Tamino

Aangevraagd: € 149.296
Toegekend: € 0

Tamino vraagt een bijdrage voor de inzet van zeven cultuurcoaches op drie scholen van Stichting Orion, gericht op speciaal onderwijs: Orion College Zuidoost, Van Detschool en Orion College Amstel.

Vormgeving van het aanbod

De commissie beoordeelt de vormgeving van het aanbod als goed.

In de cultuurcoachprogramma’s van Tamino zijn persoonlijke verhalen van leerlingen het vertrekpunt. De commissie is positief over de Verlengde schooldag die Tamino voorstelt. Onder deze noemer biedt de organisatie naschoolse multidisciplinaire programma’s aan die verplicht zijn voor de eerstejaars leerlingen. Dat impliceert volgens de commissie een uitbreiding en intensivering van het cultuuraanbod op school. De commissie is ervan overtuigd dat de activiteiten inhoudelijk goed aansluiten bij de leerlingen van het voorgezet speciaal onderwijs, met aandacht voor jongeren die zich vaak in kwetsbare posities bevinden in hun persoonlijke leven of thuissituaties. Met de leerling als co-creator maakt Tamino bijvoorbeeld muziektheater gebaseerd op waargebeurde persoonlijke verhalen. Tamino zet kunst in als middel om jongeren weerbaarder te maken, onder meer met positieve identiteitsvorming en het ontwikkelen van sociale vaardigheden. Juist deze doelgroep kan daar veel aan hebben. Wel vindt de commissie lessen van anderhalf tot twee uur aan de lange kant. De commissie mist in het plan toelichting waarom dit passend is bij deze doelgroep.

Tamino werkt in co-creatie met de leerlingen aan concrete eindproducten, zoals een muziekvideoclip of film. Leerlingen ontdekken in de lessen waar ze goed in zijn. Zij worden gelijkwaardig benaderd als maker. De commissie denkt dat dit een effectieve benadering is om de doelgroep te enthousiasmeren en inspireren voor kunst en cultuur. Wel hadden de activiteiten voor de commissie iets concreter uitwerking mogen krijgen in het plan, al was het maar door het toevoegen van een lesvoorbeeld. De commissie is van oordeel dat Tamino het aanbod toegankelijk weet te maken voor kinderen met verhoogde kans op een onderwijsachterstand, door leerlingen een veilige werkstructuur te bieden en hen gaandeweg meer vrijheid in de lessen te geven.

De commissie vindt dat de coaches en het aanbod goed worden ingebed in het totale cultuurbeleid van de scholen. Uit het plan blijkt dat Tamino een goed beeld heeft van de verschillende scholen en het maatwerk dat daar nodig is. Op directieniveau wordt er overlegd over de invulling van het kunstonderwijs. Het Orion College Zuidoost bijvoorbeeld ontwikkelt een leerlijn maatschappelijke competenties waarvoor het verbinding met de buurt zoekt. Tamino sluit hierbij aan door te onderzoeken hoe ze de ontwikkeling van maatschappelijke competenties kan verwerken in de cultuurcoachactiviteiten. De inbedding in het cultuurbeleid wordt volgens de commissie ook bevorderd door de keuze van Tamino om naast de gewone cultuurcoach ook een ‘cultuurcoach plus’ aan te stellen, wiens rol het is om kennis van de werkvloer met de directie te delen en bij te dragen aan de besluitvorming van de school over het cultuurbeleid.

Verbinding en doorstroom

De commissie beoordeelt de verbinding en doorstroom als zwak.

De commissie is er op basis van de aanvraag niet van overtuigd dat de coaches een actieve rol spelen in de verbinding met en doorverwijzing naar buiten- en naschools cultureel aanbod. Doorverwijzing krijgt in het plan weinig aandacht. Volgens Tamino is het laten doorstromen van leerlingen in speciaal onderwijs ingewikkeld, omdat er weinig plekken met juiste begeleiding zouden zijn. De commissie vindt dat te kort door de bocht, temeer omdat de cultuurcoachregeling hier juist voor bedoeld is. Zij vindt dat Tamino meer zou mogen reflecteren op manieren waarop doorstroom wél te realiseren is. De regeling laat genoeg ruimte om drempels te verlagen, bijvoorbeeld door naschools aanbod van partners binnen de schoolmuren aan te bieden.
De commissie mist in het plan aandacht voor mogelijke plekken waar leerlingen naar kunnen doorstromen als ze door de Verlengde Schooldag enthousiast geworden zijn en mogelijkheden voor zichzelf zijn gaan zien. Tamino wil proberen om leerlingen te faciliteren die in hun vrije tijd op theaterles of muziekles willen. De commissie vindt dat de aanvraag niet duidelijk maakt hoe de organisatie dat denkt te doen. Zij constateert ook dat er in het plan geen sprake is van samenwerking met het Jeugdfonds Cultuur en Sport om de doorstroom van leerlingen van minder kapitaalkrachtige ouders/verzorgers te bevorderen.

Het valt de commissie op dat het plan niet ingaat op mogelijke culturele en maatschappelijke samenwerkingspartners. Tamino zegt wel te bouwen aan een netwerk van partners die leerlingen binnen de kunstprogramma’s mee willen nemen naar theater, musea, film- en muziekstudio’s of willen koppelen aan maatschappelijke organisaties. De organisatie maakt echter niet inzichtelijk wie de (beoogde) partners zijn. Evenmin beschrijft het plan of het partners in de buurt betreft en wat de samenwerkingen (zullen) inhouden.
Wel ziet de commissie dat er sprake is van een duurzame samenwerking met de scholen. De commissie ziet dit terug in de reflectie van Tamino op de ervaring en ontwikkeling in de afgelopen periode. De organisatie heeft de tijd genomen om te investeren in langlopende relaties met de scholen. De commissie vindt het positief dat dat ertoe heeft geleid dat de samenwerkingen met de scholen gecontinueerd worden.

