Female Economy

Theater
Aangevraagd: € 390.000
Toegekend: € 390.000

Inleiding

Female Economy beoogt met theatervoorstellingen, rituelen en projecten een wereld te creëren waarin niemand ongezien is en niets onbesproken blijft. Ze wil licht schijnen op de zachte waarden die in de wereld volgens haar nog te weinig erkenning krijgen en wil zo bouwen aan een eigen waardensysteem, een eigen economie. Female Economy benoemt inclusiviteit en diversiteit als de bestaansredenen van het gezelschap. Met de eigen adoptiemethode geeft Female Economy aan een unieke maakmethodiek te hebben ontwikkeld om de ontmoeting tussen twee voor elkaar vreemde mensen vorm te geven. Deze uitwisseling van levensverhalen is de basis van het werk van het gezelschap, vanuit de overtuiging dat het persoonlijke het meest universele is en heling gevonden wordt in de openbaarheid. De research die Female Economy voor elke productie op locatie doet binnen diverse gemeenschappen, resulteert in een community die ze blijvend aan zich wil verbinden. 

In de periode 2025-2028 gaat Female Economy met het project Tot Het Is Wat Het Moet Zijn in adoptie met Surinaamse spelers bij gezinnen van witte politieagenten om samen racisme, uitsluiting en discriminatie openhartig te kunnen bespreken met alle Amsterdammers.

Daarnaast staan de voorstellingen Nina en Hilkia (2025) over woede en onbegrip en Medina Meervaart gepland. In 2026 brengt Female Economy de Begrafenisstoet als start van Het Jaar van Troost (2026-2027), een artistiek onderzoeksproject naar troostrituelen dat afgesloten wordt met schommelinstallatie Wieg (2027-2028). Nieuw zijn Sterftalks, de projecten Ik Ontmoet Mij, AlzheimerFluisteren, en WijkJury worden de komende periode voortgezet. 

Female Economy ontvangt een vierjarige subsidie 2021-2024 binnen het Kunstenplan van € 389.472 per jaar (incl. indexatie 2024). 

Voor de periode 2025-2028 vraagt de organisatie bij het AFK een bijdrage van gemiddeld € 390.000 per jaar in het kader van het Kunstenplan.

Artistiek belang

De commissie beoordeelt het artistiek belang als zeer goed.

Female Economy heeft een duidelijke artistieke signatuur, die te herkennen is aan een werkwijze vanuit een overtuigende attitude van meerstemmigheid, waarbij onderwerpen aan bod komen die de maatschappij nog te weinig onder ogen ziet. Om te komen tot een nieuwe werkelijkheid, waar gezien en gehoord worden en verbinding centraal staan, zet Female Economy theater, rituelen en (adoptie)methodieken in.  De commissie vindt de artistieke signatuur van Female Economy – die tevens op een onconventionele en overtuigende wijze vorm krijgt in het plan (een interview met een fictief figuur), bezielend vertaald naar de activiteiten voor komende periode. De commissie is zonder uitzondering zeer te spreken over de activiteiten, die ze gewaagd, uitdagend, persoonlijk, kwetsbaar, actueel en nodig vindt. In het project Tot Het Is Wat Het Moet Zijn wordt de adoptiemethode ingezet om Surinaamse Nederlanders te laten inwonen bij witte politieagenten om institutioneel racisme bespreekbaar te maken, onder meer uitmondend in een voorstelling met een ceremoniële opening en sluiting. Ook in Medina Meervaart komt belangwekkende maatschappelijke thematiek aan bod. In de Begrafenisstoet worden diverse rituelen rondom de dood verkend. Ook Het Jaar van Troost, Wieg en Medina spelen in op verdwenen rituelen. De commissie vindt deze projecten nauw aansluiten bij de artistieke signatuur.

Het plan bouwt sterk voort op de artistieke ontwikkeling van voorgaande periode. De commissie vindt daarbij sterk dat Female Economy de komende periode de bestaande projecten Ik Ontmoet Mij, AlzheimerFluisteren en Wijkjury’s door laat lopen. De commissie vindt duidelijk dat hiermee verdieping en verbreding plaatsvindt van datgene wat is bereikt en dat de artistieke en maatschappelijke impact worden vergroot. Zo ontstond naar aanleiding van AlzheimerFluisteren een hele community aan ervaringsdeskundigen, die werden getraind om hun autobiografische verhaal neer te zetten. Deze werkwijze zet Female Economy komende periode voort met Sterftalks.  

