Het Ketelhuis

Film
Aangevraagd: € 420.000
Toegekend: € 0

Inleiding

Het Ketelhuis is een filmtheater dat zich toelegt op kwetsbare Europese en Nederlandse arthousefilms. Ze wil tevens een thuishaven en kantine zijn voor de Nederlandse, veelal in Amsterdam gevestigde filmindustrie: ze wil de plek zijn waar juist eigenzinnige filmmakers kansen krijgen en waar debat over en reflectie op de vaderlandse cinema in zijn volle breedte wordt gefaciliteerd en aangezwengeld. Als permanente cultuuraanbieder in het Westerpark bestaat de bioscoop al 25 jaar, waar ze zich ook als verbinder binnen de buurt ((Nieuw-)West, Houthavens, Sloterdijk) wil opstellen. De bioscoopzalen en het (vegetarische) café-restaurant beogen voor sociale cohesie te zorgen: Het Ketelhuis wil zoveel mogelijk verschillende groepen binnen de samenleving fysiek bij elkaar te brengen en verbinden via film.
Als plek die de nadruk legt op de (Nederlandse) kwaliteitscinema en die een onmisbare schakel wil vormen binnen de Nederlandse filmwereld geeft Het Ketelhuis aan een uitgesproken signatuur te hebben, waarmee ze een unieke positie wil innemen binnen de Amsterdamse filmtheaters en daarmee in het culturele veld.

Het Ketelhuis wil de komende jaren focussen op de volgende drie speerpunten, omdat die het filmtheater in haar ogen uniek maken en die gezien het culturele en politieke landschap volgens haar belangrijker zijn dan ooit: een podium bieden voor de kwetsbare arthousefilm (met nadruk op de Nederlandse), een verbindende factor voor de buurt vormen en de Nederlandse makers/vakwereld faciliteren en stimuleren. Dit wil ze doen via een aangescherpte (speciale) programmering waarin de Nederlandse film een rol speelt en die tegelijkertijd de betrokkenheid van de buurtbewoners stimuleert.

Ze wil zich opwerpen als actieve speler binnen de Nederlandse filmindustrie door relevante onderwerpen te agenderen en debatten aan te zwengelen. Om de programmering inclusiever te maken, gaat ze werken met freelance programmeurs. Het Ketelhuis wil bouwen aan zijn naamsbekendheid omdat uit onderzoek is gebleken dat nog lang niet iedereen Het Ketelhuis als een bruisende plek ziet waar filmmakers, liefhebbers van de kwaliteitsfilm en buurtbewoners elkaar treffen. Ze wil met een vernieuwde socialmediastrategie een nog scherper, spraakmakender profiel creëren.

Het Ketelhuis ontvangt een vierjarige subsidie 2021-2024 binnen het Kunstenplan van € 319.717 per jaar (incl. indexatie 2024).

Voor de periode 2025-2028 vraagt de organisatie bij het AFK een bijdrage van gemiddeld € 420.000 per jaar in het kader van het Kunstenplan.

Artistiek belang

De commissie beoordeelt het artistiek belang als zwak.

