Amsterdam Ferry Festival

Beeldende kunst en creatieve industrie
Aangevraagd: € 115.000
Toegekend: € 0

Inleiding

Amsterdam Ferry Festival (hierna: AFF) organiseert kunstprojecten op de veerponten in de openbare ruimte van Amsterdam. De organisatie is gedurende het hele jaar actief en presenteert tentoonstellingen met hedendaagse makers, publieksprogramma’s en workshops voor een veelzijdig publiek. Alle tentoonstellingen en programma’s spelen zich af binnen de context van de pont. AFF werkt samen met culturele organisaties die gevestigd zijn aan het IJ en in Noord. AFF werkt vanuit drie kernwaardes: Verkennen, Verrassen en Verbinden. Aan de hand hiervan zet AFF zich naar eigen zeggen in om maatschappelijke en grootstedelijke vraagstukken te verkennen, het publiek te verrassen met interessante en aantrekkelijke kunstprojecten, en een verbindende speler te zijn binnen het Amsterdamse culturele veld. Vanuit meerdere perspectieven wil AFF het veelzijdige publiek op de pont in contact brengen met de thema’s die door AFF worden geagendeerd. Daarbij is de pont een canvas voor de kunstenaar en biedt deze het publiek, volgens AFF, een moment van reflectie en verdieping te midden van de dagelijkse drukte.

Vanaf 2025 organiseert AFF jaarlijks twee tentoonstellingen op de pont en start deze met listening sessions, die vier keer per jaar plaatsvinden. Voor de komende periode heeft AFF drie inhoudelijke thema’s geformuleerd aan de hand waarvoor het opdrachten uitzet bij kunstenaars: The Soapbox, In Stillness We Move en The Poetics of Trash. AFF werkt bij voorkeur één keer per jaar met een partnerorganisatie aan een tentoonstelling, waarbij AFF zich in zijn publieksbereik verdiept via de doelgroepen van de partner, en de partner diens bereik verbreedt door het dagelijks publiek op de pont te bereiken. De eerste tentoonstelling in deze samenwerkingsvorm zal naar verwachting met Metro54 zijn. Ook de listening sessions, die draaien om verschillende vormen van geluidskunst, zijn potentiële momenten voor samenwerking. Aanvullend op de tentoonstellingen organiseert het AFF workshops voor makers en studenten, en Meet the Makers-sessies met een wandeling naar een locatie in Noord of aan het IJ. De programmering rond de tentoonstelling is erop gericht verdieping te bieden, een gemeenschap rond AFF te bouwen en de zichtbaarheid van de organisatie te vergroten.

Het AFF ontvangt geen meerjarige subsidie binnen het Kunstenplan 2021-2024. Voor de periode 2025-2028 vraagt de organisatie bij het AFK een bijdrage van gemiddeld € 115.000 per jaar in het kader van het Kunstenplan.

Artistiek belang

De commissie beoordeelt het artistiek belang als zwak.

Het AFF bezit volgens de commissie een onderscheidend gegeven: al zijn activiteiten vinden plaats op of rondom de ponten over het IJ. Op het AFF van de afgelopen jaren, tot en met 2020, waren de activiteiten op de pont geconcentreerd in een korte periode op één moment in het jaar. Hierdoor was, naar de mening van de commissie, het AFF herkenbaar voor het publiek, vanwege de compactheid van het festivalmoment. In het plan voor 2025-2028 mist de commissie een onderbouwing en motivatie van het AFF bij de keuze om het festival te wijzigen naar de voorliggende opzet waarbij gedurende het hele jaar activiteiten plaatsvinden. Hiermee is het voor de commissie onduidelijk welke nieuwe artistiek-inhoudelijke doelstellingen ten grondslag liggen aan de nieuwe opzet van het festival. De commissie constateert dat de gekozen thematiek van het nieuwe AFF nogal wijd uiteenloopt en onderling weinig samenhang toont. De keuze voor de thema’s is volgens de commissie onvoldoende gemotiveerd; het ontbreekt volgens de commissie aan een helder narratief in de programmering, en daarmee een duidelijke artistieke lijn voor alle activiteiten van het AFF gedurende het jaar. De commissie constateert daarnaast dat sommige geselecteerde kunstenaars, zoals gepresenteerd in het plan, onvoldoende aansluiten bij het gekozen medium voor de activiteit, ondanks de bewezen artistieke kwaliteiten van deze makers.

