Frascati

Podia
Aangevraagd: € 2.372.901
Toegekend: € 2.372.901

Inleiding

Frascati is een meerstemmig theaterhuis. De kerntaken van Frascati zijn de ontwikkeling en presentatie van onafhankelijke podiumkunst en podiumkunstenaars en het zorgen voor verbinding: tussen kunstenaars en publiek, tussen makers onderling en tussen theater en de samenleving. Frascati presenteert zich als aanjager van vernieuwende, kleinschalige en geëngageerde podiumkunsten, waarbij ze een plek geeft aan ongekende stemmen, zowel in de programmering als in het productiehuis. Frascati heeft in Nieuw-West met Theater van Deyssel een tweede huis. Frascati benoemt zijn rol binnen de landelijke theaterketen als aanzienlijk, met 24 tot 28 producties per jaar. De organisatie onderhoudt relaties met opleidingen, theaters, festivals, gezelschappen en collega-ontwikkelinstellingen in heel Nederland. 

De makers die in 2025-2028 onderdeel uitmaken van Frascati Producties zijn onder andere Toni Blackwell, Hajar Fargan, Just van Bommel, Kim Karssen, Gavin-Viano, LENZ, Ira Brand, Melyn Chow en Carolina Bianchi. Frascati gaat daarnaast verder met de programmalijnen Beginnings (voor net afgestudeerde makers) en Under Construction (doorwerken op bestaand werk dat is ontwikkeld bij partnerinstellingen in de stad). Ook de lijn De (on)vertelde stad, co-creatie met maatschappelijke instellingen, zet Frascati voort. In Theater van Deyssel ontwikkelt, presenteert en cocreëert de organisatie programma met de wijk. In Het Verbond kunnen makers elkaar ontmoeten, samenwerken en onderzoek delen. Als programmerend podium biedt Frascati spelers extra montageruimte en mogelijkheden voor co-curatie, contextprogrammering en onderzoek. 

Frascati ontvangt een vierjarige subsidie 2021-2024 binnen het Kunstenplan van  € 2.377.421 per jaar (incl. indexatie 2024).

Voor de periode 2025-2028 vraagt de organisatie bij het AFK een bijdrage van gemiddeld € 2.372.901 per jaar in het kader van het Kunstenplan.

Artistiek belang

De commissie beoordeelt het artistiek belang als zeer goed.

De commissie vindt dat uit het plan een overtuigende artistieke signatuur spreekt. Frascati wil een meerstemmig en onafhankelijk theater- en makershuis zijn van en voor een pluriforme stad. Frascati reflecteert kundig op de huidige tijdsgeest, waarin we niet weten hoe we de aarde morgen aantreffen. Het tot nu toe dominante westerse topdown model om een samenleving rationeel en efficiënt in te richten volstaat niet meer. Frascati plaatst de verbeelding, kunst in het algemeen en theater in het bijzonder hiertegenover, waarbij verbinding met de publieke en maatschappelijke context voor de organisatie noodzakelijk is. De organisatie neemt daarom diversiteit en meerstemmigheid als uitgangspunt, bij makers, publiek en partners. De commissie vindt deze artistieke signatuur spreken uit het hele plan en vindt de relatie tussen de wereld van nu en de kunst waar Frascati voor wil staan, overtuigend en actueel beschreven. Frascati vertaalt deze signatuur naar activiteiten die binnen drie kringen (programmalijnen) gestalte krijgen: ten eerste het productiehuis, ten tweede residenties, Beginnings & Under Construction, en ten derde het Verbond. 

De beoogde makers voor de komende jaren, zoals Toni Blackwell, Ika Schwander en Just van Bommel geven een overtuigend beeld van de meerstemmigheid en maatschappelijke betrokkenheid die Frascati voor ogen staat in zijn verdere ontwikkeling. De beschreven selectie van makers wekt vertrouwen. Frascati hanteert heldere uitgangspunten waar de makers aan moeten voldoen en toont gedegen kennis van en groot overzicht over het veld. De commissie ziet aansprekende makers die voortkomen uit de kweekvijver van talent, zoals, Floor Houwink ten Cate (TU), Cherish Menzo (regieprijs TU), Anoek Nuyens (De Zaak Shell), en Priscilla Vaudelle (ITA/Oostpool). 