De commissie is van mening dat Het Ketelhuis een herkenbare signatuur heeft, maar dat deze scherper geformuleerd had kunnen worden. Ze vindt dat de ontwikkeling van Het Ketelhuis stagneert en mist een goede reflectie en onderbouwing van de artistieke keuzes. Het Ketelhuis profileert zichzelf als huiskamer (ofwel 'clubhuis') van de Nederlandse filmindustrie en als filmhuis voor de Europese kunstzinnige of arthousefilm. De commissie vindt dat Het Ketelhuis wel het belang beschrijft van aandacht voor de Nederlandse en de Europese arthousefilm, maar dat ze hierbij weinig artistieke duiding geeft. Ze gaat weinig in op trends en ontwikkelingen, en op wat zij bijvoorbeeld mist en wil stimuleren bij de Nederlandse film. Het Ketelhuis noemt enkele onderwerpen die ze onder de aandacht heeft gebracht, zoals fair practice. Dit is volgens de commissie wel een belangrijk, maar geen artistiek inhoudelijk onderwerp. De commissie constateert ook dat veel festivals in Nederland inmiddels een programma voor professionals hebben, waarin gereflecteerd wordt op de stand van zaken binnen de Nederlandse filmindustrie. Het Ketelhuis verhoudt zich in het plan niet tot deze veranderde omstandigheden en acteert er niet naar, waardoor de commissie zijn positionering als clubhuis minder evident vindt. De commissie mist in voorliggend plan een goede reflectie en daaruit voortkomend de ambitie en gedrevenheid om nieuwe manieren te vinden om de artistieke Nederlandse film naar een hoger niveau te tillen.

In het programma kiest Het Ketelhuis ervoor om films van Nederlandse bodem langer, vaker en op gunstiger tijdstippen te vertonen dan andere bioscopen doen. Om het Nederlandse clubhuisgevoel te bewerkstelligen organiseert Het Ketelhuis daarnaast diverse activiteiten zoals een podcast en debatavonden. De komende jaren wil Het Ketelhuis nog meer inzetten op jonge regisseurs en films die (nog) geen distributeur hebben. Binnen de internationale arthouse-programmering heeft Het Ketelhuis enkele series, zoals Deutsches Kino, Beeldbestormers over vrouwen in de film en de Rebellenclub met documentaires over milieu en duurzaamheid. De commissie had graag iets meer gelezen over de selectiecriteria die aan het programma ten grondslag liggen. Ze ziet in de programmering de signatuur echter wel terug, met de aandacht voor Nederlandse en Europese arthousefilms. De commissie waardeert dat Het Ketelhuis een goede gastheer is voor andere initiatieven in de stad, zoals de Roze Filmdagen en het Koerdisch Filmfestival. Op basis waarvan deze partnerorganisaties gekozen worden in relatie tot de eigen identiteit van Het Ketelhuis, had naar mening van de commissie scherper geduid kunnen worden.

De commissie vindt het in grote lijnen helder wat Het Ketelhuis bij publiek en in de buurt teweeg wil brengen, maar heeft kritische kanttekeningen over de uitwerking hiervan. Het Ketelhuis profileert zichzelf als verbindend filmtheater en als filmhuis voor de buurt. Dit komt volgens de commissie het meest duidelijk naar voren in het programma Film & Soep, waarbij buurtbewoners elkaar beter leren kennen onder het genot van een kopje soep, na afloop van een filmvertoning. De commissie waardeert dit initiatief. Dit programma draait echter al enkele jaren en de commissie vindt dat Het Ketelhuis er juist daardoor meer toelichting op had kunnen geven. Het is niet duidelijk welke mensen uit de buurt worden bereikt, of dit een grote steeds wisselende groep is of een kleine stabiele groep. Daardoor komt het verbindende effect van dit evenement voor de commissie niet goed uit de verf. Daarnaast geeft Het Ketelhuis ruimte aan organisaties uit de buurt, zoals de Buurtboerderij en de Avondvierdaagse. Hoewel dit geen artistieke activiteiten zijn, blijkt hieruit voor de commissie wel dat buurtorganisaties Het Ketelhuis weten te vinden.

Met het filmprogramma wil Het Ketelhuis de liefde voor de Nederlandse films aanwakkeren, meer kennis genereren met verdiepende randprogramma’s en de vakwereld inspireren middels debat. Met professionele partners als DAFF en met persvertoningen wordt de vakwereld in de ogen van de commissie goed bediend. Met het educatieprogramma wil Het Ketelhuis kinderen hun eerste filmervaring geven en kwalitatief hoogstaande, maar vaak slecht bezochte Nederlandse jeugdfilm, onder de aandacht brengen. Hiermee wil het kinderen aan het denken zetten over zichzelf en hun eigen omgeving. Door een combinatie van kijken en maken vindt de commissie dit aansprekend voor de jonge doelgroep. Het Ketelhuis wil de komende jaren zich ook gaan richten op mbo’s. Hoe dit programma er uit gaat zien, leest de commissie niet terug in het plan. De artistieke betekenis voor deze doelgroep is daarom niet te herleiden.