De doelstelling van het AFF is, zo is in het plan opgenomen, dat de activiteit op de pont moet verrassen, verkennen en verbinden. De commissie onderschrijft deze uitgangspunten, maar is niet overtuigd van de relevantie of effectiviteit van sommige activiteiten in het realiseren van deze beoogde doelstellingen. De commissie ziet in het voorgelegde concept te weinig een overtuigende samenhang tussen de gekozen thematiek, de artistieke vertaling van de thematiek in de activiteit en de juiste koppeling van kunstenaar bij het gekozen medium. Hierdoor ontbreekt het project, volgens de commissie, aan een heldere artistieke signatuur.

AFF wil kunst op een toegankelijke wijze op de pont presenteren en met de programmering de interactie met publiek vooropstellen. Voor de commissie staan de activiteiten op de pont op zich als kunstuitingen, maar er is een samenwerkingsprogramma omheen gepland dat niet overtuigend hieraan is gerelateerd. Er wordt door AFF intensief samenwerking met deze partners gezocht bij de uitwerking van de gekozen thema’s. De commissie constateert dat bij de uitwerking van het programma vervolgens veel nadruk wordt gelegd op het overbrengen van deze thema’s aan het publiek. Het realiseren van impact op het publiek is hierbij echter onderbelicht geraakt.  

Het is voor de commissie niet helder welke doel AFF met de activiteit voor ogen heeft. Dit resulteert volgens de commissie in een vertroebelde artistieke boodschap die weinig overtuigt. Het in potentie artistiek betekenisvolle moment op de pont krijgt op deze manier niet genoeg betekenis voor de bezoekers. De commissie is van mening dat de beoogde publieksgroepen, dus zowel de (professionele) geïnteresseerde kunstliefhebber als de toevallige passant op de pont, hierdoor onvoldoende worden aangesproken. Volgens de commissie zijn de doelgroepen bovendien zeer verschillend, het AFF beschouwt ze echter wel onder één noemer in de aanvraag. Hierdoor is het voor de commissie niet helder in hoeverre het programma aansluit bij het publiek. Bezoekers nemen de pont en bezoeken daarmee ook tegelijkertijd, bewust of onbewust, het AFF. Daarbij is de gekozen vormgeving, beeldtaal en verschijningsvorm van de activiteiten, als een overkoepelend en herkenbaar beeldmerk van het AFF, in de opinie van de commissie, niet coherent en opvallend genoeg aanwezig om zich te onderscheiden van de reguliere (commerciële) marketing die al aanwezig is op de pont. Volgens de commissie is de zichtbaarheid van het festival op de pont en op de landingsplekken voor het publiek hierdoor, over het hele jaar, onvoldoende gewaarborgd. Dit alles overziende constateert de commissie dat hiermee de betekenis voor de stad onvoldoende herkenbaar is.

Belang voor de stad

De commissie beoordeelt het belang voor de stad als voldoende.

