor diverse publieksgroepen, maar zij mist ook hier een uitwerking. Het ensemble benoemt voorts het openstaan voor en samenwerken met mensen met verschillende seksuele voorkeuren en religies als een uitgangspunt, ook voor de toekomst. IntEns beschrijft welke rol diversiteit speelt bij artistiek-inhoudelijke keuzes, bijvoorbeeld met betrekking tot vrouwelijke componisten. Het ensemble heeft al regelmatig werk van hedendaagse vrouwelijke componisten in de schijnwerpers gezet en het beoogt een cd te maken met louter werk van vrouwen. De commissie is hierover positief en vindt dit punt goed uitgewerkt en toegelicht in het plan. Over het geheel ziet de commissie in het plan echter onvoldoende welke keuzes IntEns ten aanzien van een diversiteit en inclusie maakt en wat hiervan het beoogd effect zal zijn. De commissie leest in het plan voorts geen duidelijke reflectie op de stappen die in voorgaande jaren ten aanzien van diversiteit en inclusie zijn gezet.
De commissie vindt de aanpak om de doelstellingen ten aanzien van diversiteit en inclusie te verwezenlijken op veel punten niet concreet, overtuigend en realistisch genoeg. IntEns benoemt in het plan het streven om bewust de samenwerking op te zoeken met talentvolle musici van diverse afkomst, religie en cultuur en repertoire te spelen uit verschillende landen. Dit werkt het gezelschap vervolgens niet verder uit. Het plan is summier op het punt van diversiteit en inclusie in de eigen organisatie en stelt in beperkte mate doelen op dit vlak. Naar het oordeel van de commissie benoemt het plan enkele duidelijke en haalbare stappen en acties ten aanzien van het bereik en het aanbod. Bij de buurtconcerten bijvoorbeeld worden toegangsprijzen laag en de concertduur kort gehouden om de drempel te verlagen voor mensen om het ensemble en zijn muziek te ontdekken. Daarnaast zegt IntEns inhoudelijk dicht bij vraagstukken te blijven die in de samenleving spelen, zoals samenzweringstheorieën, de omgang met historische figuren of de gevolgen van parasociale relaties. De organisatie zegt ook bewuster te kijken naar de samenwerkingspartners en het ‘inhuren van meer diverse mensen in de projecten’, hetgeen de commissie een duidelijk, zij het generiek geformuleerd streven vindt.
Uitvoerbaarheid
De commissie beoordeelt de uitvoerbaarheid als goed.
De commissie vindt uit het plan een overtuigende visie op de bedrijfsvoering spreken.
Op dit moment staat de organisatie naar eigen zeggen op een kantelpunt. Volgens IntEns is de groep creatief sterk gegroeid en klaar voor grotere projecten en nieuwe uitdagingen. Met negen personen is het ensemble voor kleine en middelgrote podia echter nog steeds prijzig om te programmeren. Ook zijn na covid veel zalen nog erg voorzichtig, aldus het ensemble. Tegelijkertijd wil de organisatie zich wat betreft de vergoedingen voor de musici houden aan fair pay. De commissie vindt dat IntEns hiermee helder motiveert waarom de organisatie op dit moment ter verwezenlijking van de toekomstplannen een stap wil zetten naar structurele subsidie. IntEns hanteert de Fair Practice Code als leidraad voor eerlijke arbeidsomstandigheden en vergoedingen, waarbij transparantie en communicatie centraal staan. De organisatie volgt de Governance Code Cultuur en zij hanteert een duidelijke organisatiestructuur met een bestuur, directie en een werkgroep van musici. Dit vindt de commissie helder. Thema’s als duurzaamheid en solidariteit komen volgens IntEns aan de orde in interne gesprekken over zowel zakelijke voorwaarden als de creatieve doelen. De organisatie geeft aan dat voorafgaand aan en gedurende de projecten met musici en met ketenpartners aandacht is voor: de werkomstandigheden, het belang van het project voor de ontwikkeling van de musici en voor het publiek en het belang voor de maatschappij. De visie op de bedrijfsvoering houdt daarmee volgens de commissie rekening met de toekomst en maatschappelijke context van de organisatie. In het plan en de toelichting op de begroting reflecteert het gezelschap op de bedrijfsvoering 2021-2023. Daarbij geeft het ensemble een beeld van hoe het de afgelopen jaren heeft gewerkt. De musici dragen tot op heden allen bij aan de organisatie en voeren ook ondersteunende werkzaamheden uit, zoals het bijhouden van de website en sociale media, het voorbereiden en leiden van repetities, het maken van bewerkingen en de productie. IntEns reflecteert op de bedrijfsvoering in de afgelopen jaren, en maakt daarbij duidelijk waar de organisatie op dit moment organisatorisch en financieel staat en waar het naartoe wil werken. Wel ziet de commissie risico’s in de lage reserves en liquide middelen, maar de organisatie reflecteert daar in het plan niet op.
De commissie vindt het activiteitenplan realistisch en uitvoerbaar in organisatorisch en financieel opzicht. De musici van IntEns zijn samen verantwoordelijk voor het creëren en bijhouden van nieuwe programma’s, alsmede het betrekken van hun eigen achterban. De musici worden per project ingehuurd. De zakelijk directeur is verantwoordelijk voor de verkoop van de concerten. Waar nodig wordt extra mankracht ingehuurd voor productie en concertregistraties. De in het plan beschreven bestaande en toekomstige samenwerkingspartners vindt de commissie passend en realistisch voor het goed ten uitvoer kunnen brengen van het activiteitenplan. Voorbeelden van deze partners zijn: basisscholen, buurttheaters, het Muziekgebouw aan het IJ, maar ook mediapartners als NPO Klassiek of Podium Klassiek.
Er is naar het oordeel van de commissie sprake van een passende en gevarieerde financieringsmix, bestaande uit sponsoring, uitkoopsommen, landelijke subsidie en incidentele private middelen. De begrote sprong in publieksinkomsten vindt de commissie groot, maar zij constateert dat deze is gerelateerd aan een in haar ogen realistische groei van het beoogde aantal optredens in de toekomst. De organisatie heeft de ambitie om de reeds substantiële steun van donateurs verder te laten groeien en zo minder afhankelijk te worden van uitkoopsommen.
De commissie is er niet zonder meer van overtuigd dat de financiële huishouding voldoende op orde is om het vierjarige plan te dragen. Zo beschikt de organisatie over weinig liquide middelen en zijn ook de reserves krap bemeten.
Conclusie
De commissie adviseert op grond van de bovenstaande overwegingen de aanvraag van Intercontinental Ensemble te honoreren met het gevraagde bedrag van € 60.000 per jaar.
De commissie constateert dat er na beoordeling van alle aanvragen onvoldoende budget beschikbaar is om de aanvraag te honoreren.
De aanvraag is beoordeeld binnen de adviescommissie Muziek en Muziektheater.