Belang voor de stad

De commissie beoordeelt het belang voor de stad als zwak.

De commissie leest in het plan een beperkte visie op het beoogde bereik van Het Ketelhuis. Uit de bezoekcijfers van de afgelopen jaren blijkt dat Het Ketelhuis een consistent en trouwe bezoekersschare heeft en dat de bezoekcijfers uit het coronadal zijn gekomen. Dat vindt de commissie goed om te zien. Het Ketelhuis geeft geen overzicht van de beoogde doelgroepen, maar de commissie maakt uit het plan op dat het filmhuis zich in ieder geval wil richten op de filmprofessionals, de buurtbewoners en scholieren. De film- en randprogrammering sluiten volgens haar goed aan bij de filmindustrie. De thema ́s en debatten zijn actueel en Het Ketelhuis heeft door haar jarenlange ervaring in de sector en haar netwerk voldoende kennis opgebouwd van deze doelgroep.

Wat het bereiken van publiek betreft ziet Het Ketelhuis ruimte voor verbetering. Daarom heeft ze onlangs een merkonderzoek laten doen. Hieruit kwam naar voren dat Het Ketelhuis een hoge waardering krijgt van zijn bezoekers, maar dat ze tegelijkertijd een lage bekendheid heeft. Dat betekent in de ogen van de commissie dat de rol van verbinder die Het Ketelhuis beoogt, nog weinig handen en voeten heeft. Om verschillende groepen met elkaar te verbinden moet je immers bekend zijn bij verschillende groepen mensen. De commissie mist ook informatie in het plan over de samenstelling van de buurt en de recente verandering van de buurt met de ontwikkeling van bijvoorbeeld de Houthaven. Het Ketelhuis stelt dat met de uitbreiding van Haven-Stad haar gebiedsbereik zich zal gaan uitstrekken tot Nieuw-West. Dat vindt de commissie op basis van het plan niet overtuigend omdat er geen doorkijkje wordt geboden naar de verschillende doelgroepen in dit gebied in wording. Ze vindt dat Het Ketelhuis meer onderzoek kan doen naar de interesses van zowel haar huidige bezoekers als van het potentiële publiek, zodat ze haar publiek beter leert kennen en hier gericht op kan handelen.
Het plan van aanpak beperkt zich tot de aanscherpingen die Het Ketelhuis wil doen in haar communicatie op basis van het onderzoek. Het Ketelhuis geeft aan de komende periode haar naamsbekendheid te willen vergroten en het contact met divers samengestelde doelgroepen te willen intensiveren. Zo wil Het Ketelhuis aantrekkelijker worden voor jongeren. Dit is al langer een wens, maar kon door de pandemie niet gerealiseerd worden. De commissie begrijpt de wens, maar leest niet in het plan hóe de organisatie deze groep denkt te interesseren. In meer algemene zin wil Het Ketelhuis investeren in het professionaliseren van haar social media output en een verbeterde website ontwikkelen. Deze aanpak vindt de commissie vrij algemeen en niet concreet gemaakt per doelgroep. Het Ketelhuis wil een podcast over de Nederlandse filmgeschiedenis gaan maken om het publiek te enthousiasmeren. De commissie vindt dat hiermee veel energie gaat naar een relatief kleine doelgroep. Ze vindt dat de prioriteit zou moeten liggen bij het maken van een helder communicatieplan. De stap om beter zichtbaar te zijn op social media vindt de commissie op zich goed, maar ze merkt ook op dat dit voor een organisatie die al zo lang bestaat, wat aan de late kant is. 

