Boogaerdt/VanderSchoot

Theater
Aangevraagd: € 145.000
Toegekend: € 0

Inleiding

Boogaerdt/VanderSchoot (hierna: BVDS) is een Amsterdams mimegezelschap dat in het theater en daarbuiten ruimtes schept voor transformaties voor de toekomst. In de werkomgeving, theaterbroedplaats De Sloot in stadsdeel Nieuw-West, maakt BVDS voorstellingen die in Amsterdamse theaters, in tentoonstellingsruimtes en op festivals te zien zijn. De organisatie kenmerkt haar werk als feministisch en queer, zintuigelijk en toegankelijk, verwarrend, humoristisch en speels. BVDS maakt daarbij gebruik van verbindingen tussen podiumkunst, (digitale) technologie en beeldende kunst. Typerend noemt het ook de vermenging van bijbehorende publieksgroepen en vernieuwende inhoud, vanuit een eco-feministische en queer invalshoek. Tenslotte vindt de organisatie haar werk kenmerkend in de manier waarop ze met het publiekslichaam werkt en het publiek een actieve rol geeft in het gezamenlijk oefenen in transformaties.

Voor de komende periode neemt BVDS vier vragen als uitgangspunt, die uitmonden in producties: How to take time in a fast world? (PISS POOL, 2025), How to overcome a binary world? (HOLOBIONT, 2026), How to be healthy in a sick world? (SICK, 2027) en How to come home in a more-than-human world? (GLITCH REPORTS, 2028). Daarnaast organiseert BVDS locatiespecifieke performances buiten het theater en deelt het de uitkomsten van onderzoekstrajecten met het Amsterdamse publiek, o.a. door een terugkerend contextprogramma (Talking Bodies) in Theater Frascati. Vanuit de basis in Amsterdam legt het gezelschap nationale en internationale verbindingen en bouwt het verder aan een internationaal netwerk en bereik.

Boogaerdt/VanderSchoot ontvangt geen meerjarige subsidie binnen het Kunstenplan 2021-2024.

Voor de periode 2025-2028 vraagt de organisatie bij het AFK een bijdrage van gemiddeld € 145.000 per jaar in het kader van het Kunstenplan.

Artistiek belang

De commissie beoordeelt het artistiek belang als goed.

Boogaerdt/VanderSchoot profileert zich als een mimegezelschap dat in het theater en daarbuiten experimentele theateropstellingen schept. De commissie herkent in het plan een uitgesproken, eigenzinnige artistieke signatuur met werk dat op het grensvlak van performance, theater, beeldende kunst en ritualistische happenings ligt. De basis ligt in de mime met gebruik van oude en nieuwe technieken, waarbij menselijke en niet menselijke personages ten tonele worden gevoerd en technologie en het fysieke versmelten. De commissie herkent hier een sterke artistieke eigenheid in. 

De commissie ziet de artistieke signatuur duidelijk terugkomen in de activiteiten voor komende periode. De commissie vindt de focus op ‘het lichaam in crisis’ met het lichaam als spreekbuis van een zieke wereld, daarbij een helder artistiek uitgangspunt voor de projecten in de komende periode. De geplande projecten worden opgehangen aan vier vragen en thema’s die de commissie vindt uitdagen tot reflectie op dit uitgangspunt en hier naadloos op aansluiten. Met PISS POOL agendeert het gezelschap de thema’s aging, lichaamscultuur en wellness; HOLOBIONT is een uitnodiging tot meervoudigheid en genderfluïditeit; SICK draait om gezondheid, ziekte en validisme en GLITCH REPORTS gaat over de relatie tussen de (zang)stem en digitale leefvormen. Hoewel de commissie de thematiek en de filosofische bespiegelingen aansprekend en relevant vindt, kan ze de vele verwijzingen naar (literaire) inspiratiebronnen soms lastig volgen. Zonder voorkennis van het werk krijgt de commissie vanuit de beschrijvingen van de projecten moeilijk een beeld van de vorm waarin deze concreet worden vertaald. Hier had de commissie meer over willen lezen.   

In het plan leest de commissie een reflectie op het werk uit voorgaande jaren, maar hieruit wordt niet duidelijk welke artistieke ontwikkeling het gezelschap heeft doorgemaakt. Het plan bouwt komende periode wel overtuigend voort op het maken van een combinatie van intuïtief en politiek geladen werk, waarbij wordt gereflecteerd op onze leefomgeving en omgang met de aarde en elkaar. De commissie herkent daarbij dat thema’s en onderzoek uit de vorige periode een vervolg krijgen, waardoor er sprake is van artistieke continuïteit en het voortbouwen op eerder werk.