De commissie vindt duidelijk wat Female Economy bij het publiek teweeg wil brengen. Female Economy gaat ervan uit dat je voor zelfverwezenlijking en het ontdekken van je individualiteit andere mensen nodig hebt, waarbij je aan een ander toevertrouwt wat je normaal verbergt. De commissie vindt dat uit het plan een sterke intrinsieke drive spreekt om oordeelloos contact te leggen met de ander. Daardoor zullen de activiteiten van grote artistieke betekenis voor publiek zijn, omdat het publiek, dat deels ook deelnemer of co-creator is, zich gezien en gehoord zal voelen. Met de activiteiten schijnt Female Economy haar licht op mensen, verhalen en maatschappelijke thema’s die anders geen podium krijgen. De projecten zullen daarmee volgens de commissie zowel herkenbaar als verbindend zijn. De projecten kennen ook een methodiek waar lang onderzoek aan vooraf gaat en intensief met cocreatoren en publiek wordt gewerkt, hetgeen de artistieke betekenis voor publiek versterkt. De thema’s van de projecten voor komende periode, als rouw en troost, zullen veel mensen op persoonlijk vlak kunnen raken. Ook de verscheidenheid in vormen waarin de projecten tot stand komen, van theatervoorstellingen, rituelen, tot installaties en films vindt de commissie aansprekend voor publiek.  

De artistieke betekenis voor de buurt en de stad is eveneens overtuigend aanwezig.  

De commissie vindt dat het plan intens geworteld is in menselijk contact en daarbij in grote mate vertrekt vanuit verbinding tussen Amsterdamse stadsbewoners. Daarmee heeft het plan naar mening van de commissie een groot artistiek en sociaal belang voor de stad. De verhalen komen uit de haarvaten van de stad. Zo gaat Medina Meervaart over de dualiteit die de Nederlands-Marokkaanse gemeenschap in NieuwWest ervaart in het leven tussen twee verschillende culturen.

Belang voor de stad

De commissie beoordeelt het belang voor de stad als zeer goed.

De commissie vindt de visie op het bereik in de stad sterk uit het plan naar voren komen. Dit hangt samen met het publiek van Female Economy, dat bestaat met name uit deelnemers en cocreatoren en anderzijds communities waar de activiteiten inhoudelijk over gaan. Het is daarmee duidelijk waarom Female Economy zich op deze doelgroepen richt.  

De beoogde doelgroepen zijn in het plan grofweg in twee categorieën ingedeeld: regulier publiek dat veelal via de reguliere marketingkanalen de voorstellingen weet te bereiken en nieuw publiek. In het plan is er vooral aandacht voor de uitdagende tweede groep, die het theater minder goed weet te vinden ofwel de sociaaleconomische mogelijkheden niet heeft.  

De marketingaanpak is overtuigend om de beoogde doelgroepen te bereiken en passend bij de artistieke signatuur en missie van Female Economy. De aanpak is gebaseerd op persoonlijk contact, het aangaan van de dialoog en het actief aanwezig zijn op plekken in de buurten waar het beoogd publiek zich bevindt, zoals bij de inloopochtenden voor Marokkaanse vrouwen in Slotermeer. Het is een arbeidsintensieve aanpak waarmee Female Economy op bewonderenswaardige wijze in het maatschappelijke weefsel van de stad duikt om telkens nieuwe en specifieke doelgroepen te verbinden, gekoppeld aan de inhoud van de voorstelling. 

De komende periode realiseert Female Economy minder voorstellingen dan afgelopen periode, maar blijft het beoogd publieksbereik in lijn, hetgeen in feite een lichte groei in publiek per project betekent. Female Economy heeft inmiddels zeer veel ervaring opgebouwd met deze bewezen marketingaanpak, waardoor de commissie er vertrouwen in heeft dat de beoogde publieksaantallen realistisch zijn. Daarbij kan Female Economy rekenen op een groot aantal passende culturele en met name maatschappelijke samenwerkingspartners in de stad, waar duurzaam mee wordt samengewerkt, die een goede toegang tot de doelgroep hebben, zoals

SamenSterkVrouwenWest, VrouwenVaart en wijkcentra. Female Economy zorgt ook voor eigenaarschap bij het publiek, door het betrekken van buurtbewoners bij interviews en het centraal stellen van buurtbewoners in magazines. De komende periode gaat Female Economy nog meer investeren in het via social media zichtbaar maken van de makers en mensen achter de schermen, dit vindt de commissie positief. 