In de praktijk kan een reiziger op de pont automatisch ook een bezoeker zijn van het AFF, maar dat is niet noodzakelijk het geval. De commissie constateert dat in het plan niet wordt aangegeven wat het AFF zelf als doelstelling of omschrijving van het publieksbereik en doelgroepen hanteert en of daarbij een onderscheid gemaakt wordt tussen de gebruiker van de pont en bewust publiek voor het festival. Ook ontbreekt het in het plan aan een uitwerking van de wijze waarop de omvang van dit publieksbereik wordt gemeten of de voorkeuren van het publiek worden achterhaald. Hierdoor is het voor de commissie onvoldoende inzichtelijk hoe groot in de praktijk het publieksbereik op de pont daadwerkelijk is en of de aanpak voor het bereiken van de beoogde aantallen realistisch en passend is. De commissie constateert dat AFF met de passant op de pont - in potentie - een groot bereik in de schoot geworpen krijgt, waardoor een belang voor de stad zeker aanwezig kan zijn. De aard van de doelgroepen is volgens de commissie wel helder geformuleerd. Enerzijds is er de (pre-)professionele kunstminnende toeschouwer, die bewust naar de activiteiten op de pont en bij samenwerkende partners komt kijken naar aanleiding van publiciteit of op uitnodiging. Anderzijds is er een breed samengestelde en zeer diverse groep passanten, veelal bewoners en werkers in de stadsdelen Noord, Centrum, Oost en West. Beide groepen vragen volgens de commissie om een andere aanpak ten aanzien van het bereik. AFF brengt in zijn programma, in de ogen van de commissie, de aard van de activiteiten nogal geforceerd bij elkaar om beide doelgroepen te bedienen met eenzelfde publiciteitsstrategie. Er ontbreekt in het plan een heldere overkoepelende visie die de activiteiten op de pont en de activiteiten met samenwerkende partners, zoals de workshops, goed met elkaar verbinden. De commissie constateert dat het AFF tevens de kans mist om de gegeven diversiteit van de passanten overtuigend te gebruiken bij de definiëring van de doelgroepen van het AFF. 

De culturele samenwerkingspartners zijn volgens de commissie interessant, maar passen niet goed bij ‘het moment’ van de pont en zijn daardoor niet (altijd) passend voor het betekenisvol bereiken van de beoogde doelgroepen. Het festival wil met een grote verscheidenheid aan partners samenwerken, variërend van kunstinstellingen tot kunstopleidingen. Ook wil het meer workshops geven voor makers en Meet the Makers-sessies organiseren, soms op locatie bij nabijgelegen partnerorganisaties.  Zo vindt de commissie de samenwerking met Metro54 interessant. De bezoekers komen naar idee van AFF naar het centrum (Metro54) en vervolgens naar de pont, wat een kleine afstand is. Dit is, volgens de commissie een interessante ecosysteemgedachte, maar het organiseren van deze verbinding is als activiteit voor het AFF te veel verwijderd van zijn kerntaak. De commissie concludeert dat de aanpak om publiek te bereiken niet passend en realistisch is.

Het AFF focust zich op alle gebruikers van de pont. Dit zijn overwegend bewoners van Noord, Centrum, Oost en West, naast kunstprofessionals & de preprofessionals van kunstopleidingen. Het heen en weer reizen geeft, volgens de commissie, betekenis aan de pont als medium dat verbinding legt tussen de delen van de stad bezuiden het IJ en Noord. Op basis daarvan stelt de commissie vast dat de activiteiten van AFF gedeeltelijk plaatsvinden bij de samenwerkingspartners in het stadsdeel Noord. De commissie is echter van mening dat hierdoor nog geen duurzame relatie met de lokale communities wordt opgebouwd in het stadsdeel en zodanig weinig bijdraagt aan de spreiding van het publieksbereik in de stadsdelen Nieuw-West, Noord en Zuidoost.

Diversiteit & Inclusie

De commissie beoordeelt de bijdrage aan diversiteit en inclusie als zwak.

Het AFF geeft een toelichting in het plan hoe deze diversiteit en inclusie beschouwt in relatie tot de organisatie en haar activiteiten. De aanvraag getuigt volgens de commissie van een weinig onderbouwde visie over wat AFF wil bereiken met diversiteit en inclusie in zijn programma, publiek en organisatie. De commissie constateert dat een goede ambitie over meerstemmigheid is opgenomen in de aanvraag. Zo wil het AFF ‘veel werken met bijvoorbeeld vrouwelijke en non-binaire makers of makers met een niet-westerse achtergrond’. De commissie mist echter een duidelijke reflectie op de voorgaande jaren en welke voorlopige resultaten al zijn behaald op dit vlak, waardoor de commissie niet goed kan beoordelen of de doelstellingen voor de toekomst daar logisch uit voortvloeien.  

