’t Barre Land
Inleiding
’t Barre Land is gespecialiseerd in repertoiretoneel voor de kleine zaal. Naast het produceren van voorstellingen ziet ’t Barre Land de overdracht van zijn ervaring met, kennis van en enthousiasme voor het toneel als een wezenlijk aspect van het gezelschap. Het gezelschap positioneert zich als voorvechter van progressief repertoire-onderzoek. Alle voorstellingen en activiteiten voor de periode 2021-2024 bestaan uit een combinatie van vier basiswaarden: ensemblespel, repertoire-onderzoek, maatschappelijk engagement en kennisoverdracht.
De komende vier jaar ontwikkelt ’t Barre Land activiteiten die onder te verdelen zijn in ensemblevoorstellingen, coproducties en studiowerk. Met een ensemble van toneelspelers uit verschillende generaties richt het gezelschap zich op het onderzoek naar een centraal begrip dat in alle plannen terugkomt: de slaapwandelaars. Het verwijst naar eigen zeggen naar een vacuümtoestand voorafgaand aan een periode waarin totalitarisme en fascisme kunnen opkomen, een periode vlak voor een gewelddadige uitbarsting of grote omwenteling. Aan de hand van het repertoire bestudeert de groep vier periodes van slaapwandelen in de westerse geschiedenis: de periode voor de Franse Revolutie (Gevaarlijke brieven), voor de Tweede Wereldoorlog (De regels van het spel), voor het einde van de Koude Oorlog (Heilige Oorlog), uitmondend in de enscenering van de trilogie De Slaapwandelaars van Herman Broch, die speelt voor en tijdens de Eerste Wereldoorlog. De coproductiepartners van 't Barre Land zijn Comp.Marius, De Nwe Tijd en Maatschappij Discordia.
’t Barre Land ontvangt geen meerjarige subsidie binnen het Kunstenplan 2017-2020.
Voor de periode 2021-2024 vraagt ’t Barre Land bij het AFK een bijdrage van gemiddeld € 78.369 per jaar in het kader van het Kunstenplan.
Artistiek belang
De commissie beoordeelt het artistiek belang als goed.
’t Barre Land heeft een heldere en eigen artistieke signatuur die volgens de commissie gekenmerkt wordt door progressief repertoire-onderzoek met een grote dosis maatschappelijk engagement en drang om te experimenteren. De commissie is enthousiast over het ideeënrijke plan voor komende periode, dat ze sterk artistiek onderbouwd en samenhangend vindt. Het gezelschap hanteert een prikkelend artistiek uitgangspunt in het onderzoek naar de waardevrije mens. Dit komt duidelijk voort uit een werkwijze waarbij repertoire-onderzoek ook zelfonderzoek is. Zo trekt het gezelschap in het plan voor de komende periode paralellen tussen verschillende periodes in de geschiedenis vlak voor een grote omwenteling. Dit repertoire-onderzoek krijgt vorm in de trilogie De Slaapwandelaars in het laatste jaar van de Kunstenplanperiode. De boodschap van deze trilogie over een samenleving waar mensen hun traditionele waarden verloren hebben, past volgens de commissie op originele wijze in het beoogde onderzoek naar de waardevrije mens. De voorstellingen die 't Barre Land ontwikkelt ter voorbereiding van De Slaapwandelaars kenmerken zich doordat ze een verhaal vertellen dat zich afspeelt op het scharnierpunt van een veranderlijke samenleving die uitmondt in een gewelddadige periode. Dit past volgens de commissie duidelijk bij de artistieke missie van het gezelschap, die luidt: 'door het toneel te bestuderen, bestuderen wij de wereld’.
