ICK Dans Amsterdam

Dans
Aangevraagd: € 757.500
Toegekend: € 500.000

Inleiding

ICK Dans Amsterdam (hierna: ICK) is een dansinstituut onder leiding van Emio Greco en Pieter C. Scholten, opgericht in 1995. ICK is huisgezelschap van Theater De Meervaart in Nieuw-West. ICK richt zich op drie functies, bestaande uit een dansgezelschap, waarbinnen ensemble, repertoire en junior company centraal staan; een productiehuis voor nieuwe makers en dansers en een kenniscentrum met eigen ontwikkelde methodiek. Ook focust ICK zich op het in 2021 geopende Space for Dance Art, een nieuw cultuurhuis waar dansvoorstellingen en -onderzoek plaatsvinden. ICK beschrijft het internationale dansveld, multidisciplinariteit, onderzoek en talentontwikkeling als belangrijke onderwerpen.

In de periode 2025-2058 zet ICK in op het inbedden van haar artistieke ambities in de structuur van de organisatie en daarnaast het bereiken van een breder publiek middels Space for Dance Art. ICK blijft het concept ‘Het Lichaam in Opstand’ aanhouden als rode draad voor haar projecten, waarvoor zij zeven uitgangspunten hanteert en waarbinnen producties worden ontwikkeld. Hiermee tracht ICK dans te verbinden aan maatschappelijke vraagstukken, diversiteit en inclusie. ICK brengt haar werkzaamheden onder in de programmalijnen Creëren, Produceren, Onderzoeken en Ontwikkelen. In publieksbeleid wordt de verdeling Verbinden en Meedoen gemaakt. ICK richt haar artistieke beleid op verdieping en specialisatie en wil daarbij kijken naar langetermijneffecten, continuïteit en duurzaamheid.

ICK Dans Amsterdam ontvangt een vierjarige subsidie 2021-2024 binnen het Kunstenplan van € 757.449 per jaar (incl. indexatie 2024).

Voor de periode 2025-2028 vraagt de organisatie bij het AFK een bijdrage van gemiddeld € 757.500 per jaar in het kader van het Kunstenplan.

Artistiek belang

De commissie beoordeelt het artistiek belang als voldoende.

De commissie leest in het plan dat ICK voor zichzelf drie functies onderscheidt: als dansgezelschap (met de daaraan verbonden junior company ICK-Next), kenniscentrum en productiehuis. Deze waren in voorgaande periode gekoppeld aan de drie pijlers Company, Artist Space en Academy. ICK laat deze drie pijlers de komende periode vervallen en brengt alle activiteiten van de drie functies onder in de programmalijnen Produceren, Creëren, Onderzoeken en Ontwikkelen. Binnen de programmalijn Produceren, die de producties van het dansensemble en de junior company ICK Next bundelt, ziet de commissie een duidelijke artistieke signatuur terug. De commissie vindt het van artistieke eigenheid getuigen dat ICK consequent werkt vanuit dezelfde uitgangspunten: ‘Het Lichaam in Opstand’ en ‘quichotisme’, die volgens de commissie leiden tot ICK’s sterke fysieke taal. Daarnaast ziet de commissie de artistieke signatuur in de zelf ontwikkelde DS/DM-werkmethode en Sensorium Toolkit, die bijdragen aan onderzoek in de dans. De commissie ziet deze signatuur ook terug in ICK’s zeven artistieke uitgangspunten, zoals ‘het intuïtieve lichaam’ en ‘Eros’, en vindt deze tot de verbeelding spreken. Binnen haar werkmethode neemt ICK ook AI mee. De commissie is nieuwsgierig wat dit aan artistiek onderzoek oplevert.

Als dansgezelschap bouwt ICK volgens de commissie helder voort op haar artistieke ontwikkeling over een periode van dertig jaar en het daarin opgebouwde oeuvre van ICK. ICK ontwikkelt haar producties op dezelfde voet voort en heeft daarmee volgens de commissie een heldere identiteit. De vertaling van de artistieke signatuur naar de activiteiten vindt de commissie echter niet overal even helder, door de grote hoeveelheid aan uitgangspunten en activiteiten.