Het Ketelhuis geeft aan dat geen van de activiteiten plaatsvinden in de stadsdelen Nieuw-West, Noord of Zuidoost. Op basis daarvan stelt de commissie vast dat de activiteiten van Het Ketelhuis niet bijdragen aan spreiding van het culturele aanbod in deze stadsdelen.

Diversiteit & inclusie

De commissie beoordeelt de diversiteit en inclusie als zwak.

Het Ketelhuis vertaalt diversiteit en inclusie in de opvatting dat iedereen mee moet kunnen doen in de maatschappij. De organisatie benoemt daarbij in het plan de groeiende kloof tussen rijk en arm, alsook de lgbtqia+-gemeenschap, mensen met fysieke beperkingen en culturele diversiteit. De commissie is van mening dat deze opvatting erg algemeen van aard is en dat in het plan een overtuigende en intrinsiek gevoelde visie op diversiteit en inclusie mist. De keuze voor de vier onderwerpen waar de regeling op focust zijn naar mening van de commissie weinig onderbouwd en het plan maakt niet duidelijk wat het beoogde effect zal zijn op het aanbod, en het bereik van mensen en organisatie. De reflectie beperkt zich tot het benoemen van incidentele gebeurtenissen, zoals een nagesprek bij Kleinkinderen van de Oost. De commissie mist hier een overkoepelende blik en een analyse, waar nieuwe concrete doelstellingen uit voortkomen.

De commissie leest in het plan geen duidelijke stappen en acties om de diversiteit en inclusie te verbeteren. In het vorige advies miste de commissie een proactieve houding om de culturele diversiteit van programma, publiek en organisatie te verbeteren. De commissie ziet hierin geen verandering. Zo is het aandeel mensen met een biculturele achtergrond in de organisatie gelijk gebleven, waaruit blijkt dat het streven naar verandering bij vrijkomende vacatures, weinig oplevert. Omdat Het Ketelhuis de ambitie heeft het aantal fte's te willen uitbreiden, wordt een kruisbestuiving met Pepr voorgesteld om met freelance programmeurs van kleur te werken. De commissie vindt dit vrijblijvend, omdat dit niet leidt tot veranderingen in het kernteam. Zij is kritisch over de opmerking in het plan dat biculturele programmeurs moeilijk te vinden zijn. Ze vindt dat Het Ketelhuis daar juist toonaangevend in zou kunnen zijn door een actieve zoektocht te doen via haar brede netwerk in de filmindustrie.

De freelancers zullen volgens Het Ketelhuis gaan bijdragen aan een meer diverse programmering. Ze moeten Het Ketelhuis helpen de scope te verbreden en uit hun eigen bubbel te stappen. De commissie mist echter een concrete uitwerking van dit voornemen. Op gebied van programma ziet de commissie diversiteit en inclusie terug in sommige projecten, zoals het programma rondom vrouwelijke filmmakers. Hierin mist de commissie echter een bewust beleid en zonder doelstellingen kan er ook geen overtuigende aanpak worden gemaakt om doelstellingen te verwezenlijken.

Het Ketelhuis geeft aan dat ze de kloof tussen arm en rijk en hoog- en laagopgeleid publiek wil verkleinen door de groepen fysiek bij elkaar te brengen en te verbinden via film. Ze hanteert daarom een speciaal tarief voor stadspashouders, doet mee aan een speciale actie van de Stadspas en aan initiatieven als MidzomerMokum, voor kwetsbare tienermeiden uit de buurt. De locatie is rolstoeltoegankelijk, er is ook een invalidenlift. Nederlandse films worden vertoond met ondertiteling voor doven en slechthorenden, en er is extra luisterondersteuning. Voor slechtzienden is er audiodescriptie beschikbaar. Met deze ingrepen heeft Het Ketelhuis volgens de commissie de basis voor een goede toegankelijkheid op orde.

