Henny Jurriens studio

Dans
Aangevraagd: € 235.000
Toegekend: € 200.000

Inleiding

De Henny Jurriëns Studio (hierna: HJS) is opgericht in 1995 als een trainingsfaciliteit voor professionele dansers. Zij biedt faciliteiten, voorzieningen en ontwikkelingsmogelijkheden voor dansprofessionals, in de vorm van lessen, workshops en cursussen. HJS noemt haar aanbod op danstechnisch niveau innovatief en geeft aan te werken met kwalitatief vakbekwame docenten. Daarbij biedt zij ook persoonlijk, mentaal en zakelijk support. HJS ziet voor zichzelf een belangrijke functie weggelegd voor de (internationale) danssector: dansers komen vanuit de hele wereld om hier te trainen, elkaar te ontmoeten en van en over elkaar te leren. HJS noemt professionele training vanuit een gedegen artistieke visie belangrijk voor freelance dansers om hun niveau op peil te houden. HJS plaatst zichzelf hierin binnen Europa als een van de belangrijkste faciliteiten.

HJS biedt de komende periode een trainingsprogramma aan bestaande uit reguliere lessen, workshops, masterclasses en labs waar gewerkt wordt aan fysieke en technische vaardigheden, conditie, co-creatie, choreografische skills en podiumervaring. HJS organiseert vierjaarlijks een Intensive (Summer, Autumn, Winter en Spring) en dagelijkse trainingen. Daarnaast is er het programma HJS On Stage, waar dansers en makers de mogelijkheid krijgen om op te treden met nieuw of bestaand werk.

Verder kunnen dansers terecht bij fysiotherapeuten van HJS voor fysiek welzijn en coaches voor mentale ondersteuning. Ook werkt HJS samen met opleidingen om de stap naar het werkveld kleiner te maken door middel van een springplank-project en voorlichtingen.

In komende Kunstenplanperiode wil HJS in samenwerking met de Kunstenbond starten met een kennisplatform waar service, coaching en training worden aangeboden om dansers en werkenden in de sector mentaal en zakelijk wendbaar te maken.

HJS ontvangt een vierjarige subsidie 2021-2024 binnen het Kunstenplan van € 186.017 per jaar (incl. indexatie 2024).

Voor de periode 2025-2028 vraagt de organisatie bij het AFK een bijdrage van gemiddeld € 235.000 per jaar in het kader van het Kunstenplan.

Artistiek belang

De commissie beoordeelt het artistiek belang als goed.

De commissie vindt de artistieke signatuur van HJS duidelijk. HJS omschrijft helder waar ze voor staat, namelijk het brengen van lesaanbod van hoge kwaliteit en verdiepende programma’s binnen de danssector voor dansprofessionals. De commissie vindt dit een helder profiel en programmastrategie en overtuigend vertaald in het type lesaanbod, zoals de terugkerende Intensives en trainingen binnen onder andere ballet en contemporary dance. HJS kiest daarbij gerenommeerde docenten, passend bij haar artistieke signatuur. HJS omschrijft een artistieke visie met een focus op samenhang in de aangeboden activiteiten tussen technische en artistieke vaardigheden, maar ook loopbaanontwikkeling en coaching, zodat dansers zich kunnen ‘blijven voorbereiden op de hoge eisen die van hen gevraagd worden in het dansvak’. De commissie herkent deze visie terug in HJS’ werkwijze. Hiermee heeft HJS volgens de commissie een onderscheidende artistieke signatuur.  De commissie vindt dat HJS een aantrekkelijk lesprogramma biedt dat tot de verbeelding spreekt en vindt de betrokken docenten, zoals de internationale gastdocenten Yin Yue en Akram Khan, aansprekend. Ook HJS’ trackrecord op praktische studietijd maakt het programma voor de commissie overtuigend. De organisatie speelt in op actuele noden in de danssector. Dat toont zich bijvoorbeeld in de masterclasses. Dit vindt de commissie passend bij de artistiek-inhoudelijke ervaring en ontwikkeling van HJS.