De in het plan beschreven programmalijn Ontwikkelen bestaat enerzijds uit talentontwikkeling voor nieuwe makers en anderzijds uit de talentontwikkeling voor jonge dansers binnen de junior company ICK-Next. De commissie is zeer kritisch op het onderdeel talentontwikkeling voor nieuwe makers, dat onder andere plaatsvindt in de ‘Space for Dance Art’ in Nieuw-West, dat in voorgaande periode onderdeel was van de productiehuisfunctie, de pijler Artist Space. De commissie leest niets over de artistieke keuzes voor de makers. Wat de geboden begeleiding is wordt in vrij algemene termen beschreven, de commissie had bijvoorbeeld willen zien hoe een op maat gesneden traject voor een maker eruit ziet, op basis van de behoeften van de maker. Ook krijgt de commissie nog weinig beeld van de wijze waarop bijvoorbeeld de reflectie en feedback is ingericht en de wijze waarop er productionele ondersteuning plaatsvindt.

Het blijft voor de commissie ook onduidelijk hoe dit onderdeel zich afgelopen periode artistiek heeft ontwikkeld. De commissie is daardoor niet overtuigd van het artistiek belang van het onderdeel talentontwikkeling voor nieuwe makers. In voorgaande periode adviseerde de Amsterdamse Kunstraad in een tussenevaluatie ervoor te zorgen dat talentontwikkeling goed verankerd is in de organisatie. Des te meer had de commissie reflectie verwacht op de stappen die gemaakt zijn om talentontwikkeling artistiek in de organisatie te borgen en hoe dit inhoudelijk wordt doorontwikkeld. Die reflectie geeft het plan niet. 

De commissie leest dat ICK als gezelschap weet wat zij teweeg wil brengen bij het publiek: zij gelooft dat ‘de zeggingskracht van het dansende, bewegende lichaam’ een antwoord kan bieden op de complexiteit van de samenleving. Dit blijkt volgens de commissie bijvoorbeeld uit de productie WE, the LUST, dat als thema menselijke veerkracht heeft. Ook ziet de commissie artistieke betekenis voor het publiek door de interdisciplinariteit, bijvoorbeeld in de coproductie MYSTIC, waarbij hiphop en klassieke Indiase vocalen worden verenigd. Deze interdisciplinariteit kan volgens de commissie zowel danspubliek als publiek daarbuiten aanspreken, aansluitend op ICK’s beoogde doelgroepen.

De commissie heeft kanttekeningen bij de artistieke betekenis voor de makers van het onderdeel talentontwikkeling voor nieuwe makers (onderdeel van de programmalijn Ontwikkelen). Zij ziet niet wat ICK bij de makers teweeg wil brengen. Zo staan in het plan geen werkmethode of makerstrajecten beschreven. Ook wordt de expertise niet geduid die ICK inzet om de begeleiding te laten aansluiten bij de ontwikkeling van de makers. 

De commissie vindt de artistieke betekenis voor de stad aanwezig met de Space for Dance Art waar ICK is gevestigd in Nieuw-West, als een belangrijke podiumplek voor de dans. De commissie vindt het in algemene zin voor het makersklimaat in de stad van groot belang dat er een productiehuisfunctie voor dans is met ruimte voor de ontwikkeling van de eigen artistieke signatuur van makers. De commissie is echter niet overtuigd van de wijze waarop ICK invulling geeft en wil geven aan de talentontwikkeling voor nieuwe makers. Daardoor heeft ze op basis van het plan weinig vertrouwen in de artistieke betekenis van deze activiteiten voor de stad.

Belang voor de stad 

De commissie beoordeelt het belang voor de stad als voldoende.