De commissie vindt dat de artistieke betekenis voor het beoogde publiek van ’t Barre Land duidelijk uit het plan te herleiden is. ’t Barre Land weet voor wie het wat maakt. Het gezelschap richt zich voornamelijk op een publiek tussen de 20 en 40, veelal hoogopgeleid, met kennis van de politieke en actuele situatie. De commissie vindt dat het plan voor de komende periode daar door de gekozen invalshoek goed op aansluit, en dat de voorstellingsconcepten vertrouwen geven dat de producties een duidelijke artistieke en inhoudelijke betekenis zullen hebben voor dit beoogde publiek. Door historische en maatschappelijke paralellen zichtbaar te maken, wil ’t Barre Land het publiek aanzetten tot nadenken over de tijd waarin we leven. De commissie vindt dat het plan nog weinig uitwerking geeft aan de manier waarop de voorstellingsconcepten vertaald worden naar dat wat het publiek daadwerkelijk op het toneel te zien krijgt. Daardoor heeft zij nog geen zicht op de zeggingskracht van de voorstellingen.
De bezoeker van voorstellingen van ‘t Barre Land moet volgens de commissie behoorlijk wat voorkennis hebben, ofwel zeer verbonden zijn met de actuele tijdsgeest, om de voorstellingen goed te begrijpen. Daarom is zij positief over de samenwerking die de groep aangaat met filosofiefestival Brainwash voor een contextprogramma aan de hand van de thematiek van de voorstellingen. De commissie vindt dit een goede aanvulling van de programmering en denkt dat dit bijdraagt aan de versterking van de impact van het werk van ‘t Barre Land op het publiek.
De commissie vindt dat ’t Barre Land zich met het plan voor de komende periode een artistieke ontwikkeling laat zien die in lijn is met het verleden van het gezelschap. Het bouwt voort op zijn repertoire-onderzoek en doet dit voor komende periode experimenteel en progressief. Het gezelschap noemt dit zelf een zoektocht naar nieuwe vormen van maatschappelijk engagement.
De commissie constateert dat ’t Barre Land zijn verbindingen met verwante artistieke gezelschappen vergroot door te coproduceren met onder meer Maatschappij Discordia. De commissie is van oordeel dat het gehele proces van ontwikkeling tot presentatie van het gezelschap zich tot op heden nog beperkt tot een kleine artistieke omgeving. ’t Barre Land heeft een vaste kring van samenwerkingspartners en werkt met een compleet westers repertoire. De residentie die het gezelschap de komende periode wil bieden aan actrice en maker Carole van Ditzhuyzen vindt de commissie, vanwege deze nieuwe samenwerking interessant, al leest zij nog te weinig terug over wat zij het gezelschap aan artistieke ontwikkeling kan brengen. Onderzoek is een kernwaarde van ’t Barre Land. De onderzoekende werkwijze zorgt ervoor dat de makers zich kunnen blijven ontwikkelen. De commissie ziet in het plan niet terug of en hoe het gezelschap daarnaast nog op andere manieren investeert in of ruimte biedt aan de ontwikkeling van de eigen artistieke kern.
Belang voor de stad
De commissie beoordeelt het belang voor de stad als onvoldoende.
Het gezelschap geeft zelf aan dat de geëngageerde voorstellingen bijdragen aan de sociale cohesie van de stad. De commissie vindt dat de uitdrukking ‘verandering begint bij jezelf’ bij 't Barre Land zeer toepasselijk is, gezien het uitgebreide inhoudelijke onderzoek dat het gezelschap verricht. De commissie ziet echter niet hoe ’t Barre Land dit verder brengt buiten de muren van Frascati, naar de bewoners van de stad. Vanuit artistiek oogpunt verbindt de organisatie zich met culturele organisaties als De Balie, Perdu en Brainwash voor contextprogrammering voor haar publiek. ‘t Barre Land verbindt zich volgens de commissie noch inhoudelijk noch op praktische wijze met de inwoners van de stad, maatschappelijke organisaties of de buurt.
't Barre Land draagt volgens de commissie niet bij aan de stedelijke spreiding van het cultuuraanbod en publiek. Alle activiteiten van het gezelschap vinden plaats in het centrum van Amsterdam, met voorstellingen in Frascati en contextprogramma’s in De Balie. Al het publiek wordt in het centrum bereikt. Er vinden geen activiteiten plaats in andere stadsdelen en de organisatie presenteert ook geen plan hiervoor.