De commissie neemt kennis van het feit dat het AFF het belang onderschrijft om een variatie aan perspectieven op diversiteit te representeren. Echter, terwijl de diversiteit op de pont onder de passanten evident aanwezig is, is dit gegeven niet zichtbaar of herkenbaar in de programmering. Kortom de passant van de pont, een duidelijke afspiegeling van de stad Amsterdam, komt in de programmering niet tot weinig aan bod. Een deel van de makers met wie wordt gewerkt is cultureel divers, maar de commissie constateert dat het aanbod daarmee inhoudelijk niet automatisch zodanig is dat daarmee ook een cultureel divers publiek wordt bereikt of aangesproken.

Met de samenwerkingen met Verdedig Noord en Metro54 is er, constateert de commissie, een begin van aanvulling en uitbreiding van samenwerkingen (commercieel, educatief, non-profit en cultureel) met organisaties en initiatieven die diversiteit in hun beleid geïntegreerd hebben. Onduidelijk is voor de commissie echter wat hiervan de invloed is op het programma, bereik of de organisatie.

Het AFF heeft vooral in het plan aandacht voor de curatorvisie, dus met een focus op de programmering. De commissie waardeert hoe Vrouwendag een draad is in het programma, en waarom bepaalde kunstenaars daarom zijn vertegenwoordigd. De commissie constateert int het plan onvoldoende gerichte aandacht aan het bereiken van doelgroepen in het publiek met een culturele achtergrond, diversiteit in de zin van gender of seksualiteit of sociaal-economische kansengelijkheid. In het bereiken van samenwerkingspartners, die diversiteit in hun beleid geïntegreerd hebben worden in het programma mogelijke samenwerkingen genoemd, zoals met Metro54 en Verdedig Noord. Ook hier is het niet mogelijk voor de commissie om vast te stellen wat deze samenwerking concreet bijdraagt aan het diversiteitsbeleid of welke invloed het heeft op de realisatie van de doelstellingen van AFF, en omgekeerd, met betrekking tot diversiteit en inclusie.  

De commissie constateert daarnaast dat AFF met weinig concrete stappen komt voor de ontwikkeling van de organisatie. AFF geeft in het plan aan dat de (culturele) diversiteit binnen de organisatie onvoldoende is en wil daarom in sollicitaties meerstemmigheid als belangrijk punt mee te nemen. Met de uitbreiding van de organisatie zal AFF, volgens de commissie, met haar ‘affirmative action’ de diversiteit in de organisatie kunnen vergroten. De commissie constateert echter dat in het plan weinig sprake is van een urgentie die zich vertaalt in concrete, overtuigende en realistische stappen. Meerstemmigheid in de vorm van culturele diversiteit, diversiteit in de zin van gender, seksualiteit, sociaal-economische kansengelijkheid en toegankelijkheid voor mensen met een beperking vergt, volgens de commissie, een omslag in de cultuur van de bestaande organisatie, hier geeft het AFF in het plan nog te weinig blijk van.  

Uitvoerbaarheid

De commissie beoordeelt de uitvoerbaarheid als voldoende.

AFF toont zich in de aanvraag, zo constateert de commissie, bewust welke kenmerken van een bestendige organisatie het wil integreren en welke ontwikkeling dit vraagt in de bedrijfsvoering. In het plan omschrijft de organisatie van het AFF als primaire doelstelling voor de organisatie: ‘Om te allen tijde een eerlijke, veilige, meerstemmige omgeving te creëren, zowel voor zichzelf als voor het publiek en de partners en makers met wie wordt samengewerkt.’ Door de gestelde groei van de activiteiten van AFF, wil de organisatie in de komende periode structuur, gewenning en professionalisering in de bedrijfsvoering inbrengen. De commissie vindt dit niet een uitgewerkte visie op de bedrijfsvoering als zodanig, maar herkent wel duidelijke doelstellingen die aan het gevoerde toekomstige beleid ten grondslag kunnen liggen.