Voor sommige activiteiten werkt Het Ketelhuis samen met partners die gericht zijn op het bevorderen van diversiteit en inclusie. Zo organiseerde ze samen met Klabu, een organisatie die Amsterdammers en asielzoekers samen laat sporten in het Westerpark, een diner en filmvertoning. De commissie vindt dit een goede, maar incidentele, actie.

Van een structurele samenwerking met organisaties die veel ervaring hebben met cultureel divers publieksbereik of het bevorderen daarvan is volgens de commissie geen sprake.

Uitvoerbaarheid

De commissie beoordeelt de uitvoerbaarheid als voldoende.

De commissie leest geen expliciete visie op de bedrijfsvoering in het plan. Wel is er een meer pragmatische beschrijving van de verschillende aspecten van de bedrijfsvoering. De organisatie is de pandemie goed doorgekomen, mede door de steun van de overheid. Ze hecht aan fair pay en good governance en heeft afspraken hieromtrent vastgelegd in een personeelshandboek. De commissie signaleert dat de voorstelling van zaken positiever is dan dat deze in werkelijkheid is. Zo zegt Het Ketelhuis naar een veilige werkplek te streven, heeft ze een interne vertrouwenspersoon aangesteld en is ze aangesloten bij Mores. Ook zegt ze dat een extern tevredenheidsonderzoek onder de medewerkers een positief beeld geeft. Wel signaleert Het Ketelhuis een grote werkdruk bij haar team, op basis waarvan ze het team wil uitbreiden. Het Ketelhuis reflecteert echter niet op meldingen van een onveilige werksituatie in het plan, noch heeft ze het AFK anderszins geïnformeerd op het moment dat dit impact kreeg in de organisatie. Het plan geeft ook weinig inzicht in hoe Het Ketelhuis precies georganiseerd is qua besluitvorming, werkwijze en procedures. Juist in een situatie als deze wil de commissie weten welke verbeteringen zijn aangebracht om herhaling in de toekomst te voorkomen en een signaal af te geven dat de medewerkers gehoord zijn.

De commissie vindt het plan realistisch en uitvoerbaar in organisatorisch en financieel opzicht.
De organisatie heeft vanwege de horecafaciliteiten een stevige omvang en basis en wil de komende jaren uitbreiden met een medewerker voor speciale programma’s en educatie. Recent heeft ze een socialmediamanager toegevoegd aan het team. De wens om te investeren in de communicatie wordt hiermee concreet vormgegeven en dat getuigt voor de commissie van inzet en realisme.

De begroting is voor de commissie inzichtelijk. Ze vindt dat er voorzichtig is begroot, waardoor de risico’s van tegenvallende inkomsten beperkt zijn. Enkele kosten zijn de afgelopen jaren gestegen, zoals huur en energie. De commissie ziet een evenwichtige financieringsmix, met onder andere horeca- en publieksinkomsten, verhuur en een klein bedrag aan sponsoring. Ook beschikt Het Ketelhuis over voldoende liquide middelen en reserves om eventuele tegenvallers op te vangen. De commissie constateert dat de financiële huishouding op orde is. De commissie signaleert dat er de afgelopen jaren grote dotaties zijn gedaan aan de MOP reserve en dat deze in de verschillende verantwoordingen weinig onderbouwd en de bedragen inconsistent bleken. De commissie vindt dit problematisch en mist naar aanleiding van deze signalen een toelichting op de omvang van deze reserve, juist omdat het buffervermogen voor de MOP groot is.

Conclusie

De commissie adviseert de aanvraag van Het Ketelhuis niet te honoreren omdat deze tien of minder punten heeft behaald.

De aanvraag is beoordeeld binnen de adviescommissie Film.
Beri Shalmashi heeft niet deelgenomen aan de beraadslaging over dit advies.