Het residentieprogramma biedt ruimte voor onderzoek voor makers van binnen en buiten het productiehuis. De commissie vindt het van belang dat Frascati deze plek voor experiment biedt. Beginnings werkt met nieuw talent en Under Construction is een programma voor jonge makers die aan een bestaande productie (elders ontwikkeld) kunnen doorwerken. De commissie vindt het positief dat er voor makers in allerlei fases van hun ontwikkeling ruimte is gemaakt. Het Verbond als community (ontmoetingsplek, sociëteit) van en voor makers werkt daarnaast voor vele makers als uitvalsbasis zonder prestatiedruk. De commissie waardeert dat de makers deze plek zelf kunnen vormgeven. 

Dat de drie kringen interfereren met het maatschappelijke theater (co-creatie) en Theater van Deyssel vindt de commissie sterk, omdat daarin de verbinding met maatschappij en publiek direct tot stand komt. Ze vindt het prijzenswaardig dat Frascati met nieuwe manieren van werken de afgelopen periode zo’n sterke nieuwe koers heeft weten in te zetten. Ze ziet een overtuigende ontwikkeling naar een maatschappelijk relevant productiehuis, zonder de ruimte voor de ontwikkeling van de vakdiscipline te verliezen. Er is ook in het nieuwe plan volop ruimte voor het openbreken van kaders, onderzoek en experiment. 

Artistieke betekenis voor publiek en de stad ziet de commissie in zowel de producerende als presenterende functie. Frascati is naast productiehuis ook een geëngageerd publiek podium waar jaarlijks 550 voorstellingen (waarvan 162 uit het eigen productiehuis) op de planken worden gebracht. Alle theatergenres komen aan bod: performance, mime, spoken word, dans, documentair theater, installaties, multimedia en teksttoneel. Frascati richt zich op lokale makers en publiek, maar heeft ook een grote nationale en internationale focus. Ze wil agenderen en het publiek met haar programmering maatschappelijk verrassende perspectieven bieden. De commissie verwacht dat de activiteiten aansprekend zullen zijn voor publiek, omdat het in de zalen aan de Nes kennis kan maken met nieuw theatertalent dat tegelijkertijd de gezamenlijke leefwereld en de eigen discipline bevraagt, op een manier die de verbeeldingskracht prikkelt. 

Artistieke betekenis voor makers en het culturele veld binnen en buiten de stad ziet de commissie onder meer in de lange lijst vaste bespelers van het podium. Groepen als Oostpool, De Warme Winkel, Bo Tarenskeen, Theater Artemis, Arno Schuitmakers, en vele anderen vinden in Frascati een presentatieplek en publiek voor hun producties. Net als dat het geval is bij vele festivalsamenwerkingen (Fringe, Nederlands Theaterfestival, Holland Festival). 

De commissie vindt het positief dat Frascati met het sociaal-artistieke programma in Theater van Deyssel meer maatschappelijke impact wil genereren. In Theater van Deyssel verhoudt een residentie zich altijd expliciet tot de wijk en/of de bewoners. Het werk in Nieuw-West biedt mogelijkheden voor het opbouwen van een community, door op basis van verhalen van bewoners in co-creatie producties tot stand te laten komen en workshops te realiseren (theaterworkshops met jong talent van Achraf Koutet en radioworkshops met Big Toilet Radio). Frascati stapt ook letterlijk de wijk in met het werk, bijvoorbeeld in de openbare ruimte: verhalen van buurtbewoners kwamen in een podcast tot leven en zijn via QR-codes op stoeptegels in de wijk zelf op te roepen; makers en schrijver Kaweh Modiri schrijft tijdens een residentie vijf monologen die gebaseerd zijn op gesprekken met buurtbewoners; maker en schrijver Amro Kasr schrijft in zijn residentie een toneeltekst die in Van Deyssel, Frascati en op pleinen van Nieuw-West te zien zal zijn. De commissie ziet in het theatrale onderzoek naar de wijk een directe artistieke waarde voor publiek uit dit stadsdeel. 

Belang voor de stad

De commissie beoordeelt het belang voor de stad als goed. 

