DAT!

Cultuureducatie
Aangevraagd: € 555.000
Toegekend: € 0

Inleiding

Stichting DAT!school (hierna: DAT!) is een multidisciplinaire jeugdtheaterschool in Noord. Er is binnenschools lesaanbod in het primair onderwijs en naschools aanbod op de eigen locatie. Activiteiten zijn gestoeld op een carrouselmodel waarbij leerlingen lessen volgen in de disciplines theater, zang, dans, film en beeldende kunst. DAT! (De Amsterdamse Thuishaven) wil een creatieve, culturele en inspirerende plek zijn in Noord waar kinderen, jongeren en buurtbewoners samenkomen en zich verbinden met elkaar. Ze delen hun verhalen in theaterlessen (DAT!school), programmering van jeugdtheater (DAT!theater), en buurtprojecten, vakantieactiviteiten en culturele producties (DAT!community). 

De organisatie gaat uit van een verhuizing naar een tijdelijk onderkomen in 2024, voor een periode van vier jaar, om vervolgens in 2029 een permanente huisvesting te betrekken. Er is een tijdelijke locatie in beeld; de gemeente heeft voorgesteld om tijdelijke huisvesting te realiseren op het dak van een parkeergarage van het Buikslotermeerplein. Deze opmaat naar een vaste plek vraagt volgens DAT! om een stroomversnelling wat betreft de groei en het doorontwikkelen van het aanbod en om een uitbreiding van de theaterprogrammering. Met partners start DAT! dagbesteding en een horecagelegenheid op de nieuwe locatie. Ook wil de organisatie verder professionaliseren. 

DAT! wil de toegankelijkheid van het cultuuraanbod vergroten en doet dit middels jeugdtheater in de breedste zin van het woord. Het aanbod krijgt verbreding en verdieping in samenwerking met verschillende communities. De multidisciplinaire kunstlessen (binnen- en buitenschools) worden voortgezet, evenals de buurtprojecten en vakantieactiviteiten. Activiteiten voor jongeren zijn er in de disciplines dans en beeldende kunst. DAT! legt een accent op talentontwikkeling met een eigen dansteam, biedt ruimte aan jonge theatermakers en wil een rol spelen in de casting van haar leerlingen voor professionele theater- en filmmakers. Voor de jeugdtheaterprogrammering trekt DAT! op met Vanaf2. 

DAT! School ontvangt een vierjarige subsidie 2021-2024 binnen het Kunstenplan van € 151.140 per jaar (incl. indexatie 2024).

Voor de periode 2025-2028 vraagt de organisatie bij het AFK een bijdrage van gemiddeld € 555.000 per jaar in het kader van het Kunstenplan.

Artistiek belang

De commissie beoordeelt het artistiek belang als voldoende.

De commissie ziet in het plan van DAT! een herkenbare artistieke identiteit. De commissie heeft waardering voor het brede en multidisciplinaire aanbod en zij vindt het carrouselmodel dat DAT! hanteert een onderscheidende werkwijze. De commissie waardeert de uitgangspunten van DAT! gericht op persoonlijke en creatieve ontwikkeling. Zij ziet die signatuur echter niet sterk terugvertaald in de artistieke activiteiten. Het plan is ideeënrijk en noemt een verscheidenheid aan genres zoals filmacteren, documentaire maken en theater. De activiteiten krijgen echter volgens de commissie onvoldoende inhoudelijke uitwerking, waardoor deze niet goed tot de verbeelding spreken. In het geval van beeldende kunst bijvoorbeeld had de commissie graag gelezen wat leerlingen gaan doen in de nieuw te realiseren ruimte voor beeldende kunst en atelierruimte en hoe dit past bij de signatuur van DAT!. DAT! reflecteert bij elke soort activiteit (binnenschools, buitenschools, buurtprojecten etc.) op de huidige periode en blikt dan vooruit naar komende kunstenplanperiode en de tijd daarna, vanaf 2029. In de ogen van de commissie worden voornamelijk successen genoemd zoals groeiende deelnemersaantallen. Lering uit het verleden, waar het gaat om eventuele verbeterpunten, krijgt voor de commissie weinig aandacht. De nadruk ligt op continueren en groeien. Nieuwe activiteiten komen volgens de commissie niet altijd logisch voort uit de artistiek-inhoudelijke ontwikkeling van de afgelopen jaren. Op momenten waar een activiteit wel een aanscherping van een activiteit wordt genoemd, zoals kwaliteitsborging of doorstroming van jong talent, had DAT! van de commissie explicieter mogen benoemen op welke wijze zij dit gaat doen.