De commissie vindt het kennisplatform dat HJS wil opstarten in beginsel passen bij de functie die HJS inneemt, maar de commissie vindt de beschreven uitwerking niet overtuigend voortvloeien uit het artistiek profiel. Behalve bewustwording dat deelnemende dansers terecht kunnen bij de Kunstenbond voor diensten zoals juridisch advies of contractscreening, is de rol van HJS voor de commissie onduidelijk.

HJS heeft volgens de commissie een grote artistieke betekenis voor haar deelnemers, en is aansprekend voor haar deelnemers, omdat zij een plek biedt waar dansers op dagelijkse basis kunnen trainen. Dit is essentieel, zeker voor dansers die niet gebonden zijn aan een gezelschap met trainingsmogelijkheden. HJS biedt deelnemers ruimte, tools en support om samen te trainen en van elkaar te leren. De commissie vindt dat HJS duidelijk inzicht heeft in de behoeften van de deelnemers. Ook is er aansluiting met dansopleidingen. De commissie vindt het daarnaast verdienstelijk dat HJS heeft onderzocht of dansers behoefte hadden aan nieuw aanbod. Zo heeft ze onderzoek gedaan naar hiphop, door samen te werken met docenten met een achtergrond in streetdance, freerunning en martial arts, en zette zij een bijscholingsprogramma op voor docenten gericht op oudere dansers. De commissie ziet dat hierop is geëvalueerd. Dit getuigt er voor de commissie van dat HJS zich richt op activiteiten die daadwerkelijk aansprekend zijn voor de deelnemers.

Het aanbod voor dansprofessionals vindt de commissie een belangrijke schakel in het Amsterdamse dansveld en daarmee van artistieke betekenis voor de stad.

De commissie is minder overtuigd van het onderdeel HJS On Stage waarbij dansers met beginnende maakambities een podium krijgen. HJS onderbouwt onvoldoende welke meerwaarde dit oplevert voor deze dansers. Wel ziet de commissie dat met HJS On Stage, dat toonmomenten kent in De Hallen, publiek op laagdrempelige wijze kennis kan maken met de dansers.

Belang voor de stad

De commissie beoordeelt het belang voor de stad als voldoende.

Het plan geeft volgens de commissie een duidelijke en onderbouwde visie op het bereik in de stad. HJS heeft haar doelgroepen duidelijk voor ogen, namelijk jonge dansprofessionals en docenten binnen contemporary dance in Amsterdam, veelal met een hogeschool-dansvakopleiding en werkzaam als zzp’er, zowel Nederlands als internationaal. Zo bestaan de deelnemers van de Summer Intensive volgens HJS uit meer dan 35 nationaliteiten.

De (jonge) dansprofessional weet HJS goed te vinden en komt ook naar HJS terug. Zo is er sprake van een stabiele aanwezigheid van deelnemers die op dagelijkse basis bij HJS komen om te trainen en daarnaast is er een groei zichtbaar in het aantal deelnemers in de Summer Intensive, die bewonderenswaardig is. De commissie vindt de omvang van het aantal deelnemers en dansers kloppend en passend bij de aard en omvang van de activiteiten. 

De commissie ziet in het plan dat de deelnemers HJS weten te vinden en dat uit de bezoekcijfers blijkt ‘dat de behoefte en vraag groot is’, waardoor HJS minder hoeft te investeren in marketing om de gewenste aanwas te krijgen. Dat HJS een goede naam heeft en deelnemers haar weten te vinden, begrijpt de commissie. De commissie had echter graag gezien dat HJS investeert in een marketingaanpak om een meer diverse groep deelnemers te bereiken. Wel heeft HJS geïnvesteerd in betere zichtbaarheid in het algemeen, en in informatievoorziening online en op sociale mediakanalen. Dit vindt de commissie positief.

De spreiding is in de ogen van de commissie logischerwijs minimaal, omdat alle trainingsfaciliteiten plaatsvinden in de Chassé Studio’s in West. HJS noemt ook enkel lokale partners in stadsdeel West, zoals de St. Jan Basisschool en Basisschool El Maes, met wie zij onder andere kleine voorstellingen en interactieve danslessen organiseert, en OBA De Hallen en Café Belcampo, voor de Summer Intensive en HJS On Stage. 