De bijdrage aan spreiding van activiteiten en publiek in de stadsdelen Nieuw-West, Noord en Zuidoost is substantieel, met een concrete aanpak. Female Economy heeft jarenlange ervaring opgebouwd in het werken in de stadsdelen, dicht op de huid van de wijk en de bewoners en heeft daar overtuigend draagvlak. Bij de activiteiten die de komende periode in die stadsdelen plaatsvinden als Begrafenisstoet en Medina Meervaart, is duidelijk onderbouwd waarom de activiteiten in deze stadsdelen plaatsvinden. Hier wonen de mensen waarmee, waarover en waarvoor de activiteiten worden gemaakt. Mede door de intensieve werkmethodiek heeft de commissie vertrouwen in het draagvlak voor deze activiteiten. Daarbij zijn er vele relevante lokale partners betrokken als De Meervaart, Imagine IC, buurthuizen, De Vlugt, Stichting Malak en Noordse Vrouwen.

Diversiteit & Inclusie

De commissie beoordeelt de bijdrage aan diversiteit en inclusie als zeer goed.

Female Economy heeft een sterke visie op diversiteit en inclusie, hetgeen op een intrinsieke wijze verweven zit in haar artistieke identiteit en het hele plan. Female Economy streeft al meer dan 25 jaar naar een menselijker systeem, waarbij ze blokkades tussen mensen wil slechten en het onuitgesprokene bespreekbaar maakt. Jezelf leren kennen in de ontmoeting met de ander is de kern van het werk van Female Economy, en de ander is nadrukkelijk het vreemde, het ongekende, hetgeen de commissie blijk vindt geven van een inclusieve visie. Met de adoptiemethode verbindt Female Economy mensen met elkaar die elkaar normaal gesproken niet zouden ontmoeten en zo geconfronteerd worden met hun eigen oordelen. De commissie vindt dat Female Economy hiermee verbinding, erkenning, herkenning en heling teweeg brengt. In het plan is te lezen wat afgelopen periode op het gebied van diversiteit en inclusie ten aanzien van aanbod, bereik en organisatie is bereikt en dat vindt de commissie indrukwekkend. De commissie ziet diversiteit en inclusie terug in de makers waar Female Economy mee werkt. De cocreatoren en deelnemers vertegenwoordigen diverse achtergronden, er is zowel representatie van de LHBTQIA+ gemeenschap als van verschillende culturele en sociaal-economische achtergronden. Met de Doula’s van de stad kregen vrouwen die vanuit de haarvaten van de stad klaar staan voor anderen een gezicht. Ik ontmoet mij gaat over mensen die psychische en fysieke klachten ervaren door het leven in twee verschillende culturen. Sterk daarbij is dat Female Economy ook verbindingen legt met bijvoorbeeld beleidsmakers en zorginstellingen om op dit onderwerp daadwerkelijk een systeemverandering te bewerkstelligen, dat vindt de commissie bewonderenswaardig.  

In de organisatie was er afgelopen periode meer focus op feminien leiderschap, dat ook een artistieke vertaling kreeg met Vrouwen in Bad.  

Female Economy stelt zich ten doel de komende periode haar werk op dezelfde voet voort te zetten op het gebied van aanbod, bereik en organisatie. De commissie vindt dit overtuigend, temeer omdat Female Economy regelmatig als expert en best practice in de sector wat betreft inclusiviteit naar voren wordt gebracht. 

De aanpak op gebied van diversiteit en inclusie ten aanzien van aanbod, bereik en organisatie vindt de commissie vertrouwenwekkend. Het aanbod voor komende periode vertrekt vanuit diversiteit en inclusie, zowel vanuit de diversiteit van makers en cocreatoren als vanuit de thematiek. Thema’s als ‘rouw’ worden op een inclusieve wijze benaderd waarbij rituelen vanuit gemeenschappen met biculturele achtergronden worden betrokken. Met De eenzaat en haar geliefden wordt het thema gender en identiteit aangesneden. De partnerschappen die Female Economy aangaat dragen ook overtuigend bij aan diversiteit en inclusie, zoals Trans United Europe, Alzheimercafés en buurthuizen. Met de Wijkjury wordt een divers publiek, met name met een biculturele achtergrond, betrokken bij de voorstellingen.  

Binnen de samenstelling van de organisatie, zowel in personeel en bestuur, is diversiteit en inclusie voor komende periode eveneens gegarandeerd.

