Next Nature Network
Inleiding
Next Nature Network verbindt naar eigen zeggen kunst, wetenschap, design, filosofie en politiek rondom de veranderende relatie tussen mens, natuur en technologie. Next Nature Network geeft aan wereldwijd te werken aan het tastbaar maken van mogelijke toekomstscenario’s, waardoor een groot publiek erover in gesprek kan gaan. Next Nature Network observeert, onderzoekt, signaleert, publiceert en presenteert. Het onderzoek vertaalt zich in expo’s, events, publicaties en educatieve programma’s. In samenwerking met partners wordt het geheel volgens Next Nature Network meer dan de som der delen. Afhankelijk van de skills van de partner neemt Next Nature Network de rol van content-, ontwikkel- en/of mediapartner en verbindt grass-root initiatieven met grotere instituten.
Het meerjarenthema voor de programmaperiode 2021-2024 is 'Hallo Superorganisme'. Hierbinnen verkent de organisatie langs drie programmalijnen een pad naar de toekomst, dat niet alleen bevredigend moet zijn voor de mens, maar voor alle andere soorten op aarde. De programmalijnen Intieme technologie, Next Habitat en Mens van Morgen komen via verschillende werkdomeinen tot uitdrukking in onder andere reizende tentoonstellingen, grootschalige events, educatieve programma’s en publicaties. Een stuwende kracht hierbij is het Ontwikkel LAB waar ideeën en perspectieven vorm krijgen. Urgente maatschappelijke vragen wil de organisatie vanuit het talentprogramma van twintig fellows, de member community of door middel van een verzoek uit het veld onderzoeken en ontwikkelen.
Next Nature Network ontvangt geen meerjarige subsidie binnen het Kunstenplan 2017-2020.
Voor de periode 2021-2024 vraagt de organisatie bij het AFK een bijdrage van gemiddeld
€ 300.000 per jaar in het kader van het Kunstenplan.
Artistiek belang
De commissie beoordeelt het artistiek belang als goed.
Het artistieke plan van Next Nature Network heeft in de ogen van de commissie een duidelijke herkenbare artistieke signatuur waarin het de toekomstige relatie tussen mens, natuur en technologie door middel van speculatief ontwerp agendeert. De commissie waardeert de optimistische kijk waarmee de aanvrager de impact van nieuwe technologie op ons dagelijks leven onderzoekt en visualiseert, en vindt dat ze hiermee een origineel standpunt inneemt. Next Nature Network stimuleert volgens de commissie met haar plan reflectie en toekomstgericht denken door ontwerpkwaliteit in te zetten middels een provocatieve en tegendraadse aanpak. Zo is het thema voortplanting in het verleden geadresseerd met de presentatie van een niet organische, draagbare baarmoeder. Voor de komende jaren staan de programmalijnen Intieme technologie, Next Habitat en Mens van Morgen op de agenda en worden onderwerpen als genetwerkte micro-organismen en techniek in relatie tot het menselijk lichaam opgepakt. De commissie vindt deze onderwerpen interessant en verrassend. Ze heeft er vertrouwen in dat deze onderwerpen met de verbeeldingskracht en originaliteit, die zo kenmerkend is voor Next Nature Network, zullen worden uitgewerkt.
De organisatie kiest er bewust voor om de presentaties te laten plaatsvinden in het publieke domein. Dat vindt de commissie een logische keuze. De organisatie is immers niet zozeer een innovator, maar neemt een agenderende rol over innovaties naar een groter publiek op zich. De uitvoering en verbeelding van de projecten is volgens de commissie provocatief en maakt tegelijkertijd gebruik van herkenbaarheid in zowel concept als vorm. De commissie ziet hoe deze herkenbaarheid wordt gebruikt om een radicale gedachte voorstelbaar te maken voor een groot publiek. Over kweekvlees werd bijvoorbeeld een kookboek gemaakt en de opkomende nanotechnologie werd verbeeld in een kleine reizende NANO Supermarkt. De commissie vindt dat de aanpak van Next Nature Network daarmee artistieke betekenis heeft voor het beoogde publiek, maar plaatst ook enkele kanttekeningen. De commissie is er niet van overtuigd dat de complexiteit van de materie voldoende aan bod komt in de provocatieve versimpeling. Ook gaat de aanvrager niet in op de manier waarop zij de mobiele expo’s actueel houdt, in het licht van de snelle technologische ontwikkelingen. Hierdoor kan de commissie niet beoordelen of de reizende expo’s nog lang van artistieke betekenis voor het beoogde publiek zullen zijn.