De commissie vindt het duidelijk wat DAT! inhoudelijk bij haar beoogde deelnemers en publiek teweeg wil brengen. Bij de jeugdtheaterschool staat jezelf zijn, je bewust worden van je eigen kracht en je creatief ontwikkelen als mens en maker voorop. De commissie is deels overtuigd dat dit gaat lukken met genoemde artistieke activiteiten. Door de beknopt omschreven activiteiten krijgt de commissie bijvoorbeeld geen beeld van de betrokken docenten en hoe zij te werk gaan. Wat hierin wel vertrouwen wekt is dat de organisatie kan bogen op jarenlange ervaring en zij haar doelgroep in Noord goed kent.

De commissie is daarnaast positief over de maatschappelijke component van de artistieke identiteit. DAT! toont zich maatschappijbewust en richt zich op ontmoeting via kunst door verhalen te vertellen. Veel kunstzinnige activiteiten zijn lokaal gericht en hebben een maatschappelijke invalshoek, zoals bij de buurtprojecten en vakantieactiviteiten het geval is. De focus op maatschappelijke tendensen ziet de commissie ook terug in de activiteiten op het gebied van talentontwikkeling, die zich richten op problemen die spelen onder jongeren. Daarmee ziet de commissie genoeg artistieke betekenis voor de buurt. 

Belang voor de stad

De commissie beoordeelt het belang voor de stad als voldoende.

De commissie vindt de visie van DAT! op het bereik in Amsterdam gedeeltelijk overtuigend. DAT! beoogt een zo breed mogelijk bereik en biedt kinderen van twee tot achttien jaar (kunst)educatie aan in de disciplines spel, dans, zang, film, fashion, beeldende kunst, yoga, circus, natuur en meditatie. Op sommige vlakken zijn doelgroepen specifieker omschreven, zoals talentontwikkeling gericht op jongeren. Gezien de ervaring van DAT! als jeugdtheaterschool is het commissie duidelijk dat DAT! zich op deze brede groep richt. Ook beoogt DAT! lokaal publiek te bereiken, wat volgens de commissie overtuigend lukt met community art projecten. Die vinden plaats met en door buurtbewoners van alle leeftijden, in alle ‘dorpen’ van Amsterdam Noord.  De commissie had graag meer willen lezen hoe DAT! haar activiteitenaanbod differentieert voor verschillende leeftijden binnen haar beoogde publiek. Ook had de commissie meer inzicht gewild in hoe DAT! met haar lesaanbod aansluit bij de trends en ontwikkelingen van doelgroepen. Daarom is de commissie er niet volledig van overtuigd dat de organisatie genoeg inzicht heeft in bestaande en potentiële doelgroepen.

DAT! ambieert een flinke publieksgroei. Het binnenschoolse aanbod neemt toe, maar de groei zit vooral buitenschools. De ambitie is om het bereik van buitenschoolse activiteiten komende periode te laten toenemen naar ongeveer een verdrievoudiging van het huidige bereik. De organisatie beoogt groei op alle fronten, van community art tot theaterlessen. Ambities bouwen voort op huidig bereik, maar de grote groeisprong komt volgens DAT! vooral voort uit de wens om de groei van de school in een stroomversnelling te krijgen, zodat deze aan kan sluiten bij het scenario van permanente huisvesting op de lange termijn. Het plan bevat geen aanpak die het beoogde toegenomen bereik volgens de commissie realistisch maakt. DAT! gaat een ervaren marketeer/communicatieadviseur werven die de communicatie- en contentstrategie zal opzetten en uitrollen en meer zichtbaarheid moet creëren. De commissie vindt het ontbreken van een marketingstrategie in het plan niet rijmen met de forse groeiambities en de ambitie van het brede publieksbereik. Ook had de commissie meer willen lezen over de aanpak voor de beoogde groei van het binnenschoolse aanbod, te meer omdat DAT! aangeeft dat haar binnenschoolse bereik als katalysator fungeert voor bereik in het verdere aanbod. De organisatie benoemt wel dat zij in gesprek is met een overkoepelend scholenbestuur voor structurele samenwerking, maar hierover komen in het plan nog geen concrete afspraken naar voren.   