Als eigen accent heeft 't Barre Land gekozen voor het thema Wereldstad. De uitwerking van dit thema in het plan vindt de commissie niet overtuigend. ’t Barre Land geeft in het plan aan zich niet te herkennen in een van de thema’s waaruit aanvragers moesten kiezen. De commissie ziet dat het gezelschap wel en met een kritisch gevoel voor humor op het thema reflecteert. Het hanteert daarbij als motto de beroemde zin van Shakespeare: ‘All the world is a stage,’ die door de nar in As you like it wordt uitgesproken. Vanuit het perspectief van de toneelspeler, de professionele ‘woordomdraaier’, is het podium de wereld. Door het toneel te bestuderen, bestuderen ze de wereld, zo stelt ’t Barre Land. Dit sluit echter niet aan bij de invulling die de regeling aan het thema geeft. Wel herkent de commissie aansluiting bij het thema door de samenwerkingen en producties die gepland staan met de Belgische gezelschappen Comp.Marius en De Nwe Tijd.
Uitvoerbaarheid
De commissie beoordeelt de uitvoerbaarheid als goed.
Het plan is volgens de commissie realistisch en uitvoerbaar wat betreft organisatie, werkwijze en vakmanschap. Het gezelschap heeft volgens de commissie een plan opgeleverd met een heldere lijn en een overzichtelijk en haalbaar activiteitenniveau van één productie en één coproductie per jaar. De artistieke kern is een constante factor en heeft zijn vakmanschap bewezen. De kernleden zijn alle drie verantwoordelijk voor zowel de artistieke als zakelijke kant, waarbij ze worden ondersteund door een zakelijke medewerker. Er is een betrouwbaar administratiekantoor betrokken voor de zakelijke ondersteuning. De werkwijze voor de komende periode is ongewijzigd. Dat geeft de commissie vertrouwen in de haalbaarheid van het plan. De residentie van maker Carole van Ditzhuyzen is voor de komende periode een nieuw onderdeel. De commissie verwacht dat de docentachtergrond van een aantal kernleden garant zal staan voor een goede begeleiding van deze maker.
De organisatie heeft naar het oordeel van de commissie een gezonde bedrijfsvoering. Het gezelschap beschikt over een reserve om tegenvallende resultaten op te kunnen vangen. ’t Barre Land heeft daarmee een financiële positie die voldoende solide is om de beoogde voornemens uit te kunnen voeren. De organisatie heeft, afgaand op de financiële rapportages over afgelopen periode, een goed inzicht in de kosten en baten van de producties.
Het gezelschap geeft in het plan een heldere risicoanalyse. Risico’s zijn gelegen in het uitblijven van subsidie en in tegenvallende uitkoopsommen en speelbeurten. Het gezelschap geeft aan dat het daarom een ronde heeft gemaakt langs de theaters om afspraken over speelbeurten na te gaan. De commissie ziet dat dat al heeft geleid tot een aantal concrete toezeggingen, wat ook wenselijk is gezien de beoogde vergroting van het aantal speelbeurten ten opzichte van voorgaande periode.
De commissie vindt de begroting van ’t Barre Land over het algemeen realistisch en passend. Aan de kostenkant vindt de commissie het vertrouwenwekkend dat de geraamde bedragen gebaseerd zijn op de gerealiseerde begrotingen uit afgelopen periode. De commissie acht het aandeel activiteitenlasten ten opzichte van de overheadkosten goed in verhouding. Wel vindt zij de kosten per productie relatief hoog, ook afgezet tegen het aantal verwachte bezoekers. De financieringsmix is divers, met publieksinkomsten, bijdragen van donateurs (met toezeggingen voor vier jaar), coproductiebijdragen, gekapitaliseerde expertise, bijdragen van private fondsen en overheidssubsidies.