De commissie vindt het werk van Boogaerdt/VanderSchoot een sterke artistieke betekenis hebben binnen de niche waarin het zich begeeft, het zal daarmee aansprekend zijn voor het beoogde publiek van de BVDS, de community waar het zich ook komende periode op richt. Het is duidelijk wat BVDS bij het publiek teweeg wil brengen. Het werk van BVDS richt zich op een activatie van de zintuigen van de toeschouwer, om samen met het publiek een nieuwe zintuiglijkheid te ontwikkelen, een collectieve body of knowledge. Dat uit zich in het werk in theateropstellingen die zowel zintuigelijk als verrassend zijn.  

De behoefte om bij het publiek iets teweeg te brengen komt ook naar voren in het interactieve randprogramma Talking Bodies in de vorm van theatrale gesprekken. Het publiek wordt actief betrokken bij de voorstelling en de commissie vindt dat concepten vertrekken vanuit vragen die ook werkelijk door het publiek opgeroepen hadden kunnen worden, zoals How to take time in a fast world? De publiekspresentaties zijn daarnaast verschillend van vorm: van installaties en exposities tot voorstellingen of multimedia opera. Dit vindt de commissie aantrekkelijk voor publiek.

De commissie vindt dat BVDS een bescheiden betekenis voor de stad heeft in de samenwerkingen met andere onafhankelijke makers, zoals in de samenwerkingen binnen platform GREENHOUSE met onder andere BAU en Nicole Beutler Projects. De commissie is positief over het voornemen van BVDS om vanuit Theaterbroedplaats De Sloot een nieuw engagement met de stad te willen ontwikkelen, maar dit wordt niet geconcretiseerd.

Belang voor de stad

De commissie beoordeelt het belang voor de stad als voldoende.

De commissie leest in het plan een bij de organisatie passende visie op het bereik in de stad. In het plan is een duidelijke omschrijving van de doelgroepen gegeven: de vaste BVDS-community, publiek dat voortkomt uit kruisbestuiving met partners en nieuwe BIPOC en/of (biculturele) lhbtqia+-publieksgroepen.

De aard en de omvang van de projecten sluiten goed aan op dit bestaande publiek, waarmee BVDS de komende periode de band wil versterken. Boogaerdt/VanderSchoot speelt relatief weinig speelbeurten voor een relatief beperkt publiek. In komende periode kiest BVDS voor minder activiteiten dan in voorgaande periode ten behoeve van meer verdieping. Bijvoorbeeld met de kleinschalige activiteiten binnen

GREENHOUSE, gericht op onafhankelijke makers en de theatrale gesprekken Talking Bodies. De commissie vindt het beoogde publieksbereik in de stad daardoor nu echter zeer beperkt en uit het plan leest de commissie weinig ambitie dit de komende jaren te laten groeien. Daarbij vindt de commissie de veel eenmalige activiteiten ook niet overtuigend leiden tot meer verdieping en de gewenste sterkere band met het publiek.  BVDS wil naast de bestaande doelgroepen de komende periode ook nieuwe doelgroepen bereiken waarbij bewust wordt gekeken naar wisselwerking met publiek van partners, die zich op dezelfde doelgroepen richten. De commissie vindt de beoogde samenwerkingspartners als Nxt Museum voor nieuwe mediakunst en Framer Framed en SHEBANG passend bij de projecten van BVDS, maar de aanpak is weinig concreet uitgewerkt en de voornemens voor de beoogde allianties nog zeer intentioneel. BVDS focust de komende periode op verbreding van de bestaande doelgroepen met nieuwe BIPOC en/of biculturele lhbtqia+-publieksgroepen. De commissie vindt de aanpak daarvoor voornamelijk gericht op de eigen community van huisgenoten in Theaterbroedplaats De Sloot. Positief is de commissie over het vergroten van de zichtbaarheid met onder meer een nieuwe huisstijl, een focus op sociale media en nieuwe presentatievormen als een podcast. 

BVDS levert een zeer redelijke bijdrage aan de spreiding van activiteiten en publiek in de stadsdelen Nieuw-West en Noord, al wordt het merendeel van het publiek in stadsdeel Centrum bereikt waar in Theater Frascati wordt gespeeld. Buiten het centrum ligt de focus op Nieuw-West, waar thuisbasis De Sloot zich bevindt. Hier vinden diverse initiatieven in samenwerking met de huisgenoten van De Sloot plaats, zoals met queercollectief Dance Space Destiny. De commissie leest in het plan geen pogingen om buiten de muren van De Sloot te breken en het publiek in Nieuw-West direct te betrekken.

Hoe BVDS draagvlak creëert in het stadsdeel vindt de commissie niet terug in het plan. In Noord wordt samengewerkt met de contemporary art space On The Inside, maar niet duidelijk is welke activiteiten voor publiek daar plaats vinden. Op locatie in Noord wordt gerepeteerd bij Feikes Huis, maar dit is ogenschijnlijk niet gericht op het publiek aldaar.  