De commissie ziet dat ICK visie op het bereik in de stad heeft. De commissie vindt dat ICK haar bestaande doelgroepen, met name verbonden aan de eigen locatie Space for Dance Art, duidelijk voor ogen heeft. Zo omschrijft ICK haar doelgroepen bijvoorbeeld als buurtbewoners, dansprofessionals, kinderen, scholieren, studenten en algemene dansliefhebbers. De commissie vindt dit passende doelgroepen voor deze locatie. Daarnaast richt ICK zich op een Amsterdams, landelijk en internationaal publiek voor haar producties in de theaters.

Volgens de commissie past de aard en omvang van het publiek bij de aard en omvang van de producerende activiteiten en is er sprake van een realistisch publieksbereik voor komende periode, dat voor deze activiteiten in lijn ligt met voorgaande periode. De commissie ziet in het plan niet onderbouwd wat het beoogde aantal deelnemers voor de programmalijn Ontwikkelen in komende periode is, zodat ze niet kan inschatten of de voorgenomen deelnemersaantallen passend zijn bij de omvang van de activiteiten. Enkel de in- en uitstroom tot en met 2023 is genoemd.

De commissie vindt het te waarderen dat ICK recent een klein publieksonderzoek heeft gedaan, dat zij de komende periode uit wil breiden door te investeren in databases met gegevens van bezoekers. Voor het publieksbereik van de producties van het gezelschap beschrijft ICK een passende marketingaanpak met een nieuwsbrief, mailinglijsten van theaters, online content en online dialoog, om publiek te betrekken bij totstandkoming van aantrekkelijk communicatiemateriaal.

De commissie vindt daarmee de aanpak voor het bereiken van publiek voor de professionele producties overtuigend, maar voor het werven van deelnemers voor de lokale activiteiten in Space for Dance Art ontbreekt volgens de commissie nog een concrete aanpak.

Doordat ICK gevestigd is in Space for Dance Art in Nieuw-West en daar ook een deel van de activiteiten plaatsvindt, levert ICK voornamelijk een bijdrage aan de spreiding van de activiteiten in dat stadsdeel. Naast de producties van het gezelschap die in Nieuw-West in Theater de Meervaart te zien zijn, zijn dit verder veelal kleinschalige lokaal gerichte activiteiten zijn. Een groot deel van het publiek wordt daarmee elders bereikt, namelijk in stadsdeel Centrum. De commissie vindt het draagvlak voor de buurtgerichte activiteiten op de eigen locatie Space for Dance Art niet overtuigend aanwezig. Dit betreft buurtgerichte workshops, bestaande uit DS/DM-lessen vanuit ICK’s werkmethode, danscursussen voor amateurs en professionals en open repetities. De commissie had graag willen lezen hoe ICK ervoor zorg draagt dat het aanbod binnen de Programmalijn Meedoen aansluit bij de interesses en behoeften van de bewoners in het stadsdeel en hoe ICK er met een concrete aanpak voor zorgt dat bewoners deze activiteiten daadwerkelijk bijwonen. Dat vindt de commissie nu niet duidelijk uit het plan spreken. De commissie ziet wel passende lokale samenwerkingspartners waarmee draagvlak kan worden gecreëerd zoals Meervaart Jong en CircusLab. Temeer omdat ICK aangeeft een plek voor ontmoeting te willen creëren, waren concrete voorbeelden van activiteiten voor de gemeenschap, en hoe deze in samenspraak met de doelgroepen tot stand komen, verhelderend geweest. Ook een gerichte marketingaanpak om bewoners naar de eigen locatie in Nieuw-West te krijgen leest de commissie nog niet.

Diversiteit & Inclusie

De commissie beoordeelt de bijdrage aan diversiteit en inclusie als zwak.