Uitvoerbaarheid

De commissie beoordeelt de uitvoerbaarheid als goed.

Het plan geeft een heel eigen en uitgesproken visie op de bedrijfsvoering weer, waarbij duidelijk voortgebouwd wordt op de bedrijfsvoering van afgelopen periode. De bedrijfsvoering is overeenkomstig de artistieke visie van Female Economy, waarbij verbinding met de ander centraal staat. Zo worden collega's om de drie maanden aan een andere collega gekoppeld om mee te lopen in diens leven. De commissie vindt dit enerzijds een mooi gegeven, maar ziet hierin ook een risico wat betreft de verhouding werk en privé, ook kan het mensen uitsluiten die zich hier niet prettig bij voelen. Positief vindt de commissie dat binnen het team gesproken wordt over ieders kernwaarden. De commissie vindt eveneens te waarderen hoe ruimte wordt gegeven aan talent, dat via de opgebouwde community van cocreatoren uit producties in voorgaande periode, inmiddels een vaste plek heeft verworven in de organisatie. Duidelijk is dat afgelopen periode ook veel is overgewerkt en de werkdruk hoog ligt, de organisatie wil dat komende periode begrenzen. Daarom wordt er komende periode een vaste productieleider aan het team toegevoegd. Daarbij wil Female Economy de productieprocessen nog verder aanscherpen, inzetten op scholing en meer eigenaarschap creëren in eindverantwoordelijkheid. Het plan maakt de werkcultuur en hoe er met mensen en middelen wordt omgegaan daarmee inzichtelijk.

Ten aanzien van de toepassing van de Fair Practice Code ziet de commissie aandacht voor solidariteit en financiële betrouwbaarheid, honoreringen zijn gebaseerd op de cao.  De commissie vindt dat er goede aandacht is voor sociale veiligheid: er is een externe vertrouwenspersoon en op kantoor hangen vellen die de triggers van medewerkers inzichtelijk maken. Hoe de Governance Code Cultuur wordt toegepast is summier maar duidelijk weergegeven. Er is een heldere taakverdeling in de directie, de raad van toezicht is zeer betrokken en participeert ook in de adoptiemethode. 

De commissie ziet dat op het risico van productionele overbelasting adequaat is gereageerd door een productieleider aan te stellen voor komende periode. Op financiële risico’s en hoe daarmee wordt omgegaan wordt echter niet gereflecteerd. Ook had de commissie willen lezen hoe kennis en expertise van de artistiek leider voor de toekomst wordt geborgd. 

De commissie vindt het plan is organisatorisch realistisch, maar heeft ook een kanttekening. De commissie vindt positief dat de organisatie bewust minder activiteiten onderneemt dan in voorgaande periode, om de kwaliteit te bewaken en het welzijn van medewerkers veilig te stellen. Het aantrekken van een vaste productieleider om werkdruk te verlichten, draagt daar effectief aan bij. De commissie vindt echter dat de organisatie moet blijven waken voor overbelasting van medewerkers, vanwege de (tijds)intensiteit van het werk, zowel in de adoptiemethode met intensief intermenselijk contact, als in de persoonlijke marketingaanpak. Dit vindt de commissie een risico in de organisatorische uitvoerbaarheid.  

De beoogde omvang van de organisatie vindt de commissie passend om het plan realistisch ten uitvoering te brengen. De organisatie heeft afgelopen periode laten zien dit te kunnen realiseren op de beoogde schaalgrootte. 

De realisatie van het plan op financieel vlak ziet de commissie met vertrouwen tegemoet: de organisatie staat er afgaande op de balans financieel goed voor, de vermogenspositie is van dien aard dat eventuele financiële tegenvallers opgevangen kunnen worden. 

De begroting is qua baten en lasten duidelijk herleidbaar tot de activiteiten en goed toegelicht. De commissie vindt de beheerslasten en activiteitenlasten goed in verhouding. De financieringsmix is goed verdeeld over meerdere inkomstenbronnen als publieksinkomsten, publieke en private fondsen en bijdragen van coproducenten waarmee risico’s worden gespreid. De commissie vindt de uitvoerbaarheid daarmee vertrouwenwekkend. 

Conclusie

De commissie adviseert op grond van bovenstaande overwegingen de aanvraag van Female Economy te honoreren met het gevraagde bedrag van € 390.000 per jaar.

De aanvraag is beoordeeld binnen de adviescommissie Theater.