Diversiteit & Inclusie

De commissie beoordeelt de bijdrage aan diversiteit en inclusie als voldoende.

De commissie leest in het plan een visie op diversiteit, waarin de artistieke signatuur van de makers resoneert. Het is voor de commissie duidelijk dat

Boogaerdt/VanderSchoot met de focus op de feministische queercommunity kiest voor diversiteit in de zin van gender en seksualiteit. Queerness en feminisme zitten volgens de commissie verankerd in het werk waardoor het van betekenis is voor de lhbtqia+- gemeenschap.  

De commissie is positief over de reflectie op het langdurig en veelvormig onderzoek naar de wortels van het patriarchaat en de mechanismen van uitsluiting ervan, en de zoektocht naar persoonlijke dekolonisatie. Dit onderzoek naar inclusie was ook zichtbaar in het aanbod voor publiek, bijvoorbeeld in de multimediavoorstelling TRAVELLING WITHOUT MOVING in samenwerking met Amsterdams kunstenaarscollectief de Feministische Handwerk Partij. Met de vraag ‘wat als het patriarchaat slechts een tijdelijke hype is?’ stelt BVDS zichzelf voor de komende periode ten doel dit de afgelopen periode ingezette dekolonisatieproces door te zetten.  Kritisch is de commissie op de reflectie van BVDS op een divers en inclusief bereik en organisatie. BVDS geeft aan niet te rubriceren op huidskleur, waarbij het uiteenlopende categorieën waarmee teamleden zich identificeren gelijkstelt: Sommigen van ons zijn ‘man van kleur’ maar identificeren zich als wit, sommigen van ons hebben een fysieke beperking, sommigen identificeren zich als avatar, sommigen hebben een hond.’ De commissie vindt dit geen serieuze reflectie en wat nonchalant overkomen. Er spreekt weinig bewustzijn uit van sensitiviteiten rondom diversiteit en inclusie. Zo vindt de commissie het problematisch dat BVDS het als vanzelfsprekend beschouwt dat mensen identiteiten altijd naar believen kunnen selecteren, aangezien er mensen in de samenleving zijn die hier niet voor kunnen kiezen, of die soms ook ongewenst een identiteit toebedeeld krijgen. 

Voor de komende periode leest de commissie concrete doelen terug om diversiteit in organisatie, bereik en aanbod te vergroten. Zo wil BVDS ervoor zorgen dat het kernteam achter de schermen minder wit is en ervaring opdoen in het werken met mensen met een beperking, Ook wil BVDS komende periode verder inzetten op publiek uit de activistische trans- en queerscene, en afhankelijk van de thematiek van de voorstellingen op representatie van doelgroepen (op de vloer en in het publiek) volgens het motto ‘nothing about us without us’. Dat vindt de commissie een mooi streven.

De commissie herkent in het plan een aanpak voor met name een divers en inclusief aanbod en, zij het minder concreet, ook voor een divers en inclusief bereik. In de projecten voor komende periode is diversiteit verweven in de onderwerpen, zoals in HOLOBIONT - How to overcome a binary world? Verschillende transinclusieve kunstenaarscollectieven en community’s worden daarnaast bij de processen betrokken, om het transinclusief feminisme in het werk te kunnen waarborgen.  Om BIPOC en/of (biculturele) lhbtqia+-publieksgroepen te binden bouwt BVDS verder aan het activistische queer- en transnetwerk rondom De Sloot en het betrekken van bestaande samenwerkingspartners die zich in de queer- en transscene bevinden. De commissie vindt daarmee nog niet overtuigend dat een verbreding plaatsvindt van het publiek dat zich al in het netwerk van BVDS bevindt. Daarnaast wordt een medewerker marketing en publieksbereik aangesteld die zich met specifieke acties richt op diversiteit en inclusie in het bereik. Over de werving van deze beoogde medewerker en wat van deze medewerker wordt verwacht leest commissie niets in het plan. Ook over wat BVDS gaat doen om de toegankelijkheid voor mensen met een beperking te vergroten ziet de commissie geen concrete aanpak in het plan.

Voor de doelstelling om het kernteam in 2028 minder wit te laten zijn, mist de commissie concrete stappen om dit te bereiken. 

Uitvoerbaarheid

De commissie beoordeelt de uitvoerbaarheid als voldoende.