De commissie leest in het plan geen overtuigende visie op diversiteit en inclusie. De commissie leest dat diversiteit en inclusief werken bij ICK gaat over ‘de verscheidenheid van lichamen die een enkelvoudige identiteit overstijgen’. Dit vindt de commissie een te algemeen gesteld uitgangspunt. De commissie leest in het plan wel bewustzijn van het belang van diversiteit en inclusie terug, maar er ontbreekt in het ondernemingsplan een heldere reflectie op wat er in dit opzicht in de afgelopen periode is gedaan en bereikt. Wel benoemt ICK dat in de internationale organisatie makers, medewerkers en toezichthouders divers zijn in afkomst, al wordt dit in het plan niet verder geduid. ICK geeft aan dat dit zich ook weerspiegelt in programma, publiek en partners. De commissie onderschrijft dat een internationale organisatie een kansrijke basis biedt, maar niet per definitie of vanzelfsprekend bijdraagt aan een betere representatie van de verschillende achtergronden en verhalen in de stad. Wel leest de commissie reflectie op de stappen die de organisatie heeft gezet in de afgelopen periode in aanbod: zo zijn er in het project Art+Care sociaal-maatschappelijke en inclusieve dansprojecten gerealiseerd, waaronder L’Age d’Or met en voor kinderen met een beperking. De commissie had echter willen lezen welke keuzes ICK voor de komende periode maakt ten aanzien van culturele diversiteit, diversiteit in de zin van gender en seksualiteit, bijdragen aan sociaal-economische kansengelijkheid en/of het vergroten van de toegankelijkheid voor mensen met een beperking. Tevens leest de commissie geen concreet beschreven doelstellingen in het plan voor de komende periode. 

De commissie ziet geen aanpak beschreven om te werken aan diversiteit in het publieksbereik en aan een diverse en inclusieve organisatie. ICK geeft aan te streven naar diverser samengesteld publiek, maar de commissie mist een concrete invulling en aanpak daarvan. De commissie leest dat de raad van toezicht diversiteit naar leeftijd, etnische achtergrond en geslacht waarborgt, maar niet hoe dat gebeurt. Ook is er geen verdere aanpak op het gebied van diversiteit en inclusie voor de organisatie benoemd. De commissie herkent een aanpak ten aanzien van diversiteit en inclusie wel terug in het aanbod voor komende periode en in de biculturele makers waarmee de organisatie de komende periode werkt, bijvoorbeeld TREVOGA Collective en Ainhoa Hernández Escudero. Ook in thematiek van het aanbod ziet de commissie aandacht voor diversiteit in gender en seksualiteit terug, bijvoorbeeld in het onderzoeksproject TO REDEEM THE WORK OF FOOLS van Robin Nimanong, dat zoals ICK zelf aangeeft een ‘queer ecologie setting’ beoogt. 

Uitvoerbaarheid

De commissie beoordeelt de uitvoerbaarheid als voldoende.

De commissie ziet in het plan een toekomstgerichte visie op bedrijfsvoering, waarin ICK voldoende stilstaat bij hoe zij met mensen en middelen wil omgaan. ICK beschrijft een heldere taakverdeling binnen het team. ICK reflecteert beknopt, maar voldoende op haar bedrijfsvoering in de periode 2021-2023 en bouwt daar komende periode op voort. De commissie waardeert dat ICK een meer duurzame, meer bottom-up en programmatische werkwijze wil bestendigen, met daarin meer draagvlak en gedeelde verantwoordelijkheid. Zo wil de organisatie de benodigde kwaliteiten binnenhalen en AI inzetten om werkprocessen te stroomlijnen. De commissie vindt dit voornemen lovenswaardig. ICK had daarbij echter meer kunnen onderbouwen wat ze zich daarbij ten doel stelt en welke ervaringen hier eventueel al mee zijn opgedaan.  ICK licht het volgen van de Governance Code Cultuur beperkt toe. Zij meldt dat jaarverslagen hierop reflecteren. De commissie leest dat gezien de veranderende organisatiestructuur van ICK, met het loslaten van de pijlers Company, Artist Space en Academy van voorgaande periode, de raad van toezicht een organische transitie van het management nodig vindt. Mede in relatie tot de Governance Code Cultuur, had de commissie willen lezen hoe de raad van toezicht deze transitie gaat begeleiden. De raad van toezicht wordt nog uitgebreid. De commissie had graag willen weten welk profiel en expertise wordt beoogd voor deze nieuwe kandidaat, juist ook in het licht van de beoogde organisatieontwikkeling. ICK beschrijft goed hoe zij de Fair Practice Code hanteert. Dansers zijn in vaste dienst waarbij ICK de cao Toneel en Dans volgt. De commissie vindt het echter niet passend dat ICK nieuwe dansers bij de junior- company ICK-Next vraagt een volledig jaar te werken voor een stagevergoeding. De commissie ziet goede stappen in het borgen van sociale veiligheid, door een gedragscode, twee externe vertrouwenspersonen en feedbacksessies. De keuze voor de senior repetitor als extra vertrouwenspersoon, iemand die intern betrokken is maar kennis heeft van het dansveld, vindt de commissie een mooie aanvulling daarop. De commissie vindt dat ICK ontoereikend ingaat op risicoscenario’s. Er wordt in het plan gesteld dat met een basisorganisatie, inzet van AI en een verrijkt personeelsbestand er meer evenwicht is in baten en lasten, en efficiënter financieel beheer plaats vindt. Dit concretiseert voor de commissie niet voldoende hoe het benoemde risico op budgetoverschrijding wordt aangepakt en hoe ICK tegenvallers gaat opvangen.