Frascati wil per jaar 58.194 bezoeken realiseren, waarvan 40.694 in Amsterdam. Met het productiehuis bereikt Frascati 800 deelnemers per jaar, waarvan 320 in de nieuwe makersplaats Het Verbond. Twee afdelingen zijn verantwoordelijk voor het publiek: Publieksservice en Marketing & Communicatie. De commissie vindt dat Frascati een goed beeld heeft van de beoogde doelgroepen en een uitgewerkt beeld van hoeveel bezoekers er voor de verschillende activiteiten verwacht worden. Frascati heeft goed inzicht in waar haar bezoekers in de Nes vandaan komen per stadsdeel, Amsterdam landelijk en internationaal en geeft dat procentueel aan. 

Frascati baseert zijn vier types bezoekers op de laatste databasesegmentatie uit 2019 en onderscheidt vier doelgroepen: ‘professionele kernbezoeker’, ‘onconventionele laatbeslisser’, ‘traditionele bezoeker’ en ‘nieuwe liefhebber’. Frascati heeft volgens de commissie een helder beeld van deze vier doelgroepen, onder meer door kwantitatief en kwalitatief onderzoek en het bestuderen van het onlinegedrag van volgers en sitebezoekers. Frascati gaat ook graag met het publiek in gesprek – dat vindt de commissie positief, maar in het plan staat niet hoe dat gesprek georganiseerd wordt en wat dat oplevert. 

De laatste jaren en ook de komende periode richt Frascati zich op het behoud en herhaalbezoek van de ‘nieuwe liefhebbers’. Deze groep, divers in leeftijd en afkomst, is relatief onbekend met podiumkunsten en geïnteresseerd in maatschappelijk betrokken theater. De commissie vindt dit een helder streven en heeft er op basis van de reeds aanwezige kennis over de doelgroepen, die door publieksonderzoek up-to-date blijft, vertrouwen in dat Frascati deze groep blijft bereiken. Nieuw publiek denkt Frascati ook te bereiken door samen te werken met Kortingskaarten voor lage inkomens, Stadspas, We Are Public en Podiumpas. Ook jong publiek krijgt de aandacht: via het educatieaanbod dat via docenten op tientallen Amsterdamse middelbare scholen zijn weg vindt, bezoeken leerlingen jaarlijks een voorstelling bij Frascati.

De cijfers laten zien dat de organisatie weet waar haar publiek zit. Dit, in combinatie met de kennis over de eigen doelgroepsegmentaties, aangescherpte werving en investering in imagocampagnes zorgt ervoor dat de commissie er vertrouwen in heeft dat Frascati de publieksdoelstellingen zal halen. 

De commissie constateert dat de activiteiten van Frascati een kleine bijdrage leveren aan de spreiding van het culturele aanbod en het publieksbereik in Noord, Nieuw-West en Zuidoost. Het overgrote deel van de activiteiten vindt plaats op de locatie in de Nes in stadsdeel Centrum, maar met Theater van Deyssel zijn stappen gezet. 

In Zuidoost bereikt Frascati publiek door de samenwerking met Bijlmer Parktheater en het begeleid-wonenproject de Tafelberg van Levvel, maar dat gaat om slechts een gering bereik.

De komende periode zet Frascati in op het actualiseren van de klantsegmentatie van alle bezoekers, ook die van Theater van Deyssel. Het doel daarvan is dat Frascati als toegankelijk huis wordt ervaren door iedereen, waardoor ook publiek dat nu nog niet komt zijn weg weet te vinden. De commissie vindt dat positief, zeker ook omdat Frascati expliciet in dialoog wil met de stad. 

Diversiteit & Inclusie

De commissie beoordeelt de bijdrage aan diversiteit en inclusie als goed. 

Bij een toegankelijk huis hoort een divers samengesteld publiek, aldus de organisatie. Frascati beschrijft zichzelf als een huis dat inclusief beleid hanteert ten aanzien van programma, personeel, publiek en partners. De commissie vindt dat het plan van Frascati leest als een integrale visie op diversiteit en inclusie, omdat het terugkomt in alle beschreven onderdelen en keuzes die de organisatie maakt. Daarbij heeft Frascati met name meerstemmigheid als aandachtspunt, wat de commissie gezien de keuzes die Frascati maakt leest als een bijdrage aan diversiteit op het gebied van culturele achtergrond, gender en religie. 

Zo schrijft Frascati in het plan dat ze haar focus heeft gelegd op het vergroten van de meerstemmigheid van de makers met wie ze werkt. De manieren van het selecteren van meerstemmige makers zijn volgens de commissie overtuigend beschreven.