De commissie vindt de visie op bedrijfsvoering niet sterk. Ze mist een duidelijke reflectie op de voorgaande periode en hoe de organisatie zich heeft opgebouwd na het vertrek uit de BIS-structuur binnen Theater Rotterdam. Het wordt de commissie niet duidelijk wat dat op organisatorisch en zakelijk vlak heeft betekend of welke inzichten zijn opgedaan en hoe BVDS daar in de komende periode op wil voortbouwen. Er wordt enkel benoemd dat er is geïnvesteerd in kwalitatieve techniek en personeel om afhankelijkheid van huurkosten en leveranciers te verminderen. Wel vindt de commissie sterk dat er is gewerkt aan een ervaren en creatief technisch team, omdat techniek een belangrijk aspect is binnen het werk van BVDS. De commissie leest in het plan geen helder toekomstperspectief waar BVDS de komende vier jaar in de bedrijfsvoering naartoe wil, behalve dat BVDS de productionele continuïteit wil versterken. Het doet dat onder meer met een grotere aanstelling voor de marketeer en het toevoegen van een parttimeproductiemedewerker.

Er wordt goed gereflecteerd op de Governance Code Cultuur. De statuten en bestuursreglementen zijn opgefrist en er zijn meetbare doelen geformuleerd ten aanzien van de code voor de komende periode, zoals jaarlijkse gesprekken met nieuwe bestuursleden om de code goed door te voeren en een onderzoek naar welk model (directie-bestuurs- of raad-van-toezicht-) het passendst is bij BVDS. Ook op de Fair Practice Code is adequaat gereflecteerd. Fair pay is een basisprincipe, de cao Toneel en Dans wordt gevolgd en overuren worden uitbetaald. Ook is er aandacht voor sociale veiligheid: in het plan wordt melding gemaakt van een gedragscode en de aanwezigheid van een extern vertrouwenspersoon. BVDS geeft aan een temperatuurmeting te hebben gedaan ten aanzien van personeelsbeleid. De commissie had meer willen lezen over de conclusies die daaruit worden getrokken voor het personeelsbeleid, voor de wijze waarop wordt samengewerkt, en voor de aandacht voor sociale veiligheid.  

Vanwege de risico’s van het kostbare multidisciplinaire werk van BVDS bouwt de organisatie aan een eigen vermogen om risico's op te vangen. De organisatie geeft aan wendbaar te zijn in het zoeken naar speelplekken, ook buiten het theater. Door het kleine, flexibele team kunnen planningen makkelijk worden omgezet. Dit vindt de commissie een bij de organisatie passende manier om met risico’s om te gaan. Het plan gaat niet in op risico’s die het constant samenwerken met andere partners volgens de commissie ook met zich mee kan brengen. 

De commissie vindt het plan organisatorisch uitvoerbaar. Er is een klein, wendbaar en ervaren team dat goed op elkaar is ingespeeld. Met investering in de productionele kant van de organisatie en een schaalgrootte aan activiteiten die lager ligt dan in voorgaande periode vindt de commissie het plan op organisatorisch vlak realistisch.  De commissie constateert op basis van de balans dat de financiële huishouding genoeg op orde is om het plan te kunnen dragen. De commissie acht het plan in de basis financieel uitvoerbaar, maar plaatst wel kanttekeningen bij de begroting. De begroting toont vrij hoge personeelskosten. Die vindt de commissie verklaarbaar door een dubbele artistieke leiding en een uitbreiding van uren voor de technisch producent, productieleider en marketeer, en nieuwe parttimeproductiemedewerker. De commissie had de personele kosten echter graag meer uitgesplitst per functie gezien, om te kunnen beoordelen of deze passend zijn begroot. Of de opgevoerde kosten voor de activiteiten realistisch zijn kan de commissie lastig beoordelen omdat de begroting de kosten per project weinig specificeert of toelicht. Zeker gezien de wisselende aard en technische complexiteit van de projecten had de commissie meer inzicht hierin willen hebben. 

Er is een gevarieerde financieringsmix, met publieksinkomsten, publieke en private subsidies en coproductiebijdragen, die zorgt voor voldoende spreiding van de inkomsten. De commissie vindt de inkomsten echter niet realistisch. Zo is ze niet overtuigd van de beoogde publieksinkomsten, gezien de relatief lage bezoekersaantallen die met de nieuwe activiteiten gerealiseerd worden. Daarnaast vindt de commissie de coproductiebijdragen niet helder toegelicht, waardoor er geen zicht is op welke partij wat inbrengt. De realisatie van de financieringsmix vindt de commissie daarmee nog onzeker. 

Conclusie

De commissie adviseert op grond van bovenstaande overwegingen de aanvraag van Boogaerdt/VanderSchoot te honoreren met het gevraagde bedrag van € 145.000 per jaar. 

De commissie constateert dat er na beoordeling van alle aanvragen onvoldoende budget beschikbaar is om de aanvraag te honoreren.

De aanvraag is beoordeeld binnen de adviescommissie Theater.