De afgelopen jaren heeft Next Nature Network een nomadisch bestaan geleid. In de komende jaren wil zij neerstrijken op een vaste plek op het Marineterrein, de HUB, en een sterkere band aangaan met de stad Amsterdam. De commissie vindt dit een positieve ontwikkeling, omdat de organisatie zich nestelt tussen bedrijven die zich met vergelijkbare vraagstukken bezighouden. Volgens de commissie kan dit tot interessante kruisbestuiving leiden, die kan bijdragen aan de verdere artistieke ontwikkeling van de organisatie en de medewerkers. De schaalsprong die gepaard gaat met deze ontwikkeling is volgens de commissie voornamelijk kwantitatief beschreven en weinig inhoudelijk gemotiveerd. Het is de commissie daarom niet duidelijk hoe de kwantitatieve groei gaat bijdragen aan de internationale voorlopersrol die Next Nature Network ambieert. Het fellow-programma ondersteunt onderzoekers die zich bezighouden met research binnen de programmalijnen gedurende vijf jaar. Dit vindt de commissie een zeer positieve ontwikkelingsmogelijkheid. Hiermee doet Next Nature Network aan duurzame artistieke en kennisontwikkeling, waar zowel de onderzoekers als de organisatie baat bij hebben.
Belang voor de stad
De commissie beoordeelt het belang voor de stad als voldoende.
Next Nature Network verbindt zich volgens de commissie op overtuigende wijze aan maatschappelijke partners in de stad. De vraagstukken die Next Nature Network agendeert zijn niet alleen stedelijk, het zijn grotere maatschappelijke vraagstukken die ook wereldwijd spelen. In het onderzoek werkt Next Nature Network samen met een scala aan partners, waaronder logischerwijs veel universiteiten en specialistische centra, met expertise op gebied van de verschillende thema’s. Next Nature Network wil de stad Amsterdam als Living Lab gaan zien. De pilot met de gemeente Amsterdam rondom de ECO coin, een betaalmiddel waarmee duurzaam gedrag wordt beloond, is hiervan een mooi voorbeeld. Het is de bedoeling dat dit type maatschappelijke samenwerkingen uitgebreid gaat worden, alhoewel het de commissie niet duidelijk wordt hoe dit stadsbreed invulling gaat krijgen.
Het grootste deel van activiteiten van Next Nature Network vindt plaats in het Centrum op het Marineterrein. Door middel van de mobiele reizende exposities wil de organisatie in alle zeven stadsdelen minimaal één keer per jaar actief zijn. Dat lijkt realistisch, gezien de vorm, maar de commissie mist een concrete uitwerking over het beoogde publiek dat Next Nature wil bereiken. Ook gaat de aanvrager niet in op samenwerking of partners in de verschillende stadsdelen. Dit vindt de commissie een gemis, omdat de aanvrager geen ervaring heeft met het organiseren van lokale activiteiten in Amsterdam. Het plaatsen van mobiele expo’s, waar publiek ook makkelijk aan voorbij kan lopen, draagt nog onvoldoende bij aan een inhoudelijke inbedding in de stadsdelen. Daarom vindt de commissie dat de organisatie in beperkte mate bijdraagt aan spreiding van culturele activiteiten in de stad.
Als eigen accent kiest Next Nature Network voor Hightech stad. De commissie vindt dit een logische keuze. Techniek vormt de rode draad van het programma waarin Next Nature Network mensen laat filosoferen over een mogelijke toekomst op basis van nieuwe technologische ontwikkelingen. Met het research programma draagt de organisatie ook bij aan het ontwikkelen van toepassingen voor nieuwe en geavanceerde technologie. Daarmee is het eigen accent volgens de commissie goed verwerkt in het ondernemingsplan.
Uitvoerbaarheid
De commissie beoordeelt de uitvoerbaarheid als zwak.
De commissie heeft vertrouwen in het vakmanschap en de zakelijk productionele vaardigheden van het bestaande team. Het team heeft in de afgelopen jaren bewezen dat ze projecten goed kan uitvoeren en de commissie waardeert de betrokken expertise van de vele gerenommeerde partners, zoals AMS Institute, Codam en de Technische Universiteit Eindhoven. In de plannen voor de komende periode verdrievoudigt de begroting naar een omzet van twee miljoen in 2024. De organisatie werkt naar eigen zeggen als een zwermbedrijf. Er is een kernteam waaromheen de projectmedewerkers, partners en fellows bewegen. De organisatie meent schaalbaar te zijn, maar gaat niet in op de consequenties van deze groei voor de organisatie, hoe deze groei gemanaged wordt en wat het organisatorisch betekent om zich te verbinden aan een vaste plek. Ook is het voor de commissie onvoldoende duidelijk welke functies er nu al zijn en welke functies erbij komen. De commissie beoordeelt de groeispurt daarom als niet realistisch.
De commissie is kritisch over de bedrijfsvoering in relatie tot de voorgestelde groei. Op dit moment heeft de organisatie een gezonde bedrijfsvoering en beschikt ze over een bescheiden eigen vermogen. Het eigen vermogen wordt in de komende jaren niet uitgebouwd, terwijl de begroting wel toeneemt. De organisatie zegt hierover dat het financiële risico beperkt is, omdat kosten en baten in sync zijn. De commissie vindt dit een te gemakkelijke stelling en had graag meer gelezen over de risico’s die de organisatie ziet en de maatregelen die ze hierbij neemt. De algemene reserve is volgens de commissie nu niet toereikend om eventuele financiële tegenslagen uit een begroting van twee miljoen op te vangen en dat maakt de organisatie kwetsbaar. Volgens de commissie is de organisatie zich onvoldoende bewust van de bedrijfsmatige implicaties die de groei met zich meebrengt. De commissie vindt dat de bedrijfsvoering te kwetsbaar is om de beoogde voornemens uit te voeren en de organisatie toekomstbestendig te laten functioneren.