De commissie stelt vast dat de activiteiten van DAT! goed bijdragen aan de spreiding van het culturele aanbod en publieksbereik in de stad. De theaterschool is geworteld in Noord. Bijna alle activiteiten vinden plaats in Noord: in de wijk, in de theaterzaal van DAT! of op scholen in het stadsdeel. De commissie ziet ook draagvlak voor de activiteiten: de organisatie is ervaren in Noord en er zijn wachtlijsten voor de lessen voor buitenschoolse activiteiten.

Diversiteit & inclusie

De commissie beoordeelt de bijdrage aan diversiteit en inclusie als voldoende.

Uit het plan spreekt voor de commissie een overtuigende visie op diversiteit en inclusie. De commissie waardeert de voor haar zichtbare intrinsieke motivatie van DAT! op dit onderwerp. DAT! vertrekt vanuit het begrip ‘diversvaardig’: een actieve houding gericht op reflectie, communicatie en nieuwsgierigheid. DAT! maakt overtuigend duidelijk hoe dit concept bijdraagt aan begrip voor de ander, door te leren kijken vanuit verschillende perspectieven op het gebied van diversiteit en inclusie. 

Als reflectie noemt DAT! een aantal successen uit vorige periode zoals op het gebied van programmering of een eigen productie over de doorwerking van het koloniale verleden met internationale partners. Het realiseren van zo’n productie wil DAT!

jaarlijks voortzetten om ruimte te maken voor rouw, gedeelde geschiedenis en herstel. Dat vindt de commissie een logische doelstelling. Verder ziet de commissie door het plan heen verschillende goede initiatieven, zoals Balinees dansen, maar de commissie mist concrete doelstellingen die hieraan ten grondslag liggen. Leerlingen mogen bijvoorbeeld zelf bedenken waar hun producties over gaan, dat maakt volgens de organisatie dat er met maatschappelijke thema’s zoals racisme gewerkt kan worden.  Wat personeel betreft benoemt DAT! het belang van rolmodellen als voorwaarde voor het bereiken van een divers publiek. DAT! vindt het verrijkend om een team van docenten te hebben die niet op elkaar lijken. Dit zijn volgens de commissie mooie uitgangspunten, al wordt niet duidelijk waarom DAT! zich op dit vlak beperkt tot culturele diversiteit. Ook had de commissie meer willen lezen over wat volgens DAT! het beoogde effect van de verrijkende teamsamenstelling zou zijn op het aanbod en de organisatie.       

De commissie vindt het niet geheel overtuigend dat de organisatie met haar aanpak diversiteit en inclusie zal verwezenlijken. Met haar brede scholenbereik verwacht de commissie dat er een divers publiek bereikt wordt. Wat betreft het buitenschoolse bereik stelt DAT! dat met persoonlijke verhalen van makers een divers publiek vanzelf volgt. Het is zeker mogelijk dat verhalen vanuit verschillende achtergronden herkenbaar zijn voor divers publiek, maar de commissie vindt dat de theaterschool hier een meer concrete aanpak had moeten formuleren. DAT! werkt samen met de Stadspas voor een lage toegangsprijs voor zowel de theaterprogrammering als de theaterlessen en dat vindt de commissie een passende aanpak om een bijdrage te leveren aan sociaal-economische kansengelijkheid.

Goede ontwikkeling vindt de commissie dat de diversiteit van het bestuur van de eigen organisatie is verbeterd. De organisatie benoemt verder de behoefte tot internationale uitwisseling en beschrijft samenwerkingen uit het verleden met internationale partners, uit onder meer Indonesië en het Caraïbisch gebied. De commissie vindt dit zinvolle samenwerkingen, maar mist een concrete aanpak ten aanzien van toekomstige samenwerkingen om deze mooie voorbeelden ook in de toekomst te realiseren.

Uitvoerbaarheid

De commissie beoordeelt de uitvoerbaarheid als zwak.

De visie van DAT! op de bedrijfsvoering is voor de commissie overtuigend, maar met een aantal punten van kritiek. DAT! laat voor de commissie goed zien hoe zij met mensen en middelen wil omgaan. De organisatie reflecteert op de Governance Code Cultuur en de Fair Practice Code en daar komen duidelijke voornemens uit voort, zoals de omvorming van bestuur naar raad van toezicht. Het is volgens de commissie goed dat er aandacht is voor het verhogen van de uurtarieven. Daarnaast vindt de commissie het positief dat DAT! oog heeft voor sociale veiligheid in de vorm van een gedragscode.

