School der Poëzie
School der Poëzie vraagt een bijdrage voor de inzet van één cultuurcoach op SBO De Driesprong.
Vormgeving van het aanbod
De commissie beoordeelt de vormgeving van het aanbod als goed.
In het plan van School der Poëzie is taal in het algemeen en poëzie in het bijzonder doel en middel tegelijk. Doel vanwege de kennismaking met de kunstvorm die in het onderwijs niet vaak wordt aangeboden. En voor leerlingen van het speciaal onderwijs zoals De Driesprong dat aanbiedt ook middel om de taalvaardigheid te versterken. School der Poëzie hanteert voor het cultuurcoachaanbod een eigen, beproefde werkvorm: Poëzie van Binnen naar Buiten, waarin leren door ervaren centraal staat. Het enthousiasme van leerlingen wordt gewekt met het aanwakkeren van plezier voor taal, waarna ze er later zelf mee aan de slag gaan. De commissie is overtuigd dat deze werkwijze activerend en enthousiasmerend werkt en een positieve impact op de leerlingen zal hebben. Zij vindt het aannemelijk dat de intensieve aanpak van de cultuurcoach ertoe leidt dat poëzie voor de leerlingen gaat leven, dat ze er een boodschap uithalen en er nieuwe inzichten aan ontlenen over zichzelf en de wereld. Daarnaast verwacht de commissie dat een creatieve omgang met woorden en begrippen de woordenschat en het taalinzicht verrijkt. De aanvrager maakt voor de commissie overtuigend duidelijk dat het aanbod aansluit bij de leerlingen: de cultuurcoach werkt met teksten die thematisch passen bij de (culturele) belevingswereld van de kinderen, waardoor de lessen toegankelijk zijn. Poëzie kan over alles gaan en sommige teksten spreken direct aan, andere roepen vragen op en zetten aan tot reflectie en meningsvorming. Hoewel poëzie en taal het startpunt van de lessen vormen, worden ook andere disciplines, zoals muziek, drama en beeldende kunst in de lessen geïntegreerd. Voor die specifieke lessen worden ook gastdocenten uitgenodigd. Het aanbod, dat in eerste instantie talig is, wordt daarmee ook voor leerlingen met verhoogde kans op een onderwijsachterstand – op deze school met name op het gebied van taal – toegankelijk gemaakt.
Het programma van School der Poëzie wordt door SBO De Driesprong gezien als een manier om barrières weg te nemen in communicatie met de leerlingen, wat aansluit bij het doel om leerlingen taalvaardiger te maken om gebeurtenissen beter te kunnen verwoorden en verwerken. Met de gebruikte methode werkt School der Poëzie al langer op andere scholen in Amsterdam. Bij de start met een school worden niet alleen afspraken gemaakt met de school zelf, maar organiseert de cultuurcoach ook een Meet & Greet voor beoogde partners buiten de school. Ook wordt bij de start een docentbijeenkomst georganiseerd en voert de organisatie regelmatig overleg tijdens het project. De commissie leest niet terug in het plan hoe het onderwijs van de cultuurcoach verbonden is met het totale cultuurcurriculum van de school, maar het is wel duidelijk dat het specifieke programma van School der Poëzie een uitbreiding is op het bestaande aanbod. In zijn geheel vindt de commissie de inbedding op de school overtuigend. Uit het plan blijkt dat SBO De Driesprong zelf ook enthousiast is over de samenwerking met de cultuurcoach, omdat deze al eerder op deze school heeft gewerkt, en omdat gebleken is dat de leerlingen veel baat hebben bij het leren door ervaringen.
Verbinding en doorstroom
De commissie beoordeelt de verbinding en doorstroom als goed.
In de werkvorm Poëzie van Binnen naar Buiten speelt de wereld buiten school een grote rol. De focus op doorstroom is daar een bijna vanzelfsprekend onderdeel van. De commissie ziet dat de cultuurcoach in dit plan gericht de wijk in gaat, bijvoorbeeld naar een bibliotheek en een bedrijf in de wijk. Bedrijven zijn toegevoegd vanwege de maatschappelijke inbedding voor kinderen uit het speciaal onderwijs, die een grotere afstand tot de maatschappij ervaren. Dat vindt de commissie positief omdat het twee kanten op werkt. Het helpt ook bij de acceptatie en kansengelijkheid van kinderen die anders zijn. Ook heeft de cultuurcoach een belangrijke rol in een poëziewandeling die zij gedurende het werken met de leerlingen samenstelt. Alle naschoolse activiteiten worden door de cultuurcoach geïnitieerd en begeleid. De commissie is positief over de grote rol die de cultuurcoach speelt, maar heeft nog geen goed beeld van het daadwerkelijke doorverwijzen naar buitenschools aanbod. De commissie heeft er echter vertrouwen in dat de grote aandacht binnen- en naschools voor de doelgroep bijdraagt aan deze doorverwijzing. De commissie is positief over het betrekken en leren kennen van ouders: dat is van groot belang in het speciaal onderwijs.