De meerjarenbegroting is gedetailleerd, maar de toelichting op de begroting vindt de commissie summier. Zo zijn de verschillende posten, bijvoorbeeld de personele omvang en groei, niet onderbouwd. Voor de marketing staat een fors bedrag op de begroting, terwijl er geen enkele concrete actie of strategie in het plan wordt beschreven. Hierdoor kan de commissie niet beoordelen of de begroting op dit punt realistisch is. De commissie vindt de beheerslasten hoog. Alle vaste personeelslasten zijn onder de beheerslasten opgenomen. Dit kan een vertekend beeld geven, maar ook dit licht de aanvrager niet toe. Met de beoogde groei van de organisatie ontstaat een grote subsidiebehoefte, waarvan bijna 70% bij het AFK en het Ministerie OCW wordt aangevraagd. De commissie vindt deze financieringsmix niet wenselijk en realistisch. Ze verwacht dat de organisatie in staat moet zijn een evenwichtigere mix te realiseren vanwege de internationale positie en de vele maatschappelijke en commerciële samenwerkingspartners.
Het valt de commissie op dat er geen sprake is van een concreet uitgewerkt marketingplan. Dit is des te opvallender omdat de organisatie zichzelf een brugfunctie tussen technologische innovaties en het grote publiek toebedeelt. De gekozen ‘tone of voice’, die Next Nature Network beschrijft als open, hoopvol en prikkelend, vindt de commissie passend, maar ze kan hier geen heldere marketingstrategie uit opmaken. De aanvraag benoemt specifieke doelgroepen, maar gaat niet in op de manier waarop deze verschillende doelgroepen verbonden worden aan de HUB, hoe nieuwe doelgroepen in de stadsdelen bereikt worden en hoe de bezoekers zich duurzaam aan de organisatie gaan verbinden. Omdat de organisatie zich wil settelen op een vaste plek en door de stad wil toeren, had de commissie juist een concreet plan van aanpak willen zien wat betreft de marketing. Zonder dit plan vindt de commissie de verdubbeling van het aantal fysieke bezoekers niet realistisch.
Diversiteit en inclusie
De commissie beoordeelt de bijdrage aan diversiteit en inclusie als zwak.
Next Nature Network werkt met een internationaal team van makers. Daarmee borgt ze een rijke hoeveelheid aan verschillende artistieke en culturele perspectieven in het programma. Het cultureel diverse perspectief is daarbij in de ogen van de commissie echter minimaal vertegenwoordigd. Next Nature Network erkent weliswaar het belang van diversiteit voor haar missie en programma, maar ze verbindt hier geen concrete acties aan. Zelfs bij projecten waarin verschillende identiteiten en beroepen centraal staan, gaat het programma niet specifiek in op artistieke culturele diversiteit. Noch wordt er gereflecteerd op de mogelijkheden die deze projecten op dit terrein bieden. De commissie vindt dit een gemis.
Door de laagdrempelige vorm van de projecten en drukbezochte presentatie-locaties als bijvoorbeeld de MediaMarkt, vindt de commissie het reëel dat de organisatie veronderstelt dat er soms een cultureel divers publiek bereikt wordt. Maar ook hier is er geen visie of concreet plan met specifieke acties om een cultureel diverse doelgroep actief te benaderen en hen te verbinden met het onderwerp. De commissie vindt dit een gemis, temeer omdat het potentieel aan publiek wel aanwezig is. Het plan draagt daarmee vrijwel niet bij aan het bereiken van een cultureel divers samengesteld publiek.
Ook op gebied van organisatie vindt de commissie dat de organisatie tekort schiet met betrekking tot culturele diversiteit. Next Nature Network heeft een nulmeting gedaan en wil het personeelsbeleid op grond hiervan cultureel diverser maken. Zij denkt te gaan samenwerken met organisaties als Diversiteit in Bedrijf, Studio Inclusie en de OBA, maar deze samenwerkingen zijn niet bevestigd, waardoor het bij een intentie blijft. Daarnaast heeft de organisatie een gedragscode Inclusief werkklimaat. Het is voor de commissie onduidelijk wat hierbij de uitgangspunten zijn. Omdat de groei van de organisatie en de keuze voor een zwermbedrijf juist kansen biedt voor een diverse samenstelling van het team, vindt de commissie de intenties nog erg voorzichtig en weinig concreet geformuleerd.
Conclusie
De commissie adviseert op grond van bovenstaande overwegingen om de aanvraag van Stichting Next Nature Network gedeeltelijk te honoreren met € 100.000 per jaar. De commissie is positief over de organisatie en de intentie om zich op het Marineterrein in Amsterdam te vestigen, maar ze is niet overtuigd van de noodzaak en de uitvoering van de voorgestelde groei. Zij adviseert daarom een bedrag dat in verhouding is met de omzet in de jaren 2017 en 2018.
De aanvraag is beoordeeld binnen de adviescommissie BFNA.