HJS’ aanwezigheid in Nieuw-West, Noord en Zuidoost is echter beperkt. De commissie ziet niet onderbouwd terug hoe HJS activiteiten ontplooit of publiek bereikt in de stadsdelen Nieuw-West, Noord en Zuidoost. 

Diversiteit & Inclusie

De commissie beoordeelt de bijdrage aan diversiteit en inclusie als voldoende.

Uit het plan blijkt dat HJS bezig is met het onderwerp diversiteit en inclusie. De organisatie formuleert een beknopte visie, met intenties waar een bewustzijn voor het onderwerp uit spreekt. De commissie mist hierin wel een mate van concreetheid en uitwerking in de keuzes die ze maakt. Zo benoemt HJS dat zij zich richt op een divers publiek en budget opzij zet voor programma en scholing, maar licht zij niet toe wat dit precies inhoudt. Ook benoemt HJS dat zij streeft naar diversiteit in het docententeam en het bestuur, gericht op culturele diversiteit en diversiteit rondom gender en seksualiteit, maar hierop ziet de commissie evenmin een uitgewerkte visie terug. HJS geeft aan samen te werken met ‘makers die hun (culturele) identiteit integreren met eigentijdse dansvormen’, zoals makers die contemporary dans verenigen met Afrikaanse of Egyptische dans. Dit vindt de commissie positief.

HJS reflecteert in het plan volgens de commissie summier op wat afgelopen periode op gebied van diversiteit en inclusie is bereikt. Uit het plan blijkt wel dat in de afgelopen periode aandacht is geweest voor culturele en genderdiversiteit in team en bestuur. Dit vindt de commissie te waarderen, maar zij mist hierin een uitgebreidere toelichting, zicht op de voorlopige resultaten die zijn behaald en conclusies die daaruit zijn getrokken voor de komende jaren.

HJS zegt een ontmoetingsplek te zijn voor alle dansprofessionals in de stad in al hun (culturele) pluriformiteit. De commissie herkent dit en vindt dit een passend uitgangspunt voor HJS. HJS trekt zowel internationale dansers aan die naar Amsterdam toekomen, als internationale dansers en docenten die in Amsterdam gevestigd zijn. Zij dragen daarmee tevens bij aan HJS’ internationale en culturele karakter. Wel vindt de commissie dat HJS haar doelstellingen en keuzes daarbij concreter had kunnen formuleren, met een duidelijke onderbouwing van de keuzes die ze maakt en waar zij zich de komende periode ten aanzien van diversiteit en inclusie op wil richten.

De acties die HJS onderneemt om diversiteit en inclusie te bestendigen en bevorderen, vindt de commissie aannemelijk in aanpak, met uitzondering van de aanpak gericht op de organisatie. Met betrekking tot aanbod en bereik vindt ze de voorgenomen activiteiten concreet en realistisch. Zo richt HJS zich binnen het programmaonderdeel HJS On Stage op diversiteit door samenwerkingen aan te gaan met evenementen met cultureel diverse thematiek, zoals Black Achievement Day en Keti Koti. Ook ontwikkelt HJS samen met Kunstendialoog programma’s gericht op, naar eigen zeggen, artiesten van cultureel diverse achtergrond, met als doel om hen kennis te laten maken met het dansveld, en het dansveld met hen. Ook werkt HJS komende periode samen met verschillende biculturele dansers, zoals de Palestijnse danser Sahar Damoni en de Oekraïense danseres Olena Stoian. De commissie vindt de stappen die worden ondernomen om het aanbod diverser te maken naar verwachting haalbaar. Naast het benoemen van de huidige culturele en genderdiversiteit in het team en de samenwerking met wervingsbureau Binoq Atana, ziet de commissie geen overtuigend plan van aanpak met duidelijke concrete stappen om de diversiteit en inclusie in de organisatie zelf te versterken.

Uitvoerbaarheid

De commissie beoordeelt de uitvoerbaarheid als goed.