Daarbij zijn ook autodidacten welkom en wordt samengewerkt met partners als Bijlmer Parktheater, Fringe, Nowhere en Podium Mozaïek. 

Ook op het diversifiëren van het personeel heeft Frascati de afgelopen jaren stevig ingezet: de commissie ziet dat de organisatie heeft gewerkt aan inclusieve werving, wat geleid heeft tot een stijging van het aantal medewerkers met diversere achtergronden. Als het resultaat van werving onvoldoende bijdraagt aan de diversiteit van de samenstelling van het team, wordt de sollicitatieprocedure opnieuw uitgezet. Het streven is dat de komende periode vijftig procent van de nieuw aan te nemen medewerkers een diverse achtergrond heeft. Het plan geeft echter niet helder aan op welk vlak Frascati het personeelsbestand wil diversifiëren.

Het bereiken van een divers publiek is integraal onderdeel van de communicatie en marketing van Frascati, waarbij ingezet is op inclusieve beeldtaal waar iedereen zich in kan herkennen. De organisatie reflecteert volgens de commissie goed op het feit dat Frascati hier nog iets te winnen heeft. Zo heeft het werken met meerdere makers uit Zuidoost er niet toe geleid dat er ook meer publiek uit Zuidoost naar Frascati kwam. Toegankelijkheid van het aanbod staat bij Frascati ook op de agenda. Ze experimenteerde met voorstellingen met audiodescriptie voor bezoekers met een visuele beperking. Frascati breidt dit aantal voorstellingen nu uit, net als het aantal voorstellingen met boventiteling voor niet-Nederlandstaligen en bezoekers met een auditieve beperking. De commissie is daarover positief.

De aanpak om diversiteit en inclusie nog verder te vergroten ligt volgens de commissie integraal in het plan besloten en is vanuit de inhoud gemotiveerd. Wat betreft de doelstelling om met nog meer diverse makers te gaan werken, is de commissie ook positief over de ingezette lijn van afgelopen periode. Doelstellingen op het gebied van publiek vindt de commissie gezien de forse aandacht voor marketing, communicatie en publiek realistisch, temeer omdat Frascati hierin haar eigen ontwikkelpunten ziet. Naast reeds genoemde partners werkt Frascati samen met een keur aan culturele en maatschappelijke partners, die bijdragen aan het bereiken van een divers publiek en aan een meerstemmige programmering. Met name in Theater van Deyssel zijn deze partners, zoals IMD Jongerenwerk, HOUSE OF BESMA, Saaam en Nieuw-West Beatmakers, van groot belang, aldus de commissie. 

Voor het bereiken van de doelstelling voor nieuwe werknemers volgt Frascati de al ingezette lijn van inclusief werven en eventueel een post langer onbemand laten als er geen kandidaat gevonden wordt die bijdraagt aan de diversiteit van de samenstelling van het team. Dat vindt de commissie aannemelijk, omdat dat ook de afgelopen jaren positieve resultaten heeft opgeleverd. De commissie vindt het positief dat Frascati fundamenteel nadenkt over wat het betekent om daadwerkelijk een inclusief huis te zijn. Frascati schrijft daarbij in het plan dat deze verandering bottom-up gebeurt, vanaf de werkvloer, door aan alle stemmen van zowel medewerkers als makers waarde toe te kennen en dus al die stemmen te horen. De commissie vindt dat dit nog concreter vorm mag krijgen. Maar dat de organisatie zichzelf daarbij voortdurend bevraagt vindt de commissie positief. 

Uitvoerbaarheid

De commissie beoordeelt de uitvoerbaarheid als voldoende. 

De commissie vindt dat uit het plan grotendeels een overtuigende visie op bedrijfsvoering spreekt, maar is op enkele punten kritisch. Ze is positief over de ontwikkeling die Frascati de afgelopen jaren heeft laten zien. De coronapandemie, het niet toekennen van de landelijke subsidie voor 2021-2024 en de daaropvolgende reddingsoperatie hadden grote impact op de organisatie. Ze hebben onder meer personeelswisselingen tot gevolg gehad, die uiteindelijk hebben geleid tot een meerstemmig artistiek team en een minder hiërarchische bedrijfsstructuur. Dat past volgens de commissie bij de huidige tijdsgeest en het profiel van de organisatie, al wordt uit het plan en de begroting niet duidelijk hoe de taken zijn verdeeld, en hoeveel uren er naar programmering, begeleiding en artistieke leiding gaan. Het is voor de commissie niet duidelijk wie er in de teams verantwoordelijk is voor het borgen van de kwaliteit. De organisatiestructuur wordt summier beschreven in het plan.