Profiel van de cultuurcoach(es)

De commissie beoordeelt het profiel van de cultuurcoaches als zeer goed.

De zeven cultuurcoaches van Tamino zijn een mix van gediplomeerde en autodidacte docenten. Voor de commissie blijkt uit de cv’s van de cultuurcoaches dat zij beschikken over het benodigde vakmanschap voor de activiteiten. Alle coaches hebben (ruime) werkervaring bij Tamino of Orion. Een van de coaches, een autodidact kunstenaar die eigen theatervoorstellingen maakt, heeft zelf onderwijs gevolgd op een school voor speciaal onderwijs. Tamino maakt duidelijk dat een aanzienlijk deel van de cultuurcoaches door de eigen levensloop en levenservaring goed weet en kan invoelen waarmee jongeren in het speciaal onderwijs te maken hebben en wat hun uitdagingen zijn. Dat vindt de commissie sterk.

Positief vindt de commissie ook de aandacht voor onder meer intervisie en training. Alle coaches kunnen gebruik maken van een scholingsprogramma van Orion, dat specifiek gericht is op speciaal onderwijs. De commissie vindt dat Tamino in het plan goed reflecteert op de wijze waarop de Code Diversiteit en Inclusie wordt toegepast in de werving en selectie van cultuurcoaches. Coaches worden onder meer geselecteerd op basis van hun affiniteit met de doelgroep. Tamino geeft aan daarbij aansluiting op basis van cultuur belangrijk te vinden, maar benadrukt dat dit niet betekent dat coaches per se dezelfde culturele achtergrond hoeven te hebben als de leerlingen waarmee ze werken. Het profiel gaat uit van respect voor en nieuwsgierigheid naar de culturele achtergrond van de ander. Daarnaast kijkt Tamino ook of coaches zichzelf kunnen herkennen in leefomstandigheden en/of de neurodiversiteit van de leerlingen waarmee ze gaan werken. De commissie onderschrijft dat dat laatste voor deze doelgroep ook van groot belang is. Behalve dat een coach zelf speciaal onderwijs gevolgd heeft, ziet de commissie in de cv's en in het plan ook terug dat sommige coaches in moeilijke thuissituaties zijn opgegroeid en/of neurodivers zijn.

Financiële uitwerking

De commissie beoordeelt de financiële uitwerking als zwak.

De commissie vindt het overzicht van de verwachte werkzaamheden en bijbehorende kosten grotendeels niet realistisch en niet genoeg onderbouwd. De commissie constateert dat de verhouding tussen de uren voor lesgeven en doorverwijzen niet voldoet aan de richtlijn 50-50%. Lesuren hebben sterk de overhand. Tamino licht dit toe door te betogen dat doorverwijzen moeilijk is omdat er nauwelijks aanbod is voor leerlingen uit het speciaal onderwijs. De commissie vindt dit niet overtuigend. Juist als doorstroom moeilijk is, is er meer nodig dan de beperkte uren die Tamino aanvraagt. Het kost tijd om de mogelijkheden verder te onderzoeken en ontwikkelen.

Verder vindt de commissie de aantallen lesuren per school niet goed onderbouwd. De commissie ziet voor alle scholen een hoog aantal lesuren per week en aanzienlijke verschillen in urenaantallen tussen afzonderlijke coaches. De beschrijving van de urenverdeling in het plan is ingewikkeld en de commissie kan deze niet rijmen met de urenbegroting. Ook mist de commissie toelichting op de uren voor samenwerken en begeleiden. Binnen het urentotaal is genoeg ruimte gemaakt voor deskundigheidsbevordering bij Mocca, maar de commissie constateert dat ook de verdeling van deze uren tussen de coaches erg uiteenloopt. De reden daarvoor is niet is toegelicht in het plan. Voor sommige coaches vindt de commissie het aantal uren voor deskundigheidsbevordering erg laag. De commissie constateert in positieve zin dat de inzet van de cultuurcoaches per school voldoet aan het minimum van acht uur per week.

Tamino maakt in het plan duidelijk wat de uurtarieven zijn. Volgens de commissie zijn deze in overeenstemming met de richtlijnen voor fair pay. De commissie is kritisch dat de directeur voor zijn werkzaamheden als ‘cultuurcoach plus’ een hoger tarief krijgt dan de andere coach die deze plustaken ook uitvoert, maar die daarvoor hetzelfde tarief krijgt als de reguliere coaches.

Conclusie

De commissie adviseert op grond van bovenstaande overwegingen de aanvraag van Tamino gedeeltelijk te honoreren met een bedrag van € 145.819 per jaar. De commissie vindt het onvoldoende gemotiveerd dat Tamino verschillende uurtarieven hanteert voor dezelfde taken van coaches. Zij adviseert daarom een lager bedrag gebaseerd op gelijke tarieven.

De commissie constateert dat er na beoordeling van alle aanvragen onvoldoende budget beschikbaar is om de aanvraag te honoreren. 

De aanvraag is beoordeeld binnen de adviescommissie Meerjarige subsidies Cultuurcoach 2025-2028.