Poëzie van Binnen naar Buiten behelst een cluster van activiteiten die binnenschools starten en buitenschools afgerond worden. Samenwerkingen in de wijk bevorderen taalontwikkeling en kansengelijkheid. Daartoe werkt School der Poëzie samen met een bibliotheek, een museum, een theater, een bedrijf en het Stadsarchief of het gemeentehuis, waar de cultuurcoach in alle gevallen mogelijke samenwerking en participatie onderzoekt. Ook wordt er samengewerkt met andere scholen. De commissie vindt de intenties voor samenwerking positief, maar merkt op dat ze nog niet zijn uitgewerkt. Zo is het nog niet duidelijk welke bedrijven in de buurt voor deze samenwerking in aanmerking komen en waarom. Bij de beschrijving van naschoolse activiteiten worden in het plan wel partners genoemd: Wilde Kunst, Rode Loper op School en het Poldertheater. Deze samenwerkingen vindt de commissie aansprekend omdat deze partners passende programma’s hebben die aansluiten bij het aanbod van de cultuurcoach. Zo bestaat de samenwerking met Wilde Kunst uit het verwerken van taal en poëzie tot beeldende kunst en werkt Het Poldertheater met de leerlingen hun teksten uit tot een podiumpresentatie.
De commissie constateert dat er een samenwerking is met het Jeugdfonds Cultuur en Sport. Samen met de school doet School der Poëzie voor enkele leerlingen een aanvraag bij dit fonds.
Profiel van de cultuurcoach(es)
De commissie beoordeelt het profiel van de cultuurcoach als voldoende.
De commissie is overtuigd van het cv van de cultuurcoach. Hieruit blijkt onder andere dat de coach programma's en mogelijkheden initieert voor jongeren, ervaring heeft met jongeren en neurodiversiteit. Ook is duidelijk dat zij duurzame relaties opbouwt. Dit schept veel vertrouwen. Ook vindt de commissie het positief dat deze cultuurcoach teruggaat naar een school waar ze al eerder als cultuurcoach gewerkt heeft. Ze heeft affiniteit met deze doelgroep en is bekwaam om les te geven op deze school, ook getuige haar diploma ‘docent omgangskunde’. De coach beschikt over brede kennis van kunst en cultuur en heeft gewerkt bij de IMC weekendschool. Ook haar eigen motivatie om als cultuurcoach aan de slag te gaan is positief: haar biografie overtuigt als het gaat om het werken met poëzie binnen en buiten het onderwijs en door taalstimulatie wordt er meer contact gemaakt tussen leerlingen en dus ook meer gepraat en gelachen.
De commissie constateert dat dit plan geschreven is rondom één cultuurcoach. School der Poëzie geeft geen beeld van de wijze waarop de werving georganiseerd was en verwijst in relatie tot de werving niet naar de Code Diversiteit en Inclusie. Het plan laat volgens de commissie wel zien dat School der Poëzie oog heeft voor de diversiteit van leerlingen, specifiek aandacht heeft voor het speciaal onderwijs, en met de focus op taalvaardigheid een bijdrage levert aan kansengelijkheid. De biografie van de coach laat zien dat deze daarbij passende aandacht heeft voor diversiteit en inclusie. Zij werkte bijvoorbeeld eerder met jongeren met autisme en heeft ervaring op een Islamitische basisschool.
Financiële uitwerking
De commissie beoordeelt de financiële uitwerking als zeer goed.
De commissie vindt het overzicht van de verwachte werkzaamheden en bijbehorende uren realistisch en onderbouwd. De cultuurcoach heeft veel tijd binnenschools, waardoor de verhouding tussen lesuren en doorverwijsuren niet 50%-50% is. Dit is door School der Poëzie overtuigend toegelicht in het licht van de doelgroep en aard van het onderwijs: voorbereiding van en napraten over de buitenschoolse kennismaking met een andere discipline vindt ook plaats op school. Voor de kinderen van De Driesprong is er veel tijd nodig om prikkels te verwerken en op deze manier wordt verwerkingstijd ingebouwd. Door snelle overprikkeling is twee uur per week buitenschools werken al veel. De doorverwijsuren zijn per discipline uitgesplitst – theater, omgeving, beeldend, bedrijf, muziek, voorlezen – wat de commissie een helder beeld geeft dat er voor alle leerlingen en hun interesses iets te halen is. Er is voldoende ruimte voor deskundigheidsbevordering via Mocca opgenomen in de begroting.
De commissie constateert dat de inzet van de cultuurcoach ruim boven het minimum van acht uur per week ligt. Dat houdt verband met de ruime aandacht die er nodig wordt geacht voor deze leerlingen. Het uurloon van deze cultuurcoach is in lijn met de richtlijnen voor fair pay. De aanvrager hanteert het standaard minimumtarief van de eigen organisatie, waar de cultuurcoach ook als poëziedocent werkt.
Conclusie
De commissie adviseert op grond van bovenstaande overwegingen de aanvraag van School der Poëzie te honoreren met het gevraagde bedrag van € 30.810 per jaar.
De aanvraag is beoordeeld binnen de adviescommissie Meerjarige subsidies Cultuurcoach 2025-2028.