DAT! reflecteert op afgelopen jaren en de commissie vindt het bewonderenswaardig dat de organisatie zich financieel staande heeft gehouden, ondanks onder meer de onrust van verschillende verhuizingen en de coronacrisis. Afgelopen periode heeft de organisatie haar administratie gemoderniseerd. Een visie op de toekomst komt voor de commissie niet logisch uit de reflectie voort, zoals de keus voor nieuwe werkzaamheden in horeca of dagbesteding. Weliswaar onderschrijft de commissie het belang van DAT! om toe te werken naar een duurzaam gezonde financiële positie, maar daarmee is de wens om tegelijkertijd een grote groeisprong naar de toekomst te maken voor de commissie nog niet logisch. De beoogde groei is fors en ambitieus en de commissie vindt dat DAT! weinig reflecteert op de reorganisatie en veranderende bedrijfsvoering die de groei met zich meebrengt.

DAT! heeft oog voor risico’s, maar de commissie vindt de genoemde beheersmaatregels beknopt. Als voornaamste risico noemt de theaterschool de huisvesting. Het huidige huurcontract loopt eind 2024 af. DAT! noemt in haar plan een aantal voorwaarden voor de volgende en tijdelijke huisvesting zoals voldoende studioruimte, een multizaal en de mogelijkheid voor horeca-exploitatie. DAT! werkt vervolgens toe naar een permanente huisvesting vanaf 2029. Het is de commissie op basis van het plan echter niet duidelijk wat de stand van zaken is met betrekking tot de tijdelijke huisvesting. De commissie vindt het een punt van aandacht dat de organisatie slechts beperkt ingaat op alternatieve scenario’s voor het geval dat de tijdelijke of permanente huisvesting niet doorgaat.

De commissie is niet genoeg overtuigd dat het plan voor de activiteiten op alle punten realistisch en uitvoerbaar is. In organisatorisch opzicht heeft DAT! verschillende inhoudelijke partners aan zich verbonden die het plan meer zekerheid geven, maar andere partners moeten nog gezocht zoals de maatschappelijke partner voor dagbesteding. DAT! wil haar team komende periode uitbreiden met onder meer een educatiecoördinator en een marketeer. De commissie vindt dat een goede en noodzakelijke uitbreiding, maar daarmee groeit de organisatieopzet in haar optiek niet hard genoeg mee met de beoogde activiteitengroei. 

Wat de uitvoerbaarheid in financieel opzicht betreft vindt de commissie het positief dat DAT! risico’s wil spreiden door in te zetten op een brede financieringsmix. De commissie is echter niet overtuigd van het realisme ervan. Zo moet er nog een horecapartner gevonden worden en de huisvesting is nog niet zeker. De commissie had graag een toelichting in het plan gelezen om de groei van verschillende inkomstenbronnen als realistisch te kunnen beoordelen, zoals uit verhuur, horeca en activiteiten zoals casting. Vanwege diezelfde onzekerheid vindt zij ook de forse kostenstijging, zoals de huisvestingskosten die ruim vertienvoudigen, op dit moment niet voldoende onderbouwd. 

De commissie heeft begrip dat eerdere financiële beleidsvoornemens niet zijn gerealiseerd, vanwege een nog lopende financiële naheffing buiten de schuld van de organisatie. Op dit moment is er sprake van een negatief eigen vermogen van de organisatie. Het is goed dat DAT! hier komende periode aan werkt, maar het grootste deel van de reserve wordt direct gereserveerd voor de nieuwbouw in 2029. DAT! is daardoor niet in staat om beperkte financiële tegenvallers op te vangen en dat vindt de commissie geen goed uitgangspunt voor grote groei. Zij is dan ook niet overtuigd dat de financiële huishouding van DAT! op dit moment genoeg op orde is om het plan voor de komende vier jaar de dragen. 

Conclusie

De commissie adviseert op grond van bovenstaande overwegingen de aanvraag van

DAT!school gedeeltelijk te honoreren met een bedrag van € 151.140 per jaar. Dit is het huidige subsidiebedrag. De commissie vindt de groeiambities van DAT! niet overtuigend onderbouwd. De wankele financiële situatie en de onzekerheden van de nieuwe huisvesting, vormen volgens de commissie geen stevig fundament om te groeien.

De commissie constateert dat er na beoordeling van alle aanvragen onvoldoende budget beschikbaar is om de aanvraag te honoreren. 

De aanvraag is beoordeeld binnen de adviescommissie Cultuureducatie.