De commissie denkt dat het marketingplan van ’t Barre Land realistisch en passend is om het bestaande publiek te bereiken, maar is er niet van overtuigd dat het passend is met het oog op nieuw publiek. De organisatie onderscheidt zijn doelgroepen in trouwe bezoekers, theaterbezoekers die niet eerder bij 't Barre Land zijn geweest, publiek dat 't Barre Land is kwijtgeraakt door gebrek aan zichtbaarheid, mensen die zelf werkzaam zijn binnen het theater of studeren aan kunstopleidingen en mensen met literaire, politiek-maatschappelijke of filosofische interesse die niet of nauwelijks naar het theater gaan. De marketingmiddelen die worden ingezet, zoals beeldmateriaal, free publicity, online zichtbaarheid en brochures, zijn vrij algemeen en zijn effectief gebleken voor het bereiken van het bestaande publiek. De commissie vindt de strategie voor het bereiken van nieuw publiek minder overtuigend. De organisatie zet vooral de samenwerkingspartners in om nieuw publiek te bereiken. De commissie noemt als voorbeeld Brainwash, dat mensen goed weet te bereiken met sociale media. Ook leest de commissie dat het gezelschap theaterdocenten wil inzetten als ambassadeurs om nieuw jong publiek te trekken, al vindt de commissie dit een keuze dat naar verwachting niet leidt tot de beoogde verbreding van het bestaande publiek.
Diversiteit en inclusie
De commissie beoordeelt de bijdrage aan diversiteit en inclusie als onvoldoende.
Het plan draagt volgens de commissie in artistieke zin beperkt bij aan culturele diversiteit van het Amsterdamse cultuuraanbod. Het repertoire is westers georiënteerd en het gezelschap zoekt nauwelijks thematiek op die een relatie heeft met de cultureel diverse samenleving. De voorstelling Gevaarlijke brieven levert een culturele invalshoek op de buitenstaanders van Europa. Maar dit is slechts een zeer klein onderdeel van deze voorstelling. De residentie van Carole van Ditzhuyzen biedt volgens de commissie ruimte om het aanbod ten aanzien van culturele diversiteit te verrijken. Het gezelschap geeft aan te verwachten dat zij een ‘nieuwe bibliotheek’ opent van schrijvers zoals Toni Morrison en Zadie Smith. De commissie merkt op dat het ondernemingsplan niet duidelijk maakt wat het concreet resultaat daarvan zou moeten zijn, wat betreft meer cultureel divers repertoire. ’t Barre Land neemt ook deel aan het programma de ‘Avonden’ dat drie keer per seizoen in samenwerking met Perdu plaats vindt en waarvoor een aantal dichters met een biculturele achtergrond wordt uitgenodigd. ’t Barre Land onderschrijft het belang van de bewustwording rond diversiteit en inclusie van het aanbod, maar de commissie ziet dit slechts kleinschalig terug in het plan.
De commissie vindt dat het plan weinig bijdraagt aan het bereiken van een cultureel divers samengesteld publiek in de stad. De commissie waardeert dat de organisatie in de aanvraag eerlijk is over dit punt. ’t Barre Land erkent dat in de zalen waar het gezelschap speelt, zoals Frascati, het publiek met een cultureel diverse achtergrond niet heel groot is. Door de samenwerkingsprojecten hoopt het gezelschap in de toekomst een cultureel iets diverser publiek te mogen verwelkomen, al benoemt het plan niet op welke partijen het gezelschap zich daarbij richt. De commissie vindt het plan op dit punt niet overtuigend.
De commissie stelt vast dat de organisatie geen visie heeft op of plan voor de versterking van de culturele diversiteit van het personeelsbestand en het bestuur. Het gezelschap geeft zelf aan dat diversiteit geen rol speelt bij de werving van personeel. De commissie constateert dat bij de recente benoeming van twee nieuwe bestuursleden geen kandidaten met een cultureel diverse achtergrond zijn benoemd.
Conclusie
Op grond van bovenstaande overwegingen adviseert de commissie de aanvraag van ’t Barre Land te honoreren met het gevraagde subsidiebedrag van € 78.369 per jaar.
De commissie constateert dat er na beoordeling van alle aanvragen onvoldoende budget beschikbaar is om de aanvraag te honoreren.
De aanvraag is beoordeeld binnen de adviescommissie Theater.