Ten aanzien van de Fair Practice Code is de commissie positief over de ruimte die de organisatie maakt voor individuele groei en ontwikkeling van haar medewerkers, met een vast percentage van de salariskosten als scholingsbudget. Daarbij wordt organisatiebreed aandacht besteed aan centrale waarden en vertrouwen, maar ook aan praktische cursussen over bijvoorbeeld weerbaarheid en auteursrecht. Frascati heeft een protocol sociale veiligheid en werkt met een intern en extern vertrouwenspersoon. Ook is een van de rvt-leden portefeuillehouder sociale veiligheid. De fair pay voor de medewerkers is geregeld, sinds Frascati zich in 2023 aansloot bij werkgeversverenigingen NAPK en VSCD, waardoor ze de cao Toneel en Dans hanteert.

De invulling van de Governance Code Cultuur is statutair vastgelegd en zowel bestuur als raad van toezicht zien erop toe dat de organisatie de principes uit de code toepast. De commissie vindt dit afdoende beschreven in het plan. 

Het plan laat zien dat Frascati goed uit de voorliggende periode is gekomen en dat ze tegelijkertijd midden in een transitie zit. De commissie mist in het plan wel een reflectie op de mogelijke bedrijfsmatige risico’s van deze transitie, zoals het vertrek van de artistiek directeur in de komende periode. 

De commissie is deels overtuigd van de realiteit en uitvoerbaarheid van de plannen in organisatorisch opzicht. De schaalgrootte van de activiteiten in de Nes, in Theater van Deyssel en de locatieproducties vindt de commissie passend bij de omvang van de organisatie, al krijgt de commissie uit het plan weinig inzicht in de wijze waarop al deze activiteiten gerealiseerd worden met het team. De omvang van activiteiten is echter net iets minder dan post-coronajaar 2022, wat bijdraagt aan vertrouwen in de haalbaarheid. 

De begroting is summier opgesteld. Ze geeft wel aan dat de begroting nauwelijks gespecificeerd is, waardoor ook het financiële beeld niet volledig is. De commissie beoordeelt de begroting echter wel als passend, voornamelijk omdat er geen grote verschillen zitten in de begroting (en balans activiteiten en financiën) tussen de vorige periode en de komende periode. 

Frascati geeft aan dat zes personeelsleden op hun salaristop zitten en dat de beheerslasten daarvan hoog zijn, en de snelst stijgende post. Dat roept bij de commissie de vraag op of hier een risico in schuilt; hierop mist ze van Frascati enige reflectie. 

De financieringsmix leunt voor een groot deel op subsidies van het AFK en OCW. De eigen inkomsten van Frascati zijn laag. Dat is volgens de commissie niet vreemd gezien de aard van een deel van het werk (talentontwikkeling) en de presentaties in de kleine zalen die weinig publiekskomsten genereren. Wel had de commissie bij de grote inzet op (nieuw) publiek verwacht dat ook de publieksinkomsten zouden stijgen. Dat is niet het geval. De commissie mist specificatie op de inkomsten van samenwerkingspartners en uit coproducties. 

Gezien de eigen vermogenspositie is Frascati goed in staat om grote financiële tegenvallers op te vangen, zodat er geen sprake is van een continuïteitsrisico. De commissie vindt dat na de afgelopen periode getuigen van goed ondernemerschap. Ook de liquiditeitspositie is toereikend. De commissie constateert dat de financiën voldoende op orde zijn om het plan voor de komende periode te dragen. 

Conclusie

De commissie adviseert op grond van bovenstaande overwegingen de aanvraag van Frascati te honoreren met het gevraagde bedrag van € 2.372.901 per jaar.

De aanvraag is beoordeeld binnen de adviescommissie Podia voor Podiumkunsten en Debat. 

Daarbij heeft de commissie gebruikgemaakt van een co-advies van de adviescommissie Theater. 

Adviseur Hanno Tomassen heeft niet deelgenomen aan de beraadslaging over dit advies.