De commissie heeft vertrouwen dat de activiteiten als dansgezelschap met ICK’s organisatorische expertise uitvoerbaar zijn. Wel vindt de commissie het een aandachtspunt dat de beoogde verduurzaming en toekomstbestendigheid van de organisatie onder druk kunnen komen te staan door de grote hoeveelheid en diversiteit aan typen activiteiten. Dit betreft met name ook de activiteiten in de Space for Dance Art, die ICK ontplooit naast de producerende activiteiten van het gezelschap. In de veelheid aan activiteiten binnen de verschillende programmalijnen, kan de commissie geen duidelijke prioriteiten onderscheiden voor de organisatie. Daarin ziet de commissie organisatorische risico’s, met name dat ICK niet de benodigde aandacht voor de makers binnen het onderdeel talentontwikkeling kan garanderen. Dat wordt versterkt doordat uit het plan niet duidelijk wordt welke menskracht en middelen ICK voor dit onderdeel uittrekt. De commissie had hier meer inzicht in willen krijgen.  De commissie vindt de financiële huishouding kwetsbaar: afgaande op de balans is er maar beperkte ruimte voor tegenvallers. De meerjarenbegroting voor komende periode laat in de periode 2025-2027 jaarlijks een negatief exploitatieresultaat zien, met enkel in 2028 een licht positief resultaat. De commissie vindt zeer risicovol dat het eigen vermogen de komende periode wordt ingezet om de verwachte tekorten te dekken en vindt dat ICK hierop weinig reflecteert. 

De begroting vindt de commissie niet helder toegelicht. Het wordt niet duidelijk wat de kosten en baten van de verschillende programmalijnen en producties of activiteiten daarbinnen zijn. Daardoor krijgt de commissie geen inzicht in het realisme van de begroting. De financieringsmix vindt de commissie passend bij de organisatie, met publieksinkomsten, publieke en private bijdragen, waarmee risico’s worden gespreid. De commissie ziet de coproductiebijdragen van partners echter niet terug in de begroting of in de toelichting daarop. Door deze genoemde kwetsbaarheden ziet de commissie wel risico’s voor de financiële haalbaarheid van het plan.

Conclusie

De commissie adviseert op grond van bovenstaande overwegingen de aanvraag van ICK Dans Amsterdam gedeeltelijk te honoreren met een bedrag van € 500.000 per jaar. De commissie adviseert geen subsidie toe te kennen aan het onderdeel talentontwikkeling voor nieuwe makers binnen de programmalijn Ontwikkelen, omdat ze niet is overtuigd van de artistieke uitwerking, de artistieke betekenis voor de makers en de stad, en een risico ziet ten aanzien van de organisatorische en financiële haalbaarheid.

Adviseur Roshanak Morrowatian heeft niet deelgenomen aan de beraadslaging over dit advies.