De commissie ziet in het plan een heldere visie op de bedrijfsvoering. HJS beschrijft duidelijk hoe zij omgaat en wil omgaan met mensen en middelen. De commissie heeft vertrouwen in de wijze waarop de organisatie is vormgegeven, met een voor komende periode geheel nieuwe directie en de expertise die is verankerd in de personeelsbezetting. Het betreft een organisatie met een kleine vaste kern en een uitgebreid netwerk van vaste freelancers, partners en vrijwilligers. Er is duidelijk beschreven hoe de organisatie werkt en waar taken en verantwoordelijkheden liggen. Dit is volgens de commissie in lijn met de artistieke signatuur en de voorgenomen activiteiten: kwaliteit staat hoog in het vaandel. 

HJS licht de toepassing van de Governance Code Cultuur en de Fair Practice Code helder toe. Zo heeft HJS oog voor pensioenregelingen voor medewerkers en faciliteert zij trainingen rondom een veilige werkvloer. Verder benoemt HJS hoe zij naar aanleiding van het rapport ‘Schaduwdansen’ is gaan werken met de Kunstenbond en Dansveilig. Ook gaat zij de komende periode samenwerken met een vertrouwenspersoon. De commissie vindt dit positieve stappen. HJS reflecteert volgens de commissie goed op de afgelopen jaren en de zakelijke professionaliseringslag die de organisatie in de toekomst wil maken. HJS beschrijft dat zij zich met haar nieuwe directieteam erop richt om ‘HJS stabiel en toekomstgericht verder door te ontwikkelen’. De organisatie onderneemt acties die hierop gebaseerd zijn. Naast aandacht voor pensioenregelingen en het volgen van de cao Toneel en Dans sinds 2023, gaat dit bijvoorbeeld om het verbeteren van aanvullende arbeidsvoorwaarden zoals een trainingsbudget en reiskostenvergoedingen voor werknemers. Wel is de commissie kritisch dat HJS in het plan niet ingaat op eventuele risico’s ten aanzien van de bedrijfsvoering en hoe de organisatie daarmee om wil gaan.

De commissie acht het plan van HJS uitvoerbaar en realistisch in zowel organisatorisch als financieel opzicht. De commissie ziet de plannen om de professionele ontwikkeling van de organisatie te bewerkstelligen duidelijk terug. Zo werkt de zakelijk leider samen met de Ketentafel Kunsteducatie en is HJS aangesloten bij Platform Acct. De schaal van de beoogde activiteiten sluit aan op de voorgaande periode en ziet de commissie eveneens als organisatorisch haalbaar. Dit in combinatie met de voorgenoemde organisatiestructuur en werkwijze geeft de commissie vertrouwen dat HJS haar voornemens kan realiseren.

HJS vertaalt de voorgenomen organisatieontwikkeling volgens de commissie helder in de meerjarenbegroting, bijvoorbeeld door te investeren in marketing. De begroting maakt inzichtelijk dat HJS aan AFK € 200.000 vraagt voor de continuering van het bestaande aanbod en een afzonderlijke € 35.000 voor het kennisplatform. De financiële huishouding ziet er solide uit, waarmee HJS het plan voor komende periode kan dragen. De begroting wordt goed toegelicht. De verhouding beheerlasten en activiteitenlasten is in balans. De financieringsmix is veelal afhankelijk van subsidies, maar dit vindt de commissie passend, vanwege de kerntaak talentontwikkeling, waar beperktere publieksinkomsten te verwachten zijn.

Conclusie

De commissie adviseert op grond van bovenstaande overwegingen de aanvraag van Henny Jurriëns Studio gedeeltelijk te honoreren met een bedrag van € 200.000 per jaar. De commissie constateert dat de gevraagde subsidie hoger is dan voorgaande periode. De verhoging komt onder andere voort uit de professionalisering van de organisatie en uit de ontwikkeling van het kennisplatform. De verhoging met betrekking tot de professionalisering is voor de commissie helder en aannemelijk. De commissie adviseert om de gevraagde subsidie voor het kennisplatform van € 35.000 niet te honoreren. De commissie vindt de meerwaarde van dit nieuwe Kennisplatform niet overtuigend naar voren komen in het plan en de aanpak en de rol die HJS hierin precies vervult, niet goed uitgewerkt.

De aanvraag is beoordeeld binnen de adviescommissie Dans.