Het AFF onderschrijft de Governance Code Cultuur en de Fair Practice Code, maar de commissie constateert dat een reflectie over de toepassing ervan binnen de organisatie onvoldoende aanwezig is in de aanvraag. Er worden in het plan wel concrete stappen bij de toepassing van de codes omschreven. Zo zijn de functies in het bestuur onafhankelijk en belangeloos en ziet de organisatie toe op mogelijke belangenverstrengelingen in het geval van nevenfuncties bij de leden van het bestuur en in het team. AFF heeft geen raad van toezicht, naar eigen zeggen vanwege de beperkte omvang van de organisatie. Een van de bestuursleden fungeert als vertrouwenspersoon voor de stagiaires, vrijwilligers en medewerkers. De commissie vindt dat, juist bij een kleine organisatie, een extern vertrouwenspersoon onontbeerlijk is. 

In het kader van fair pay krijgen de kunstenaars naast een honorarium, separate productiekosten voor het maken van nieuw werk en een aparte honorering voor het ontwikkelen van een concept. Medewerkers in loondienst krijgen betaald volgens de richtlijnen van De Zaak Nu 2024. Vergoedingen op freelancebasis komen overeen met de inkomsten van een werknemer in loondienst. De bestuursfuncties zijn onbezoldigd. Stagiairs krijgen een stagevergoeding op basis van het advies uit de richtlijnen van De Zaak Nu.

Voor een toekomstvisie over de gewenste richting van de (zakelijke) ontwikkeling van de organisatie is, volgens de commissie, weinig aandacht in het plan. Het AFF erkent dit ten dele zelf in het plan en wil dit in de komende periode verbeteren door een nieuwe zakelijk medewerker en een medewerker Outreach & Partnerships aan te stellen. De commissie constateert verder dat een risicoanalyse op de bedrijfsvoering binnen de organisatie beperkt aanwezig is. AFF spreekt in het plan de ambitie uit om ‘jaarlijks te evalueren of de frequentie van programmering overeenkomt met het draagvlak van het team en de begroting, en of het gewenste bereik wordt behaald’. Er is geen sprake van een risicoanalyse over de afgelopen periode, waardoor risico’s niet zijn onderkend voor de komende periode.

De zakelijke ontwikkeling binnen de bedrijfsvoering van AFF is een punt van aandacht, waarbij de commissie wel verwacht dat het managen van financiën, fondsenwerving en bedrijfsvoering verbetert met de aanstelling van een directeur en een medewerker Outreach & Partnerships, zoals is voorzien in het plan voor de komende periode. Voor AFF is dit de eerste meerjarige aanvraag in het kader van het Kunstenplan. AFF geeft in het plan met de meerjarenbegroting, zo constateert de commissie, een helder en gedetailleerd beeld hoe de baten en lasten zijn begroot. De begrote bedragen komen daarbij over als passend. De financieringsmix laat volgens de commissie een beperkte spreiding zien waardoor er voor meer dan de helft (53 procent) een afhankelijkheid ontstaat van de gevraagde AFK-subsidie. Er zijn géén (directe) publieksinkomsten. Het realiseren van de begrote inkomsten wordt afhankelijk gesteld van het aanstellen van de medewerker Outreach & Partnerships. De gevraagde AFK-subsidie van € 115.000 wordt gezien als dekking voor de begrote vaste lasten van het (uit te breiden) personeel, voornamelijk beheerslasten.

De commissie constateert dat er sprake is van een gezonde vermogenspositie waardoor er ruimte bestaat om eventuele tegenvallers op te vangen. In de toelichting op de begroting wordt hier een aparte paragraaf aan besteed. De commissie ziet dat over het algemeen de activiteiten uitvoerbaar en realistisch zijn. 

Conclusie

De commissie adviseert de aanvraag van AFF niet te honoreren omdat deze tien of minder punten heeft behaald.  

De aanvraag is beoordeeld binnen de adviescommissie Beeldende Kunst en Creatieve Industrie.